Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 531 van 1088

...  519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544  ...
[3] Nu kwam de zoon van de waard naar Mij toe, en vertelde Mij dat zijn moeder haar hele slaapkamer vol gezet had met afgodsbeelden en dat er ook in deze eetkamer een buitengewoon lelijke Apollo stond, wiens gestalte hij iedereen alleen maar het tegengestelde effect kon hebben van wat de bedoeling was, en dat hij daarom deze Apollo en ook de afgoden van zijn moeder graag verwijderd wilde hebben.
Hoofdstuk 181: De huisgoden in de herberg worden vernietigd (27.4.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Ik zei: 'Je hebt een goede instelling, Mijn beste zoon -maar als je er zelf de hand aan slaat, kan dat problemen en veel vijandschap veroorzaken bij jullie nog blinde buren; maar Ik zal je steunen, en deze Apollo en de andere afgoden zullen direct verdwenen zijn. Ga maar naar de hoek en kijk of je nog een Apollo vindt, en dan kun je naar de kamer van je moeder gaan, en daar zul je ook geen afgoden meer vinden!'
Hoofdstuk 181: De huisgoden in de herberg worden vernietigd (27.4.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] De jongeman stond nu direct op en liep naar de hoek waar tot dan toe Apollo had gestaan, en hij vond er geen spoor meer van. Daarna ging hij naar de slaapkamer van zijn moeder, en ook de vele honderden afgoden waren verdwenen; dat vertelde hij onmiddellijk vol vreugde aan zijn moeder, die in de keuken bezig was, maar die schrok daar van en zei tegen haar zoon:
Hoofdstuk 181: De huisgoden in de herberg worden vernietigd (27.4.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Ik zei tegen haar: 'Ga naar je slaapkamer, dan zul je op de plaats van je vele vroegere afgoden iets anders vinden, wat je liever zal zijn!'
Hoofdstuk 181: De huisgoden in de herberg worden vernietigd (27.4.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Daarop ging ze opnieuw naar haar slaapkamer en keek daar rond, en op de plaats waar haar meeste goden hadden gestaan trof ze een kist aan van zwart ebbenhout, voorzien van slot en grendel. Ze maakte de kist open en zag dat die vol Romeinse zilveren munten zat, die een flinke waarde hadden.
Hoofdstuk 181: De huisgoden in de herberg worden vernietigd (27.4.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Daarop bedankte de vrouw Mij, ging weer naar haar keuken en haar personeel, en regelde daar voor de hele dag alles waar aan gedacht en wat er gedaan moest worden.
Hoofdstuk 181: De huisgoden in de herberg worden vernietigd (27.4.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Kijk, daarom heeft Mozes de Israëlieten, die uit de harde slavernij van Egypte waren verlost, de spijskaart voorgeschreven! Zij die daar strikt naar leefden, bleven gezond tot op hoge leeftijd; maar velen verlangden maar al te gauw naar hun Egyptische vleespotten, en het gevolg was dat ze spoedig daarna ziek, zwak en vermoeid werden en met allerlei lichamelijke ziekten hun aardse leven moesten beëindigen.
Hoofdstuk 182: De oorzaken van lichamelijke ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Een nog grotere droefenis in dit opzicht komt bij kinderen naar voren.
Hoofdstuk 182: De oorzaken van lichamelijke ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[17] Daarentegen moesten dan weer vele honderdduizenden naar de kusten van de zee gaan en daar hun slechte en ongezonde voeding uithalen. Daardoor werd de scheepvaart uitgevonden, en de mensen voeren wijd en zijd langs de oevers van de zee en jaagden stoutmoedig op de schatten en rijkdommen die de zee in zich verborg; en zo leven er heden ten dage heel grote volkeren bij en van de zee, wat allemaal bij de eerste mensen op aarde niet het geval was.
Hoofdstuk 182: De oorzaken van lichamelijke ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Kijk maar eens naar de zon, die toch zeker de grootste weldoenster voor de aarde en alle schepselen is; want door haar licht en warmte komt alles opnieuw tot leven en groeit en wordt sterk. Het plantenrijk spruit als het ware nieuw uit de bodem van de aarde, zet vrucht binnen de orde van iedere soort, in de bomen komt de sapstroom op gang, ze krijgen knoppen, bladeren, bloesem, en daarna volgt de geleidelijk aan rijpende vrucht.
Hoofdstuk 183: De strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Zo gaat het met de vogels, met de vissen in het water en talloze andere dieren in dat element, en zelfs de andere (land)dieren en de mensen beleven grote vreugde aan de zon; derhalve is ze, zoals Ik al zei, zeker de grootste weldoenster van de aarde en haar schepselen -maar tegelijkertijd ook de grootste vijand ervan.
Hoofdstuk 183: De strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Maar ga eens naar Afrika, of de zuidelijkste gebieden van Arabië, dan zul je vele dagreizen ver moeten reizen zonder iets levends tegen te komen; want de hitte van de zon doodt alles wat ze eventueel in een winter nog tevoorschijn heeft gebracht.
Hoofdstuk 183: De strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Zelfs de zee in de heetste zones wordt, wanneer de zon haar grootste kracht ontwikkelt, heel weinig door vissen en andere zeedieren bewoond; die vluchten dan verder naar het noorden of het zuiden, al naargelang de zon meer op het ene of op het andere halfrond haar grootste hittekracht ontplooit.
Hoofdstuk 183: De strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] (De Heer:) 'Je hebt nog gezien hoe de reusachtige adelaar zich tenslotte meester maakte van de jakhals, die zich reeds met de gazelle had verzadigd, ermee omhoog vloog en hem toen op een steenachtige bodem liet vallen; bij die gelegenheid vond dat roofdier een zekere dood, maar daarna werd het weer door de adelaar gegrepen en ver naar het zuiden gedragen, waar de adelaar tussen de steenrotsen zijn nest en thuisbasis had. Toen hij daar met zijn buit aankwam, liet hij zijn prooi nogmaals van een behoorlijke hoogte naar beneden vallen, omdat die hem al wat te zwaar werd.
Hoofdstuk 185: Het voorbeeld van een vereniging van dierlijke zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] De buit sloeg echter tegen een rotswand en viel naar beneden in een tamelijk diepe kloof van het dal. In die kloof weidden Arabische herders hun magere kudden en zagen al gauw hoe de reuzenadelaar, die voor de herders een bekende vijand van hun kudden is, steeds lager daalde om zijn prooi op te halen, die te diep in het dal was gevallen.
Hoofdstuk 185: Het voorbeeld van een vereniging van dierlijke zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544  ...