10915 resultaten - Pagina 531 van 728
... 519 - 520 - 521 - 522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 ...
[1] Na deze woorden houdt hij zich een tamelijk lange tijd heel rustig en wrijft alleen enkele keren in zijn ogen om een eventuele dofheid van de narcose kwijt te raken. Maar omdat het ondanks alle geduld niet lichter wordt, begint hij te twijfelen of hij ooit het licht in zijn ogen zal terugkrijgen en hij wordt daardoor steeds kwader. Als het licht echter ook ondanks zijn steeds stijgende kwaadheid niet terugkomt, roept hij luidkeels:Hoofdstuk 4: Noodroep tot God. Beroep op Jezus - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Nu begint hij met handen en voeten zwem bewegingen te maken, maar bespeurt geen vooruitgang door een of andere luchtstroom. Dat brengt hem echter niet van zijn stuk en hij gaat verder met zijn pogingen om te zwemmen. Hoe meer hij zich inspant, des te meer merkt hij dat al zijn moeite vergeefs is. Hij voelt dat deze zwarte lucht hem niet de geringste weerstand biedt en daarom staakt hij zijn bewegingen weer. Hij zegt:
Hoofdstuk 5: Pogingen om in de lege ruimte te lopen. Zelfgesprekken over het niets en over het voortbestaan. Vloek tegen God, de veroorzaker van het leed - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Hier moet worden opgemerkt, dat degenen die hun aardse leven door een strafgericht gewelddadig verliezen, meestal in de geestenwereld aankomen met een gevoel van hevige woede en wraak ten opzichte van hun rechters, en een tijdlang als razenden rondtollen. Dat is de reden waarom dergelijke nieuw aangekomenen, als ze werkelijk misdaan hebben tegenover Gods geboden en door en door boosaardig zijn, meteen hun eigen element, de hel, worden ingedreven om er wraak te oefenen. Als hun wraak enigszins bekoeld is, keren ze echter weer terug naar de eigenlijke geestenwereld en beginnen daar opnieuw, weliswaar langs heel beperkte wegen aan hun vrijheidsproef.
Hoofdstuk 2: De eerste indrukken van de terechtgestelde in het hiernamaals. Het bewustworden van het gevoel te leven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Geesten echter zoals die van onze man hier, die daar aankomen en enkel veroordeeld zijn wegens politieke misdaden tegen wereldse wetten, worden aanvankelijk slechts in een lichtloze toestand geplaatst. Het is dan alsof zij blind zijn, en zij zien daardoor geen enkel wezen waarop zij hun blinde wraak zouden kunnen koelen. Hevige woede en sterke wraakgevoelens hebben reeds bij mensen hier in deze wereld tot gevolg dat zij gewoonweg blind worden van toorn en ziedende woede. Des te meer brengen deze kwade eigenschappen in het hiernamaals de ziel en de geest in een toestand van volkomen blindheid. Zulke geesten worden in deze situatie gelaten totdat hun wraak is overgegaan in een gevoel van onmacht. De diep gekrenkte en beledigde ziel begint bij het opkomend gevoel van onmacht te huilen, wat weliswaar ook voortkomt uit woede, maar deze geleidelijk doet afnemen.
Hoofdstuk 2: De eerste indrukken van de terechtgestelde in het hiernamaals. Het bewustworden van het gevoel te leven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Of zou er na de dood werkelijk een verder leven van de ziel zijn? Ik ben er echter nog met huid en haar, en zelfs met mijn kleren aan! Heeft de ziel dan ook botten, huid, haar en kleding? Als dat zo is, zou dan mijn jas ook een ziel hebben? Nee! Zo'n veronderstelling zou toch de hele oneindigheid hard laten lachen! Hahaha! De onsterfelijkheid van een jas zou nog veel erger zijn dan de wonderbaarlijke kracht van de lijfrok van Christus in Trier! En toch, als ik ziel ben, is mijn jas dan mee hierheen verhuisd!?
Hoofdstuk 5: Pogingen om in de lege ruimte te lopen. Zelfgesprekken over het niets en over het voortbestaan. Vloek tegen God, de veroorzaker van het leed - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Mijn vrouwen kinderen beginnen nu trouwens ook mijn hart een beetje in beroering te brengen. Die arme stakkers zullen wel treuren en zich grote zorgen over mij maken. Maar wat kan ik in deze situatie voor hen doen? Niets, helemaal niets! Bidden, dat zou ik wel kunnen, maar tot wie en waarvoor? De beste wens voor hun is in mijn hart toch al een echt gebed, dat hun zeker niet zal schaden ook al kan het hen niet helpen. Ik ken echter geen ander gebed dan het welbekende roomse 'Onze Vader' en 'Wees gegroet' en hoe een serie andere holle frasen ook mogen heten! Daar zou mijn goed ontwikkelde familie echter zeker voor bedanken. Maar zij kunnen onmogelijk ooit te weten komen wat ik hier doe!'
Hoofdstuk 6: Uiterlijke rust, innerlijke onrust. Wat is het leven? Verlangen naar rustgevend geloof leidt tot gebed. De gedachte aan vrouwen kinderen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Of zou ik soms doof zijn? Ik verneem mijn gedachten wel als woorden, maar dat is nog geen bewijs, dat ik de volledige beschikking heb over mijn gehoororganen. Misschien krijg ik bij deze gelegenheid ook mijn gehoor weer terug. Dat eigenaardige gevoel echter van het mij omringende niets kan ik langs natuurlijke weg absoluut niet verklaren. Maar, wat doet het er toe? Ik besta nu eenmaal en heb het nu twee keer zien bliksemen: bewijs dat ik niet blind ben! Wie weet of dat niet allemaal de uitwerking is van het dreigende onweer? Daarom zal ik dat onweer maar eerst eens laten losbarsten en voorbijtrekken, dan zal wel blijken of ik zal blijven zoals ik nu ben.
Hoofdstuk 7: Het eerbiedig gedenken van Jezus roept sterke bliksemflitsen op. Schrik en vreugdevolle verwondering van Robert - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Robert praat verder: 'Of, of? Eigenaardige inval! Zouden deze twee bliksemflitsen soms alleen in mijn verbeelding hebben bestaan, en is dat misschien een teken dat het nu spoedig helemaal met me gedaan zal zijn? Ja, zoiets kan het ook zijn. Want nu ik dit armzalige leven weer zo'n beetje begin lief te krijgen, zal het zeker gauw daarmee gedaan zijn! Als je de dood roept, komt hij zeker niet. Ben je echter bang voor hem en wens je van ganser harte dat hij nog lang mag uitblijven, dan komt hij gewis zo vlug mogelijk! Daarom moet ik weer met alle mij nog resterende krachten verlangen naar mijn spoedige volledige vernietiging, dan kan ik er zeker van zijn dat de ware dood mij nog niet al te vlug in de kraag zal pakken!
Hoofdstuk 8: Opnieuw liefde voor het leven. Wraakzucht gaat over in gedachten van vergeving. Nieuwe bliksem en blijvende helderheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Ik ben nu nog wel machteloos. Maar een innerlijk gevoel zegt me: Robert, je zult gauw sterk en machtig worden om aan deze gemene moordenaars en beulen je bloed te vergelden! Ja, ja, Robert, je zult weer sterk worden! Toen je op aarde leefde, was je alleen in jezelf thuis. Nu leef je echter in miljoenen harten van je broeders en ook nog in werkelijkheid in jezelf! Daarom, Robert, versaag niet! Je zult nog heel sterk en machtig worden!
Hoofdstuk 8: Opnieuw liefde voor het leven. Wraakzucht gaat over in gedachten van vergeving. Nieuwe bliksem en blijvende helderheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Jullie eerlijkheid dient een mens hier echter tot niets! Maar dat maakt ook niets uit, omdat_het eigenlijk voldoende is de mensheid enkel materieel binnen een zekere orde te houden. Wat echter het vaak betwijfelde leven na de dood betreft, daar zijn stellig geen wetten meer nodig. Want welke verplichtingen zou ik nu nog kunnen hebben? Zeker geen andere dan die van een wolkje in de lucht dat door de winden wordt voortgedreven. Al had ik nu ook de wijsheid van Salomo en de sterkte van Goliath, wat zou ik daar dan aan hebben?
Hoofdstuk 9: Alle wijsbegeerte is ijdel. Jezus legt zijn leerlingen op, het geloof ter harte te nemen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] 'Jullie barre tijd loopt ten einde! Spoedig zullen jullie allemaal hier zijn en misschien vragen naar jullie trotse voorouders. Maar de eeuwige, duistere ruimte om je heen zal je ook in alle eeuwigheid geen antwoord geven! Uit jullie zal de godheid moeilijk ooit een slakkenhuis kunnen bouwen, laat staan een wereld! Maar God moge doen wat Hij wil! Ik echter ben nu buitengewoon verheugd dat mijn beste vriend, samen met het steeds lichter wordende landschap, al zo dichtbij is dat ik hem bijna zou kunnen toespreken. God zij geprezen voor dit geschenk!'.
Hoofdstuk 12: Er verschijnt een mens in de lichtsfeer. Is het Jezus? Roberts vreugde in afwachting van Zijn komst - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Ik denk dat wel alle zich nieuw vormende hemellichamen er zo uit zien voor ze als onopvallende kometen hun baan om een zon beginnen. Deze heuvels zullen aan de voet wel een of andere verbinding hebben. Maar hoe? Dat zal de enige bewoner, de vroegere grootmeester van de zuiverste moraal, wel het allerbeste weten! Hij is nu al heel dichtbij en zou me misschien horen als ik hem eens flink hard riep. Lukt me dat, dan is dat natuurlijk prima voor mij en misschien ook voor hem. Roep ik echter tevergeefs, wel, dan zal dat zeker niet mijn laatste vergeefse roep zijn!'
Hoofdstuk 13: De roep van Robert. De komst van Jezus. De afgescheiden ziel vindt weer vaste grond - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Deze vraag luidt als volgt: Kijk, beste vriend en broeder, je hebt op aarde een redelijke instelling gehad, namelijk je broeders te bevrijden van de bovenmatige druk van hun strenge en harteloze regeerders. Hoewel je daartoe nu juist niet de geschiktste middelen gekozen hebt, kijk Ik alleen naar het doel en minder naar het middel. Als dit maar niet als wreed kan worden betiteld, dan is het voor Mij reeds goed en billijk. Maar zo ver Mij bekend is, ben je halverwege het verwezenlijken van je goede doel door je vijanden opgepakt en spoedig daarop terechtgesteld. Dat dit treurige gebeuren je tot in je diepste wezen razend moet hebben gemaakt en je hart vervuld heeft met een redelijk verlangen naar wraak, vind Ik zo natuurlijk dat daar niets tegen in te brengen is! Als je nu echter die Oostenrijkse veldheer die jou ter dood veroordeelde in je nu reeds krachtig geworden handen zou krijgen, en behalve hem ook al zijn handlangers, zeg me dan eens heel eerlijk wat je met hen zou doen?'
Hoofdstuk 14: Hoe Robert de Heer aanspreekt. Jezus antwoord. Een belangrijke levensvraag - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Als er in de eeuwige, oneindige ruimte een volkomen rechtvaardig goddelijk wezen bestaat, dan zal dat hem wel het loon doen toekomen dat hij omwille van mij en nog vele anderen heeft verdiend. Zou er echter wat ik nu bijna niet meer kan aannemen niet zo'n goddelijk wezen bestaan, dan zal de latere geschiedenis hem richten zonder dat ik dit ook maar in het minst hoef te wensen.
Hoofdstuk 15: Goed antwoord van Robert. Vrome wensen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Als ik je echter een kleine hartewens mag voorleggen en het in jouw macht ligt die te verwezenlijken, dan beveel ik je in de eerste plaats mijn arme familie aan, dat zijn mijn lieve vrouwen mijn vier kinderen! Dan verder alle goede mensen die rechtschapen zijn van hoofd en hart! Laat echter de pure egoïsten, die ten koste van de hele overige mensheid, alles hebben gedaan om voor de toekomst van zichzelf en hun nakomelingen te zorgen, nog op aarde ondervinden hoe het diegenen vergaat, die van dergelijke rijken afhankelijk zijn en van de ene dag in de andere moeten leven! Maar ook dit moet je beslist niet beschouwen als een wens, want ik voor mij vind in jou meer dan voldoende schadeloosstelling voor alles wat ik op aarde heb geleden en verloren!'
Hoofdstuk 15: Goed antwoord van Robert. Vrome wensen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)