Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 534 van 1166

...  522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547  ...
[14] Uit de woorden van Mijn leerlingen merkten de mensen uit Joppe al gauw dat Ik een van hen zou kunnen zijn.
Hoofdstuk 195: De vissers uit Joppe worden door de Heer uitgenodigd voor de maal tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] De visser wendde zich tot een dienaar en zei: 'Vriend, wees zo goed ons te zeggen wie daar aan de tafel van de heren de grote heilige Meester uit Nazareth is, die hier vast en zeker aanwezig is, en over wie in Joppe twee van Zijn door Hem uitgezonden leerlingen ons verkondigd hebben dat in Hem de volheid van de geest Gods lichamelijk woont en dat daarom alles aan Zijn wil gehoorzaamt! Ze vertelden dat wie in Hem gelooft en volgens Zijn leer leeft en handelt, van Hem het eeuwige leven zal ontvangen en in het hemelrijk opgenomen zal worden!'
Hoofdstuk 195: De vissers uit Joppe worden door de Heer uitgenodigd voor de maal tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[22] Ik was hun echter voor, stond op van Mijn stoel, ging naar hen toe en zei: 'Wees nu gerust, Mijn kinderen en vrienden, de dank en de vraag in jullie harten zijn voldoende voor Mij, en door jullie geloof in Mij en door jullie liefde voor Mij en daarmee ook voor jullie naasten zal jullie verzoek ook voor eeuwig door Mij volledig ingewilligd worden. Ga nu maar weer op jullie plaatsen zitten en laat jullie hart vol vreugde zijn!
Hoofdstuk 195: De vissers uit Joppe worden door de Heer uitgenodigd voor de maal tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[24] Hierna ging Ik weer naar Mijn plaats, en de mensen uit Joppe bedankten Mij opnieuw uit de grond van hun hart en konden Mij niet genoeg roemen en prijzen, vanwege het feit dat Ikzelf naar hun tafel was gekomen en hen buitengewoon getroost had.
Hoofdstuk 195: De vissers uit Joppe worden door de Heer uitgenodigd voor de maal tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[26] Na een poosje herkenden ze uit de gesprekken van de leerlingen ook Maria, die aan onze tafel zat, als de moeder van Mijn lichaam en prezen haar onder elkaar als de gelukkigste van alle moeders op aarde.
Hoofdstuk 195: De vissers uit Joppe worden door de Heer uitgenodigd voor de maal tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Waarom de Heer in de grond van de zaak dergelijke verschijnselen echter laat ontstaan en komen, dat is natuurlijk een heel andere vraag, die ik je om de reeds genoemde reden nog niet kan en mag beantwoorden.
Hoofdstuk 196: De storm en zijn overeenstemmende betekenis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Deze jongeman moet volgens hen een engel zijn die de Heer ten dienste staat, opdat de Schrift ook op dat punt vervuld wordt, waar staat: 'In die tijd zullen jullie zien hoe de engelen Gods uit de hemelen naar de aarde afdalen en de Heer en de mensen zullen dienen.' Kijk, mijn beste vrienden en metgezellen, dat hebben de twee leerlingen ons geheel naar waarheid verteld, en wij overtuigen ons nu geheel en al van de waarheid van wat zij ons hebben verteld!
Hoofdstuk 197: Over de aanwezigheid van de engelen bij de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Hierop zei Rafaël:'Mijn beste vrienden en broeders in de Heer, die ons aller Schepper en Vader is van eeuwigheid, ik heb met jullie nog het een en ander te bespreken, aangezien het er nu om gaat dat het oude, uiterst blinde en domme bijgeloof geheel en al verdwijnt.
Hoofdstuk 197: Over de aanwezigheid van de engelen bij de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[19] Over dit aanbod van Rafaël waren de mensen uit Joppe buitengewoon blij, en zoals hij ook bij andere gelegenheden had gedaan stelde hij, ter wille van een gemakkelijker en sneller begrip, alles plastisch voor, waarbij de ene verbazing op de andere volgde, en verklaarde hun alles met enkele woorden op duidelijke, voor de hand liggende wijze. Binnen een uur begrepen de mensen uit Joppe alles en prezen ze Mijn wijsheid.
Hoofdstuk 197: Over de aanwezigheid van de engelen bij de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] In Tiberias hielden zich veel gezanten van Herodes op, die de opdracht hadden Mij en Mijn leerlingen op te sporen zodra ze zouden horen waar Ik verbleef en dat vernamen ze door de teruggekeerde schippers, die rond het middaguur de mensen uit Joppe naar Marcus hadden gebracht. Daarom hadden ze verscheidene schepen bemand en die tegen de avond van Tiberias laten afvaren in de richting van Marcus, om Mij te pakken te krijgen. Het Meer van Galilea heeft vanaf de meer heidense dan Joodse stad Tiberias tot aan het dorp van Marcus echter zeer steile en rotsachtige oevers, en tussen de twee bovengenoemde plaatsen, die toch tamelijk ver van elkaar verwijderd liggen, heeft men hoogstens drie plaatsen waar de vissers met hun boten amper kunnen aanleggen.
Hoofdstuk 198: De ondergang van de agenten van Herodes (5.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Toen Ik dit had gezegd, stonden verschillende van Mijn leerlingen op, en met name de bij Mij aanwezige leerlingen van Johannes, die zeer geïnteresseerd waren in de reden voor de storm; ze gingen onmiddellijk naar de oever en zagen het schip al tamelijk dichtbij naar de oever toe schommelen.
Hoofdstuk 199: De redding van de overste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] De overste zei: 'Nee, mijn vriend, dat is in dit geval niet nodig; want wij zijn eigenlijk hierheen gekomen vanwege het kuuroord, en we zouden al een paar uur eerder hierheen zijn gekomen, als wij met die zware storm niet zo'n verschrikkelijke nood hadden moeten doorstaan. Neem ons daarom maar op -wij zullen jullie geen onaangenaamheden bezorgen!'
Hoofdstuk 199: De redding van de overste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] De schippers uit Tiberias, die heel wijselijk op de oever aan de overkant zijn gebleven, hebben ons de zuivere waarheid gezegd; het is ons vergaan zoals zij hebben gezegd. En nu zweer ik een heilige eed op mijn dood en mijn leven, dat ik mij nooit meer zal laten gebruiken om die mysterieuze Nazarener op te sporen, al zou mij daar als beloning ook een heel, groot koninkrijk voor aangeboden worden!
Hoofdstuk 200: De plannen van de overste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Hoe meer ik er nu ernstig over nadenk, des te verwarder wordt het in mijn gemoed, en daardoor wil het zeer goede brood mij niet echt smaken en evenmin de uitstekende wijn. - Wat denk jij, commandant - of iemand anders van jullie, wat we nu het beste kunnen doen?'
Hoofdstuk 202: Het gesprek tussen de commandant en de overste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Het zou derhalve toch raadzaam zijn om nader te bespreken wat wij de rechter, voor wie wij morgen vast en zeker geleid worden, voor antwoorden zullen geven op zijn vragen over onze onderneming in deze streek, die per slot van rekening zonder toestemming van Rome totaalonrechtmatig is; want ik vertrouw de landelijke rust van deze nacht echt nog niet volkomen, ondanks de goede hoop die jij, mijn vriend (d.i. de commandant) zojuist onder woorden hebt gebracht.
Hoofdstuk 203: De wens van de commandant en de vervulling daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547  ...