Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 534 van 1112

...  522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547  ...
[14] Weldra verscheen deze zelf, steunend op een dienaar. Het was al een heel oude man, die er zeer eerbiedwaardig uitzag en verzwakt was door de last van de ouderdom. Zijn uiterlijk vervulde ons hele gezelschap met diep ontzag; want uit zijn gelaat straalde vrede, en zijn hele wezen toonde de eerbiedwaardige hoogheid van een oude patriarch, ongeveer zoals iedereen zich het beeld van een aartsvader zou voorstellen.
Hoofdstuk 19: De Heer neemt Zijn intrek bij Raël - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[15] Hij begroette ons vriendelijk en verontschuldigde zich, dat de last van zijn jaren - want hij was al honderd twintig - hem verhinderd had ons direct te ontvangen, en vroeg ons deze onbeleefdheid door de vingers te zien, omdat hij niet anders kon.
Hoofdstuk 19: De Heer neemt Zijn intrek bij Raël - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[20] Raël gaf zijn bedienden nu meteen opdracht om water te halen voor het wassen van onze voeten en een maaltijd klaar te maken. In een ruime eetzaal werd alles klaargezet, en binnen zeer korte tijd zaten wij, nadat we ons verfrist hadden, aan het brood en de wijn in de rijk aangeklede zaal van onze eerbiedwaardige waard, waar wij ons allen zeer behaaglijk voelden.
Hoofdstuk 19: De Heer neemt Zijn intrek bij Raël - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Toen wij nu aan tafel zaten, vroeg Raël opnieuw waar hij Mij dan eigenlijk al eens had gezien; want hij kon zich niet herinneren wanneer dat gebeurd was.
Hoofdstuk 20: Raël vertelt zijn levensverhaal - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[5] Raël zei: 'Rabbi, ik zou niet meer leven als ik dat niet heel zeker wist. Kijk, ik heb veel van de wereld gezien en heb geprobeerd mij meer en verder reikende kennis eigen te maken dan alleen wat de tempel toestaat! Onze regels verbieden weliswaar dat wij ons ook met vreemde leren bezighouden; maar in mijn jonge jaren was ik een soort vrijdenker, die zich amper afvroeg wat wel of niet toegestaan was. Mij leek alles toegestaan wat mij beviel. En omdat ik van huis uit rijk was en door de vroege dood van mijn ouders al heel vroeg zelfstandig over mijn rijkdom kon beschikken, wilde ik reizen, in de hoop daardoor mijn kennis te vergroten en mijzelf een positie bij het volk te verschaffen, die van groter betekenis zou zijn dan die van een schriftgeleerde die nooit ver buiten de stadsmuren van Jeruzalem is geweest.
Hoofdstuk 20: Raël vertelt zijn levensverhaal - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[13] Alleen aan hem heb ik te danken wat ik weet; want die eerbiedwaardige man hield van mij, en heeft mij eens gezegd dat ik nog Degene zou zien die hij niet meer, dan alleen nog door mij, zou aanschouwen. 'De geest van wijsheid daalt af, gezonden door de eeuwige Liefde, en zal het helderste licht verspreiden. Dan zal Isis jammeren om haar gedode echtgenoot, maar de eeuwige Zoon zal de heerschappij op zich nemen van de troon van de Vader. Dan breekt er een nieuwe tijd aan. De aarde zal omvallen en er zal een nieuwe wereld ontstaan, totdat opnieuw de Zoon, toegerust met alle kracht, het grote dodengericht zal houden en zal scheiden, wat goed en verkeerd is.'
Hoofdstuk 20: Raël vertelt zijn levensverhaal - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Raël, die Mij bij het noemen van de twaalfjarige jongen steeds aandachtiger aankeek, zei aanvankelijk niets nadat Ik uitgesproken was, maar toen greep hij Mijn hand, drukte die aan zijn hart en, terwijl hij Mij liefdevol in de ogen keek, zei hij met ontroerde stem: 'Heer, dan heb ik toch niet vergeefs op U gewacht, maar mijn ogen hebben U werkelijk gezien! O liefdevolle Vader, wat maakt U Uw slechte dienaar gelukkig! Nu zult U de zware last van mijn lichaam zeker weldra van mij afnemen, opdat mijn geest geheel in Uw licht zal staan en Uw grote heerlijkheid zal aanschouwen, die zich gehuld heeft in het kleed van een mens. Nu pas begrijp ik waarachtig de woorden: 'God is mens, en de Zoon des mensen regeert de wereld. God heeft Zijn Zoon de macht gegeven in de hemel en op aarde, en de volkeren kunnen niet anders zalig worden dan alleen door Hem!'
Hoofdstuk 22: De Heer spreekt over verdienste - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] Kijk eens naar al Mijn leerlingen hier! Waardoor hebben zij verdiend dat Ik steeds in hun nabijheid ben en hen inwijd in alle geheimen van de hemelen? Ik zeg je: nergens door! Ze hebben liefde voor Mij, en die liefde bindt hen vrijwillig aan Mijn persoon. En als die liefde zou verkoelen zouden ze zich eveneens vrijwillig van Mij afkeren, om achter dingen aan te gaan waar hun liefde, die hen van Mij deed afkeren, hen naartoe zou trekken. Maar in geen geval is er sprake van een of andere verdienste die hen waardig maakt om in Mijn tegenwoordigheid te verblijven. Daarom heb Ik ook steeds gezegd: komt állen tot Mij, die vermoeid en beladen zijn, opdat Ik jullie je lasten afneem! Ik verlang niets anders dan dat jullie Mij daarvoor liefhebben, en dan zal Ik jullie allemaal verkwikken.Wie echter ondanks zijn grote zondenlast niet vrijwillig tot Mij komt, zal Mijn aangezicht nooit kunnen aanschouwen; en hij zal al helemaal niet, zelfs niet door de edelste daden, zonder liefde in zijn hart, een verdienste verwerven die Mij dwingt naar hem toe te komen.
Hoofdstuk 22: De Heer spreekt over verdienste - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Daarop sterkte Ik Raël, die zich door dit schijnbare verwijt vreselijk schuldig voelde, zodat hij weer blij werd en zijn hart alleen de vreugde voelde vanwege Mijn aanwezigheid, en alle onnodige schuldgevoelens verdwenen.
Hoofdstuk 23: Het bezit van Raël - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Tegelijk ontving zijn lichaam echter ook de nodige kracht om zich zonder hulp van zijn dienaren te kunnen bewegen. En dat gevoel van kracht, dat door hem heen stroomde, gaf hem zo'n grote gelukzaligheid, dat hij in welgekozen bewoordingen nogmaals een getuigenis gaf over wie Ik was, en alle aanwezigen aanspoorde om in te stemmen met Mij te loven. Ik vroeg hem om dat niet te doen, zoals al daarvoor, om de bekende redenen, en nodigde nu iedereen uit om het bezienswaardige landgoed van Raël te gaan bezichtigen, omdat dat iedereen op een heleboel ideeën zou brengen.
Hoofdstuk 23: Het bezit van Raël - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] Toen wij nu voor een beeld van Apollo stonden, dat zich in een nis bevond in de muur die de tuin omringde, omgeven door struiken, en in fraaie lijnen helder afstak tegen de donkere achtergrond, kende hun verbazing geen grenzen: want ze dachten dat dit afgodsbeeld, evenals andere beelden vroeger, in Mijn tegenwoordigheid tot stof uiteen moest vallen.
Hoofdstuk 23: Het bezit van Raël - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Nu kwamen er reacties dat dit gevaarlijk zou zijn en niet te verenigen met de voorschriften van Mozes, die de omgang met heidenen had verboden en geboden had zich te houden aan de oude, traditionele gebruiken.
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Tenslotte vroeg Raël aan Mij: 'Heer en Meester, zegt U mij toch of ik er verkeerd aan heb gedaan mijn huis zo in te richten als U nu hebt gezien; en wees ervan verzekerd dat ikzelf de eerste zal zijn die al deze kunstwerken waar mijn oog zich aan verblijd heeft, vernietig, zodra U mij zegt dat het onjuist is!'
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] Mozes heeft de Joden de wetten en strenge voorschriften gegeven en verboden, om zich met iets anders bezig te houden dan met de innerlijke zin van het woord Gods. Wie geroepen is de geestelijke kern te bewaren -niet alleen voor deze aarde en haar bewoners, maar voor de hele schepping -moet naar buiten toe goed beveiligd worden; want wie naar buiten streeft, kan niet tegelijkertijd sleutelbewaarder zijn.
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Wie dus zou denken dat het in Gods ogen een gruwel is om anders te leven, zowel geestelijk als lichamelijk, dan een volk doet dat onmiskenbaar onder Zijn duidelijke leiding staat, vergist zich erg. In latere tijden, als het verschil tussen de volkeren steeds meer zal verdwijnen, zal het zover komen dat de naast elkaar wonende mensen totaal verschillend leven en toch even dicht bij Mijn hart kunnen staan. Maar niemand zal zich dan aan een ander ergeren.
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  522 - 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547  ...