17481 resultaten - Pagina 535 van 1166
... 523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548 ...
[7] Het zou mijn wens zijn om die beroemde Nazarener te ontmoeten en met hemzelf over deze kwestie te praten; alleen hij zou ons allemaal het beste kunnen helpen! Ik stel al mijn vertrouwen op hem!'Hoofdstuk 203: De wens van de commandant en de vervulling daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] De overste wist zich van louter angst geen raad en zei halfluid bij zichzelf 'O, ik had wel gedacht dat onze zaak slecht zou aflopen!'
Hoofdstuk 203: De wens van de commandant en de vervulling daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Ons eerste overleg hebben we wel zo zacht en stilletjes gehouden, dat de wacht daar absoluut niets van gehoord kan hebben of begrepen, omdat ik mijn goede mening in het oud-Hebreeuws aan jullie heb meegedeeld; maar onze wens naar nog meer brood en wijn heb ik in het Grieks, tamelijk hardop en goed verstaanbaar uitgesproken, wat de wacht vast gehoord heeft. Hij heeft het direct voorgelegd aan een dienaar van het kuuroord, en die heeft zich gehaast om onze wens voor te zijn, wat ook inderdaad zo was. Dat hij ons nu duidelijk beter bedacht heeft dan de eerste keer, zal wel de volgende reden hebben: de heer van het kuuroord zal onze kostbare wapens eens goed hebben bekeken, de hoge waarde ervan gezien hebben en toen tegen de dienaar gezegd hebben dat hij ons wel beter en rijkelijker mocht bedienen, omdat wij ook in staat zouden zijn voor een rijkelijker en betere bediening te betalen. Zo en niet anders zal het gegaan zijn, en wij hoeven ons hoofd daar niet meer over te breken.
Hoofdstuk 201: De Heer is de wensen van Herodes' soldaten voor - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Maar jij kent ook de wetten die God op de Sinaï door Mozes aan het volk Israël heeft gegeven; houd je daaraan en niet meer aan je vele valse, dode goden en andere zeden en gebruiken; dan kun je een goed instrument in Mijn rijk worden!'
Hoofdstuk 204: De commandant Leander voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Vol van vreugde zei de commandant: 'O Heer, waar gaat u uw rijk vestigen? Waar is uw burcht, opdat ik daar morgen heenreis en u daar als dappere soldaat mijn diensten aanbiedt?'
Hoofdstuk 204: De commandant Leander voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Ik zei: 'Luister! Mijn rijk, dat Ik nu weer opnieuw vestig onder de mensen op deze aarde, is geen aards rijk zoals dat van een koning, die jij "hebt gediend en waarvan er nog legio zijn op de hele aarde, maar Mijn rijk is een geestelijk rijk en is niet met allerlei pracht en praal zichtbaar voor de ogen van het lichaam; want het bestaat inwendig in de mens en de sterke burcht, die eeuwig nooit door een macht overwonnen kan worden, is het gelovige, liefdevolle hart dat vol vertrouwen is en zonder hoogmoed, zonder afgunst of jaloezie, zonder leugen en bedrog, maar in plaats daarvan vol deemoed, zachtmoedigheid, geduld en barmhartigheid; daarin zal Ik, de ene en enig ware Heer en Koning van alle bestaan en leven, Mijn intrek nemen bij ieder mens wiens hart en gemoed die genoemde eigenschappen zal bezitten.
Hoofdstuk 204: De commandant Leander voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Maar U, o Heer en Meester, bent de ware Isis Zelf en licht de dichte sluier nu voor ons mensen op, en dat is naar mijn mening het ware, geestelijke levensrijk, dat U nu onder ons mensen op deze aarde sticht en waarvan U de enig ware Heer en Koning bent, in Uw geest was en voortaan ook zult blijven. Want als de liefde, de waarheid en het leven een en dezelfde kracht is, dan is het leven even onvergankelijk en onvernietigbaar als de waarheid als zodanig eeuwig waarheid moet blijven.
Hoofdstuk 204: De commandant Leander voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[18] Wat jouw overste echter heeft besloten ten aanzien van het vergoeden van de vier gezonken schepen van de burgers van Tiberias, dat moet hij ook ten uitvoer brengen, en Ik zal hem met de macht van Mijn wil ondersteunen; in de toekomst zal hij niet veel soldaten meer uitzenden, die de Waarheid met boeien moeten binden en tenslotte zelfs moeten doden en volkomen vernietigen!'
Hoofdstuk 204: De commandant Leander voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[19] Diep ontroerd bedankte de commandant Mij voor deze opdracht aan de overste, en hij beloofde Mij dat de uitvoering van Mijn wens niet achterwege zou blijven.
Hoofdstuk 204: De commandant Leander voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[25] De commandant bedankte Mij heel uitbundig voor Mijn onderricht en geduld, en begaf zich toen geheel getroost naar zijn metgezellen en vertelde hun alles wat hij van Mij had gehoord.
Hoofdstuk 204: De commandant Leander voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Bovendien heb ik niet zelden de een of ander in voorname herbergen aangetroffen, waar ze zich net als mensen zoals wij voortreffelijk lieten bedienen. Zo heb ik hen ook verschillende keren met wisselaars en makelaars om zien gaan; maar het viel ons allemaal niet op, omdat ze voor het overige in hun dienst heel nauwgezet en tegenover ons en de koning zeer trouw waren, en men hun niets ten laste had kunnen leggen. Maar nu wordt hun snode zaak wel duidelijk, en nu begrijpen wij veel dingen die voorheen toch wel een wat eigenaardige indruk op ons maakten.
Hoofdstuk 205: Het goede inzicht en het goede plan van de overste (10.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Ikzelf zal dat zeker doen, en ik wens en raad ieder van ons aan het goed ter harte te nemen en te doen; want de grote Heer en Meester heeft ons hier een meer dan grote genade en erbarming bewezen, ten eerste alleen al door het feit dat Hij ons niet net als de anderen in de razende golven van het meer heeft laten verdrinken en ten tweede doordat Hij ons hier niet door de strenge Romeinen gevangen heeft laten nemen en voor een rechtbank op leven en dood heeft laten brengen, maar ons buitengewone vriendelijkheid heeft betoond en ons die ook in de toekomst niet zal onthouden, als wij alles doen wat ik jullie nu volgens mijn mening heb aangeraden.'
Hoofdstuk 206: Het overleg van de soldaten van Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Mijn mening is daarom als volgt: Als wij Herodes eenmaal op de besproken wijze murw hebben gemaakt en gezorgd hebben dat hij forse vergoedingen betaalt, laten wij ons ook schadeloos stellen en treden dan uit zijn dienst; want zoals gezegd zou hem nog verder dienen hetzelfde betekenen als nog verder willen zondigen. - Heb ik gelijk of niet?'
Hoofdstuk 206: Het overleg van de soldaten van Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Ja, in Mijn rijk in het andere leven zal er wel een eeuwige ochtend zijn; maar waaruit die zal bestaan, zou jij nu nog veel minder kunnen vatten dan je Rafaëls uitleg hebt begrepen. Maar als je op deze aarde langer van de ochtend wilt genieten, ga dan altijd een paar uur eerder naar buiten, dan zul je meer dan drie uur van de ochtend kunnen genieten!
Hoofdstuk 207: De mooie ochtend aan het meer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] De Romein, die ook al aanwezig was, zei tegen Mij: 'Heer en Meester! Zo'n ochtend in zo'n prachtige omgeving verkwikt en versterkt het hart en gemoed van de mens buitengewoon -maar daarbij moet ik de aanmerking maken dat de ochtend, die juist de mooiste en aangenaamste tijd van de dag is, steeds het kortste duurt; want zodra de lieve zon boven de horizon is gekomen, begint ook de dag met zijn steeds toenemende saaie eentonigheid al, en die duurt dan met weinig afwisseling voort tot de avond. O, als er op aarde toch eens een land zou zijn, waar de ochtend als het ware eeuwig zou voortbestaan, dan zou ik daar willen leven en mij voortdurend over het leven verheugen! Deze kortdurende ochtenden van ons hebben mijn gemoed al heel vaak met een soort weemoed in plaats van met vreugde vervuld. O Heer en Meester, bestaat er nergens op deze aarde een land, waar de ochtend tenminste langer duurt dan hier bij ons?'
Hoofdstuk 207: De mooie ochtend aan het meer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)