Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 535 van 1112

...  523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548  ...
[11] Daaraan zien jullie dat Raël rustig temidden van zijn kunstwerken en in zijn prachtig ingerichte huis kan leven, en Mijn hart toch heel dierbaar kan zijn; want hij kijkt naar dat alles, zonder dat zijn hart eraan hangt. Hij bekijkt alleen met dankbaarheid het geestelijke vermogen dat door Mij in de mensen werd gelegd en zich tot een zodanige kunstvaardigheid ontwikkelt, dat het andere mensen ook vreugde verschaft.
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Wij liepen nu door de verschillende kamers van het huis dat zich aan de buitenkant, aan de kant waar de weg liep, in niets onderscheidde van de gewone Joodse manier van bouwen, maar dat van binnen een volslagen Griekse bouwstijl bleek te hebben, met name aan de kant van de tuin die voor nieuwsgierige blikken afgesloten was. In de kamers zag men een groot aantal Griekse, Romeinse, Egyptische en Indische kunstvoorwerpen, die smaakvol stonden opgesteld en de kamers een zeer voornaam en behaaglijk aanzien gaven, zodat Mijn leerlingen, die nooit in zulke prachtig ingerichte ruimten hadden geleefd, niet uitgekeken raakten. Het was niet zozeer de rijkdom die zich daar deed gelden, als wel de perfecte kunstzinnige smaak die overal uit bleek en een buitengewoon harmonische indruk maakte.
Hoofdstuk 23: Het bezit van Raël - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[5] Nu ontspon zich, eerst onder elkaar en toen meer in het algemeen, een gesprek over de vraag of het bij het nastreven van geestelijke doeleinden in Mijn ogen gerechtvaardigd was om tegelijkertijd zo overduidelijk naar de wereld en haar schatten te lonken, en of het niet veeleer verwerpelijk was om zich met zo'n luxe te omringen, die toch klaarblijkelijk alleen een lust voor het oog betekende en gemakkelijk de werkzaamheid van de ziel kon laten inslapen. Het beantwoorden van deze vraag was de reden waarom Ik de Mijnen had uitgenodigd om het bezit van Raël te bekijken, die er kennelijk groot genoegen aan beleefde dat Ik met aandacht naar hem luisterde, als hij zijn best deed de schoonheid van afzonderlijke, bijzonder mooie standbeelden te benadrukken en de kunstzinnige uitvoering ervan te prijzen. Mijn leerlingen verbaasden zich erg over die aandacht, die lijnrecht in tegenspraak was met Mijn vroegere vernietigen van afgodsbeelden, die toch ook buitengewoon kunstzinnig waren gemaakt.
Hoofdstuk 23: Het bezit van Raël - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Het werd nog erger, toen wij een klein rond gebouw binnengingen, waar zich een hele verzameling goden bevond -allemaal kunstwerken van hoge kwaliteit, die door hun opstelling en de smaakvolle inrichting deze tempelachtige ruimte een ongewoon mooi en verheven karakter verleenden. Vooral voor de vroegere orthodoxe Joden waren deze beelden een gruwel; want in tegenwoordigheid van Jupiter, Mars, Apollo, Venus, Minerva en Ceres en zelfs Pluto leek Mijn aanwezigheid hun onmogelijk. Maar dat Ik luisterde naar de uitleg van Raël, die Mij de kunstenaars noemde die de beelden gemaakt hadden, alsof ik daar niets van wist, was voor hen volkomen onbegrijpelijk. Allen voelden echter dat er iets bijzonders aan Mijn vreemde gedrag in dit huis ten grondslag moest liggen, en ze zwegen, nieuwsgierig wat er op deze uitzonderlijke belangstelling van Mij zou volgen.
Hoofdstuk 23: Het bezit van Raël - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Mijn leerlingen gaven nu onverholen uitdrukking aan hun verwondering over de bijzondere inrichting van huis en tuin, die hun toch niet passend leek voor een wijze Jood, zodat Raël zich begon te verontschuldigen door erop te wijzen dat zijn vele reizen hem vaak gelegenheid hadden geboden de kunstvaardigheid van vreemde volkeren te bewonderen, en dat hij toch alleen maar daarvan enkele voorbeelden in zijn huis had opgesteld, ongeacht het feit dat die voorwerpen voorstellingen weergaven die getuigden van de heidense godencultus. Het was echter de schoonheid, en niet de belichaamde gedachte, die hij toegedaan was, of tenminste alleen in zoverre, dat daardoor zijn geloof in één God niet geschonden werd.
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Zou hij met het standbeeld van Jupiter of een andere godheid ook de verering van die afgod verbinden -of iemand anders in dit huis, dan zouden ze vernietigd zijn, opdat iedereen hier zou zien: er is maar één God! Maar dat is hier niet het geval. Raël en zijn huisgenoten geloven ten volle in Mij en verblijden zich aan dit alles alleen uit vreugde over de zuivere kunst.
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[15] Jullie weten heel goed dat een beschaafd volk het gemakkelijkst aan de hand van zijn kunstwerken beoordeeld kan worden; want die geven naar buiten toe een beeld van wat zich in de ziel van een volk, in zijn voelen, denken en handelen weerspiegelt. Hoe meer het vorderingen maakt in het vrijvechten van de ziel van materieel genot, des te werkelijk volmaaktere kunstwerken zal het kunnen scheppen. Vanzelfsprekend is het ook in staat om zijn kunstproducten van iedere aard voor zinnelijkheid te kunnen gebruiken. Maar dan zullen die op een zuivere beschouwer geen verheffende, maar een afstotende indruk maken.
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[16] Nooit zullen er echter kunstwerken gemaakt kunnen worden vanuit het oogpunt van schoonheid, als in de ziel van de kunstenaar niet het vermogen aanwezig is om zich tot zuiverder sferen te verheffen, dat wil zeggen met zijn geestelijk oog te kijken om zelf iets te scheppen. Hoe hij datgene wat hij heeft gezien vorm geeft, is afhankelijk van zijn vrije wil.Vooruitgang boeken, om steeds volmaaktere dingen te geven, kan hij echter alleen, als hij de wegen van het scheppen inslaat die in Mijn ogen juist zijn.
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Als jullie de menselijke vorm bekijken, kun je de dierlijke vorm daarvan afleiden, en als jullie de embryo's van dierlijke en menselijke vormen bekijken, dan zien die er in het beginstadium helemaal hetzelfde uit, en pas aan de hand van de intelligentie van hun ziel ontwikkelen ze zich tot het schepsel dat er moet ontstaan. Die aanvankelijke gelijkheid is echter tegelijkertijd ook het bewijs dat in ieder embryo het streven ligt om de menselijke vorm te bereiken, omdat het er anders niet hetzelfde zou uitzien. Het wordt daarin enkel belemmerd door de ziel, die nog niet hoog genoeg staat en die die ontwikkeling dient te verzorgen.
Hoofdstuk 25: De menselijke vorm en de verlossing ervan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] In de zuiver geestelijke wereld ontwikkelen deze vormen zich, al naargelang de verdere ontwikkeling van de ziel, tot een uiterst precieze harmonie, zodat de ware schoonheid pas daar goed zichtbaar is.Wie zuiver van geest is, kan daardoor stralen in een schoonheid die jullie gewoonweg zou vernietigen; want die schoonheid is enkel uitdrukking van de geheel innerlijke, zuiverste volmaaktheid.
Hoofdstuk 25: De menselijke vorm en de verlossing ervan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] Jullie zien dus dat in het zich verblijden over de schoonheid en het streven van de kunstenaars naar het schone niets ligt wat onjuist is, maar dat het gevoel voor alles wat mooi is ook een graadmeter kan zijn voor de ontwikkeling van de ziel -mits dat streven zich in de juiste banen beweegt. Hebben jullie dat begrepen?'
Hoofdstuk 25: De menselijke vorm en de verlossing ervan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Ik zei: 'Ik heb jullie gezegd dat de mens zijn open ziel, die hem pas in staat stelt zuiver kunstzinnig te gaan scheppen, evengoed verkeerd kan richten. Als de ziel in staat is om indrukken te ontvangen, kan zij die naar believen vorm geven -maar een puur dierlijk mens zal nooit een ideaal kunstwerk scheppen. Ook de ontvankelijkheid om slechte dingen op te nemen veronderstelt het openstaan van de ziel. En vanaf het ogenblik dat een zondaar, die zich tot dan toe met liefde in allerlei zinnelijkheden heeft gestort, door zijn wil moed vat om zijn slechte liefde te vernietigen, kan in diezelfde mate de ware liefde binnenkomen en werken.Als dat niet zo zou zijn, zouden er geen plotselinge bekeringen bestaan, die jullie zelfal in het leven aan Mijn zijde hebben waargenomen; want het komt daarbij altijd aan op de kracht van de liefde, onverschillig of die slecht of goed is. Van welke aard die is, herkent men direct aan haar werken.
Hoofdstuk 26: De macht van de liefde - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] Wat voor liefde en geduld daarvoor nodig is, kunnen jullie gemakkelijk beseffen als jullie kijken naar de enorme omvang van de slechtheid en verdorvenheid in de wereld, die juist nu in dit land zijn hoogtepunt heeft bereikt, opdat de goddelijke liefde, als tegenwicht en sterkere macht, al die slechtheid bij elkaar verzwelgt en in zichzelf vernietigt. Een kleinere macht kan geen grotere in zich opnemen, tenminste niet geestelijk, maar alleen een grotere kan de zwakke re omarmen en die tenslotte zonder schade in zichzelf doen verliezen, zoals ook gebeurt.
Hoofdstuk 26: De macht van de liefde - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Wat nu de Grieken en Romeinen betreft, die volkeren zullen evengoed ten onder gaan, wanneer ze de geestelijke eigenschappen die zij hebben ontvangen, te veel voor hun goede leventje en het opwekken van hun zinnelijkheid aanwenden. Het zal niet ontbreken aan vermaningen op de juiste tijd. Maar als ze zich daar niet aan storen, moet zo'n zweer aan het lichaam weggebrand en dikwijls onder hevige pijn uitgesneden worden, opdat het lichaam behouden blijft.
Hoofdstuk 26: De macht van de liefde - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Luister dus: het is jullie toch al lang bekend dat er mensen zijn die een innerlijk in zichzelf gekeerd leven leiden, en mensen die naar buiten streven en zich om het innerlijk, de geest, helemaal niet of weinig bekommeren, maar er alleen naar streven tegenover hun medemensen een zo roemrijk mogelijke rol te spelen.
Hoofdstuk 27: Over geestelijke en wereldse mensen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548  ...