Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 535 van 728

...  523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548  ...
[4] Nu deze zwelger zich echter in de grootste ellende bevindt, kan de Godheid daar dan iets aan doen als deze man zich daar zelf radicaal ingestort heeft? Kan iemand met een vrije wil onrecht overkomen, als hem overkomt waarvoor hij zelf gekozen heeft? Zeg Me nu weer jouw mening!'
Hoofdstuk 30: Over de rijke zwelger en de arme Lazarus in het hiernamaals. Wie heeft de hel gemaakt? Alleen de boosaardigheid van de geesten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Als de Godheid echter dientengevolge onmogelijk vanuit haar almacht als rechter kan optreden, maar alleen vanwege de liefde en wijsheid als ordebrengende herder, dan is het toch duidelijk dat zulke geesten van te voren door iets anders geoordeeld moeten zijn. Door wie dan wel? Deze vraag is gemakkelijk te beantwoorden, als men maar genoeg zelfkennis heeft om het volgende in te zien: Enerzijds heeft een wezen een volkomen vrije geest en wil, die eigenlijk alleen voortkomt uit de liefde en de wijsheid van God. Anderzijds moet het echter, opdat het van de Almacht kan worden geïsoleerd om een echt volkomen vrij wezen te worden, ook een tijdlang een door de Almacht gericht lichaam hebben en een uiterlijke gerichte wereld met eigen, eveneens gerichte prikkels. Het kan dus door niemand anders worden gericht en voorbestemd worden dan door zichzelf. Dit vrije wezen kan zich alleen zelf 'vervloeken' dat wil zeggen zich geheel van de Godheid afzonderen.
Hoofdstuk 29: Ware betekenis van de tekst: 'ga weg van mij, jullie vervloekten!' Iedere kwaadwillige geest vervloekt zichzelf. Zonde tegen de heilige geest - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] De Godheid die echter ook zo'n wezen zijn vrijheid niet wil afnemen, kan in dat geval niets anders doen dan zulke afgedwaalde wezens in hun geaardheid aanroepen en met liefdevolle ernst hen de weg wijzen waarlangs ze weer in verbinding kunnen treden met de liefde en wijsheid van God. Buiten deze verbinding is geen absolute vrijheid en dus ook geen geestelijk, eeuwig leven denkbaar. Want zonder deze verbinding werkt alleen maar de almacht van de Godheid, waarin alleen de kracht van de liefde en de wijsheid van God als één wezen van de Almacht, als het oerleven kan bestaan. Ieder ander, van dit oerleven losgemaakte leven moet in haar te gronde gaan en eeuwig verstarren, omdat het als zodanig onmogelijk aan de immense kracht ook maar de minste weerstand kan bieden!
Hoofdstuk 29: Ware betekenis van de tekst: 'ga weg van mij, jullie vervloekten!' Iedere kwaadwillige geest vervloekt zichzelf. Zonde tegen de heilige geest - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] In de hele oneindigheid zul je nergens een plaats aantreffen die door de Godheid als hel zou zijn geschapen. Want er bestaat nergens een hel behalve in de mens zelf. Als de mens echter helemaal vrijwillig, door een totaal negeren van Gods woord in zichzelf een hel opbouwt, en nooit de eenvoudig op te volgen geboden van God in acht neemt, wat kan de Godheid er dan aan doen, wanneer een geest haar vrijwillig ontvlucht, bespot en belastert?
Hoofdstuk 30: Over de rijke zwelger en de arme Lazarus in het hiernamaals. Wie heeft de hel gemaakt? Alleen de boosaardigheid van de geesten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Daar echter alleen de Godheid het ware leven en ook het licht van al het licht is, en zodoende ook de enige volste zaligheid van alle wezens, is het ook begrijpelijk dat een goddeloze toestand op zich helemaal niets aangenaams kan hebben, daar er zonder God geen leven, geen licht, geen waarheid en niets goeds kan bestaan!
Hoofdstuk 30: Over de rijke zwelger en de arme Lazarus in het hiernamaals. Wie heeft de hel gemaakt? Alleen de boosaardigheid van de geesten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Een mens echter die de Godheid verlaat, deze uit zichzelf verbant en niet meer wil aannemen, moet wel in zichzelf een ware hel opbouwen die op alle gebied bar en boos moet zijn. Als het zo'n goddeloze mensengeest dan zeer slecht vergaat en hoe langer hij in deze goddeloze toestand volhardt hoe slechter, dan kan de Godheid daar niets aan doen. Want zou de Godheid zich door haar almacht toch meester maken van een wezen, alhoewel dat wezen uit eigen vrije wil haar zo hardnekkig mogelijk tegenstreeft, dan zou zo'n wezen ogenblikkelijk totaal worden vernietigd, iets wat tegen iedere goddelijke orde in zou gaan.
Hoofdstuk 30: Over de rijke zwelger en de arme Lazarus in het hiernamaals. Wie heeft de hel gemaakt? Alleen de boosaardigheid van de geesten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Want wanneer de Godheid ook maar het kleinste wezen zou willen vernietigen dat eens vanuit haarzelf werd vrijgesteld, dan zou dat het begin zijn van de totale vernietiging van alle wezens. Als de Godheid echter haar orde voor eeuwig onveranderlijk zo heeft ingesteld dat geen enkel wezen, hoe het zich in de toekomst ook moge ontwikkelen, ooit kan worden vernietigd, dan is daardoor het eeuwig voortbestaan van alle wezens verzekerd. En tegelijkertijd is ook voor ieder wezen de vrije mogelijkheid aanwezig om uiterst gelukkig te kunnen worden, of om zo lang ongelukkig te blijven als het zelf wil!
Hoofdstuk 30: Over de rijke zwelger en de arme Lazarus in het hiernamaals. Wie heeft de hel gemaakt? Alleen de boosaardigheid van de geesten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Ik zie nu ook in dat iedere geest, als hij werkelijk gelukkig wil zijn voor de hoogste gelukzaligheid een grote ontvankelijkheid, het tederste gevoel en een fijnbesnaard waarnemingsvermogen moet hebben, zodat hem de meest subtiele indrukken onmogelijk kunnen ontgaan. En dus moet hij, als een levende geest, met dezelfde ontvankelijkheid ook kwalijke indrukken met eenzelfde scherp aanvoelingsvermogen kunnen waarnemen. Anders zou hij hetzij half dood, of geestelijk verdoofd moeten zijn, wat echter onmogelijk kan samengaan met de kracht van zijn vrije wil!
Hoofdstuk 31: Roberts blijmoedige instemming. Volgende kernvraag: hoe is de ware Godheid gevormd? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Nu komt echter een andere kernvraag: waar is deze Godheid dan? In welke regionen van de oneindigheid heeft zij voor eeuwig haar intrek genomen? Want zij moet toch ergens in al haar volheid thuis horen? Heeft zij een gestalte, en welke dan wel? Of heeft ze geen gestalte en is haar zijn iets oneindigs, zonder vorm, zodat ze juist daardoor alle vormen kan omvatten? Kijk, vriend, nu ik de noodzaak van een opperste Godheid duidelijk inzie, is ook het waar en hoe voor mij van het grootste belang!
Hoofdstuk 31: Roberts blijmoedige instemming. Volgende kernvraag: hoe is de ware Godheid gevormd? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Voor alles moet ik echter bekennen dat het me veel liever zou zijn, dat de Godheid toch in een bepaalde vorm tegenwoordig was, en wel in die van een mens. Want een wezenlijk oneindige Godheid, of een Godheid in een vorm die ons mensen totaal vreemd is, zou noch ik noch iemand anders met alle overgave kunnen liefhebben.
Hoofdstuk 31: Roberts blijmoedige instemming. Volgende kernvraag: hoe is de ware Godheid gevormd? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Kijk, jij bent nu ook nog als een niet volrijpe druif en je bent voor de onthulling die je verlangt nog niet rijp. En waarom niet, dat zal je wat nu volgt wel aantonen! Wanneer je echter rijp wordt, dan zal je eigen geest je zeggen wat je nu rechtstreeks van Mij zou willen horen.
Hoofdstuk 32: Heb Mij, Jezus, lief want in Christus woont lichamelijk de volheid van de Godheid! Robert twijfelt aan de Godheid van Jezus; wil echter blind geloven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Zou jij als Duitser, in plaats van bovengenoemde leiders, liever de bijbel, Swedenborg en dergelijke wijzen van Duitse afkomst echt vlijtig hebben bestudeerd, dan zou je nu perfect weten hoe Paulus moet worden begrepen. Maar als volgeling van Hegel sta je daar nog ver van af, en er zal nog heel wat moeten gebeuren voor je de innerlijke wijsheid zult bereiken! Let nu echter op, Ik wil je iets zeggen! Als je het aanneemt, zul je beduidend dichter bij het doel gebracht worden.
Hoofdstuk 32: Heb Mij, Jezus, lief want in Christus woont lichamelijk de volheid van de Godheid! Robert twijfelt aan de Godheid van Jezus; wil echter blind geloven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Robert zegt: 'Ja, mijn beste vriend, dat is een heel netelige vraag! Want hoe kan ik hier nu raden wat de goede Paulus daarmee eigenlijk heeft bedoeld! Het zou uiterst gewaagd zijn ronduit te beweren: dat, en niets anders heeft deze hoogst eerbiedwaardige leraar van de heidenen daarmee bedoeld. Ik vind het trouwens erg aanmatigend van menig geleerde, wanneer ze kortweg beweren de ware geest van een of ander geniale schrijver volledig te hebben begrepen! Ik ben veel bescheidener en laat in zulke gevallen heel graag anderen oordelen. Bevalt mij hun oordeel, dan betuig ik hun mijn instemming. Bevalt het me niet, dan luister ik nog naar de meningen van anderen en handel zodoende ook volgens Paulus, die zegt: 'Beproef alles, maar behoud slechts het goede!' Als goed echter kan ik slechts datgene erkennen, wat het meest overeenstemt met mijn innerlijke overtuiging. Zou Paulus het eerste bedoeld hebben, wat best mogelijk kan zijn, dan had hij onmogelijk het tweede kunnen bedoelen, en omgekeerd! Dat is mathematisch en logisch juist.
Hoofdstuk 32: Heb Mij, Jezus, lief want in Christus woont lichamelijk de volheid van de Godheid! Robert twijfelt aan de Godheid van Jezus; wil echter blind geloven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Ik voor mij heb er overigens niet de minste moeite mee, jou, mijn allerbeste vriend, zo lang voor een God te houden, totdat ik ergens een andere vind! Zou zich echter eeuwig geen andere God laten zien, dan blijf jij mijn enige God en Heer, ook voor eeuwig! Want als er één onder ons is, dan ben jij dat beslist! Want bij mij is ondanks al mijn Hegelse wijsheid niet het minste spoor van een Godheid te ontdekken. Maar naar een bewijs waarom ik dit graag geloof en aanneem, moet je mij niet vragen, want dan zou ik je het antwoord weer schuldig blijven.
Hoofdstuk 32: Heb Mij, Jezus, lief want in Christus woont lichamelijk de volheid van de Godheid! Robert twijfelt aan de Godheid van Jezus; wil echter blind geloven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Want wat men gelooft, dat gelooft men zonder bewijs, omdat het geloof op zich niets anders is dan ofwel een traagheid, of soms ook wel een zekere volgzaamheid van het verstand. Eist een actiever verstand echter bewijzen voor het geloofsobject en kunnen deze aan het verstand voldoende gegeven worden, dan houdt het geloof zonder meer op geloof te zijn; want dan wordt het een duidelijke overtuiging!
Hoofdstuk 32: Heb Mij, Jezus, lief want in Christus woont lichamelijk de volheid van de Godheid! Robert twijfelt aan de Godheid van Jezus; wil echter blind geloven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  523 - 524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548  ...