Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 536 van 1088

...  524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548 - 549  ...
[4] Rafaël zei: 'Dat heb je goed geantwoord -en kijk, terwijl ik nu met je praat ben ik al naar de zon geweest en weer terug! Als bewijs daarvan heb ik ook een klein aandenken van de zon voor je meegebracht.'
Hoofdstuk 203: De stralende steen van de zon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Daarop zei Rafaël: 'Mijn beste vriend en broeder, kijk eens naar de zon, die nu al een heel eind in het westen staat! Hoe ver denk je dat die ster hier vandaan is? Ik weet dat je dat niet weet, en ook al zou ik je de afstand in jullie aardse maat van de veldweg aangeven, zou je het getal niet begrijpen omdat je het Arabische getallenstelsel niet kent en een zo groot getal niet met jullie Romeinse cijfers uitgedrukt kan worden. Maar je weet wel hoe snel een pijl een afstand van 50 tot 100 passen aflegt; hij zal daar niet veel meer dan vier ogenblikken voor nodig hebben, en derhalve is de vlucht van een pijl de snelste beweging op aarde die je kent. Kijk, een pijl die vanaf de aarde naar de zon wordt afgeschoten zou -als hij zover zou kunnen vliegen en de aantrekkingskracht van de aarde het hem niet zou verhinderen -voor zo'n reis, namelijk van hier naar de zon, een tijd van bijna vijftig jaar nodig hebben voor hij op de zon aan zou komen!
Hoofdstuk 203: De stralende steen van de zon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Hierop greep Rafaël met zijn hand in de zak van zijn mantel, haalde er een steen uit die bijna net zo straalde als de zon en toonde hem aan de opperstadsrechter met de woorden: 'Kijk, dergelijke stenen zijn er op aarde niet; maar op het grote lichaam van de zon, met name in de middelste gordel ervan, die je later ook nader zult leren kennen, zijn er buitengewoon veel van zulke stenen van verschillende grootte!
Hoofdstuk 203: De stralende steen van de zon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Neem jij ook deze steen dus maar, dan zul je daarmee tien jaar lang je kamers 's nachts goed kunnen verlichten; maar na tien jaar zal het licht ervan steeds minder worden. Als je hem echter langer als verlichting wilt gebruiken, stel hem dan iedere dag bloot aan de zonnestralen; hij zal zich daar dan mee verzadigen en jou in plaats van een goede lamp de hele nacht als verlichting dienen. Maar na honderd jaar, als deze steen te sterk doordrongen zal zijn geraakt van het zuur van de aardse lucht, zal hij helemaal ongeschikt worden voor verlichting.'
Hoofdstuk 203: De stralende steen van de zon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] En zo mopperden de leerlingen heimelijk onder elkaar, en Ik stond op, liep naar hen toe en zei: 'Wat mopperen jullie daar heimelijk onder elkaar? Laat Ik jullie niet getuige zijn van alles wat Ik bij de heidenen doe, en heb Ik jullie niet pas twee dagen geleden nog de reden genoemd waarom Ik de heidenen meer kan tonen en verklaren dan jullie?
Hoofdstuk 203: De stralende steen van de zon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Dat griften de leerlingen in hun hart en werden daarna bij iedere gelegenheid veel bescheidener en gelatener, en Ik keerde van hen weer terug naar de opperstadsrechter en Rafaël.
Hoofdstuk 203: De stralende steen van de zon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Daarop zei Ik: 'Jullie kudden zouden wel op even wonderbaarlijke wijze vermeerderd kunnen worden, maar dat zou voor de mensen nog opvallender zijn dan al het andere; want iedereen, die nu tien schapen op de weide heeft, zou erg grote ogen opzetten als zijn herder in plaats van tien schapen er opeens duizend naar huis zou brengen, die de eigenaar van de schapen niet eens zou kunnen onderbrengen, omdat zijn schaapsstal hoogstens ruimte voor twintig schapen heeft. Probeer dus een flink aantal schapen en andere dieren te kopen; over twee jaar, gerekend vanaf nu, zullen ze zich wel op een goede manier vermeerderen! Als jullie het graan geoogst hebben, zullen jullie het gemakkelijk kunnen bewaren -want daar hebben jullie ruimte genoeg voor; maar met het houden van huisdieren zou jullie dat slecht lukken -en daarom laten we dat zoals het is!
Hoofdstuk 204: De dierenwonderen van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Maar omdat deze streken in de loop der tijd door de vele wandaden van de mensen steeds onvruchtbaarder zijn geworden, trok dat dier verder naar het zuiden naar die streken, waar het genoeg voer voor zichzelf vond; deze streken hebben echter als gevolg van het vertrek van dit dier aan heel wat belangrijke aardse voordelen ingeboet.
Hoofdstuk 204: De dierenwonderen van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Maar als jij het wenst, mijn beste vriend en broeder opperstadsrechter, kan ik voor jou in één ogenblik voor een mannetje en een vrouwtje zorgen, en daarvoor zul je wel voer genoeg vinden -en kijk nu eens naar beneden naar de omgeving van de vijver, dan zul je daar al een mannetje en een vrouwtje zien!
Hoofdstuk 204: De dierenwonderen van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Stuur je knechten er straks heen met een paar broden, dan zullen ze de knechten volgen naar jouw eigen stal, die voldoende ruimte heeft voor deze dieren! Maai dan het gras op het grote stuk weide dat van jou is, laat het drogen en tot bossen samenbinden; laat de knechten dan met de dieren naar buiten gaan dan zullen die zelf het hooi in de schuur brengen, en zo zul je ze geleidelijk aan voor nog verschillende andere werkzaamheden kunnen africhten.'
Hoofdstuk 204: De dierenwonderen van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] De opperstadsrechter bedankte Rafaël voor dit wonderbaarlijke geschenk en zei: 'Een paar knechten van mij verstaan heel goed de kunst om deze dieren af te richten, want ze hebben dergelijke dieren vanuit Indië zelfs naar Rome gebracht, en de keizer heeft hen een tijdlang bij zich gehouden om die dieren te verzorgen; daarna kwamen ze bij mijn vader in dienst en zijn ook hier mijn trouwste dienaren.'
Hoofdstuk 204: De dierenwonderen van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Na dat gesprek ging de zon onder, en wij stonden op en begaven ons weer naar de stad naar onze waard.
Hoofdstuk 205: De verbaasde dienaren vangen en temmen de olifanten (13.5.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] De waard zei:'O Heer en Meester, met een lam zal het niet zo goed lukken, omdat ik er geen meer heb! Maar ik heb wel ongeveer dertig schapen; als de herder ze al naar huis heeft gedreven kan ik daarvan het jongste direct laten slachten.'
Hoofdstuk 205: De verbaasde dienaren vangen en temmen de olifanten (13.5.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Terwijl wij ons in onze eetkamer versterkten, kwamen de twee trouwe dienaren van de opperstadsrechter, die hij op de berg al had genoemd, bijna buiten adem naar ons toe, en begonnen te vertellen wat ze allemaal hadden gezien en meegemaakt. Het meest verbaasden ze zich over de vijver, die plotseling ontstaan was op de plaats waar vroeger maar een kleine bron was, die slechts af en toe water gaf.
Hoofdstuk 205: De verbaasde dienaren vangen en temmen de olifanten (13.5.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Hierna zorgde de waard direct voor het brood en de wijn en ging toen naar de keuken om naar het lam te kijken, dat klaargemaakt was om te braden. Hij verwonderde zich daar al niet zo erg meer over, omdat hij de andere wonderen al had gezien en hij dit wonder ook heel begrijpelijk vond; maar zijn keukenpersoneel was des te meer verbaasd, evenals zijn vrouw.Want terwijl wij op de berg verbleven, was zij in de kleine, aan de herberg grenzende moestuin om welriekende kruiden te verzamelen voor de vis die 's avonds klaargemaakt zou worden, en ze was echt geschrokken toen voor haar ogen de anders schraal uitziende moestuin plotseling opnieuw groen werd en een overvloed bood van alles wat er voor het huis nodig was.
Hoofdstuk 205: De verbaasde dienaren vangen en temmen de olifanten (13.5.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  524 - 525 - 526 - 527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548 - 549  ...