Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 539 van 1110

...  527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552  ...
[10] Maar ik .zeg jullie dat het niet zo is! Want ten eerste is er van eeuwigheid maar een, enig ware God, en die God wil door ons mensen gezocht, gevonden, gekend en vereerd worden door het strikt houden van Zijn geboden, die Hij tot ons heil heeft gegeven. En ten tweede, omdat er een God bestaat die door iedereen die ook maar enigszins moeite doet om te zoeken, heel goed in Zijn werken waargenomen kan worden, moet de mens die God ook vol echt liefdesverlangen zoeken; maar niet van vandaag op morgen, zoals lichtzinnige kinderen, maar van dag tot dag met steeds toenemende ijver en vlijt en met en m liefde voor Hem groeiend verlangen, en dan zal God Zich door zo'n zoeker net zo laten vinden als Hij Zich door mij en al door heel velen heeft laten vinden.
Hoofdstuk 78: De commandant spreekt over hoe men God dient te zoeken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] De eerdere spreker zei: 'Vriend, jij schijnt die allerhoogste levensschat al gevonden te hebben, omdat je helemaal in de geest van onze hoge gebieder spreekt! Naar.je kleding te oordelen ben je een Galileeër; ook de anderen zijn meer Galileeërs dan Judeërs, en van de Galileeërs weten wij dat die geen bijzondere geloofshelden zijn. Maar dat maakt niets uit; want ook onder de Galileeërs kunnen er mensen zijn die de weg hebben ontdekt om de allerhoogste schat des levens te zoeken, hem zijn gaan zoeken en hem ook hebben gevonden. Wij zijn dus heel blij met jullie; want dat jullie deze nacht vol verschrikkingen hebben kunnen doorbrengen in een huis dat gemakkelijk vernietigd had kunnen worden, dient ons als bewijs dat jullie evenals onze hoge gebieder ook de ene, ware God hebben gevonden, die jullie uitstekend kan beschermen in alle gevaren.'
Hoofdstuk 79: De goede voornemens van de buren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] De waard zei: 'Dat begrijpen jullie nu weliswaar nog niet; maar er zal nu waarschijnlijk heel gauw een moment komen dat jullie het zullen begrijpen.'
Hoofdstuk 80: De naweeën van de storm en de aardbeving - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[21] De waard zei: 'Denk aan wat die man jullie in de stad buiten de herberg gezegd heeft, dan zullen jullie het punt, waar jullie je nu bevinden, weldra beter en duidelijker leren kennen!'
Hoofdstuk 80: De naweeën van de storm en de aardbeving - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Jullie Joden hebben uiteindelijk toch gelijk dat jullie aan slechts één God geloven; want die ene God zal wel de enig ware zijn, die door de macht van Zijn alwijze wil alles heeft geschapen wat wij met onze ogen kunnen zien en met onze andere zintuigen kunnen waarnemen.
Hoofdstuk 81: De woorden van de buren over de macht van de Galileeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Als jullie wel de wegen kennen om dat onschatbare doel, een schat aller schatten, te bereiken en je toch niet inspannen je die eigen te maken, maar de vergankelijke, dode schatten van deze aarde vaak nog meer najagen dan wij blinde heidenen, dan zijn jullie zeer beklagenswaardige dwazen.
Hoofdstuk 81: De woorden van de buren over de macht van de Galileeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Wij willen jou niet tot die reeks van Joden rekenen zoals wij die in onze stad hebben en maar al te goed kennen -maar ook van jou weten wij dat jij ten aanzien van jullie enig ware, ene God ook de nodige twijfels had; het beste aan jou was dat je geen huichelaar was net als de anderen van jouw stam.
Hoofdstuk 81: De woorden van de buren over de macht van de Galileeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Nu zei de waard: 'Vrienden, jullie hebben volkomen gelijk dat jullie in je verbazing over de macht van God aan één stuk door zo praten en vragen stellen over onze Joodse dwaasheid en blindheid; maar nu wij met elkaar praten, zwijgen de anderen die over de ware zaak meer weten te zeggen dan wij, en dat is ook niet wijs gehandeld! Daarom zullen we een andere keer over al die dingen praten en nu de anderen laten praten en handelen.'
Hoofdstuk 81: De woorden van de buren over de macht van de Galileeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Dat jullie je vannacht in de herberg niet door angst of vrees voor enig gevaar uit huis hebben laten drijven, dat begrijpen wij nu ook pas goed; want als je iemand in je huis herbergt aan wie alle elementen op één wenk gehoorzamen, omdat hij vervuld is van goddelijke macht en kracht, is het gemakkelijk om te geloven en te vertrouwen. Maar in wie hadden wij moeten geloven en vertrouwen? Soms in onze half stukgebroken stenen godenbeelden, in de beschermgeesten van ons huis of in de priesters, die door hun grote angst en vrees als eersten uit hun woonhuizen en tempels weggelopen waren en hun bescherming op het plein zochten, en voor geen prijs meer de tempel in te krijgen waren ?
Hoofdstuk 82: De terugkeer naar de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Nu zei Ik tegen de twee buren: 'Ga nu met jullie gezinnen naar onze herberg en gebruik het ochtendmaal met ons! En laat die priesters maar doorgaan met hun gejammer; want van de rijken zullen ze weinig van de verlangde offers krijgen, en de armen, die bij ons rond de heuvel waren, zullen hun wel weten te vertellen hoe Degene eruit zag, aan wie de hele natuur van de aarde gehoorzaamde, en dan zal er nog tijd genoeg zijn om aan hun praktijken een einde te maken!'
Hoofdstuk 82: De terugkeer naar de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Deze voorstelling van zaken door de rabbi deed een van de twee buren gewoonweg uit zijn vel springen van ergernis, en hij stond dan ook snel op van zijn stoel, liep naar de brutale rabbi toe en zei (een buurman van de waard): 'Vriend, heeft geen van jullie oude wijzen en profeten bij een of andere gelegenheid eens voorspeld, wanneer de tijd zou komen dat er geen leugenachtige en werkschuwe priester meer geduld zal worden?
Hoofdstuk 83: De commandant vraagt hoe hij zich tegenover de priesters moet opstellen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Wanneer en waar heb jij tot jullie God gebeden om de bezittingen van deze achtenswaardige buurman en vriend van mij te sparen?
Hoofdstuk 83: De commandant vraagt hoe hij zich tegenover de priesters moet opstellen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Kijk, :we hebben jou en je collega, die precies zo is als jij, 's nacht op het grote plein vol.vrees en angst zien jammeren en klappertanden, en jullie hadden een plek uitgezocht die het veiligst leek te zijn!
Hoofdstuk 83: De commandant vraagt hoe hij zich tegenover de priesters moet opstellen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Waarom zijn jullie eigenlijk niet in jullie synagoge gebleven, waarvan je toch zelf zegt dat God daar jullie gebeden verhoort? Hebben jullie bij de sterke muur aan het plein voor het welzijn van jullie volk gebeden?
Hoofdstuk 83: De commandant vraagt hoe hij zich tegenover de priesters moet opstellen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] O, wij kennen jullie precies en even goed als onze eigen afgodendienaren, en zeggen: jullie hebben hier niets meer te zoeken! Maak dat je wegkomt, anders zou een heel machtig man onder ons wel eens kunnen zorgen dat je wegkomt!'
Hoofdstuk 83: De commandant vraagt hoe hij zich tegenover de priesters moet opstellen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  527 - 528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552  ...