Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 540 van 1166

...  528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553  ...
[15] Ik zei: 'Kijk - hier naast Mij zit de moeder van Mijn lichaam; spreek daar met haar over!'
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Daarop wendde de commandant zich tot Maria, en zij vertelde hem zeer omstandig en uiterst precies alles, vanaf haar ontvangenis tot aan Mijn twaalfde jaar, en hoe wonderbaarlijk alles steeds met Mij was.
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[21] Ik zei: 'De Mijnen zijn degenen die in Mij geloven, Mij liefhebben en Mijn geboden houden; de plaats is echter niet zoals de plaatsen op deze aarde zijn, maar het is het rijk Gods, dat nu door Mij onder de mensen en in de harten van de mensen gevestigd wordt.
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[24] Ik zei: 'Mijn wil is Gods wil en Mijn geboden zijn Gods geboden. Wie Mijn wil doet en dus Mijn geboden houdt, wandelt op de goede weg naar het rijk Gods! Jij kunt dat ook doen, dan zul jij ook op de juiste weg naar Gods rijk wandelen! ,
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[25] Hierop stond de commandant op van zijn stoel, liep naar een van Mijn leerlingen en vroeg hem hoe hij over Mij dacht.
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Daarbij komt nog ten eerste het getrouwe verhaal van zijn moeder, hoe hij lichamelijk op deze wereld is gekomen en over zijn leven, en dat hij nooit iets op een of andere school hoefde te leren, omdat hij reeds met de hoogste wijsheid toegerust in deze wereld is gekomen, en ten tweede wat hij nu over zichzelf beweerde. En ik voor mijzelf kan er echt niet omheen hem in volle ernst te beschouwen als wat hijzelf tegenover ons zegt te zijn, al is het ook op een voor ons Romeinen onbegrijpelijke manier, en wat ook de man, waar jij zojuist mee sprak, over hem getuigde. Dat is mijn mening, en ik denk dat ik mij niet vergist heb.'
Hoofdstuk 11: De bedenkingen van de commandant tegen de goddelijkheid van de Heer (12.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Kijk, dat zijn mijn goed gefundeerde bedenkingen! Wil die voor mij oplossen, dan zal ik ook vast in U geloven, U meer dan een van de Uwen liefhebben en Uw geboden houden; want ik ben een echte Romein en geen Griek, wiens trouw niet standvastig is! Maar ik ben ook iemand die niet zo gemakkelijk iets aanneemt en gelooft, wat mij niet als een diamantharde waarheid onomstotelijk bewezen is. Los derhalve mijn twijfels op!'
Hoofdstuk 11: De bedenkingen van de commandant tegen de goddelijkheid van de Heer (12.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Van tijd tot tijd wekte Ik door Mijn geest mannen en jongemannen op, die het volk onderrichtten en alle moeite deden het naar de oude waarheid terug te brengen. Slechts weinigen luisterden naar hen, en nog minder mensen lieten zich er iets aan gelegen liggen; de grote massa vervolgde hen echter, martelde hen en doodde hen zelfs.
Hoofdstuk 12: De voortdurende inspanningen van de Heer voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Ik liet ook niet na om een al te zeer ontaard volk met grote en kleine tuchtigingen en gerichten te bezoeken. Die brachten echter ook slechts weinigen voor korte tijd verbetering; maar al te gauw trad de slechte wereldse geest weer in Mijn plaats.
Hoofdstuk 12: De voortdurende inspanningen van de Heer voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Toen ten tijde van Mozes het Israëlitische volk op de Sinaï in de woestijn onder bliksem, donder en vuur weer opnieuw wetten van Mij kreeg, luisterde het aanvankelijk onder vrees en beven wel naar Mijn van verre goed hoorbare woorden -maar toen de verkondiging langere tijd duurde, raakte het volk er voor een deel aan gewend en trok het zich er niet veel meer van aan. Voor een ander deel kreeg het echter genoeg van Mijn aanhoudende onderricht en vroeg Mij om in plaats van aan het hele volk alleen aan Mozes Mijn wil te openbaren -het zou die wil dan wel van hem horen en opvolgen; het volk wilde zich intussen echter verwijderen van de berg Sinaï, omdat het daar al te hevig toeging, en in een ver daarvandaan gelegen dal zijn woonhutten bouwen.
Hoofdstuk 12: De voortdurende inspanningen van de Heer voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Daarop keerde het volk wel weer naar Mij terug; maar er waren er steeds velen die zich door allerlei slechte wereldse begeerten lieten verleiden om het een of andere gebod van Mij te overtreden en zo tegen Mijn verordeningen te zondigen.
Hoofdstuk 12: De voortdurende inspanningen van de Heer voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Er moesten door Mozes tijdelijke straffen vastgesteld worden voor het overtreden van Mijn geboden en verordeningen, om het volk in het gareel te houden.
Hoofdstuk 12: De voortdurende inspanningen van de Heer voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Toen het volk later vanuit de woestijn het Beloofde Land binnen werd geleid en het als het ware uit Mijn hand in bezit nam, werd het geruime tijd door wijze richters, die steeds met Mij in verbinding en contact stonden, vrijwel volledig door Mijzelf geregeerd; onder Mijn persoonlijke regering werd het groot en machtig, en zijn welstand was groter dan die van welk ander volk ter wereld ook.
Hoofdstuk 12: De voortdurende inspanningen van de Heer voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Toen werd het overmoedig en keek het naar de glans van andere volkeren, die op tirannieke wijze door een wereldse koning werden overheerst. De ijdele wereldse glans verblindde het volk -het wilde ook glanzen, werd ontevreden met Mijn regering en verlangde middels de van Mijn geest vervulde richter Samuël een wereldse koning, en zo beging het de grootste en grofste van alle zonden.
Hoofdstuk 12: De voortdurende inspanningen van de Heer voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Zo viel het volk steeds dieper, hoewel Ik nooit nagelaten heb het steeds door gewekte en van Mijn geest vervulde profeten te vermanen zijn leven te beteren en boete te doen en het de gevolgen duidelijk te maken, die het door zijn verstoktheid zou kunnen verwachten; en zo heb Ik tot nu toe met dit volk gehandeld en ben nu Zelf gekomen, in het vlees.
Hoofdstuk 12: De voortdurende inspanningen van de Heer voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  528 - 529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553  ...