Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1796 resultaten - Pagina 55 van 120

...  43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68  ...
[22] Iedereen was verwonderd over zoveel snelheid; velen ge­loofden dan ook niet dat het schip al zeewaardig zou zijn. Niettemin kwamen er al gauw lieden vanuit de haven om Cyrenius van deze unieke prestatie op de hoogte te stellen. Nu begaf het hele gezel­schap zich naar de waterkant om het schip te bezichtigen. En ieder­een was verbaasd over de buiten­gewone kundigheid van de jonge­lingen.
Hoofdstuk 149: Het probleem van het herstel van het oude Carthaagse schip op de Sabbath. De rede van het Kindje over het weldoen op de Sabbath. De gehoorzaamheid van Jozef aan de wet. De wonder­baarlijke reparatie van het schip door de engelen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[21] In dat geval vergis je je heel erg, want dergelijke ontdekkin­gen zijn uitsluitend mogelijk voor de liefde in eigen hoofd en hart! Als je de liefde beoefent, dan zal je, vanuit het brandende vuur van die liefde, een licht opgaan; maar niet uit de mond van de armen!' Met deze uiteenzetting tevreden, vroeg de hoofdman nu verder maar niet meer wat hij te doen had.
Hoofdstuk 148: Wedstrijd in goeddoen tussen de hoofdman en Cyrenius. De radeloze hoofdman door Jozef onderricht - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[10] Vanuit de richting van de berg renden er namelijk drie ge­weldige leeuwen met grote spron­gen op ons af!
Hoofdstuk 134: De ontvangst door de thuisblijvers ten huize van Jozef. Joëls verhaal. De drie leeuwen als lijfwacht voor Cyrenius - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[14] Wanneer het Kindje nu verstaanbaar en uiterst wijs spreekt dan spreekt niet het Kind­je dat U ziet, maar dan spreekt de Godheid vanuit het Kindje. ..in Uw daartoe opgewekt gemoed!
Hoofdstuk 129: Vragen van Cyrenius over de wonderbaarlijke spreekvaardigheid van het drie maanden oude Jezuskindje. Het heerlijke en wijze antwoord van de engelen over het geheimzinnige Wezen van het Kindje - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[573] Veel zielen, die 'in de graven vertoefden', beseften dit direct door de wenk en de roep van hun goddelijke geest. Wij vertoeven immers allemaal in het graf van de materie zolang de geest van de eigenliefde over ons heerst - onge­acht of we nog lijfelijk aanwezig zijn op deze aarde, of ons lichaam reeds begraven is en onze ziel zich in het geesten­rijk bevindt. Een graf voor de geest is overal daar aanwezig, waar men niet God, de hemelse Vader in Jezus boven alles liefheeft en vanuit die liefde ook zijn naaste medebroeder als zichzelf.
Hoofdstuk 4: Kruisiging: Over het dragen van het kruis; Over de juiste geest bij het dragen van het kruis. Het berouw van Judas: Het lot van de zelfmoordenaar; De zeven kruiswoorden; De stervensuren; De zon wordt verduisterd - de aarde beeft; Het voorhangsel scheurt - de graven gaan open - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[750] Ze draait zich om, daarmee gevolg gevend aan een ge­heime ingeving van haar hart, en met het oog van de geest ziet ze dat de Heer in het verheerlijkte zielelichaam voor haar staat. Het geestelijk oog in Maria is evenwel nog niet voldoende scherp om de Heer, die "in het donker van de vroege ochtend" op het punt staat ten hemel op te varen ("Ik ben nog niet opgevaren tot Mijn Vader"), te herken­nen. En pas als zij met een geestelijk horen Zijn stem hoort en haar naam uit Zijn mond hoort noemen, herkent haar hart Hem. En onder de schreeuw "Meester!", die ze in haar moedertaal "in het Hebreeuws", de taal van haar innerlijk, uitstoot - rent ze naar Hem toe om Hem te omarmen. Maar haar liefde, die nog te aards is, mag nog niet tot het reinste goddelijke Wezen genaken. En daarom hoort ze uit de mond van de Opgestane de woorden: "Raak Mij niet aan!, want Ik ben nog niet tot Mijn Vader opgevaren." Voor haar is het moment nog niet gekomen, dat ze zich aan Jezus' borst mag vlijen; dat zal pas kunnen, wanneer de Heer geheel is opgevaren en ook haar zal hebben gereinigd van elke aardse hoedanigheid door de machtige stroom van de heilige Geest, die Hij dan zal uitstorten. Ze mag wel de voeten van de Heer omvatten. Mattheus bericht dat zij vanuit een gevoel van haar menselijke onwaardigheid op de knieën viel en vol liefde en deemoed de voeten van de Heer omklemde.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[826] De weg naar de hoogste gelukzaligheid, naar Gods hart, is door het leven en sterven van de Heer niet alleen voor en­kele uitverkorenengebaand - een blijde boodschap zonder weerga vult alle ruimten van de oneindigheid en vooral die van de gerichte materiële schepping. Voortaan is het voor iedereen - ook voor de gevallen geesten - mogelijk God weer te naderen en naar het Vaderhuis terug te keren, in­dien men de Mensenzoon vanuit een levend geloof in oot­moed en zachtmoedigheid en in zuivere, daadwerkelijke liefde navolgt!
Hoofdstuk 7: De hemelvaart van Christus: Terug in de genadezon; Een toegankelijke Vadergod in een nieuwe hemel. Het dichten van de kloof tussen God en allen die gevallen zijn; Het is volbracht! - Ik heb dorst!; Christus de Middelaar; Het grote getuigenis van Johannes; Aanbidding. Jakob Lorber en de werken van de Nieuwe Openbaring - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[12] Toen het hele gezelschap zo ongeveer een half uur gaans in het bergwoud was doorgedron­gen, sprongen er plotseling drie grote leeuwen vanuit de dichte bosjes te voorschijn en versper­den Cyrenius de weg.
Hoofdstuk 123: Tocht naar de heilige berg. Ontmoeting met wilde dieren. De wilde beesten worden door de twee hemelse jongelingen getemd - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[5] En ook een zekere Maria­ die die timmerman vanuit de Tempel tot vrouw, althans ten­minste in bescherming, had geno­men!. ..
Hoofdstuk 57: Besluit van de maaltijd. Cyrenius hoort Maronius uit over de H. Familie. Maronius bekent een leugen om bestwil - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[6] Ooit leidde Hij de kinderen van Israël vanuit Egypte naar het beloofde land Palestina, dat toen nog Kanaän heette;
Hoofdstuk 45: De bezichtiging van het nieuwe huis. Dankbetuigingen van Jozef en Maria. Cyrenius stelt belang in Israëls geschiedenis (14 oktober 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[10] Zo zie je, goede man, dat ik wel met de zaak op de hoogte ben, maar, van wat je me nu verteld hebt weet ik niets af! Zeg mij dus of je die bewuste man bent, over wien mijn broeder mij vanuit Bethlehem heeft bericht.
Hoofdstuk 36: Jozef aan de tand gevoeld. Zijn verklaring over het Wezen van het Jezuskind. De brief van Cornelius. Jozefs raad om er het zwijgen toe te doen. Tegenspraak en twijfels. Jozefs energieke zelfverdediging tegenover de staatsdienaar (29 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[12] Want hij heeft vanuit de Hemel opdracht gekregen om te zwijgen over alles, wat daar heeft plaats gevonden. ..Waarlijk, als hij meer aan U zou hebben be­richt, dan zou met Rome hetzelf­de gebeurd zijn, wat zojuist ge­beurd is, voor Uw eigen ogen, met de godenbeelden, die daar op die tafel stonden !
Hoofdstuk 36: Jozef aan de tand gevoeld. Zijn verklaring over het Wezen van het Jezuskind. De brief van Cornelius. Jozefs raad om er het zwijgen toe te doen. Tegenspraak en twijfels. Jozefs energieke zelfverdediging tegenover de staatsdienaar (29 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[26] Jozef moest deze tamelijk grote omweg wel nemen, omdat er vanuit Palestina geen directe en veilige verbindingsweg naar Egypte bestond (zie noot 34).
Hoofdstuk 34: Het opbreken voor de vlucht. Jozefs onderhoud met Salome. Afscheid van de hoofdman. Het vertrek. Vrijgeleide naar Cyre­nius. Jozefs route. Incident met rovers. Aankomst in Tyrus bij Cyrenius. Cyrenius troost en helpt hen (26 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[14] Daar bleek de hoofdman al op hem te wachten, die hem on­verwijld mededeelde, welke aller­gruwelijkste en schandalige be­richten hem vanuit Jeruzalem ter ore waren gekomen.
Hoofdstuk 33: Voorbereidingen voor de vlucht naar Egypte. Voorzorgsmaat­regelen des Heren. Afspraak tussen Jozef en Cornelius (23 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[7] Nadat de vroedvrouw dit ge­tuigenis had gezegd, week de wolk van de grot terug, en vanuit de grot 'sprong' als het ware een ge­weldig sterk licht de vroedvrouw en Jozef tegemoet,... zo sterk, dat hun ogen het niet konden ver­dragen! De vroedvrouw zei dan ook nu: ' Alles wat ik in het visioen heb gezien is dus waar! Gelukkige mens: Hier is meer dan Abraham, Izaak, Jacob, Mozes en Elia teza­men! (zie noot 32).
Hoofdstuk 16: Verschijningen bij de grot. Visioen van de vroedvrouwen haar profetische uitspraak. De vroedvrouw bij Maria en het Kindje. Salome twijfelt aan de maagdelijkheid van Maria (25 augustus 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
...  43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68  ...