Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2682 resultaten - Pagina 55 van 179

...  43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68  ...
[5] Als Mozes en de profeten dan ook voor zulke betere kinderen een straf bepalen en hun hun gebrek aan liefde en hun terechte ongehoorzaamheid jegens hun slechte ouders als zonde aanrekenen, dan zijn Mozes en alle profeten nog duizendmaal dommer en blinder geweest dan ik en hebben zij met hun geschriften en voorspellingen de goddelijke wijsheid waarlijk geen bijzonder grote eer aangedaan! Heer, ben ik slecht omdat ik de wet van Mozes en de profeten zo heb beoordeeld?'
Hoofdstuk 30: De kritiek van Helias op het vierde gebod - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] De Romein zei: 'Ja Heer, Meester en God, tegen U kan ook de meest wijze van alle mensen van de hele aarde niets inbrengen, omdat U de eeuwige liefde, wijsheid en waarheid Zelfbent, en dus heeft U ook hier gelijk; want een God die met Zich zou laten onderhandelen als een Griekse fruitverkoper, zou geen God zijn, maar ook slechts een zwak en wispelturig mens -en wie zou zich nu kunnen verlaten op de belofte van een zwakke God?!'
Hoofdstuk 43: De vraag van Agricola over het wezen van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] En zie, lieflijk meisje, zo staat het er nu met jou voor! je hebt Mij daarnet wel een God genoemd, daartoe gedwongen door de tekenen en Mijn wijsheid, maar op datzelfde ogenblik verwierp je de God van Abraham, Isaak en Jacob. Want je dacht bij jezelf 'Wie zo wijs kan spreken en zulke onbegrijpelijke wonderen kan doen, is volgens mij zonder meer een God!' Maar nu betreur je al heimelijk in je hart datje dat hebt gezegd, omdat je meteen daarna weer hebt gedacht aan de wet van Mozes en je bent nu bang, omdat je in een gemoedsopwelling de oude Jehova bent vergeten en Mij de eer hebt gegeven, die slechts de ware God toekomt. En zie, dat heet de hand aan de ploeg slaan en daarbij achterom kijken!
Hoofdstuk 25: De jonge jodin vermoedt wie de Heer is - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Gij zult niet doden! Als ik echter door een woeste straatrover aangevallen wordt, die mij wil beroven en mij daarbij beslist wil en zal doden, - maar ik, als de man of vrouw die wordt aangevallen, kracht, moed en een wapen heb om hem te doden voor hij mij de doodsteek kan geven wat moet ik dan doen? Deze noodweer zou in de wet toch in zoverre moeten zijn geformuleerd, dat er stond: 'Gij zult niet doden, behalve in geval van uiterste noodweer!' Maar nee, daarover staat in de wet werkelijk geen woord! Er staat alleen maar heel eenvoudig: 'Gij zult niet doden!' Als de simpele wet echter zo luidt, waar is daarin dan de goddelijke liefde en wijsheid te vinden, die dan toch moest weten onder welke werkelijk zeer betreurenswaardige omstandigheden de mensen op deze aarde moeten leven?
Hoofdstuk 31: Het vijfde gebod - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] En Nikodemus zei: 'Daar heb je het nu! Wat was dat voor een dreigend verschijnsel, en wat had het te betekenen? Dat het door God toegelaten werd, is wel heel duidelijk, want geen menselijke macht zou het uit de diepste diepten van het firmament omhoog hebben kunnen trekken. O menselijke wijsheid, hoe sta je daar nu weer: zo naakt, zo hulpeloos en radeloos als een pasgeboren kind! Vriend Lazarus, wat vind je nu van dit verschijnsel, dat ongeveer twee uur lang alle harten van de mensen met vrees en angst vervulde? Als het door God werd toegelaten, dan staan ons bijzondere dingen te wachten, en als het een of ander spel van aard en luchtgeesten was, dan hebben wij arme, zwakke aardse mensen ook niets goeds te verwachten, want op grote, vurige verschijnselen volgen meestal zware aardse stormen en vreselijk noodweer, aardbevingen en ook oorlogen, hongersnood en pest. En dat zijn echt geen troostrijke vooruitzichten voor ons arme mensen! -Maar wat vind jij ervan?'
Hoofdstuk 48: Nicodémus spreekt met Lazarus over het lichtverschijnsel Nicodémus voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Als jullie dat allemaal goed overdenken, zullen jullie allen inzien dat er voor het tweede treurige verschijnsel een aanwijsbare reden is. Maar laat niemand van jullie zeggen: 'Heer, dat zou U met Uw almacht wel kunnen veranderen! ' of: 'Dat zou U anders kunnen doen! ' Want waarlijk, Ik zeg jullie dat Ik nu al het alleruiterste doe wat Mijn eeuwige en hoogste goddelijke wijsheid Mij aangeeft, en toch helpt het dat volk daar beneden niets meer, want het is door de eigen, onnoemelijke slechtheid zo verstokt, dat ook Gods macht het niet meer kan helpen.
Hoofdstuk 50: De Heer legt de lichtverschijnselen uit - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Uit al die vele gedeeltelijke onthullingen van de innerlijke, geestelijke betekenis van Gods woord zal uiteindelijk een ware en grote licht en levensleer ontstaan, en deze leer zal dan het grote en nieuwe Jeruzalem zijn, dat uit de hemelen naar de mensen zal neerdalen. En wie in de nieuwe leer zullen zijn en leven, zullen in het nieuwe Jeruzalem wandelen en er eeuwig wonen, en aan hun grenzeloze zaligheden zal nooit een einde komen. Want Ikzelf zal bij hen zijn en zij zullen de talloze heerlijkheden van Mijn liefde, wijsheid en almacht aanschouwen.
Hoofdstuk 54: De uitleg van het derde lichtverschijnsel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Ook hebben jullie bij het verschijnsel opgemerkt, dat de stenen van de muren in al hun kleuren ook een sterk licht uitstraalden. Dat toonde jullie dat in de gegeven twaalf geboden ook alle graden van de goddelijke wijsheid vervat zijn, en zo kan de mens alleen maar door het houden van de twaalf geboden tot volmaakte wijsheid komen. Want in de geboden ligt alle wijsheid uit God, en omdat daarin al Gods wijsheid ligt, ligt ook alle goddelijke macht en kracht er in besloten, omdat in deze geboden de alwijze en almachtige wil en daardoor de hoogste vrijheid besloten ligt.
Hoofdstuk 54: De uitleg van het derde lichtverschijnsel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Mijn woord en Mijn prediking aan jullie kan niet gegeven worden op de verstandelijke manier waarop de mensen van hun wereldse kennis spreken, maar zij moeten blijk geven van de geest, die jullie volledig onbekend is, en van zijn kracht, opdat jullie geloof en toekomstige kennis niet gebaseerd is op de wijsheid van de geestelijk blinde mensen, maar op de wonderbare kracht van de geest uit God.
Hoofdstuk 55: Het zien van Gods wijsheid door de wedergeboorte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Wel, Mijn manier van leren en spreken is in de ogen van de wereldse geleerden een dwaasheid, omdat zij niets afweten van de geest en zijn kracht en met hun grove zintuigen niets waarnemen; maar toch is Mijn leer een wijsheid van de diepste en verhevenste soort, echter alleen voor de ogen, oren en harten van de volmaakte mensen, die van goede wil zijn en de geboden van God altijd gehouden hebben. Maar voor de wijzen en leiders van deze wereld, die net als hun wijsheid vergaan, is Mijn leer dat natuurlijk niet.
Hoofdstuk 55: Het zien van Gods wijsheid door de wedergeboorte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Ik spreek tot jullie over de verborgen wijsheid van God, die Hij reeds vóór de schepping van deze materiële wereld heeft ingesteld voor jullie eeuwige levensluister, en die verborgen wijsheid heeft nog geen Farizeeër geen Oudste en schriftgeleerde of tempeloverste met zijn wereldse verstand in de Schrift ontdekt; want wanneer zij deze verborgen wijsheid ooit zouden hebben waargenomen, dan zouden zij er niet voortdurend over beraadslagen hoe zij Mij, de Heer van eeuwigheid, kunnen doden en vernietigen. Maar laat hen het maar proberen en beraadslagen; want naar hun werken zal ook hun loon zijn!
Hoofdstuk 55: Het zien van Gods wijsheid door de wedergeboorte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Wat Ik jullie nu openbaar, dat openbaart Gods geest aan jullie geest, opdat ook jullie geest Gods diepe wijsheid zal onderzoeken en leren kennen. Want alleen de geest doorziet en onderzoekt alle dingen en, daardoor gelouterd, ook Gods diepe wijsheid. En zo ontvangen jullie van Mij niet de geest van de wereld, die jullie nooit nodig hebben, maar de geest uit God, opdat jullie door deze geest volledig kunnen vatten en begrijpen wat jullie door Mij als door God gegeven is.
Hoofdstuk 55: Het zien van Gods wijsheid door de wedergeboorte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Als jullie op Mijn wegen zullen wandelen en blijven, zoals Ik jullie dat leer en geleerd heb, dan zullen jullie ook in Mij zijn en Mijn geest in jullie, en daarmee zullen jullie alles kunnen doen en tot stand brengen wat zijn wijsheid jullie zal zeggen en wat zijn wil in jullie zal willen. En daarmee is jullie alle noodzakelijke wereldse verzorging voor de tijd van je aardse leven ook in meer dan overvloedige mate gegeven.
Hoofdstuk 55: Het zien van Gods wijsheid door de wedergeboorte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] De vleugel betekent dus alleen maar de hoge graad van de wijsheid en de kracht van al het zuiver geestelijke, maar niet dat een zuivere geest ook als een vogel op Gods bevel van de hemel naar de aarde en vandaar weer terug moet vliegen. Overigens is er in de ware hemel nooit een engel geweest die niet eerst op de een of andere aarde mens is geweest. De heel onjuiste voorstelling die jullie hebben van engelen, dat ze namelijk als zuivere geesten geschapen zouden zijn, heeft alleen maar betrekking op de werkende krachten en machten van God, waardoor Gods alomtegenwoordigheid tot uitdrukking komt, die in alle oneindigheid werkt, en waarvan een mens zich geen voorstelling moet maken, omdat het oneindige uit God voor ieder begrensd wezen werkelijk onvoorstelbaar is, iets wat hopelijk niet moeilijk te begrijpen is.
Hoofdstuk 56: Het wezen van de engelen. Liefde en wijsheid, hart en verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Ik zei: 'O, grote blindheid van de mensen! Hoe kun jij, een man met zoveel ervaring, nu toch denken dat engelen uit de materiële hemel op deze eveneens materiële aarde neerdalen en vandaar weer opstijgen, en dat de mensen dat dus zullen zien, en ook hoe die engelen Mij zouden dienen?! Het opstijgen en neerdalen van de engelen betekent toch alleen maar: van de liefde opstijgen tot de ware wijsheid en met de wijsheid weer terugkeren naar de liefde, die de ware levende geest uit God in jullie is.
Hoofdstuk 56: Het wezen van de engelen. Liefde en wijsheid, hart en verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68  ...