Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 55 van 215

...  43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68  ...
[11] Als het nu zo is en niet anders, kunnen jullie dan bij jezelf nog volhouden dat de mensen toen ook al zo rijp waren als nu?! Kijk nu eens naar de mensen op aarde! Hoeveel zijn er zelfs onder de joden, die waarachtig in een God geloven en werkelijk levendig op Hem vertrouwen? Zij hebben bijna allen slechts een puur traditioneel geloof, in hun hart zijn zij echter volkomen goddeloos, en het komt helemaal niet in hen op dat er werkelijk een of andere God zou kunnen zijn, -en mocht er een zijn, dan maakt die zich volgens hen helemaal niet druk om de sterfelijke mensen met hun gebeden en offers. De mensen heeft Hij alleen maar geschapen om Zijn aarde te laten bebouwen en te cultiveren. Dat is eigenlijk wat de betere joden geloven, -de slechtere geloven al helemaal niets.
Hoofdstuk 64: Het ongeloof als bewijs van rijpheid voor een nieuwe openbaring, Vergelijking van de mensen ten tijde van Noach en van Jezus. De geestelijke toestand van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] IK zei: 'O ja, en wel op een heel bijzondere manier! Zend nu een bode naar de overste om hem te zeggen dat hij eerst de vissen in jouw vergaarbak moet laten tellen, omdat je hem niet teveel en niet te weinig van de opgelegde drievoudige straftiende wilt geven. Dan zal hij met zijn ambtenaren al gauw hier zijn om de vissen te tellen, - maar er niet één vinden! Want de vissen heb Ik geschapen, en Ik kan ze ook weer laten verdwijnen en ze dan nogmaals scheppen. Als hij zich daarover opwindt, en je wil beschuldigen dat je de vissen meteen weg hebt laten brengen toen je zijn eis hoorde, dan eis je dat hij dat door getuigen laat bevestigen, omdat je je anders onder Romeinse bescherming stelt. Als hij dat hoort, zal hij weggaan en je verder geen straftiende meer opleggen. Doe dat, en dan zal alles wel in orde komen!'
Hoofdstuk 66: De hebzuchtige overste van Kapérnaum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] IK zei: 'Zolang een mens op deze aarde leeft en een volkomen vitale, ernstige wil heeft, is dat alles nog heel goed mogelijk, waarvan David je een levend en concreet voorbeeld geeft; want ook hij had in een periode, die jullie niet onbekend is, veel gezondigd op het gebied van de lichamelijke lust. Maar hij heeft zich daarna ook op tijd vermand, zondigde uit liefde tot God niet meer en werd daardoor een man naar Gods hart. Want waarlijk, Ik zeg je, dat in de hemel meer vreugde is over één zondaar die zijn zonden als zodanig herkent, ze verafschuwt, er waarachtig berouw over heeft, op een juiste en verstandige wijze boete doet en zich grondig verbetert en niet meer zondigt, dan over negenennegentig rechtvaardigen die nooit hoefden te boeten! Of is het bij de mens ook niet zo dat hij over iets, hoe onbeduidend ook, wat hij verloren en dan gelukkig weergevonden heeft, meer vreugde heeft dan over zijn grote schatten die hij nooit verloren had?! Kijk, zo gaat het ook bij God, en als het niet zo was dan zou je Mij nu in jouw herberg waarlijk niet te gast hebben!
Hoofdstuk 68: De oorzaak van de vrees voor de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Als zelfs de mensen die merendeels thans gemeen en slecht zijn, hun kinderen liefhebben en zo veel mogelijk goed doen, hoeveel te meer zal de algoede Vader in de hemel dat dan diegenen doen die Hij waardig bevonden heeft Zijn kinderen te zijn! Of heb je ooit van iemand die heel veel zuivere wijsheid bezat, horen zeggen dat hij gruwelijk en onverbiddelijk hard tegen zijn naasten of zelfs tegen zijn kinderen is opgetreden?!
Hoofdstuk 69: De goddelijke liefde, haar zorg en wijsheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Wie dit alles goed overdenkt en daarnaar handelt, zal in alles heel gelukkig zijn en voor de lichamelijke dood geen angst en vrees meer hebben, ook al is hij ook eerder een grote en grove zondaar geweest. Want God, de Vader in de hemel, heeft Mij alleen voor de zondaars en niet voor de rechtvaardigen naar deze wereld gestuurd, en zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zal ook Ik jullie naar de zondaars zenden; want alleen de zieken hebben een geneesheer nodig, en niet de gezonden. -Is het je nu helemaal duidelijk?'
Hoofdstuk 69: De goddelijke liefde, haar zorg en wijsheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Als in latere tijden Mijn opvolgers echter net als de Farizeeën zich voor hun lessen met geld en allerlei andere zaken zullen laten betalen, dan zal de Vader in de hemel hun vragen ook absoluut niet meer inwilligen, en hen laten verzinken in allerlei zonden en ernstige kwalen. Ik geef jullie allerlei gaven voor niets, en jullie moeten deze aan de andere mensen ook weer voor niets geven. Als dokter kun jij je echter wel door de rijken laten betalen, -maar niet door de armen!
Hoofdstuk 92: De christen als zakenman. Over het betalen van bescherming en het houden van slaven. Welke houding men ten opzichte van afgodenpriesters moet hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Maar als er een vreemde komt die niets heeft om je te betalen, schenk hem dan de rekening, en als hij eventueel Mijn leer aanneemt, geef hem dan nog reisgeld toe, dan zal de Vader in de hemel je dat rijkelijk belonen! Dat moet ook iedere koopman doen, en hij moet eerlijk zijn met zijn maten en gewichten; want met dezelfde maat als waarmee de mensen meten, zal het hen vergolden worden!'
Hoofdstuk 92: De christen als zakenman. Over het betalen van bescherming en het houden van slaven. Welke houding men ten opzichte van afgodenpriesters moet hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Maar ik leg hier nu een openlijke bekentenis af en verklaar: Deze wonderbare vreemdeling is nu en voor alle toekomstige tijden de enig ware god voor mij! Hij is de Jehova van de joden en de Zeus van de Grieken, Romeinen en Egyptenaren. In hem moeten alle goden verenigd zijn. Wij hebben al vaak allerlei sprookjes horen vertellen, hoe deze of gene god in de oude tijden alleen door zijn almachtige wil iets heeft geschapen; maar wij Grieken, die ook mensen zijn, hebben nog nooit het geluk gehad zoiets met eigen ogen te zien. Hier staat echter een mens die dat kan, en hij is voor mij een ware God, wat ik nu vast geloof, en dit geloof zal ik ook gedurende mijn hele leven steeds behouden. -Wat zeggen jullie daarvan?'
Hoofdstuk 84: Het wegzenden van de drie dokters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Maar Ik heb dat leven uit God niet vanuit het moederlichaam in deze wereld gebracht! De kiem lag wel in Mij, maar die moest eerst ontwikkeld worden, wat Mij bijna volle dertig jaar tijd en moeite gekost heeft. Nu sta Ik echter volmaakt voor jullie en kan jullie zeggen dat Mij alle kracht en macht gegeven is in de hemel en op aarde, en dat de geest in Mij volledig één is met de geest van God, waardoor Ik dan ook zulke tekenen kan doen die vóór Mij nog nooit een mens gedaan heeft. Maar in het vervolg is dat geen bijzonder privilege uitsluitend van Mij, maar ook van ieder mens die gelooft dat Ik door God in de wereld ben gezonden om de mensen, die nu allen in het duister gaan, het licht des levens te geven, en die vervolgens handelt volgens Mijn leer die de mensen zonneklaar de wil van Gods geest toont, welke werkelijk volledig in Mij woont.
Hoofdstuk 90: Het menselijke en het goddelijke in de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Als Ik van de mensen die Ik goed doe, geld zou willen aannemen, zou Ik rechtstreeks tegen Mijzelf getuigen, en zou Ik niet Diegene zijn die Ik ben; want als Ik jullie schatten uit de hemelen breng en geef, omdat Ik daartoe de macht heb, kan Ik Mij daarvoor niet met dode materie laten betalen. Jullie mensen kunnen dat echter wel met mate en doelgericht doen; want ook Mozes heeft voorgeschreven dat priesters en richters door het volk gevoed en onderhouden moeten worden, en het tiende deel van alles moeten krijgen wat geoogst wordt op de akkers en in de wijnbergen en ook van de huisdieren. Maar Ik en Mijn leerlingen zullen dat niet nodig hebben; want wie levensmeester wordt zoals Ik, zal deze middelen daarna niet voor zijn onderhoud nodig hebben. Waar zij ook heen zullen gaan, alles wat zij nodig hebben, zal hun van boven gegeven worden. Want al het goede wat jullie de Vader in de hemel in Mijn naam zullen vragen, zal Hij jullie zonder meer geven.'
Hoofdstuk 91: De dokter krijgt van de Heer de kracht om door handoplegging zieken te genezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] IK zei: 'Wat door het staatsrecht in stand gehouden wordt, kun je niet veranderen; laat het zo blijven tot de staat zelf daar verandering in brengt. Maar wees jij ook voor de slaven goed, billijk en rechtvaardig; want ook zij zijn mensen en kinderen van één en dezelfde Vader in de hemel. Als je weer een slavenmarkt bezoekt, koop hen dan toch maar zo veel je wilt, en houd ze, en maak er vrije, ootmoedige mensen van, dan zul je je daarmee een grote schat in de hemel verwerven! Maar je moet er niet één ooit weer verkopen; want mensen verkopen is een gruwel voor God! Waar Mijn leer echter eenmaal wortel zal schieten, daar zal ook die ellendige slavenhandel vanzelf ophouden. -Dat is weer iets waar je op moet letten!
Hoofdstuk 92: De christen als zakenman. Over het betalen van bescherming en het houden van slaven. Welke houding men ten opzichte van afgodenpriesters moet hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[20] Terwijl zij haastig ter plaatse aankwamen, hieven zij hun handen ten hemel en riepen: 'Maar in naam van alle goden! Wat is er nu gebeurd? Eerst drie hoofdgoden weg - en nu ook hun zuivere, heilige meer! Wee ons; want nu zijn we verloren! De hoge goden moeten hier op een of andere wijze heel erg beledigd zijn, en daarom lieten zij nu toe dat een meestermagiër ons dit aandeed door middel van de kracht die zij hem daarvoor gegeven moeten hebben. O, als we het meer toch maar hadden mogen houden! O, wie zal ons nu helpen en onderhouden?'
Hoofdstuk 94: De vraag van de priester om herstel van de afgodenbeelden. Het heilige meer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Want de ware, grote, enige God heeft de mens niet geschapen om, net als de dieren, alleen maar bezig te zijn voor de bevrediging van zijn natuurlijke behoeften, maar veeleer voor zijn innerlijke, geestelijke behoeften. En wie geestelijk actief wordt en zijn geestelijke krachten oefent door kennis, geloof en daden, zal geestelijk ook sterk en machtig worden.
Hoofdstuk 95: Bij de maaltijd in het huis van Jored de tollenaar. De levensleer van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Er is dus maar één God, die alles wat bestaat uit Zichzelf geschapen heeft. In Hem alleen moeten jullie geloven, Zijn geboden, die Ik jullie bekend maak, houden, en Hem meer dan alles ter wereld liefhebben!
Hoofdstuk 96: Over de astrologie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] Op dat moment hief IK Mijn ogen ten hemel en zei luid: 'Vader, Ik dank U dat U Mij opnieuw verhoord heeft! Ik weet wel dat U Mij altijd verhoort, maar Ik zeg en doe dit opdat ook deze heidenen U erkennen, in U en in Mij zullen geloven, en vervolgens alleen Uw heilige naam zullen prijzen!'
Hoofdstuk 97: De Heer geneest zieken in een vissersdorpje - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68  ...