5587 resultaten - Pagina 55 van 373
... 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 ...
[8] Jullie hart is een akker en de daadwerkelijke liefde is de levende zaadkorrel; de behoeftige broeders zijn de mest voor de akker. Wie van jullie veel zaadkorrels in de goed bemeste akker zal zaaien, zal ook een rijke oogst hebben. Hoe meer armen jullie zullen gebruiken als mest voor de akker, des te krachtiger zal deze mest zijn; en hoe meer goede zaadkorrels jullie zullen zaaien, des te rijker zal de oogst uitvallen. Wie rijkelijk zal zaaien, zal ook rijkelijk oogsten; wie weinig zal zaaien, zal echter ook weinig oogsten.Hoofdstuk 1: De ware wijsheid en het levende eerbetoon aan God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Jullie moeten niet zijn zoals Jesaja heeft gesproken: 'Zie, dit volk eert mij met de lippen, maar zijn hart is verre van mij!' Als jullie tot Mij bidden, moet je dat in de geest en geheel waarachtig doen! Want God is een Geest en kan slechts in geest en waarheid aanbeden worden.
Hoofdstuk 1: De ware wijsheid en het levende eerbetoon aan God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Wie naar het vergankelijke zoekt, zal ook het vergankelijke vinden en daaraan sterven, wie echter het ware Nazareth in het hart zal zoeken zal het in iedere arme broeder vinden, en een waar Bethlehem in iedere arme zuster!
Hoofdstuk 2: Het lot van de plaatsen van Palestina. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] CORNELIUS zegt: "Maar, allerliefste Jarah, zo heb ik dat toch nooit bedoeld! Ik vroeg het je op die manier omdat dat een heel gewone manier van vragen is, maar Ik dacht er in de verste verte niet aan dat je me ook maar iets onwaars zou hebben willen vertellen! Vraag het aan de Heer Zelf die toch beslist weet hoe het er in mijn hart uitziet, of ik jou, argeloos, lief meisje, van een leugen heb willen betichten! De negen mensen zijn opgewekt door de wil van de Heer en zijn ook reeds weggegaan, eveneens volgens de wil van de Heer, en de gehele zaak is daarmee afgedaan. Zuiver uit gewoonte stelde ik je echter die wat lompe vraag.en ik dacht daar eigenlijk helemaal niets bij. -Kun je daarover boos op mij zijn?"
Hoofdstuk 5: De twijfel van Cornelius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Maar op den duur ging het met het slapen ook niet omdat de vliegen hem niet met rust lieten, - kortom, Iskariot was drie volle uren lang een gekweld man en bijna aan het eind van zijn latijn. Toen zag hij echter eindelijk onze schepen aankomen en daardoor werd het hem wat lichter om het hart, en het speet hem nu al erg dat hij Mijn gezelschap had verlaten.
Hoofdstuk 6: De hebzucht van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] CYRENIUS vroeg Mij echter heel verbaasd; Heer, wat dan? Het schijnt mij toe, dat er nu toch niets meer zou kunnen zijn wat nog belangrijker zou zijn dan dat wat wij hier al allemaal hebben meegemaakt! Spreek toch, o Heer! Mijn hart beeft gewoonweg van verlangen om Uw nieuwe voorschriften en besluiten te vernemen en mij dan daaraan te houden!"
Hoofdstuk 8: Uiterlijke rust en innerlijke activiteit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Risa daarentegen observeerde zijn twee lijken en dacht er alleen maar over na, of deze met de door hem waargenomen voorbehandeling, en uiteindelijk door de kracht van Mijn naam, niet weer in het leven terug te roepen zouden zijn. Anderen om Mij heen dachten erover na, waaruit het zeer belangrijke wel zou bestaan dat Ik na de ingelaste korte rust zou doen. Kortom, ofschoon allen uiterlijk schenen te rusten, waren zij toch innerlijk in hun hart erg bezig, maar niemand zag er kop of staart aan. Philopold, Murel en Kisjonah staken de hoofden bijeen en beraadslaagden druk over wat er toch wel komen mocht. Cyrenius en Ebahl en Jarah dachten ook diep na en konden niets bedenken wat er nu nog zou kunnen gebeuren. Want zij dachten dat er geen nieuwe dingen meer te bedenken waren.
Hoofdstuk 8: Uiterlijke rust en innerlijke activiteit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] CYRENIUS zegt, terwijl hij zich tot Zinka wendt: "Vriend, ik wil niet dat mijn oordeel zo uitgelegd wordt, als zou ik de dienaren en knechten van een tiran ook dan willen laten straffen wanneer zij het in hun hart in de verste verte niet met hem eens zijn. Dat gebeurt alleen als zij het wel met hem eens zouden zijn en onverzettelijk en in zekere zin reeds zelfstandig het slechte voornemen van hun heerszuchtige tiran zouden voltrekken! Maar mensen zoals jullie, die het onmenselijke van hun onmenselijke heerser maar al te goed inzien en het in hun hart diep verafschuwen, zal ik steeds naar recht en billijkheid weten te behandelen!
Hoofdstuk 11: Het vriendelijke antwoord van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Waarom God echter niet zelden de zonde op deze wereld Iaat triomferen, terwijl de deugd vaak lijdt en tot stervens toe verdrukt wordt, daar is toch ook wel een heel goede reden voor, maar die ligt voor je tegenwoordige begripsvermogen nog veel te verborgen om hem nu te kunnen begrijpen, en dat geldt ook voor je metgezellen, die een nog veeloppervlakkiger verstand schijnen te hebben dan jij. Maar er zal nog wel een tijd komen -misschien al binnenkort waarin je helemaal zult begrijpen, zelfs met je hele hart, waarom er ook Herodessen moeten zijn!"
Hoofdstuk 11: Het vriendelijke antwoord van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Herodes nam dat ter harte en besloot af te zien van Herodias. Maar de oude slang en de jonge adder stelden alles in het werk om Herodes te verblinden. Zij wisten wanneer en waarheen hij ging en Herodias zorgde ervoor dat zij hem tegenkwam, terwijl zij er zo aantrekkelijk en verleidelijk mogelijk uitzag. Hij ging daar weliswaar niet op in, maar in zijn hart begon het toch steeds meer te gloeien, zodat hij tenslotte zelf gelegenheden begon te zoeken om de mooie Herodias zo vaak mogelijk te ontmoeten.
Hoofdstuk 13: De moordaanslag op Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Bij dat alles krabde Herodes zich achter zijn oren en zei tegen mij: 'Ik zie al verscheidene dagen wat er aan de hand is, maar wat kunnen we daar aan doen? Het zou misschien nog maar het beste zijn om de vrije toegang tot Johannes wat meer te beperken, alleen zijn bekendste leerlingen bij hem toe te laten en iedere vreemde de deur te wijzen. Want het is erg eenvoudig voor een door de vrouwen gehuurde sluipmoordenaar om onze Johannes een dolk in het hart te stoten, en dan zou het kwaad uit de tempel zijn doel bereikt hebben. Want geloof mij: ook de vrouwen zijn door de tempel bewerkt! Ik zal echter om Johannes te redden, de vrouwen en met name Herodias weer vrije toegang geven. Ga jij daarom naar Herodias en zeg haar dat zij mij van nu af aan kan en mag bezoeken!'
Hoofdstuk 13: De moordaanslag op Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] En zo ging deze kwade zaak verder tot aan de verjaardag van Herodes. Alleen een paar dagen voor die dag moet er iets tussen hem en Herodias zijn voorgevallen, omdat zij anders die paar dagen zeker niet weggebleven zou zijn. Maar juist deze paar dagen zetten het hart van Herodes voor de mooie Herodias in vuur en vlam, en de overwinning op Herodes die zij op zijn verjaardag vierde, was daardoor des te zekerder.
Hoofdstuk 13: De moordaanslag op Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Hij leert ook dat alle mensen die het eeuwige leven willen bereiken, door God onderricht moeten worden. Zij die slechts van mensen horen wat ze moeten doen, zijn nog ver van het rijk van God. Zij horen wel de woorden die afkomstig zijn van een sterfelijke tong, maar zo sterfelijk als de tong is die de woorden sprak, zo sterfelijk is dan ook het woord in de mens die het heeft gehoord. Hij slaat er geen acht op en brengt het niet door de daad tot leven. Maar het woord dat uit Gods mond komt, is niet dood, maar levend. Het zet hart en wil van de mens aan tot de daad en maakt daardoor de gehele mens levend.
Hoofdstuk 18: De leer van de Galilese profeet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Maar na een poosje komt dat de verloofde ter ore en zijn hart wordt zeer bedroefd. Geƫrgerd en boos neemt hij zich ernstig voor niet meer aan het trouweloze meisje te denken. Hoe meer hij zich dat echter voorneemt, des te meer denkt hij aan haar en heimelijk hoopt hij dat al het erge wat hij over het meisje van buitenstaanders heeft gehoord, een grove leugen mag zijn. ...
Hoofdstuk 21: Het wezen van de dorst naar kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Ik ken alle mensen en weet wat er allemaal in hun harten omgaat. Bovendien bestuur ook Ik alleen de gevoelens in het hart. Waar dat nodig is, weet Ik wat Mij te doen staat. Laten we dus opgewekt zijn en eten en drinken wat ons voorgezet is, want we hebben voor vanmiddag wat meer lichamelijke versterking nodig en zullen laat aan het avondmaal komen!"
Hoofdstuk 21: Het wezen van de dorst naar kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)