Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 541 van 1112

...  529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554  ...
[2] Al gauw kwam de stadsoudste dan ook naar ons toe met enkele van zijn mensen, nieuwsgierig om die merkwaardige mensen te leren kennen die toestemming vroegen om in een huis te blijven, dat tot nu toe alleen als schuilplaats voor vogels en allerhande dieren had gediend.Wij ontvingen hem heel vriendelijk, en aangezien Ik als het hoofd van het gezelschap werd aangeduid, vroeg hij Mij of wij misschien vluchtelingen of bannelingen waren die zich hier in deze afgelegen streek wilden verbergen. Ik stelde hem gerust wat dat betreft en maakte hem weldra duidelijk dat wij net als hij Hebreeërs waren, maar dat we de winter teruggetrokken en ingetogen wilden doorbrengen om God waardig te dienen.
Hoofdstuk 45: De onderhandelingen met de stadsoudste van Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] Maar Ik zei tegen hem dat hij zich daar absoluut geen zorgen over moest maken, omdat wij dat zelfwel zouden doen.
Hoofdstuk 45: De onderhandelingen met de stadsoudste van Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Toen de woningen nu op orde gebracht en verdeeld waren en iedereen ook een huishoudelijke taak op zich had genomen die bij hem paste, zei Petrus tegen Mij: 'Heer, wat is het hier toch behaaglijk rusten onder dit dak! O, een eigen huis zonder zorgen is toch wel iets heerlijk! Waarom hebt U iets dergelijks niet eerder gedaan? Nooit eerder hebt U ervoor gezorgd dat U een eigen plek had om te rusten; pas nu maakt U er een voor U zelf! Zouden we niet altijd hier kunnen blijven en slechts af en toe de Joden daarbuiten opzoeken om hen te onderrichten? Het zou toch wel het beste zijn als wij van nu af aan altijd hier zouden blijven; want die daarbuiten zijn het op enkele uitzonderingen na toch niet waard Uw daden te zien en Uw stem te horen!'
Hoofdstuk 46: De Heer geeft de reden voor Zijn sterven aan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Zie, van wat er nu in Mijn ziel omgaat zal nooit een menselijk hart iets ervaren; want nu moet de Mensenzoon zich tot Godszoon verheffen! Daarom wordt de Mensenzoon ook ontdaan van al Zijn macht, en dan zullen jullie, die tot nu toe om Mij heen zijn geweest, zien wat de Vader wil!'
Hoofdstuk 46: De Heer geeft de reden voor Zijn sterven aan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] Ja, er is zelfs een poging gedaan om Lazarus voor de Raad te brengen, opdat hij zich zou reinigen door alles te herroepen. Maar Lazarus is niet verschenen en zegt dat als men iets van hem wil horen, men dat ook in zijn huis te weten kan komen. De priesters hebben zijn huis echter onrein verklaard en weigeren naar hem toe te komen -waarschijnlijk alleen uit angst; want men zegt dat hij op wonderbaarlijke wijze beschermd wordt.
Hoofdstuk 46: De Heer geeft de reden voor Zijn sterven aan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] De uiterlijke zijn snel uitgelegd. Die bestonden eenvoudig uit het precies regelen van alle huiselijke werkzaamheden, die iedereen uit liefde voor zijn broeders graag op zich nam, en die bij de geringe behoeften van ons gezelschap ook niet veel tijd in beslag namen. De hoofdzaak hierbij was dat iedereen zich ongevraagd daar nuttig maakte, waar hij merkte dat er een of andere dienst verleend kon worden; want die oplettendheid is al een teken van werkzame naastenliefde, terwijl iemand met een trage geest helemaal niet opmerkt waar een of andere kleine daad van liefde verricht zou kunnen worden.
Hoofdstuk 47: De bezigheden van de Heer en Zijn leerlingen in Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Dat is waar! Want terwijl deze tijd van afzondering er voornamelijk toe diende om Mijn aardse mens voor te bereiden op de zware tijd en geschikt te maken voor de transformatie tot eeuwige, onveranderlijke Christus, moest diezelfde tijd toch ook Mijn leerlingen en met name de apostelen voorbereiden op hun toekomstige beroep, namelijk leraar voor alle mensen te worden. Het proces dat zich in Mij voltrok bleef voor alle ogen verborgen, maar hoe Mijn leerlingen zichzelf en elkaar opvoedden, zal hier nauwkeurig onthuld worden, opdat iedereen die werkelijk aan zijn innerlijke vervolmaking wil werken, daarin een richtsnoer vindt dat tot de wedergeboorte van de geest leidt.
Hoofdstuk 47: De bezigheden van de Heer en Zijn leerlingen in Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] De hoofdzaak was de geestelijke voeding! En hoe werd die nu geleid? In eerste instantie door het bewaren van een volledige innerlijke rust, die zich niet door een of andere ergernis of kleingeestige prikkelbaarheid uit zijn evenwicht het brengen -en vervolgens door het oefenen van de wilskracht die in staat is iedere hartstocht en neiging tot de tegenpool te overwinnen: Alleen iemand die zichzelf heeft overwonnen, kan ook anderen overwinnen!
Hoofdstuk 47: De bezigheden van de Heer en Zijn leerlingen in Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Het spreekt vanzelf dat Mijn leerlingen, die als meesters van het leven en leraren moesten optreden, in alles onderricht moesten zijn, wanneer Ik niet meer lichamelijk bij hen was, en derhalve dienden zij zich alles geheel en al eigen te maken.
Hoofdstuk 47: De bezigheden van de Heer en Zijn leerlingen in Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[11] Nu zal men vragen: hadden de Mijnen zich die dingen dan niet al volledig eigen gemaakt, en was er dan eerst dit teruggetrokken verblijf in een afgelegen oord voor nodig om die innerlijke heerschappij over zichzelf te bereiken?
Hoofdstuk 47: De bezigheden van de Heer en Zijn leerlingen in Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Hier moet er opnieuw op gewezen worden dat zij vroeger steeds te lijden hadden van een soort dwang, die Mijn persoon door haar aanwezigheid op hen uitoefende, en tevens doordat ieder van hen zich bewust was dat ze steeds gadegeslagen werden door al het volk dat ons steeds volgde. Iedereen weet waarschijnlijk heel goed dat het veel gemakkelijker is het kwade te vermijden wanneer men weet dat men gadegeslagen wordt - omdat daardoor een soort schaamte tegenover vreemden of ook de eerzucht om voor goed door te gaan optreedt - dan wanneer men zich volkomen vrij voelt van iedere dwang.
Hoofdstuk 47: De bezigheden van de Heer en Zijn leerlingen in Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Verder werd het innerlijke, geestelijke gezicht geoefend en steeds meer ontsloten. Niet dat Ik het innerlijke gezicht van de Mijnen Zelf opende, maar zij moesten in staat zijn om zelfhun geestelijke blik te richten op voorwerpen die zij wilden leren kennen. Dat vermogen vereist evenwel een heel speciale loutering van de ziel; want aangezien die van huis uit aards ingesteld is, kan zij natuurlijk alleen dan zuiver geestelijke dingen vanuit zichzelf schouwen, wanneer ze zich al in aanzienlijke mate heeft vergeestelijkt, of, juister gezegd, wanneer de in haar wonende geest zo machtig is geworden dat hij de ziel, die zijn lichaam moet vormen, zoveel begrippen van het geestelijke heeft bijgebracht en die zodanig met zijn licht heeft verhelderd, dat zij de geestelijke beelden ook ziet, herkent en begrijpt. Zolang alleen de uiterlijke, puur lichamelijk materiële dingen door het kunstige mechanisme van het lichaam voor de ziel begrijpelijk worden gemaakt, is die nog geestelijk blind. Zodra zij leert door het omhulsel van de uiterlijke lichamen heen te kijken, wordt ze geestelijk ziende.
Hoofdstuk 47: De bezigheden van de Heer en Zijn leerlingen in Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[14] De inwoners van Efraïm bekommerden zich zo goed als helemaal niet om ons, maar deden stil hun werkzaamheden en hielden ons voor een soort nieuwe sekte van de joden, zoals die juist in Mijn tijd niet zelden ontstonden, en ze dachten dat wij aanhangers waren van Johannes, die zich hier wilden voorbereiden op het Godsrijk dat zou komen. Omdat ze bovendien wisten en ook zagen dat wij de oude burcht weer herstelden, beschouwden ze ons pas echt als zonderlingen, waar je beter niet mee om kunt gaan, om niet door hun eigenaardigheid aangestoken te worden.
Hoofdstuk 47: De bezigheden van de Heer en Zijn leerlingen in Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] En zie, onmiddellijk hield het geraas en het geweld het water op, en in zeer korte tijd stonden de Mijnen weer op vaste grond, weliswaar flink nat, maar toch ongedeerd!
Hoofdstuk 48: De zielstoestand van de leerlingen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Maar Ik zei tegen hen: 'Wat heb Ik jullie dan wel te vergeven? Als Ik niet had gewild dat jullie op die manier in je geloof beproefd werden, had het water jullie lichamen niet kunnen omspoelen. Maar geloof voortaan met des te meer overtuiging dat waarlijk Hij in Mij woont, die het heelal regeert, en zet de verschillen die jullie bekrompen jodendom je nog heeft opgedrongen, opzij; want niemand kan tot de Vader komen dan alleen door Mij, de Zoon!'
Hoofdstuk 48: De zielstoestand van de leerlingen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554  ...