Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 541 van 1037

...  529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554  ...
[10] Want zie, Kaïn handelde tot op zekere hoogte zo onmenselijk naar de wet, omdat hij van Mijn kant niet altijd genade en bereidwilligheid ondervond, wanneer hij na een boze daad tranen van berouw vergoot. Dat kon Ik evenwel niet doen, aangezien zijn berouw alleen het verlies van Mijn genade betrof, maar nooit op Mijn liefde was gericht.
Hoofdstuk 22: Hanoch, Kaïns zoon, als wetgever - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] "Zie, Hanoch, hier in deze alleen voor jou gebouwde woning draag ik al mijn vaderlijke rechten met alle macht en al het gezag aan jou Over om mijn, jouwen al hun kinderen autonoom te leiden door wetten, gemaakt naar jouw eigen goeddunken, die zij als heilig dienen te beschouwen; want het is niet belangrijk hoe de wet luidt, want op zichzelf stelt deze weinig voor, maar het komt aan op de stipte naleving ervan en daarom zal voortaan gelden: 'Wie ernaar handelt, handelt juist, - maar wie ertegenin gaat, staat geheel in het ongelijk!', en er moet dan altijd gestraft worden met de zwaarte van de overtreding als maatstaf.
Hoofdstuk 23: De bevelen van Hanoch, de tiran - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] En toen het dan avond werd, kregen zij allemaal honger en durfden niet te eten en gingen treurig naar Hanoch en zeiden: "Heer, wij hebben de hele dag gewerkt, geef ons dus ook te eten, zoals je beloofd hebt!"
Hoofdstuk 23: De bevelen van Hanoch, de tiran - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Maar Hanoch richtte zich op en zei: "Waar zijn de vruchten van jullie arbeid? Breng die hier en laat ze me zien en breng ze naar mijn voorraadkamers, dan zal ik ieder laten geven waar hij recht op heeft!"
Hoofdstuk 23: De bevelen van Hanoch, de tiran - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] En zie, toen zij nu weer onafgebroken gewerkt hadden tot het midden van de dag, sommige verzamelden vruchten, andere bouwden nog meer huizen en woningen en voorraadkamers en sommige dienden hun vorst en zijn vrouwen zijn kinderen om het hen gemakkelijk te maken, kwamen allen weer naar zijn hoge woning en brachten hem vruchten en andere tekenen van hun vermoeiende harde werken en verlangden te eten waar zij recht op hadden, ook Kaïn met zijn vrouw.
Hoofdstuk 23: De bevelen van Hanoch, de tiran - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] En zie, toen nam Kaïn het woord en vroeg heel treurig en diep ontroerd aan Hanoch: "O Hanoch, grote vorst, mijn gewezen zoon, zeg me recht vanuit je hart en naar waarheid, zijn je vader en moeder niet uitgezonderd van alles wat je wijs en naar eigen goeddunken je onderdanen hebt bevolen? En moet ik dan gelijk gesteld worden aan mijn kinderen, gebied dan dat zij ook hun vader en moeder van voedsel moeten voorzien, want wij zijn aloud, afgemat en zeer zwak geworden. Of sta mij genadig toe hier vandaan te trekken tot aan het eind van de wereld, opdat ik de grote ellende van mijn. kinderen niet langer aan hoef te zien, daar zij onder het zware juk van de vrije gerechtigheid versmachten."
Hoofdstuk 23: De bevelen van Hanoch, de tiran - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Ik wil daarom nog eens proberen een luid geroep tot de Heer te richten; Hij zal me verhoren, of Hij laat ons ten onder gaan en zo zal het met ons dan tenslotte toch vergaan naar Zijn wil, die wij al die tijd in onze grote verblindheid zeker niet hebben herkend.
Hoofdstuk 24: De uittocht van Kaïn naar de zee - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] En toen opende de nieuwe vorst zijn mond en sprak op zeer gebiedende toon: "Mijn onderdanen, luisteren jullie allemaal, zowel de mannelijke als de vrouwelijke! Niemand beschouwe ooit wat dan ook als zijn eigendom, maar slechts als het mijne, opdat er aan het onderlinge ruziën en twisten een einde komt! Daarom zullen jullie in de toekomst alleen mij dienen en alleen ten behoeve van mijn voorraadkamers werken; afhankelijk van je vlijt zullen jullie te eten krijgen en de meest getrouwen zullen mij dichter mogen naderen dan de minder getrouwen en de opzieners en de voltrekkers van het recht en de uitvoerders van de gerechte straffen zullen betere kost krijgen. Wee de ongehoorzamen! Die zal ik naar de bergen laten verdrijven en de dieren daar zullen ze wurgen en verscheuren. Maar degenen die mijn wetten uit traagheid, onopmerkzaamheid en uit lichtzinnigheid overtreden, zullen tot bloedens toe met roeden getuchtigd worden; maar degenen die het zouden wagen mij in wat voor opzicht dan ook tegen te spreken, zullen met slangen getuchtigd worden tot in het merg van hun gebeente en hun tong zal uitgetrokken worden en aan de slangen worden toegeworpen als voedsel. En wie mij met schele ogen aan zal kijken, zijn ogen zullen uitgestoken worden, zodat hij voortaan zijn vorst niet meer kan zien. De trage echter zal een lastdier worden en zal als een lastdier behandeld worden met stokken en knuppels, zodat zijn voeten vlugger en zijn handen rapper worden.
Hoofdstuk 23: De bevelen van Hanoch, de tiran - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] En zie, toen begon Kaïn na een tijdsverloop van zevenenzeventig jaar weer tot Mij te bidden, drie dagen lang, dag en nacht zonder ophouden en hij riep aan één stuk door: "Heer, Gij rechtvaardige, Gij liefderijke, zie vol genade neer op Uw grote schuldenaar en doe met mij naar Uw heilige wil!" En deze woorden herhaalde hij vele duizenden malen.
Hoofdstuk 24: De uittocht van Kaïn naar de zee - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] En Ik kreeg medelijden met hem, omdat hij zo sterk en eindeloos ellendig riep. Zie, toen zond Ik Abel in een vlam gehuld naar hem toe en Abel sprak tot hem met de woorden die uit Mij kwamen en zei: "Kaïn, sta van de grond op, kijk me in mijn gezicht en zeg me of je mij nog herkent!"
Hoofdstuk 24: De uittocht van Kaïn naar de zee - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Toen zei Abel: "Luister dan nu! Het is de wil van de Heer mijn Vader en jouw God, dat jullie zonder vrees of schroom van alle vruchten zullen eten, die je hier maar vinden kunt; want de slang heeft je naar hier verdreven en is met al haar gif achtergebleven bij je kinderen in de stad Hanoch en zal jullie niet meer lastig vallen. Want zodra de mens zijn wil heeft weggegeven, is er voor het boze gebroed niets meer te doen; maar wie zijn wil ondergeschikt heeft gemaakt aan de slang, die is haar gevangene en het einde van zijn invloed is nabij gekomen.
Hoofdstuk 24: De uittocht van Kaïn naar de zee - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Wie echter ontsnapt is uit haar nu krachtig geworden strikken en op die manier de laatste druppels van zijn wil heeft gered en deze voor het aangezicht van Jehova op de aarde heeft neergelegd, die zal vanuit Hem een nieuwe wil gegeven worden, opdat hij in het vervolg als werktuig van de Heer zal kunnen handelen. En zo is het ook voor jou de wil van de Heer, dat jij in het vervolg naar Zijn wil zult handelen; en mochten de nakomelingen van Hanoch te eniger tijd jou of je familie vinden, dan zullen zij jou en je familie niet herkennen, omdat de liefde van de Heer jullie voorgoed geheel zwart zal branden.
Hoofdstuk 24: De uittocht van Kaïn naar de zee - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] En de naam 'Kaïn' zal van je weggenomen worden en een andere naam zal je gegeven worden en die luidt 'Atheope', dat wil zeggen 'de willoze naar de wil Gods'. Als zodanig moet je met je familie een zeer grote stevige mand vlechten van riet en biezen, zeven manshoogten lang, drie manshoogten breed en één manshoogte hoog, en deze moet je dan met hars en allerlei pek dichtmaken. En als je dit dan vlijtig gedaan hebt, moet je deze bij het grote water plaatsen en veertig dagen lang vruchten verzamelen; en als je dat gedaan zult hebben, leg dan de vruchten in de mand en ga tenslotte met z'n allen aan boord!
Hoofdstuk 24: De uittocht van Kaïn naar de zee - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] En dan zal de Heer vanuit het grote water een grote vloed op laten komen; die zal de mand met jullie erin opheffen en zal je wegdragen naar een ver land midden in dat grote water en daar zul je volkomen veilig zijn voor alle vervolgingen van Hanoch.
Hoofdstuk 24: De uittocht van Kaïn naar de zee - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] En jij Kaïn, kom nu dichter bij!" En zie, toen liep Kaïn naar zijn in vlammen gehulde broer Abel en Abel omarmde hem en zo werd hij zo zwart als kool en zijn haren werden gekroesd. En dat gebeurde ook nog bij de vijf anderen.
Hoofdstuk 24: De uittocht van Kaïn naar de zee - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  529 - 530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554  ...