Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 542 van 1112

...  530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555  ...
[13] Dat er daarbij nog veel naar voren kwam wat verkeerd, oud joods was en naar de vooroordelen van de tempel smaakte, laat zich denken, vooral omdat ze door geen enkel uiterlijk teken meer getuigen waren van Mijn kracht - die overigens, omdat die maar al te bekend waren, in de jaren dat we samen waren geen al te grote indruk meer maakte op Mijn leerlingen.
Hoofdstuk 48: De zielstoestand van de leerlingen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[14] Iedereen nu die weet hoe nodig juist dit zich uiten is, dat een reiniging van de ziel betekent, zal begrijpen hoe noodzakelijk ook de afzondering van de Mijnen was; want door wat ze zeiden konden zij zichzelf niet in gevaar brengen, maar wel anderen die naar hen luisterden. In hun gezelschap verbeterde zo de een de ander, en als het misging, wist Ik heel goed wanneer voor Mij het ogenblik weer was gekomen om te spreken. Onrijpe oren hadden echter noch Mijn woorden noch die van de Mijnen mogen horen, om de nog onrijpe vruchten niet te laten verdrogen en afvallen.
Hoofdstuk 48: De zielstoestand van de leerlingen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Velen zullen zich er nu misschien over verbazen, dat Mijn leerlingen na zoveel onderricht en bewijzen van Mijn goddelijkheid in Mij toch nog altijd in tweestrijd met zichzelf konden raken en konden gaan twijfelen. In dit verband moet er echter steeds op de zwakke, menselijke natuur gewezen worden, waarvan het overwinnen voor hen nu weer moeilijker werd dan voor jullie tegenwoordig omdat iedereen die maar enigszins gelooft Mijn hele leven nu met één blik kan overzien en Mijn overwinnen van de dood zich als voornaamste punt voor ogen stelt, terwijl destijds een ontwikkeling van hun zielen alleen mogelijk was samen met Mijn ontwikkelingsgang, waarvan dat voornaamste punt als bekrachtiging van Mijn leer immers pas het sluitstuk vormde.
Hoofdstuk 49: De zorg van de leerlingen om de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Nu gebeurde er verder het volgende: De Mijnen waren in een gesprek gewikkeld en wisselden weer eens hun meningen met elkaar uit, waarom Ik sinds enige tijd het al vaker door Mij genoemde verschil tussen de Vader en de Zoon in Mij weer benadrukte. Ze waren het in zoverre met elkaar eens, dat de Vader wel in Mij woonde en dat Mijn menselijke lichaam en ziel als de Zoon werd aangeduid. Toen bracht één van de twintig andere volgelingen de gedachte naar voren, dat het toch moeilijk te begrijpen was hoe de geest Gods gelijktijdig als mens met zijn menselijke handel en wandel in Mij kon wonen - dus als het ware ingesloten was - en toch het heelal regeerde; of Ik dus wel weet had van het regeren van het heelal, of dat de geest zich bij tijd en wijle wellicht terugtrok, zodat Ik dan enkel mens kon zijn; en ook vroeg hij zich af, hoe het met Mijn lichaam zat tijdens de slaap, of de geest Gods dan ook nog in Mij was of niet.
Hoofdstuk 49: De zorg van de leerlingen om de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] Na enkele dagen trok Ik Mij op een avond, nadat wij het avondmaal hadden genuttigd, vermoeid terug om eerder rust te nemen dan gewoonlijk, terwijl de Mijnen allemaal bij elkaar bleven. Het vertrek dat Mij in de ruime burcht tot slaapvertrek diende, lag aan het einde van het gebouw, zodat men eerst door verscheidene kamers moest lopen om daar te komen. De Mijnen zaten echter bij elkaar in een zaal die zich midden in het huis bevond.
Hoofdstuk 49: De zorg van de leerlingen om de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[19] Nu wilden de leerlingen weggaan, maar ze konden niet zo snel terug over de zwarte, verbrande kloof als toen hun bezorgdheid om Mij hen er overheen had gebracht. Ik riep hen daarom nog een keer naar Mij toe, en binnen enkele ogenblikken zagen de kamers er weer even ongedeerd uit als voor de brand, zodat ze nu zonder moeite naar hun zaal terug konden komen en zich ook snel, ieder diep verzonken in zijn eigen gedachten, ter ruste begaven.
Hoofdstuk 49: De zorg van de leerlingen om de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Jullie zullen zeggen: 'Dat kan allebei!' Als de mens nu alleen maar een machine was, zij het ook voorzien van een zelfbewuste ziel, dan zou hij alleen uiterlijk kunnen denken, dat wil zeggen zich door indrukken van zijn geheugen kennis kunnen verschaffen die alleen door onderricht is aangeleerd, ongeveer zoals men een dier africht. Het trekken van een conclusie is echter, dat de ziel vragen stelt aan een in de mens levend, innerlijk principe, dat antwoord geeft op gestelde vragen, en als geest ook in de ziel leeft en als zodanig, zoals Ik jullie al vaak heb gezegd, volmaakt is. Daarom kan er in het innerlijk van de mens ook een werkelijk spel van vraag en antwoord ontstaan.
Hoofdstuk 50: De wedergeboorte van de ziel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Alleen een mens die zijn geest in zoverre in zichzelf heeft gewekt dat zijn ziel geen aardse, omgekeerde reflecties meer weerkaatst, heeft de wedergeboorte bereikt en staat in de volledige waarheid. Natuurlijk is het niet gemakkelijk die grenzen te doorbreken, omdat de aards ingestelde ziel door het materieel aardse lichaam sterker wordt aangetrokken dan door de geest, die zich slechts zwak doet gevoelen en waarvan ze de werking graag als haar eigen werk aanneemt, als ze niet geleerd heeft het onderscheid te maken.
Hoofdstuk 50: De wedergeboorte van de ziel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Als de ziel zich nu volledig ondergeschikt heeft gemaakt aan het wezen van haar geest en ze daardoor in aards opzicht geen wensen meer heeft, zodat ze enkel en alleen nog naar het geestelijke streeft en derhalve als zelfbewuste ziel in het geestelijke is opgegaan, dan heeft de meer voltooide mens een niveau bereikt dat door de Indische wijzen als 'Nirvana' aangeduid werd, een toestand dus waarin iedere wil die gebaseerd is op vleselijke, aardse neigingen teniet is gedaan, en die ieder leven in het vlees als materieel bestaan uitsluit. Die toestand is in het materiële leven mogelijk en moet zelfs bereikt worden opdat de totale vrede zijn intrek neemt in het menselijke hart.
Hoofdstuk 50: De wedergeboorte van de ziel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[15] Maar daar Ikzelf net als jullie al die treden in Mijzelf als mens moet beklimmen -omdat Ik de Baanbreker ben voor de mensheid, die zich ondanks vele afgezanten altijd weer in dwalingen verstrikt heeft - zullen jullie tenslotte ook wel begrijpen dat Ik, om jullie dit opklimmen tot voleinding aanschouwelijk en begrijpelijk te maken, niet anders kan spreken dan Ik nu doe!'
Hoofdstuk 50: De wedergeboorte van de ziel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Ik weet wel dat jullie Mij erg liefhebben; maar die liefde betreft nu nog meer Mijn persoon dan Mijn geest. De onwankelbare liefde die helemaal geen twijfel meer kent en die zich ook bij voor jullie onbegrijpelijke dingen niet aan het wankelen laat brengen, bezitten jullie nog niet, maar enkel een geloof waaraan voorlopig alleen Mijn daden ten grondslag lagen en dat nog geen rots is, maar vermengd is met losse aarde, die door de regenbuien van het leed nog weggespoeld kan worden.
Hoofdstuk 51: Wenken voor het veredelen van de ziel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] Ik antwoordde: 'Wie naar vereniging met God streeft, zal eerst proberen Zijn wil te vervullen en zijn eigen wil ondergeschikt te maken; want alleen de in de mens levend geworden en daadkrachtige wil van God kan en zal nooit schipbreuk leiden. Maar als de mens eigenwijs is en probeert iets uit te voeren, zonder zich erom te bekommeren of zijn voorgenomen daad ook overeenstemt met Gods wil, moet hij niet verbaasd zijn als die daad niet in zijn voordeel uitvalt.
Hoofdstuk 51: Wenken voor het veredelen van de ziel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Dat gevoel van kracht waar jij over spreekt, is vaak niets anders dan geestelijke hoogmoed, die zich verheven voelt boven andere menselijke broeders en daarom iets buitengewoons wil presteren om zijn eigen ijdelheid te bevredigen of ook vanuit een ziekelijke behoefte om door anderen bewonderd te worden. Hoed je dus voor die eigenschappen; want Mijn aanhangers moeten arm van geest zijn, zoals jullie weten, opdat zij alles van Mij ontvangen en God werkelijk kunnen zien! Maar degenen die zich geestelijk rijk wanen, zijn nou juist degenen die menen volmaakt te zijn, met hun zelfoverwinning pronken en geestelijk hoogmoedig worden.
Hoofdstuk 51: Wenken voor het veredelen van de ziel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[17] Oefen jezelf daarin, opdat jullie innerlijk oog zich meer gaat openen en jullie bij jezelf ervaren wat de geest allemaal kan openbaren, wanneer hij in jullie levend is geworden! Hoe dat gebeurt, weten jullie heel precies van Mij; handel daar dan ook naar!'
Hoofdstuk 52: De wedergeboorte van de geest - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[18] De leerlingen trokken zich nu allemaal terug en dachten veel na over Mijn woorden, die zij zeer ter harte namen.Vooral Petrus -die zich tot nu toe weinig had beziggehouden met de eigenschappen die de geest aan de ziel kan geven -was degene die zich nu sterk beijverde zijn geestelijke oog open te houden, om zichzelf en zijn omgeving beter te leren kennen.
Hoofdstuk 52: De wedergeboorte van de geest - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  530 - 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555  ...