17481 resultaten - Pagina 543 van 1166
... 531 - 532 - 533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 ...
[9] In de catacomben van Rome en in de paapse burchten van Spanje en Italië en hier en daar ook van het Duitse rijk bevinden zich nóg veel belangrijke handschriften uit Mijn tijd; maar de ook nu nog grootste hebzucht, heerszucht en zucht naar pracht en praal van de hoer van Babel laat daarvan niets onder de mensen komen, en wel uit vrees en grote bezorgdheid dat ze zichzelf nu geweldig zou verraden en aan iedereen strenge rekenschap zou moeten afleggen over de reden waarom zij de mensen zoveel eeuwen de waarheid heeft onthouden. Aangezien die smadelijke reden voor ieder denkend mens zonder meer duidelijk is, is het werkelijk niet nodig die hier nog nader toe te lichten.Hoofdstuk 25: Over de geestelijke omstandigheden in de eeuwen na Christus tot in de tweede helft van de 19de eeuw De geestelijke wending door het instralen van het goddelijke licht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Wat heeft men zich verzet tegen het licht van Mijn heldere bliksem der wetenschap, die overal van het oosten naar het westen, alles wat er op aarde is opnieuw helder begon te verlichten, en wel reeds driehonderd jaar geleden! En het licht ervan schijnt nu steeds helderder, en wel zodanig dat in deze tijd zelfs de meest geheime en verborgen vertrekken van de vroeger zo grote en machtige hoer van Babel als bij klaarlichte dag open liggen!
Hoofdstuk 25: Over de geestelijke omstandigheden in de eeuwen na Christus tot in de tweede helft van de 19de eeuw De geestelijke wending door het instralen van het goddelijke licht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Dan zeg Ik: wat een kleingeestige vraag! Kijk naar het licht van Mijn bliksem, dat van dag tot dag steeds lichter en machtiger wordt! Hoe kan de oude duistere, heidense Babylonische wonderonzin, waarvan het bedrog tot in alle hoeken en gaten aan het licht is gebracht, zich nog staande houden naast de duizenden, nu geheel mathematisch bewezen waarheden, die voor alle mensen vrij te gebruiken zijn en open staan, uit alle vakgebieden van de wetenschappen en techniek?
Hoofdstuk 25: Over de geestelijke omstandigheden in de eeuwen na Christus tot in de tweede helft van de 19de eeuw De geestelijke wending door het instralen van het goddelijke licht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Mijn wil is niet te weerstaan! Ik laat de mensen weliswaar voortdurend hun vrije wil waar het de bijzonderheden betreft; maar in het algemeen ben Ik de Heer en houd Ik geen rekening met de machtigen van deze aarde! De tijd van het licht is er nu en kan door geen aardse menselijke macht meer tegengehouden worden.
Hoofdstuk 25: Over de geestelijke omstandigheden in de eeuwen na Christus tot in de tweede helft van de 19de eeuw De geestelijke wending door het instralen van het goddelijke licht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Lange tijd heb Ik met het grootste geduld het spel van de zwijnen aangezien, zoals tijdens Mijn aardse leven de zwijnenhoeders in Gadara hun zwijnen; maar er waren twee erg bezetenen in de oude basaltgroeven -want Gadara was een oude mijnstad.
Hoofdstuk 26: Over de weggeworpen hoeksteen - waarvan de tijd nu gekomen is - en over het einde van de valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Maar omdat die geesten wel zagen dat het Mij ernst was, vroegen ze Mij hun toe te staan in de zwijnen te varen, en de twee werden vrij en loofden Mij, hoewel de Gadarenen Mij daarna vroegen hen te verlaten, omdat ze te bang voor Mij waren. En zo zullen in de toekomst ook de echte geest van de wereld en zijn bedrijvigheid Mij loven, omdat hij door de macht van Mijn licht bevrijd is van het legioen van zijn kwade, zelfzuchtige geesten, die weliswaar in hun zwijnen voeren, maar daarmee ook in de zee ten onder gingen.
Hoofdstuk 26: Over de weggeworpen hoeksteen - waarvan de tijd nu gekomen is - en over het einde van de valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Ze hebben een kuil gegraven voor Mijn oerlicht uit de hemelen om het daarin te verbergen voor de ogen van de mensen en hen tot hun werelds voordeel in duisternis te houden; maar Ik heb het licht vrijgemaakt, en nu storten ze zelf in het door hen gegraven graf, waarin Mijn hemelse oerlicht had moeten verstikken en ten onder gaan.
Hoofdstuk 26: Over de weggeworpen hoeksteen - waarvan de tijd nu gekomen is - en over het einde van de valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Als Ik Zelf tegen de apostelen heb gezegd dat ze niemand mochten oordelen, verdoemen of vervloeken, opdat datzelfde, van Mij uitgaand, hen niet zou overkomen -wie heeft hun dan het recht verleend om diegenen die door Mijn geest de zuivere waarheid hebben gezocht en nog zoeken, te veroordelen, te verdoemen en hun de meest verschrikkelijke en afschuwelijke banvloeken op te leggen?! Daarom zullen ze zelf in die kuil geworpen worden, die zij voor vele miljoenen mensen hebben gegraven, en daarin zullen hun kwade werken eveneens onverbiddelijk en zonder enig erbarmen gericht worden en zullen ze hun beloning ontvangen.
Hoofdstuk 26: Over de weggeworpen hoeksteen - waarvan de tijd nu gekomen is - en over het einde van de valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] Hoe vaak hebben ze al niet naar China en Japan, waar veel goud, zilver en andere schatten zijn, hun brutaalste zendelingen gestuurd! Zolang ze hun schaapskleren niet aflegden, werden ze geduld en trokken ze velen naar zich toe ter wille van de voorgewende leer van de hemelse vrede; maar toen ze eenmaal -zoals men pleegt te zeggen -warm liepen en hun schaapskleren hun ongemakkelijk begonnen te zitten en ze begonnen denken dat ze nu in hun ware, innerlijke gedaante hun gang konden gaan, werden ze ook onmiddellijk herkend in alle dingen die ze eigenlijk wilden, en men greep hen en gaf ze hun welverdiende loon.
Hoofdstuk 26: Over de weggeworpen hoeksteen - waarvan de tijd nu gekomen is - en over het einde van de valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Als men in Babel bericht ontving over hun verdiende, kwade lot, verklaarde men hen met veel staatsie heilig, hoewel Ikzelf heb gezegd en geleerd dat alleen God heilig is. Maar tegen zulke heiligen kan Ik alleen maar zeggen: 'Ik ken jullie niet en heb jullie nooit gekend; ga dus uit Mijn ogen en zoek jullie heil en beloning bij degenen in wier naam jullie hebben gepredikt en gehandeld! Want in Mijn naam hebben jullie nooit gepredikt en nog minder gehandeld; want sinds jullie kinderjaren hebben jullie tegenover niemand een daad van ware naastenliefde verricht, zoals Ik die geleerd heb, omdat jullie nog nooit in Mij hebben geloofd maar alleen Mijn naam tot jullie wereldse voordeel hebben misbruikt, en daarom hebben jullie van Mij ook geen loon en geen genade te verwachten. Ga nu dus maar naar degenen die jullie hebben gediend en verlang je beloning van hen!'
Hoofdstuk 26: Over de weggeworpen hoeksteen - waarvan de tijd nu gekomen is - en over het einde van de valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Denk je dat er op de huidige omstandigheden grote godsdienstoorlogen zullen volgen? Dat zou wel het geval zijn, als de man in Babel nog zijn vroegere macht over koningen en volkeren bezat en het grootste deel van de mensen nog even dom en verduisterd zou zijn als driehonderd jaar geleden; maar de tegenwoordige aanhang van het oude, eens zo machtige Babel is heel klein geworden, en de mensen zijn door Mijn bliksem al teveel verlicht geraakt. Zelfs de meest eenvoudige landman met zijn hele gezin gelooft niet meer dat de duivel de stoommachines op zee en op het land in beweging zet ter wille van een aan hem verkochte ziel, of dat de duivel via de draden van de telegrafen heen en weer springt en huppelt en aan groten en kleinen de verlangde berichten uit verre landen en plaatsen brengt.
Hoofdstuk 27: De onmogelijkheid van meer godsdienstoorlogen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Maar desondanks zal het tot allerlei gevechten en kleine oorlogen komen, ter verdeemoediging van alle machthebbers die Mijn licht willen tegenhouden. Want van nu af aan zal Ik met al die machthebbers geen geduld en mededogen meer hebben. Dat kun je wel geloven, omdat Ik het je Zelf verkondig.
Hoofdstuk 27: De onmogelijkheid van meer godsdienstoorlogen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Denk er zelf over na, of in jouw land niet van alle kanten de uiterst bittere gevolgen van die ondoordachte daad luid op die manier spreken! Het is nu zaak zo'n fout weer heel gauw goed te maken, anders komt die boosaardige, dood brengende, algemene brand daar nog bij* (* Waarschijnlijk wordt hier gedoeld op het concordaat van 1855, dat de kerk verregaande invloed gaf op gebieden als onderwijs, opvoeding, huwelijk en dergelijke. De oorlog tussen Oostenrijk, Frankrijk en Italië in 1859 en de oorlog tussen Oostenrijk, Italië en Pruisen van 1866 waren er het gevolg van.)
Hoofdstuk 27: De onmogelijkheid van meer godsdienstoorlogen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Als de zaak zo ter hand genomen zou worden, zou het geen gebrek hebben aan allerlei goede vrienden van buiten en nog meer van binnen; maar wie zal ooit nog een huis vertrouwen schenken, waarvan men niet meer weet door wie de huisheer zich tenslotte allemaal de wet moet laten voorschrijven om nog een poosje huisheer te lijken?
Hoofdstuk 27: De onmogelijkheid van meer godsdienstoorlogen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Onder alle omstandigheden sta Ik nu weer aan het hoofd, en dan kan geen wanorde ten nadele van degenen die zich naar Mij richten, bestaan. Dit jaar zal Ik met het land waarin jij leeft, nog een beetje geduld hebben; maar niet veellanger, al zouden ook vele van Mijn oude vrienden nog in hun lichaam en in alle liefde en trouw daar wonen. De Mijnen en de nieuw verlichten zullen wel behouden blijven, maar alle anderen zullen getuchtigd worden.
Hoofdstuk 28: De toekomst van de ceremoniële kerk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)