Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 545 van 1490

...  533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558  ...
[4] Hij ging naast mij zitten en vertelde ons wat hij in de vroege ochtend gezien en waargenomen had, en trok daaruit de conclusie dat wij ook deze avond hetzelfde verschijnsel nog eens zouden zien, en hij was dan ook voornamelijk naar ons toegekomen om ons daar ten eerste op te wijzen, maar om er ten tweede ook zelf getuige van te zijn hoe het lichtwolkje zou ontstaan en van welke kant en langs welke weg het naar dit torenhuis zou komen. Hij had namelijk het plan opgevat, om afstand te doen van de veelgoderij en het geloof in één God in te voeren; in de eerste plaats werd hij daartoe genoodzaakt door zijn droom, die drie keer hetzelfde was, en ten tweede door het merkwaardige verschijnen van het lichtwolkje; en als het zich ook deze avond -voor de derde keer -zou vertonen, zou hij het voornemen waarover hij nu sprak des te vastbeslotener volledig ten uitvoer brengen.
Hoofdstuk 180: Het lichtwolkje verschijnt voor de derde keer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Terwijl wij onder elkaar nog over het een en ander spraken, maar ondertussen onze ogen steeds gericht hielden op de omgeving waaruit het lichtwolkje al twee keer gekomen was, ontdekten wij het ook vandaag voor de derde keer, en allemaal barstten wij uit in een groot gejuich, toen hetzelfde lichtwolkje zich boven de verre horizon verhief en zich nogmaals snel naar ons toe begon te bewegen. Binnen enkele ogenblikken had het ook weer mijn torenhuis bereikt en net als gisteren tot op halve hoogte omhuld. Deze derde keer voelden wij een nog grotere blijdschap en voelden ons nog meer gesterkt en het gevoel sterfelijk te zijn had ons geheel en al verlaten. Het wolkje gaf deze avond zo'n sterk licht, dat wij daardoor geen enkele ster meer konden zien aan het firmament.
Hoofdstuk 180: Het lichtwolkje verschijnt voor de derde keer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Na deze woorden zweeg het wolkje weer, verliet spoedig daarna ook mijn torenhuis en trok zich weer terug naar het oosten, op dezelfde manier als het zich de eerste twee keer teruggetrokken had. Wij staarden nog een vol uur naar de plek waar het wolkje voor onze ogen verdwenen was, en wilden het eigenlijk nog eens te zien krijgen; maar het was tevergeefs. Het was echter eigenaardig dat er spoedig na het verdwijnen van het geheimzinnige wolkje een sterke zuidoosten wind opstak en de zee in een sterk golvende beweging bracht, wat mij noodzaakte om de lichtschaal te laten aansteken. Wij zouden nog langer op het bordes bij elkaar zijn gebleven, als de wind met steeds harder was gaan waaien; maar omdat hij na een uur te hevig was geworden, bleef ons niets anders over dan het huis weer binnen te gaan. .
Hoofdstuk 180: Het lichtwolkje verschijnt voor de derde keer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Er is nu weliswaar veel ellende en allerlei nood onder de mensen op deze aarde. Er zijn allerlei lichamelijke ziekten, die de mensen vooral zelf veroorzaakt hebben doordat ze de levensweg hebben verlaten die God hun getrouw geopenbaard heeft. Door hun almaar toenemende liefde voor de wereld en haar gericht en dood begonnen zij ook op de wegen van de wereld en haar gericht en dood te wandelen, en zodoende riepen zij dan ook noodzakelijkerwijs al die vele ellende en alle nood over zich.
Hoofdstuk 181: Natuurfilosofische opvattingen (12.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Alles zou derhalve door de kracht van de aarde, de zon, de elementen en de planeten en alle andere hemellichamen ontstaan zijn. Deze zijn volgens hen in zichzelf nog heel grof en ruwen nemen pas in hun voortbrengselen een soort verzachting en ontwikkeling aan; maar zelfs de meest voegzame voortbrengselen zouden uiteindelijk nog veel te zwak zijn om zich tegenover de grote grofheid en ruwheid van de eerder genoemde oerkrachten te handhaven, en ze zouden zich tenslotte moeten laten welgevallen om door die krachten vernietigd te worden. Alleen die mens zou gelukkig en wijs genoemd kunnen worden, die de tijd dat hij leeft voor zichzelf zo aangenaam mogelijk weet te maken en als een wereldwijs mens zijn grootste geluk in het eeuwige niet-bestaan te zoeken. En dat is dan ook de achtergrond van waaruit één van jullie filosofen zei: 'Ga heen, eet, drink en doe maar raak; want na de dood bestaat er geen genoegen meer!'
Hoofdstuk 181: Natuurfilosofische opvattingen (12.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Zien jullie, Mijn geliefde vrienden, dat Ik ook de wereldse wijsheid van jullie filosofen heel goed ken en al heel lang maar al te goed gekend heb ? En Ik zeg jullie dat er onder alle ellende en alle nood van de mensen niets ergers bestaat dan hun geestelijke blindheid. Want daaruit ontspringen onvermijdelijk alle andere kwaden onder de mensen en deze zullen net zo lang bestaan als er Epicurussen zullen zijn in alle mensengemeenschappen; want de wereldse geest van zulke wijzen bederft door zijn verleidelijke voorbeeld maar al te gauw vele duizenden.
Hoofdstuk 181: Natuurfilosofische opvattingen (12.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Weliswaar zou het ook nu zo moeten zijn onder de mensen; maar in deze middelste ontwikkelingsperiode van de mensen die nog niet gezuiverd zijn door het grote levensvuur, zal het toegelaten blijven, maar vanaf nu geen volle 2000 jaar meer. Daarna zal de geest bij de mensen echter sterk de overhand krijgen en zal men op aarde geen afgemeten mijn en dijn meer zien, noch erover praten.
Hoofdstuk 182: Over komende dingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Op dit moment kunnen deze dingen echter niet veranderen, daarom moeten jullie, rijken en machtigen, ware vrienden zijn ten aanzien van jullie arme broeders en zusters en hun liefde betonen; voedt de hongerigen, laaf de dorstigen, kleed de naakten, troost de droevigen en verlos de gevangenen, die door jullie hebzucht, door jullie macht en jullie wetten onnodig wegkwijnen in de kerkers van hun lichaam, maar nog meer in de kerkers van hun zielenacht! Ga hen bevrijden, dan zal Ik jullie verlossen uit de macht van de dood en het gericht!
Hoofdstuk 182: Over komende dingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Kijk, de liefde voor de wereld en de materie brengt dat teweeg! Zolang een ziel aan de bezittingen en rijkdommen van deze wereld hangt en die van rechtswege als haar volledig eigendom beschouwt en daarom ook ieder mens straft, die zich er in geval van nood vanwege zijn armoede aan zou kunnen vergrijpen of er zich al eens aan vergrepen heeft, zolang zal zij dit gevoel noch in deze noch in de andere wereld ooit helemaal kwijtraken; want alle materie is gericht en dus dood ten opzichte van de vrije geest. Maar als een ziel aan de dode materie gehecht is, kan ze ook geen ander gevoel hebben dan alleen dat van de dood.
Hoofdstuk 183: De verlossing van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Wat heeft een mens eraan, als hij alle schatten van de aarde zou bezitten en zich daarmee alle denkbare soorten van vermaak zou kunnen verschaf fen, maar daardoor schade aan zijn ziel zou lijden? Zullen al deze schatten hem wel uit de harde ketenen van de dood kunnen verlossen?
Hoofdstuk 183: De verlossing van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Onthoud wat Ik jullie bovendien nog verkondig! Als er op aarde eenmaal heel veel Epicurussen zullen zijn, zal er door God ook weldra een algemeen gericht over alle mensen op deze aarde toegelaten worden, en dan zullen' we wel zien of er weer ergens mensen zullen opstaan, die met de meetlat in de hand tegen hun medemensen durven zeggen: 'Kijk, dit grote stuk land heb ik afgemeten, ik heb er de grenzen van aangegeven en verklaar het tot mijn volkomen onaantastbaar eigendom, en wie de brutaliteit heeft om mij dat te betwisten of alleen maar te zeggen: 'Vriend, ieder van ons heeft, als hij maar de macht en de middelen ervoor heeft, het recht om jou dit ingebeelde recht uit handen te rukken!', die bestraf ik met de dood! ,
Hoofdstuk 182: Over komende dingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Ik zeg jullie: dan zullen dergelijke mensen er nooit meer zijn! Want als Ik de volgende keer op deze aarde zal komen, om gericht te houden over zulke dode epicuristen, maar ook om het loon des levens te geven aan degene die uit liefde voor God en zijn naaste veel ellende en nood geduld en verdragen heeft, dan zal de aarde met geen enkele meetlat meer opgemeten worden tot het voordeel van iemand alleen, maar waar men staan zal, zal men ook kunnen oogsten en in zijn behoeften kunnen voorzien; en de mensen zullen elkaar goed ondersteunen, maar niemand zal zeggen: 'Kijk, dat is mijn eigendom en ik ben er heer over!' Want dan zullen de mensen inzien dat Ik alleen de Heer ben, maar dat zij allemaal broeders en zusters zijn.
Hoofdstuk 182: Over komende dingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Maar nu nog een kleine vraag: heeft de oude priester op Patmos deze leer, die U uitvoerig tot ons hebt gericht, ook net zo in zijn geheel en volledig in de geest gehoord, als wij die hier gehoord hebben?'
Hoofdstuk 183: De verlossing van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Maar Ik hielp hen gauw uit deze verlegenheid door te zeggen: 'Welnu, Kado, vraag jij maar, als niemand anders durft te vragen!'
Hoofdstuk 183: De verlossing van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Welnu, deze mensen zijn wat hun handelen aangaat bijna zoals een mens volgens Uw leer moet zijn. Wat missen zij eigenlijk om te kunnen worden wat wij nu door Uw genade geworden zijn? En als zij sterven, zullen hun zielen na de dood van hun lichaam dan voortleven, en hoe dan, gelukkig of ongelukkig? Ik heb steeds met aandacht naar deze zonderlinge mensen gekeken, hoewel ik mij nooit zodanig in hun leer heb kunnen vinden, dat die voor mij maatgevend zou kunnen zijn. Heer en Meester, geef ons ook daar opheldering over, en ook over de manier waarop zij tot uw leer bekeerd zouden kunnen worden!'
Hoofdstuk 184: Het verschil tussen epicuristen en cynici in geestelijk opzicht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  533 - 534 - 535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558  ...