Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 547 van 1490

...  535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560  ...
[8] Toen wij ons met z'n allen bovenop de heuvel bevonden, waar veel plaats was ging Ik op een klein rotsblok staan dat midden op de heuvel lag en precies een halve manslengte hoog was, en op dit punt, waar alle aanwezigen Mij goed konden zien en horen, zei Ik: 'Luister! Op deze steen, waar Ik nu op sta, stond eens Mijn knecht Jozua! Het is weliswaar voor de mens niet van levensbelang, maar toch doet het geen enkele ziel kwaad als zij thuis is in de geschiedenis van de oudheid, want een ziel die goed thuis is in de geschiedenis van de tijden en volkeren zal niet zo gemakkelijk tot bijgeloof vervallen als een ziel, die geen juiste kennis heeft van de oudheid en daarom alles ofwel naar het rijk der fabelen verwijst die voor haar geen waarheid zijn, ofwel naar het terrein van het bijgeloof, waarvan een mens dan weldra gemakkelijk alles letterlijk aanneemt, wat hij ergens aan bijzonders gehoord heeft.
Hoofdstuk 188: De Heer met de Zijnen op de heuvel Araloth (26.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] En kijk, zo vergaat het nu de meeste joden, waarvan sommigen Jozua als een mythische figuur beschouwen en onder elkaar zeggen dat hij in werkelijkheid helemaal nooit bestaan heeft en waarvan weer andere blind -, licht en kleingelovigen de geschiedenis van deze profeet helemaal letterlijk aannemen zoals die in het boek geschreven staat. Maar ook dat is een even grote dwaasheid, waaruit al hele grote twistpunten en allerlei ongeloof, bijgeloof en een groot aantal dwalingen zijn voortgekomen!
Hoofdstuk 188: De Heer met de Zijnen op de heuvel Araloth (26.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Op deze heuvel werd ook al het goud en zilver en alle edelstenen, die de Israëlieten uit de verwoeste stad haalden, ter ere van God voor de ark des verbonds neergelegd, en ook deelde Jozua op deze heuvel alle Israëlieten het gebod mee volgens de wil van God, dat de verwoeste stad nooit meer opgebouwd moest worden, en dat degene die dat toch zou doen en het werk zou beginnen aan te pakken, door God daarvoor gestraft zou worden. - En zo weten jullie nu wat deze heuvel te betekenen heeft.
Hoofdstuk 188: De Heer met de Zijnen op de heuvel Araloth (26.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Hierop nam Kado het woord en zei tegen Petrus: 'En toch was dat de Jordaan! In deze tijd bevat die steeds heel weinig water en op de plaats waar er een brug gebouwd is, is hij ook vanwege de engte van het dal op zijn smalst; maar een half uur verder naar het zuiden wordt de rivier alweer veel breder en in de omgeving van de Dode Zee, niet ver van hier, wordt hij zelfs heel erg breed.'
Hoofdstuk 189: Over de plaats van de oude stad Jericho - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Zoals velen van jullie zullen weten heeft Jozua, toen hij de Israëlieten onder voortdurend geleide van de Heer vanuit de woestijn het beloofde land binnenleidde, een groot aantal tekenen en wonderen gedaan; ten eerste is dat feitelijk waar maar ten tweede hebben zijn leiding en daden tevens een geestelijke zin, die nu helaas door geen enkele Jood meer begrepen wordt. Daarom wordt er dan ook overal door de Farizeeën over het handelen en de daden van Jozua zoveel onzinnigs verkondigd en geleerd; het is dan ook niet zo verwonderlijk dat joden die enigszins helderder denken zich herhaaldelijk erg gestoten hebben aan de leer van Mozes en de profeten. Daarom heb Ik jullie nu dan ook naar deze heuvel en juist naar deze plaats gebracht, waarop Jozua bij de verovering van de oude stad Jericho zijn eerste grote wonderdaden verricht heeft, zoals de geest van de Heer hem geboden had.
Hoofdstuk 188: De Heer met de Zijnen op de heuvel Araloth (26.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Deze rots, waarop Ik nu sta en voor jullie die oude geschiedenis weer in herinnering roep, bestaat uit de twaalf stenen, die evenzo vele priesters toen het volk met droge voeten de Jordaan overtrok, uit het midden van de Jordaan hierheen gebracht hebben en deze ten teken van de wonderbaarlijke leiding door Gods macht hier geplaatst en samengevoegd hebben op de manier zoals ze er nu nog steeds zijn. Daardoor gaf Jozua het volk symbolisch te kennen dat de twaalf stammen van Israël, voorgesteld door de hier bij elkaar gelegde en samengevoegde twaalf stenen, ook één vast lichaam vormen en zo als een verenigd en machtig volk onder de wetten, de bescherming en de leiding van God als een gericht tegenover alle heidenen moeten staan en ook als een harde rots zijn, waaraan allen zich kunnen stoten die in strijd met Gods wil handelen.
Hoofdstuk 188: De Heer met de Zijnen op de heuvel Araloth (26.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Door deze woorden van Kado waren Petrus en ook de andere leerlingen, die gisteren ook niet gemerkt hadden waar en wanneer wij de Jordaan overgestoken waren, helemaal gerustgesteld.
Hoofdstuk 189: Over de plaats van de oude stad Jericho - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Daarop bekeek Petrus zoals ook de andere leerlingen de stenen waarop Ik stond, iets nauwkeuriger en zei, nadat hij een poosje had staan nadenken: 'Maar hoe hebben enkel die twaalf priesters deze grote en zeer zware stenen uit de rivier kunnen tillen en ze vervolgens over die grote afstand hierheen kunnen brengen? Waren die twaalf priesters dan soms reuzen, zoals Simson?'
Hoofdstuk 189: Over de plaats van de oude stad Jericho - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Nu zei Ik: 'Hoe kun jij zoiets nu nog vragen, terwijl je aan Mijn zijde toch al zoveel tekenen van de kracht van Gods geest hebt gezien?! Ben je soms vergeten watje allemaal bij de oude Marcus in de buurt van Caesarea Philippi hebt gezien, en weet je niet meer hoe Rafaël nog maar een paar dagen geleden in de het huis van Lazarus die oude, ijzeren zuil opgetild heeft, en nog duizend andere tekenen?! Hoe kun je dan nog vragen terwijl je al die dingen hebt gezien, hoe de twaalf priesters van Jozua deze stenen uit de Jordaan hierheen hebben kunnen brengen? Was Gods kracht ten tijde van Jozua soms kleiner dan nu? Denk daar eens over na en vraag Mij verder geen dingen meer die een gewillig kind in de wieg al kan begrijpen!'
Hoofdstuk 189: Over de plaats van de oude stad Jericho - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Na deze opmerking van Mij begrepen allen nu hoe de twaalf priesters deze stenen heel gemakkelijk uit de rivier hierheen hadden kunnen brengen.
Hoofdstuk 189: Over de plaats van de oude stad Jericho - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Hierop vroeg Kado: 'Uit het boek Jozua is bekend, en ook Uzelf hebt het nu heel in het kort aangeroerd, dat Jozua op Gods bevel iedereen met een onontkoombare harde straf bedreigd heeft, die het zou wagen de verwoeste oude stad weer opnieuw op te bouwen - en kijk, toch wonen wij in het nieuwe Jericho! Hoe komt het dan dat er in deze tijd toch een stad Jericho staat, op bijna dezelfde plaats waar eens het oude Jericho gestaan heeft? Heeft God soms achteraf Zijn dreigement ingetrokken en toch een nieuw Jericho laten ontstaan?'
Hoofdstuk 189: Over de plaats van de oude stad Jericho - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Maar het is toch een opmerkelijke en wonderlijke omstandigheid, dat die vreselijke uitwaseming zich nooit uitbreidt tot buiten het gebied van die woeste plaats, en dus kan men hier in het nieuwe Jericho heel gezond leven, terwijl iemand, die zich ook maar enkele uren op die woeste plek zou ophouden, dat met zijn leven zou moeten bekopen. Voorzover ik weet heeft men deze plek vroeger ook wel gebruikt om misdadigers, die volgens de wetten de dood verdiend hadden, tijdens zo'n vreselijke uitwaseming naar die plaats te brengen, waar ze dan meer dan een uur lang moesten blijven. Men zegt dat de meesten om het leven gekomen zijn. Van degenen die echter levend terugkwamen zei men, dat de goden hun genadig waren; maar toch bleven ze daarna ziekelijk en leefden niet lang. En dat is een gemakkelijk te begrijpen reden, waarom tot op heden nog geen mens een woning op die woeste plaats gebouwd heeft en dat waarschijnlijk ook nooit zal doen - zoals het ook voor geen enkel mens goed is in de buurt van de Dode Zee, aan de zeer woeste oevers ervan lang te blijven, vooral wanneer een wind vanaf de watervlakte je tegemoet waait. Maar toch is het goede van deze woeste plaats dat de wind haar vreselijke uitwaseming nooit buiten haar stenen grenzen kan verspreiden.
Hoofdstuk 189: Over de plaats van de oude stad Jericho - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Reeds de voorouders van Lot waren ervoor gewaarschuwd dat ze zich niet in deze streek moesten vestigen en er geen steden moesten bouwen. Aangezien ze het ondanks de waarschuwing toch deden, werd hun aangeraden om een zo kuis en rein mogelijk leven te leiden; want alleen een kuis en daardoor ook levenskrachtig mens met een sterke, van Gods geest vervulde ziel kan weerstand bieden aan alle kwade en grove natuurgeesten, en zij kunnen zijn lichaam niet schaden Maar de eerder genoemde mensen volgden ook deze raad niet op en gingen binnen zeer korte tijd over tot allerlei geilheid, werden afgodendienaren en leidden een uiterst losbandig en onnatuurlijk brassend leven.
Hoofdstuk 189: Over de plaats van de oude stad Jericho - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[23] Jozua, die evenals zijn priesters een zuiver en van Gods geest vervuld mens was, had de inwendige, vernietigende uitbarsting van die plaats wel kunnen voorkomen; hij heeft de slechte natuurgeesten voor altijd steeds verder van deze plaats verbannen en hun voor hun activiteit een plaats onder de bodem van het water van de Dode Zee toegewezen. Maar desondanks moest hij de mensen heel nadrukkelijk verbieden om op die gevaarlijke plaats ooit weer een stad te bouwen, wat tot op de dag van vandaag ook in acht genomen is en ook in de toekomst in acht genomen zal worden.
Hoofdstuk 189: Over de plaats van de oude stad Jericho - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Kijk, op de aarde zijn er bepaalde plekken en dikwijls meer uitgestrekte vlakten, waar het voor mensen en ook voor dieren niet goed is om te wonen, omdat daar vanuit het inwendige van de aarde -om voor jullie Grieken begrijpelijk te spreken -zich op bepaalde tijden kwalijke dampen omhoog werken naar de oppervlakte; deze dampen zijn afkomstig van de onderaardse zwavel -, steenkool en giftig metaal bevattende lagen. En deze oude plaats, die ongeveer een halfuur hier vandaan ligt, is ook zo'n plek, en tegenwoordig erger dan ten tijde van Abraham en Lot, toen tegelijk met Sodom en Gomorra Jericho en ook nog andere steden gebouwd werden -maar natuurlijk door de voorouders van Lot, die destijds over deze streek heersten, tot aan de zee toe!
Hoofdstuk 189: Over de plaats van de oude stad Jericho - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  535 - 536 - 537 - 538 - 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560  ...