17481 resultaten - Pagina 56 van 1166
... 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 ...
[11] Aanvankelijk was er natuurlijk wel flink verzet; maar omdat het volk door de priesters en bij tijd en wijle ook door de commandant zelfheel goed onderricht werd, zag het ook al gauw de oude dwalingen in en voelde het zich uitermate gelukkig in het kennen van de zuivere waarheid, en Ik liet zeker niet na om iedere trouwe belijder van Mijn leer in woord en daad Mijn kracht te schenken.Hoofdstuk 118: Het vertrek van de Heer uit Afek De Heer onderweg naar Bethsaïda - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Ten tijde van de grote nood in Jeruzalem en in heel Judea diende ook de stad Afek als een toevluchtsoord voor de vluchtende Joden die Mijn leer volkomen aanhingen, en allen die daarheen kwamen werden er goed opgenomen.
Hoofdstuk 118: Het vertrek van de Heer uit Afek De Heer onderweg naar Bethsaïda - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Dat is zo in het kort een overzicht, dat laat zien hoe het in deze steden en plaatsen in de loop van de tijd verder ging met Mijn leer.
Hoofdstuk 118: Het vertrek van de Heer uit Afek De Heer onderweg naar Bethsaïda - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Toen ik en nog enkelen van mijn buren die werkelijk zeer wijze leer van de oude hadden gehoord, besloten wij om naar geloof en daad geheel en al joden te zijn maar voor de wereld Grieken te blijven, om geen onderdanen te worden van de uiterst zelfzuchtige, heerszuchtige en onbarmhartige opperpriesters, die zich oneindig veel inbeelden door te denken dat ze datgene zijn wat ze tegenover de joden beweren te zijn -maar als je hen in het juiste licht ziet, blijkt maar al te duidelijk dat juist zij degenen zijn die Gods geboden door hun handelen regelrecht met voeten treden.
Hoofdstuk 123: Het geloof en het vertrouwen van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Ik ben dus de Heer en Meester Zelf en geen dienaar; maar toch ben Ik nu in deze wereld om alle mensen die een goede gezindheid en wil hebben, met Mijn liefde, wijsheid en macht te dienen en hun het eeuwige leven te geven. Want waarlijk Ik zeg jullie: allen die in Mij geloven en geheel en al volgens Mijn leer leven en handelen, zullen de dood niet zien, voelen of smaken, maar na het afvallen van hun lichaam zullen ze in één ogenblik veranderd worden en bij Mij in het paradijs zijn, en aan hun zaligheid zal nooit meer een einde komen.
Hoofdstuk 125: De Heer getuigt over Zichzelf - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] (De Heer:) 'Kijk eens, waard en ook jullie overige inwoners van dit dorp, jullie zijn nu weliswaar geheel en al gedegen onderwezen in Mijn leer, omdat jullie werkelijk inzien dat alle wetten en ook alle profeten behelzen dat de mens de eenmaal goed herkende God boven alles en zijn naaste als zichzelf moet liefhebben! Wie dat doet, vervult Mijn steeds aan de mensen geopenbaarde wil volkomen, en daardoor zal ook Mijn geest in hem zijn ziel wekken en in alle wijsheid binnenleiden, zoals jullie allemaal weldra in jezelf zullen ervaren.
Hoofdstuk 128: Over het verbreiden van de leer van de Heer en over het zegenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Ik zie in jullie harten dat jullie die wens ten zeerste koesteren; maar hoe moet je beginnen om deze door Mij voor jullie uitgesproken en door jullie intens gevoelde wens ten uitvoer te brengen? Misschien door direct op weg te gaan, overal Mijn leer te verkondigen en op die manier de mensen Mijn licht uit de hemelen te brengen?
Hoofdstuk 128: Over het verbreiden van de leer van de Heer en over het zegenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Ja, Mijn beste vrienden, dat zou allemaal wel goed zijn, als er niet al te grote belemmeringen waren voor zo'n onderneming, vooral in deze tijd, waarin de hele hel zich met haar macht en kwade invloed over de hele aarde heeft gevestigd; want ten eerste is de aarde te groot, en een mens zou al bijna duizend jaar bezig zijn om alleen al heel Azië, Europa en slechts een deel van Afrika door te trekken, zodanig, dat hij op alle plekken en plaatsen waar mensen leven Mijn leer zou brengen en de mensen daarvoor zou winnen.
Hoofdstuk 128: Over het verbreiden van de leer van de Heer en over het zegenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Wat moet er derhalve gedaan worden om alle mensen de leer te verkondigen die Ikzelf nu opnieuw vanuit Mijn hemelen naar jullie betere mensen heb gebracht, en wel met het meeste succes?
Hoofdstuk 128: Over het verbreiden van de leer van de Heer en over het zegenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Dan is het zaak om nooit tijd en geduld buiten beschouwing te laten en tevens steeds de vaste wil te hebben om bij iedere geschikte gelegenheid Mijn naam te belijden tegenover de mensen, van welk geloof ze ook mogen zijn, en Mijn wil aan hen bekend te maken. Want wie Mij zonder schroom en vrees tegenover de mensen belijdt met de bedoeling om hen te verlichten tot hun eeuwige heil, die zal Ik in de hemel ook belijden voor de troon van Mijn Vader, die de eeuwige en zuivere liefde in Mij is.
Hoofdstuk 128: Over het verbreiden van de leer van de Heer en over het zegenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] En als hij jullie licht en jullie geloof aanneemt, zegen hem dan in Mijn naam, dan zal hij die al snel kunnen waarnemen en zal dan later in zijn land veel vrienden, bekenden en verwanten tot zijn geloof bekeren, en zodoende een goede voorloper worden voor de verkondigers van Mijn leer, die Ik op de juiste tijd daarheen zal zenden!
Hoofdstuk 128: Over het verbreiden van de leer van de Heer en over het zegenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Daar, waar men jullie na die begroetingswoorden opneemt, moeten jullie blijven en het huis Mijn naam en Mijn leer verkondigen.
Hoofdstuk 133: De tweede uitzending van de leerlingen (1.2.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Ik zei: 'Ik vestig wel een eindeloos groot rijk, echter geen aards, maar een Waar Godsrijk voor de ziel en de geest van de mens, dat eeuwig zal bestaan; in dat rijk zullen allen het eeuwige leven hebben die in Mij geloven en overeenkomstig Mijn leer zullen leven.
Hoofdstuk 137: De gasten herkennen de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Ik zei: 'Nu nog niet; want er zijn nog enkele rechtvaardigen in die steden en dorpen. Maar het zal niet lang meer duren, omdat die weinige rechtvaardigen ter wille van Mijn naam en Mijn leer zodanig door de blinde en hoogmoedige, trotse wereldse mensen vervolgd zullen worden, dat er tenslotte niet één rechtvaardige in Mijn licht in zo'n stad zal kunnen blijven; dan zal hun maat vol zijn en zal het hun nog veel slechter vergaan dan het eens Sodom en Gomorra vergaan is. Maar laten we dat nu laten rusten en over iets anders praten!
Hoofdstuk 138: De bekentenis van de oudste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] In deze stad, waar voor het merendeel heidenen woonden, bleef Ik met de leerlingen ook enkele dagen; evenals in de vorige steden en dorpen onderrichtte Ik de mensen over het rijk Gods op deze aarde en ondersteunde Mijn leer met doelmatige en voor de mensen nuttige tekenen.
Hoofdstuk 142: Op doorreis (4.3.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)