15542 resultaten - Pagina 551 van 1037
... 539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 ...
[21] En zie, toen nu Henoch zulk een stil gebed in zijn liefhebbende hart gesproken had, hetgeen een waarachtig gebed was dat Mij alleen daarom al aangenaam was en eeuwig aangenaam zal blijven, omdat het een terecht gebed was, liet Ik meteen een engel naar de aarde afdalen om daar zijn broeder Henoch te sterken en liet Ik hem zijn tong geheel losmaken. En nadat dit gebeurd was, zie, toen vermande Henoch zich vanuit zijn liefde en sprak als volgt:Hoofdstuk 41: De benoeming van Henoch tot prediker - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[27] Daarom geloof, opdat jullie eens tot liefde en daardoor tot leven zullen mogen komen, en bemin Mij in jullie geest en laat al het werk van je handen en je wil getuigen van het leven in jullie en laat je tong je zeggen dat jullie kinderen van God zijn. Ik zal de mensen oordelen naar hun geloof; Mijn kinderen echter zal Ik in Mijn liefde leiden en het licht van Mijn wijsheid zal voor jullie worden tot een eeuwig lichtbaken van het meest zalige leven in Mij, jullie liefdevolle, heiligste Vader, nu en in alle eeuwigheden der eeuwigheden! Amen.'
Hoofdstuk 41: De benoeming van Henoch tot prediker - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] En zie, toen werden de baren om de zuil van Adam rustig en uit Gods hoogte straalde een geweldig licht op het spiegelgladde oppervlakte van de wateren neer; toen begon het oppervlak te schitteren als een zon en uit de diepte van de wateren rees een eenstemmige lofzang op, die zich als een lichtende wolk losmaakte van de wateren en steeds helderder stralend opsteeg naar de eeuwige, heilige hoogten van de almachtige Vader, die de ene en enige God is.
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] En toen Henoch dat gehoord had, keek hij op naar de hemel en sprak als volgt zachtjes in zijn hart tot Mij: "Heilige Vader, zie genadig op mij, Uw zwakke kind, neer! Zie, ik zou moeten geven, maar heb niets anders dan mijn liefde tot U! O Vader, zie, wij zijn allemaal stoffige wormen voor U, Gij almachtige, eeuwige, heilige Vader! Er is niets goed aan ons dan alleen onze liefde voor U, die vooraf uit U in ons kwam. Laat ons U door deze liefde in ons, o goede, heilige Vader, met al onze krachten buitensporig liefhebben! Want hoe kan ik, zwakkeling, spreken, als mijn liefde tot U mij altijd mijn tong verlamt, - daarom kan ik ook, zoals U weet, U loven noch prijzen, omdat de liefde tot U mijn tong verlamt.
Hoofdstuk 41: De benoeming van Henoch tot prediker - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[26] En zie, lieve vaderen en begrijp mijn woorden goed en luister goed naar wat de Heer nog verder spreekt, Zijn woorden luiden aldus: 'Luister, kinderen van Mijn erbarmen, Mijn genade is een grote schat en er is op aarde niets dat daarop lijkt. Mijn genade is een goed licht vanuit Mijn heilige hoogte, zoals de liefde een goede spijze des levens is. Wie Mijn genade niet ontvangen heeft, die kan niet geloven dat Ik het ben uit Wie het leven eeuwig stroomt; maar wie het geloof niet heeft, is gelijk de dieren en zal geoordeeld worden, waar hij gaat en staat. Maar als er iemand zou zijn die Mij in zijn liefde mocht erkennen, over hem zullen stromen van genade uitgegoten worden en zo iemand heeft dan reeds van tevoren een aandeel aan dat, wat eens in de grote tijd der tijden de mensen van de aarde, die van goede wil zijn, zullen krijgen.
Hoofdstuk 41: De benoeming van Henoch tot prediker - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] En luister verder, lieve vaderen en kinderen, naar wat ik heb gezien in mijn nachtelijk gezicht, weliswaar niet met mijn lijfelijke ogen, - met geestelijke ogen heb ik dat vol verrukking gezien!
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] En zie, toen ik vol verbazing dat van de zacht schommelende, woelige golven vernomen had, kon ik pas vervuld van vrees mijn verbaasde blik naar de bovenkant van de geesteszuil opheffen en ik zag - 0 ik kan niet beschrijven hoe warm en toch hoe zalig het mij om het hart geworden is! -, ik zag op de glanzende hoogte van de zuil, jou, dierbare vader, jou, Seth, zag ik staan, met een ernstig gezicht! En jij sprak tot de zacht kringelende baren wat ik even tevoren vertelde en hetgeen ik van hen getrouw heb vernomen, en ik was vol geloof en luisterde als had ik van al de kringelende golven vernomen wat jij hebt gezegd daar op de heilige hoogte tegen de heilige zuil in het zachte gewieg van de er omheen vloeiende golven; en zoals ik heb gesproken, zo heb ik het gezien.
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] En luister nog verder met de wil tot geduld, geliefde vaderen en jullie ook, kinderen die ons liefhebben, naar wat ik voorts nog met verbijsterd geestesoog voor wonderen van de goddelijke liefde en de lichtende genade naar eer en geweten heb gezien! 0 vaderen en kinderen, zoals jullie mij nu vol trillend vuur zien om je mijn visioen te vertellen, ja waarlijk, zo stond ik daar in mijn visioen als vierde op een iets minder verheven zuil omgeven door roodachtig licht; evenals de drie eerste zuilen was deze naar alle denkbare richtingen omspoeld door opgetogen, kringelende baren. Vol verbazing over een dergeli jke zo plotseling verheven plaats, die ik daar evenals de vaderen ingenomen heb, bemerkte ik vol treurnis, dat de golven die langs de zuil stroomden steeds donkerder en stormachtiger werden en op talrijke plaatsen vol brandende ijver, met rusteloos schuimende koppen die eruit zagen als rokende bergen, zich hoog boven de zuil waarop ik stond, verhieven. Ik was vervuld van zorgen en kommer; de golven waren als kinderen die zonder gehoorzaamheid in hun hart zich vol boosheid beijverden om de zuil van hun vader en dus ook van hun moeder te doen ineenstorten en deze in zijn val met lasterende tongen te honen en met stampende voeten, waaraan massa's dodende stof van de zwartste ondankbaarheid kleeft, na te trappen.
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Doch de geheel rustig gehoorzamende vloed zal spoedig tijdelijk en eeuwig overgaan in het deinen in het licht van de eeuwige liefde van de door de heilige Vader der vaderen gezegende, montere, vrolijke vloeden, die toevloeien naar de zeeën van het eeuwige leven vanuit Mijn erbarmen!
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Ik stond nog op de lichtende zuil en keek nu iets verder naar de vijfde zuil; en luister hoe verbaasd ik was over het nieuw ontstane wonder van de goddelijke liefde van de eeuwige heilige Vader!
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[21] Toen ik met mijn geopende geestesoog in het hart van de vleselijke ziel er voldoende lang naar had gekeken, hief ik met beklemd hart mijn ogen op naar de top van de duistere zuil en zag daar, o luister, jou, Jared, de zoon van mijn zoon Mahalaleëls eerste gezegende liefde, in volle ernst met een naar boven gewend gelaat om liefde smeken tot de eeuwige, heilige Vader voor de in woede ontstoken en onderling botsende, wurgende, elkaar vermoordende baren!
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[23] En toen ik dat had gezien, werd er opeens door machtige handen een vlammend zwaard in de bevende handen van de smekende Jared geslingerd, die dat behendig opving en het naar goddelijke beschikking zover zwaaide als maar mogelijk was; en toen dat gebeurd was, kon ik de duidelijk verstaanbare woorden horen:
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[26] En toen ik dat had vernomen en duidelijk gezien, wendde ik mijn blik meteen naar de zesde zuil en zag daar, O luister geliefde vaderen en ook jullie, ons beminnende kinderen, - de bange tong van Kenan is huiverig om voor je vorsende ogen de verschrikkelijke gruwelen te vertellen, die ik, jullie Kenan moest zien terwijl het gebeurde en wel bij de zesde zuil.
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[30] Maar luister, wat er naar waarheid verder is gebeurd! Opeens klonk een gedreun in de gloeiende hemelen; de zon doofde en ook de maan kon niet meer zacht het schijnsel van haar trouw schenken, evenmin als de sterren; die vielen in talloze menigten uit de purper doorgloeide hemel.
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[37] Luister Mahalaleël, jou zag ik toen knielen en de Heer, de heilige Vader van de lichtende golven danken; en zie, ieder woord dat aan jouw sidderende lippen ontsprong, dankend de Vader van de eeuwige liefde, vloog naar omhoog als een stralende zon naar de eeuwige hoogten van de eeuwige, heilige Vader!
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)