Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 551 van 728

...  539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564  ...
[3] Kijk, Ik ben almachtig en alles wat Ik ook maar denk, moet ook meteen gebeuren wanneer Ik het wil. Wanneer Ik hier nu een miljoen mensen voor Me zou willen hebben, dan zouden ze er ook zijn. Ze zouden zelfs wijs spreken en handelen en er uitzien als de mooiste serafijnen. Ze zouden je zelfs met alle liefde omringen en je van harte dienen, en toch zouden ze op zichzelf volslagen dood zijn. Alles wat ze zouden doen en spreken, zou alleen Ikzelf doen. Want in hen zou geen ander leven zijn dan datgene, wat Ik voor hun, volgens Mijn wil bepaalde levensduur, zou willen hebben. Zou Ik deze, alleen in schijn levende mensen niet meer willen, dan zouden ze echter ook in een oogwenk niet meer bestaan.
Hoofdstuk 95: Uitleg van de Heer over de ontwikkeling van zelfstandige wezens. Sleutel tot begrip van het leven op aarde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Er zijn mensen die direct uit Mij zijn voortgekomen, daarnaast zijn er ook mensen die indirect door Mij zijn geschapen. Zij, die rechtstreeks uit Mij zijn voortgekomen, zijn de eigenlijke Godskinderen, in wier harten dan ook de zuivere Godsliefde woont, waaruit de echte erkenning van God voortkomt. De indirect geschapenen zijn echter kinderen van de wereld, verwekt door satan uit de hel. Deze laatsten zijn door Mij echter ook geroepen tot de waarachtige erkenning en de waarachtige zuivere liefde. Omwille van hen heb Ik hoofdzakelijk het werk van de grote verlossing volbracht. Voor juist deze mensen gebeuren nu ook deze dingen op aarde en wordt er hier in Mijn hemelen beraadslaagd. Daarom denk Ik, dat in jouw lofprijzing nog iets aangevoerd had kunnen worden, dat in zekere zin een uitzonderingstoestand weergeeft, welke in Mijn gebruikelijke scheppings- en begeleidingswijze der mensen enkele niet onbeduidende veranderingen noodzakelijk maakt.
Hoofdstuk 96: De Heer over Godskinderen en kinderen van de wereld. Gelijkenis van de boomgaard en van de onvruchtbare boom - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Helena zegt: 'Als ze dan toch eenmaal hier zijn, dan zouden we nog eens kunnen proberen of er aan hen misschien nog iets valt te verbeteren! Is bij hen nog enige verbetering mogelijk, dan moet geen moeite worden gespaard om ze te bekeren. Zou echter iedere poging op hun hoogmoedige domheid stuklopen, handelt U dan met hen zoals met die vijgeboom, die geen vruchten had om U te voeden, toen U zich op een avond moe en hongerig onder zijn takken begaf!
Hoofdstuk 96: De Heer over Godskinderen en kinderen van de wereld. Gelijkenis van de boomgaard en van de onvruchtbare boom - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Ik zeg: 'Liefste Helena, je hebt Me een goede raad gegeven! Daarnaar zullen we ook handelen. Gelukt het ons, dan zullen zij leven; gelukt het echter niet, dan zullen zij verdoemd zijn! We zullen meteen aan het werk gaan, want zolang deze afschuwelijke soort niet omgevormd of vernietigd is, zullen we van de aarde nooit volkomen rijpe en goede vruchten kunnen verwachten.
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Robert, stom verbaasd over zulk een onthaal, kijkt de Patheticus een tijd lang opgewonden aan en staat op het punt om hem nog tien keer grover te bejegenen. Hij vermant zich echter en zegt op gematigde toon: 'Vriend, je hebt me nog niet eens aangehoord en hebt dus helemaal niet kunnen vernemen wat ik je te vertellen heb, en je verwenst me zonder daartoe enige reden te hebben! Laat me eerst me je praten en oordeel dan, of ik iets onredelijks van je zou verlangen!'
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] De Patheticus valt hem in de rede: 'Vriend, zonder nu direct een ezel te zijn zoals jij, reiken mijn oren echter toch tot aan jullie fraaie vergadertafel en hebben het twijfelachtige genoegen alles te horen wat daar wordt besloten. En zo hebben mijn oren dan ook de brutaliteit gehad te vernemen wat in jullie hoge raad werd beslist over die mensen, die het zich op aarde jammer genoeg hebben veroorloofd om te genieten van datgene, waar ze door de wet der natuur aan hun haren naar toe werden gesleept.
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] Je pocht nu wel geweldig op de natuurwetten en wilt me duidelijk maken, dat men wel bekrompen moet zijn, als men deze niet steeds dienstbaar weet te maken aan een genotzuchtig doel. Ik vraag je echter: vriend, hoe verklaar je het dan dat zeer veel van dergelijke ijveraars na een kortstondig zinnelijk genot in allerlei lichamelijk en geestelijk ongeneeslijke ellende terecht komen, waar bij wijze van spreken geen God hen meer uit kan halen? Hun hele natuur wordt verminkt, hun geest geleidelijk aan gedood en hun ziel verduisterd.
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[18] Je zei: 'Waar is die God die mij zou kunnen oordelen voor het opvolgen van de in de natuur gelegde wetten?' Ik vraag je echter: welke God heeft dan de tweede, afschuwelijke wet ingesteld als gevolg van de eerste, wanneer deze gewetensvol en ijverig wordt nageleefd?
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Onder deze boom dienen echter die mensen te worden verstaan, die kinderen van de wereld zijn en van Mij alle zorg en aandacht krijgen, maar toch behalve bladeren en bedrieglijke bloesems geen vruchten van liefde, deemoed en gehoorzaamheid voortbrengen, omdat hun hart en hun gemoed begraven liggen in al het wereldse en in het goede leven van het lichaam. Zeg Me dus wat er met zulke mensen bomen moet gebeuren, die noch goede, noch slechte vruchten voortbrengen, maar temidden van goede en slechte fruitbomen een soort parasietbomen zijn, die alleen maar genieten, maar nooit iets nuttigs willen doen? Ook al lijken zij nog zo mooi, het is allemaal slechts bedrog, want hun gevoelsleven bestaat, evenals hun liefde, uit buitensporige genotzucht.'
Hoofdstuk 96: De Heer over Godskinderen en kinderen van de wereld. Gelijkenis van de boomgaard en van de onvruchtbare boom - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Daarop wordt de Patheticus met zijn gezelschap echter razend, gaat op Robert af en zegt: 'Ho, ho, deze schatjes hebben nu lang genoeg in mijn nabijheid gestaan en tijdens jullie domme geklets hebben jullie niet naar hen omgezien. Maar juist nu ik graag wat nader kennis met hen wilde maken, moest de duivel je hier naar toe brengen om hen voor mijn neus weg te kapen! Ik geloof dat je wel genoeg hebt aan diegenen, die daar aan jullie Adams-, Abrahams-, Mozes- en God weet wat nog meer voor tafels als de mooiste schapen bij elkaar staan! Mijn Emma Gonde is er ook bij en mijn Marianne en de zeer mooie Aurora van een Lerchenfeldse. Weliswaar maak je erg weinig kans bij haar, naar het me voorkomt, omdat die pseudo Heiland Jezus voor haar heel wat meer lijkt te betekenen dan jij. Maar je mag wel naar haar kijken en als iemand, die tot over zijn oren verliefd op haar is, zo stilaan wat gaan wanhopen!
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Ja, jullie domme kerels van een hemelse wijzen! Wie heeft er dan de natuur geschapen en wie heeft met almachtige hand de ijzeren wetten in haar gelegd? Kijk, de echte, alleen eeuwig waarachtige Godheid! Hoe kan een worm echter zondigen, wanneer hij datgene doet waartoe de wetten der natuur hem instinctmatig aanzetten? Volgens mij is alleen diegene wijs, die de wetten in de grote natuur in zijn voordeel gebruikt en daarnaar leeft. Een ezel is echter diegene, die zich boven de wetten der natuur verheft en enkel een bovenzinnelijke vreugde nastreeft, die nergens anders bestaat dan in zijn domme hersenen. Wanneer ik echter volgens zulke wetten heb geleefd, zeg eens, waar is dan die God die me daarvoor zou kunnen oordelen?'
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[20] Wanneer we echter uit ervaring weten, dat we alleen op de wettige middenweg werkelijk gelukkig kunnen zijn, hoe kun je dan die mensen, die volgens de juiste ordening van God leven nog ezels noemen?
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[21] Wat heb je nu gedurende je hele aardse en nu geestelijke leven in de ware zin des woord_s aan goeds genoten? Op aarde leefde je in voortdurende twist en tweedracht met je wettige vrouw. Je hoeren plunderden je vaak tot op de laatste cent, zodat je onaangename schulden moest maken. Enkele jaren voor je vertrek uit de natuurwereld naar deze geestelijke, heeft een chique Italiaanse je nog dermate aangestoken, dat horen en zien je daarna verging. Vijf artsen prutsten, staken en sneden twee jaar lang aan je door en door geslachtszieke lichaam! Ze hielpen je echter niet, maar maakten je nog ellendiger dan je al was. Als het je allemaal te veel werd, smeet je met geld, opdat ze je een verzachtend middel zouden geven. Ja, ze zouden nog jarenlang met je hebben gesold, als de Weense geschiedenis je ellendige levensdraad niet had afgesneden! Zeg me nu eens: was je met deze tweede natuurwet ingenomen en welke zaligheid geniet je nu hier?'
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] De Patheticus trekt een verlegen gezicht en zegt dan ook met een heel verlegen stem: 'Ja... hm... ja... alle duivels! Dat is toch eigenlijk een vervelende geschiedenis! Ja, ja, zo zit de vork in de steel! Natuurwet nummer één zou zo kwaad niet zijn, maar nummer twee... gehoorzame dienaar! Daar heb je, verdraaid nog aan toe, helemaal gelijk aan! En wat de zaligheid hier betreft, nou, God moge ons bijstaan! Honger, dorst, ergernis van alle kanten, schande, volledige onthulling van alle op aarde begane zonden, en dat juist ten overstaan van diegenen, voor wie je menige zwakheid voor eeuwig zou willen verbergen! En je komt hier ook nog samen met al dat gepeupel waarvoor je je het meest geneert! Dat is toch om helemaal duivels van te worden! Uiterlijk ben ik op aarde toch altijd een achtenswaardig man geweest, want van mijn geheime genoegens wist, behalve enkele heel vertrouwde personen, geen ziel iets af. Hier moeten ze nu juist allemaal op één plaats samenkomen: diegenen bij wie ik in hoog aanzien stond, zoals b.v. Max Olaf, die baron, mijn godzalige en zo meer. Daarnaast echter ook die mannelijke en vooral vrouwelijke individuen met wie ik jammer genoeg zoveel plezier heb gehad! En juist dit ordinaire gepeupel wordt hier zo verschrikkelijk brutaal, dat het onze zwakheden juist daar rondbazuint, waar je dat werkelijk het minst zou willen hebben waarop de gezichten van mijn vrienden, die steeds de grootste achting voor me hadden, dan alsmaar langer worden. Nou, dat is een genoegen waarvoor je de bergen zou willen toeroepen je te bedekken om eraan te kunnen ontkomen! Ja, ja, dat is een heel vervloekte geschiedenis!
Hoofdstuk 98: De patheticus begint naar Jezus te vragen. Er begint zelf kennis in hem te dagen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Na deze luid gesproken woorden van Dismas komen zijn boezemvrienden naar hem toe en zeggen: 'Maar vriend Dismas, wat is er met jou aan de hand? Waarom roep je schande over jezelf af? Zijn wij dan niet allemaal uit hetzelfde hout gesneden als jij? Wanneer je echter schande spreekt over jezelf, spreek je immers ook schande over ons, en dat kan ons werkelijk niet onberoerd laten. Als je geen uitzondering voor ons maakt, zal het je waarachtig niet goed vergaan!'
Hoofdstuk 99: Robert bemoedigt de patheticus. De angstige zondaar aarzelt. Patheticus Dismas vermant zich eindelijk en volgt de bode van God - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  539 - 540 - 541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564  ...