Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 553 van 1166

...  541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566  ...
[14] Maar nu is voor deze plaats Mijn tijd ook gekomen, en Ik zal jullie nu verlaten en Mij naar een andere plaats begeven, waar ook veel doden zijn die Ik tot leven wil wekken. En jou, commandant, staat het nu vrij om Mij naar Golan te vergezellen.'
Hoofdstuk 69: Het middagmaal en het afscheid van de Heer De Heer in Golan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Ik zeg jullie: geen oog heeft ooit gezien, geen oor gehoord en in geen menselijke gedachte is ooit opgekomen wat voor zaligheden er bereid zijn voor degenen die Mij liefhebben en Mijn geboden trouw houden! Wees dus nuchter, ijverig in al het goede en ware en werkzaam met alle liefde en geduld, opdat Mijn geest in jullie zal ontwaken en opstaan en jullie in het helderste licht de innerlijke goddelijke wereld in het hart van jullie ziel zal tonen; want daarin ligt een voor de uiterlijke mens onontdekte zalige oneindigheid verborgen, en niemand behalve Ik kent de weg daarheen! Maar Ik heb jullie die weg getoond; volg die dus, opdat jullie de goddelijke wereld in jezelf mogen bereiken!'
Hoofdstuk 69: Het middagmaal en het afscheid van de Heer De Heer in Golan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] De commandant zei: 'O Heer en Meester, ik zou U nog wel verder willen vergezellen als U dat goedvindt want in deze herfsttijd heb ik daar wat mijn werk betreft nu ook de tijd voor; maar naar de plaatsen die onder mijn bevel staan vergezel ik U in ieder geval, omdat ik die toch al in ogenschouw moet nemen. Mijn onderofficieren gaan derhalve ook mee, evenals mijn dochter, en we kunnen dus wel op weg gaan!'
Hoofdstuk 69: Het middagmaal en het afscheid van de Heer De Heer in Golan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Nu kwamen ook de Joden van dit huis, die Mij diep ontroerd bedankten voor de wonderbaarlijke genade die Ik hun had bewezen, en ze vroegen Mij of Ik hen ook verder niet wilde verlaten met Mijn hulp bij een of andere nood.
Hoofdstuk 69: Het middagmaal en het afscheid van de Heer De Heer in Golan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Nu trad de commandant de oudste tegemoet en zei met ernstige stem: 'Er zijn hier niet alleen Joden, maar ook wij, gebiedende Romeinen, zijn bij en te midden van hen;jullie wetten gaan ons niets aan, en als wij het willen en noodzakelijk achten, moeten ook de onnozele Joden op een sabbat doen :vat wij willen. Jullie hebben het recht niet om een van jullie geloofsgenoten in ons gezelschap staande te houden en te vragen waarom hij dit of dat op een van jullie sabbatten doet of niet doet. Want hier en over een nog veel groter gebied ben ik de gebieder in naam van de keizer, en heb ik het scherpe zwaard van de gerechtigheid in mijn hand! Wie het waagt in strijd daarmee te handelen -of hij nu een Jood, een Griek of een Romein is, en of het nu een sabbat of een andere dag is, dat is om het even -die zal te voelen krijgen hoe scherp het is!'
Hoofdstuk 70: De aankomst in Golan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] De waard zei: 'Vriend, jullie zijn zeker met z'n veertigen, en voor zoveel mensen zal er in mijn huis nauwelijks voldoende ruimte te vinden zijn! Verderop is een grote Griekse herberg; daar kunnen jullie heel goed en aangenaam onderdak krijgen. Bovendien is mijn vrouw, die met de keuken weet om te gaan, helaas ziek. En mijn twee dochters, die vandaag ook enigszins onwel zijn, kunnen dat ook als ze gezond zijn nog lang niet, omdat hun daarvoor de nodige kracht en kennis ontbreekt. Ik kan jullie daarom slechts een zeer schraal onderkomen bieden, terwijl jullie in de herberg verderop alles kunnen krijgen wat jullie nodig hebben.'
Hoofdstuk 70: De aankomst in Golan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] Toen de waard dat hoorde, zei hij: 'ja, als jullie genoegen willen nemen met mijn herberg, waar het in alle opzichten mager mee gesteld is, kunnen jullie wel binnenkomen om te zien hoe mijn herberg er van binnen uitziet; als hij jullie bevalt, kunnen jullie ook blijven! Wat wijn en brood kan ik jullie nog wel aanbieden, en ook een paar tafels met merendeels stenen banken eromheen; maar met de rustplaatsen zal het erg krap zijn.'
Hoofdstuk 70: De aankomst in Golan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[18] De commandant stelde hem echter gerust en zei: 'Als ik hier een zo goed en aangenaam mogelijk onderdak voor de nacht had willen hebben had ik gebruik kunnen maken van de burcht, die mij steeds ter beschikking staat; maar omdat mij eindeloos veel meer aan dit gezelschap gelegen is dan aan al die ijdele en vergankelijke wereldse pracht en praal, blijf ook ik met mijn dochter en mijn voornaamste onderofficieren bij jou. En ik blijf ook bij jou, omdat de ene ware Heer en Meester, die voor mij alles in alles is, reeds voordat we bij de stad waren de wens heeft uitgesproken vandaag juist in jouw herberg te willen overnachten.
Hoofdstuk 70: De aankomst in Golan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Nadat we ons met brood en wijn voldoende hadden verkwikt en onze waard spraakzamer was geworden, wendde hij zich tot Mij en zei: 'U lijkt mij ontegenzeglijk de heer en meester te zijn, bij wie -volgens de woorden van onze commandant en gebieder - ik en mijn hele huis ons heil zullen vinden en .het ook voor altijd zullen behouden en bewaren. Hoe zal dat gaan? U lijkt mij naar uw kleding te oordelen een Galileeƫr te zijn; hoezo en waarin bent u dan een heer en meester?'
Hoofdstuk 71: De Heer geneest de zieke vrouwen de twee dochters van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Ik zei: 'Laat je zieke vrouw nu hierheen brengen en ook je beide ziekelijke dochters, dan zal Ik hen op dezelfde manier genezen als Ik de dochter van de commandant heb genezen, die je hier aan zijn zijde ziet zitten. En als Ik jouw vrouwen dochters niet genees, geneest geen enkele arts op de hele wereld hen! Handel dus overeenkomstig Mijn woorden, dan zul je de kracht en heerlijkheid Gods in de mens, die Ik ben, aanschouwen!'
Hoofdstuk 71: De Heer geneest de zieke vrouwen de twee dochters van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Zo ziet u, beste heer en meester, dat het met ons geloof erg aan de grens zit; maar deze keer wil ik toch vast geloven dat u mijn vrouwen mijn twee dochters zult genezen, en mijn zieke vrouw moet samen met mijn dochters onmiddellijk hierheen gebracht worden!'
Hoofdstuk 71: De Heer geneest de zieke vrouwen de twee dochters van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Toen hij weer bij ons was, bekeek hij Mij een tijdje van top tot teen en zei toen (de waard): 'Mijn vrouw zal wel gelijk hebben; want U, o Heer en Meester, bent ofwel de beloofde profeet Elia, die aan de Messias vooraf zal gaan, zoals dat in de Schrift geschreven staat, ofwel U bent uiteindelijk de grote Messias Zelf! Want als Hij komt, zal Hij geen grotere tekenen kunnen doen! In degene die in staat is te doen wat alleen God mogelijk is, moet de hele volheid van Gods geest wonen. Uw lichaam, o Heer en Meester, is weliswaar hetzelfde als dat van een mens, maar Uw ziel is vol goddelijke kracht en macht; daarom zij die kracht en macht in Uw ziel boven alles hoog geloofd en geprezen!'
Hoofdstuk 73: Het wezen van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Ik had dat nog maar nauwelijks gezegd, of de vrouw kwam weer vol blijdschap de eetzaal binnen en zei tegen de waard: 'Maar wat is er tijdens mijn zware ziekte, die een half jaar geduurd heeft, toch allemaal gebeurd, zonder dat ik ervan wist? De grote en de kleine provisiekamer zijn boordevol met allerlei soorten goed voedsel! Er zijn een grote hoeveelheid linzen, bonen, meel, olie, boomvruchten, grote druiven, verscheidene van de grootste potten met honing, gedroogde en gerookte vissen, en de broodmanden zijn vol met de mooiste broden; ook de kleinste provisiekamer zit tot de nok toe gevuld met melk, boter, kaas en verse eieren en nog andere dingen, met zout, goede kruiden en wortels. Wanneer is dat allemaal in de provisiekamers gekomen? Ik heb het de kinderen en de bedienden gevraagd, en die konden mij geen opheldering geven, maar ze dachten dat jij dat wel zou weten. Hoe, hoe is dat toch in z'n werk gegaan?'
Hoofdstuk 72: De waard en zijn vrouw verbazen zich over de wondermacht van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Vol hoogachting en ontzag voor Mij zei de waard: 'Hoe luidt Uw leer dan? Wat moet men doen om van U het eeuwige leven te ontvangen?'
Hoofdstuk 73: Het wezen van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] De waard zei: 'Ja, o Heer en Meester, en ik heb bij alle zwakheid van Mijn geloof de wet van Mozes toch steeds trouw in acht genomen, en zal hem van nu af aan nog trouwer in acht nemen; maar omdat er ook geschreven staat dat de Messias een echt Godsrijk op deze aarde zal vestigen, dat voortaan geen einde zal hebben, is de vraag: hoe, waar en wanneer? Zal Uw troon in Jeruzalem of ergens anders opgericht worden, en wanneer zal dat gebeuren?'
Hoofdstuk 73: Het wezen van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566  ...