Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 553 van 1088

...  541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566  ...
[3] Nadat de knecht Mij had ontmoet, ging hij ijlings naar het huis, dat niet meer ver weg lag, om de zusters Mijn komst mede te delen. Die werden, zoals destijds de gewoonte was, dagenlang door een grote kring van vrienden en bekenden bezocht, om hen te troosten en zo de pijnlijke scheiding en hun eenzaamheid te verlichten; want rouwende vrouwen mochten de eerste tijd hun huis helemaal niet verlaten; het fatsoen van die tijd vereiste, dat zij zo zichtbaar mogelijk geheel in rouw leefden, wat ook door veel geweeklaag merkbaar moest zijn.
Hoofdstuk 34: De aankomst in Bethanië - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] Hoewel ze niet vrij waren van de diepgewortelde gebruiken van hun volk, stelden Martha en Maria die terneerdrukkende uiterlijkheden weinig op prijs, vooral omdat ze ten diepste overtuigd waren van een geestelijk voortleven. Ze wachten vol verlangen op Mijn komst, om door Mijn woord echte troost te vinden. Ook al was de gedachte dat Ik hun broer zou opwekken niet in hen opgekomen, hoopten ze toch bij Mij raad en hulp te vinden tegen de Farizeeën, die zich onmiddellijk op de voorgrond plaatsten en reeds met begerige ogen naar het vette erfgoed keken en met de tempelwacht al afspraken hadden gemaakt om het erfgoed voor zich veilig te stellen.
Hoofdstuk 34: De aankomst in Bethanië - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Haar vroegere, meer naar buiten gerichte leven had zich echter volkomen verinnerlijkt en haar de heldere blik gegeven, waardoor zij Mij van de broer en de beide zusters ook het meest herkende. Nu, na de dood van haar broer, traden de Farizeeën des te onbeschaamder op, omdat zij niet in een ware verandering van haar innerlijk geloofden; ze probeerden zelfs Mij voor de door Lazarus begunstigde minnaar uit te maken en hadden hierover, evenals over het uitblijven van Mijn wonderkracht, die Mijn vriend toch had moeten redden, honende opmerkingen gemaakt.
Hoofdstuk 35: De Heer en Maria - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] Op het ogenblik van Mijn komst waren de meeste Farizeeën niet aanwezig, maar hadden zich naar de reeds bekende, aan Lazarus toebehorende herberg op de Olijfberg begeven om zich op de hoogte te stellen van de pachtvoorwaarden. Zoals bekend hadden de Farizeeën deze herberg een slechte naam bezorgd, en ze overlegden met elkaar om vooral op de herberg aanspraak te maken; want de tempel zou er, na de schandvlek te hebben verwijderd, goede zaken mee kunnen doen, vooral omdat hij vroeger vanwege het mooie uitzicht als een soort ontspanningsoort door de Joden veel bezocht werd.
Hoofdstuk 35: De Heer en Maria - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[5] Martha ging heimelijk naar Maria toe, die zich juist wat afzijdig hield van de aanwezige Joden, en zei zachtjes tegen haar: 'De Meester is er, en roept je!'
Hoofdstuk 35: De Heer en Maria - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] Snel vroeg Maria waar Ik was, en Martha vertelde haar dat kort en snel. Toen ze dat had gehoord, stond Maria ijlings op en ging onmiddellijk naar buiten.
Hoofdstuk 35: De Heer en Maria - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] De Joden, die zagen hoe haastig ze wegliep, waren eerst verbaasd; maar toen zei Efraïm, een vriend van Lazarus, die zijn vader al had gekend en ook Mij herhaaldelijk in huis had gezien en gehoord, waardoor hij een soort halfgelovige was geworden, die Mij op zijn minst voor een achtenswaardig mens hield, zij het ook niet voor de Messias: 'Ze gaat zeker naar het graf om daar te huilen en te bidden. Laten we naar haar toe gaan, vrienden, zodat zij zichzelf in haar verdriet niet iets aandoet!'
Hoofdstuk 35: De Heer en Maria - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Maar Martha alsook haar zuster Maria waren door deze bijna onoverkomelijk lijkende slag van het noodlot innerlijk zo onzeker geworden, dat hun voorlopig alleen de grote ellende voor ogen stond, waarin ze zich bevonden, en het vroegere vaste geloof in Mij en Mijn zending volkomen op de achtergrond raakte. Zo geven de mensen meestal blijk van een schijnbaar sterk geloof, zolang de uiterlijke levensomstandigheden gunstig zijn. Ze vallen echter onmiddellijk weer terug in onzekerheid, en zelfs ongeloof, zodra hun een kleine beproeving overkomt die God naar hun mening had moeten afwenden, omdat zij zichzelf toch tot de gelovigen rekenen -God zou dus de verplichting hebben hen tegen ieder kwaad te beschermen.
Hoofdstuk 34: De aankomst in Bethanië - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[15] Toen werd Mijn ziel bevangen door een diepe weemoed, omdat in de harten van hen, die nu zo lang naar Mij hadden geluisterd en zoveel prachtige werken van de in Mij wonende geest Gods hadden gezien, toch nog zo weinig werkelijk levend geloof was gegroeid. En alle kracht van Mijn ziel als Mensenzoon balde zich samen in de vurige wens om de slang, die verhinderde dat de kinderen volkomen helder zagen, geheel en al te vernietigen, opdat de levensboom in hen zou gedijen en heerlijke vruchten zou dragen.
Hoofdstuk 35: De Heer en Maria - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] Enkelen van de Joden, die met Efraïm meegekomen waren, fluisterden nu onder elkaar, wijzend op het wonder dat Ik aan de blinde langs de weg naar Jericho had verricht: 'Kon hij, die de blinde zijn ogen heeft geopend, er niet ook voor zorgen dat Lazarus niet gestorven was?!'
Hoofdstuk 36: De opwekking van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] En Ik wendde Mij tot Mijn leerling Johannes, die naast Mij liep en zei tegen hem: 'Johannes, als jij bericht over de daad waarvoor Ik Mij nu naar het graf begeef, bericht dan ook over die twijfelaars, opdat de latere geslachten een duidelijk teken zullen hebben hoe weinig nut wonderen hebben, en dat alle kracht enkel leeft in het woord, dat van geloof doortrokken is! Daarom moeten de Mijnen ook in latere tijden alleen met dat scherpste wapen strijden; want wat van God is, is onfeilbaar vanwege het innerlijke, blijvende wezen!'
Hoofdstuk 36: De opwekking van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[18] Na deze woorden wendde Ik Mij naar het graf en riep met luide stem: 'Lazarus, kom eruit!'
Hoofdstuk 36: De opwekking van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[19] Onmiddellijk verdween de slechte geur, en het tot leven gekomen lichaam begon zich te bewegen. Maria en Martha, die in hun hart hadden gevoeld wat er stond te gebeuren toen Ik mij naar het graf begaf, maar toch de twijfel in zich voelden of Ik er in zou slagen -zoals iedereen altijd liever gelooft wanneer het om anderen gaat, maar als het om hem zelf gaat, veel minder geloof aan de dag legt - schreeuwden het uit van blijdschap en renden het graf binnen.
Hoofdstuk 36: De opwekking van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Toen dat gebeurd was, herkende Lazarus Mij direct en kwam snel naar Mij toe. Hij knielde voor Mij neer en riep luid uit: 'Mijn Heer en Mijn God!'
Hoofdstuk 37: De bekering van veeljoden - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Ik hief hem echter op, drukte hem aan Mijn borst en zei: 'Lazarus, je hebt door Mij de dood overwonnen - zorg dat je dat ook zonder Mijn hulp kunt; want een mens is pas werkelijk vrij van alle banden van de dood, wanneer hij uit zichzelf Mijn kracht naar zich toe trekt en dan als overwinnaar en heerser uit zijn graf treedt, waar zijn ziel in sluimerde! -Maar ga nu naar binnen en sterk je, opdat je lichaam nieuwe krachten verzamelt voor het aardse leven!'
Hoofdstuk 37: De bekering van veeljoden - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  541 - 542 - 543 - 544 - 545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566  ...