Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 557 van 1088

...  545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570  ...
[13] Ik verwees hem nu naar Mijn leerlingen, die hem dan ook in de dagen daarna volledig onderrichtten.
Hoofdstuk 46: De Heer geeft de reden voor Zijn sterven aan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Luister dus naar waar onze uiterlijke en innerlijke bezigheden uit bestonden!
Hoofdstuk 47: De bezigheden van de Heer en Zijn leerlingen in Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[15] Deze plaats was daarom ook het meest geschikt voor innerlijke zelfscholing; want degenen die Mij hier naartoe waren gevolgd, hadden hun verlangen naar de uiterlijke wereld allang afgelegd, zodat beproevingen in dat opzicht niet meer nodig waren. En degenen die in dat opzicht nog moesten leren, hadden wij achter ons gelaten.
Hoofdstuk 47: De bezigheden van de Heer en Zijn leerlingen in Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Toen Mijn leerlingen (hier worden de apostelen bedoeld) eens een tocht in de bergen hadden gemaakt -Ik had hun dat Zelf opgedragen, om ook zonder dat Ik erbij was hun gevoel voor hun omgeving te openen -werden ze tussen diepe rotskloven door een hevige regenbui overvallen. In Palestina gaat de winter met hevige regenbuien gepaard, die niet zo onschuldig zijn als in Europa. Het water stroomt sneller samen, en in de bergen, die tijdens de zomer in de zon totaal uitdrogen, vormen zich in de kloven al snel sterke waterstromen die gevaarlijk worden voor een wandelaar, doordat het water heel hevig en plotseling naar beneden raast en de rotsbodem de grote hoeveelheden water niet kan opzuigen, maar enkel als vergaarbekken voor het water dient. Het is daarom gevaarlijk om in de tijd van de plotselinge regenbuien die kloven op te zoeken, omdat een onvoorzichtig iemand niet in staat is zichzelf te redden als hij door noodweer verrast wordt.
Hoofdstuk 48: De zielstoestand van de leerlingen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[13] Dat er daarbij nog veel naar voren kwam wat verkeerd, oud joods was en naar de vooroordelen van de tempel smaakte, laat zich denken, vooral omdat ze door geen enkel uiterlijk teken meer getuigen waren van Mijn kracht - die overigens, omdat die maar al te bekend waren, in de jaren dat we samen waren geen al te grote indruk meer maakte op Mijn leerlingen.
Hoofdstuk 48: De zielstoestand van de leerlingen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[14] Iedereen nu die weet hoe nodig juist dit zich uiten is, dat een reiniging van de ziel betekent, zal begrijpen hoe noodzakelijk ook de afzondering van de Mijnen was; want door wat ze zeiden konden zij zichzelf niet in gevaar brengen, maar wel anderen die naar hen luisterden. In hun gezelschap verbeterde zo de een de ander, en als het misging, wist Ik heel goed wanneer voor Mij het ogenblik weer was gekomen om te spreken. Onrijpe oren hadden echter noch Mijn woorden noch die van de Mijnen mogen horen, om de nog onrijpe vruchten niet te laten verdrogen en afvallen.
Hoofdstuk 48: De zielstoestand van de leerlingen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] Terwijl ze nu heel druk in gesprek waren, ontstond er plotseling in de lege kamers die de verbinding vormden met Mijn slaapkamer, een fel schijnsel van vuur. Verschrikt renden de leerlingen ernaartoe en zagen dat de lege kamers volop in brand stonden, zodat het onmogelijk was Mij te bereiken, maar dat er evenmin iemand van daar naar hen toe kon komen. Iedereen rende ontzet door elkaar en probeerde te blussen -tevergeefs, de vlammen vraten verder en moesten volgens de Mijnen ook Mijn kamer allang bereikt hebben.
Hoofdstuk 49: De zorg van de leerlingen om de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[11] Om nu een einde te maken aan hun angst en kwelling liet Ik de vlammen langzaam uitdoven, en na enige tijd was er volkomen rust. Over verkoolde, rokende balken heen klommen de leerlingen vol angst naar Mijn slaapkamer en troffen die onbeschadigd aan, terwijl Ik rustig slapend op Mijn bed lag. Deze aanblik maakte hen bijna sprakeloos, en geen van hen waagde het Mijn schijnbare slaap te verstoren.
Hoofdstuk 49: De zorg van de leerlingen om de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Nu gebeurde er verder het volgende: De Mijnen waren in een gesprek gewikkeld en wisselden weer eens hun meningen met elkaar uit, waarom Ik sinds enige tijd het al vaker door Mij genoemde verschil tussen de Vader en de Zoon in Mij weer benadrukte. Ze waren het in zoverre met elkaar eens, dat de Vader wel in Mij woonde en dat Mijn menselijke lichaam en ziel als de Zoon werd aangeduid. Toen bracht één van de twintig andere volgelingen de gedachte naar voren, dat het toch moeilijk te begrijpen was hoe de geest Gods gelijktijdig als mens met zijn menselijke handel en wandel in Mij kon wonen - dus als het ware ingesloten was - en toch het heelal regeerde; of Ik dus wel weet had van het regeren van het heelal, of dat de geest zich bij tijd en wijle wellicht terugtrok, zodat Ik dan enkel mens kon zijn; en ook vroeg hij zich af, hoe het met Mijn lichaam zat tijdens de slaap, of de geest Gods dan ook nog in Mij was of niet.
Hoofdstuk 49: De zorg van de leerlingen om de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[19] Nu wilden de leerlingen weggaan, maar ze konden niet zo snel terug over de zwarte, verbrande kloof als toen hun bezorgdheid om Mij hen er overheen had gebracht. Ik riep hen daarom nog een keer naar Mij toe, en binnen enkele ogenblikken zagen de kamers er weer even ongedeerd uit als voor de brand, zodat ze nu zonder moeite naar hun zaal terug konden komen en zich ook snel, ieder diep verzonken in zijn eigen gedachten, ter ruste begaven.
Hoofdstuk 49: De zorg van de leerlingen om de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] De volgende dag kwam Simon Petrus naar Mij toe en zei: 'Heer en Meester, wij zien nu allemaal heel goed in dat wij verkeerd gehandeld hebben, aangezien God Zelf zeker nooit de hulp of zorg van mensen nodig zal hebben; maar toch is ons tot nu toe nog steeds niet zo duidelijk hoe het komt dat Uw lichaam soms in een soort tijdelijke onafhankelijkheid van Uw innerlijke geest verkeert, zodat het ook in Uw woorden klinkt alsof U nu eens de eeuwige geest Gods in persoon Zelf bent, maar dan weer alsof Uw lichamelijke mens geheel en al onafhankelijk en slechts bij tijd en wijle van Hem doordrongen is! Wij raken daarbij steeds in een bepaalde tweespalt in onze zienswijzen, die U ons zeker zult vergeven, omdat wij U immers vast aanhangen en in U geloven, maar U toch in Uw innerlijke natuur nog niet helemaal begrijpen. Hoe is het daar nu eigenlijk mee gesteld!'
Hoofdstuk 50: De wedergeboorte van de ziel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Als de ziel zich nu volledig ondergeschikt heeft gemaakt aan het wezen van haar geest en ze daardoor in aards opzicht geen wensen meer heeft, zodat ze enkel en alleen nog naar het geestelijke streeft en derhalve als zelfbewuste ziel in het geestelijke is opgegaan, dan heeft de meer voltooide mens een niveau bereikt dat door de Indische wijzen als 'Nirvana' aangeduid werd, een toestand dus waarin iedere wil die gebaseerd is op vleselijke, aardse neigingen teniet is gedaan, en die ieder leven in het vlees als materieel bestaan uitsluit. Die toestand is in het materiële leven mogelijk en moet zelfs bereikt worden opdat de totale vrede zijn intrek neemt in het menselijke hart.
Hoofdstuk 50: De wedergeboorte van de ziel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[14] Streef er dus eerst naar dat jullie ziel de wedergeboorte bereikt, opdat jullie ziel leert om alleen nog maar met het oog van de geest te kijken en daardoor zichzelf en haar oorsprong steeds beter leert kennen!
Hoofdstuk 50: De wedergeboorte van de ziel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] Petrus zei: ja, Heer, dat weten wij allemaal heel goed, en wij spannen ons ook in om naar Uw woorden te handelen; maar toch is het vaak erg moeilijk om jezelf te overwinnen. En toch hebben wij U van ganser harte lief, met al onze krachten!'
Hoofdstuk 51: Wenken voor het veredelen van de ziel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Ik zei: 'Dat is wel in orde! Ik heb jullie immers naar Efraïm gebracht opdat jullie jezelf zouden reinigen en vrij en door eigen inspanning de innerlijke voleinding te verwerven; maak er verder dus maar geen punt van! Zouden jullie Mijn leerlingen zijn, als Ik jullie niet zover hoopte te brengen dat jullie de Vader dienen, evenals Ik Hem thans dien?! De Vader weet immers wel wat Hij doet en welke instrumenten Hij voor Zichzelf uitkiest! Wat jullie nog ontbreekt, zullen jullie verwerven; streef daar dus naar! Aan kracht zal het niet ontbreken, als jullie erom vragen.'
Hoofdstuk 51: Wenken voor het veredelen van de ziel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570  ...