Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 557 van 1490

...  545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570  ...
[12] Ik zei: 'Luister eens: jij hebt wel een goede mening over Mijn voeten, maar mijn voeten zullen voor jouw huis geen zegen achterlaten; als jij echter met je gezin volgens Mijn wil leeft en handelt, zal dat jouw hele huis tot een ware, blijvende zegen worden! In dergelijke dingen geloofden en geloven nog altijd diegenen die gevangen worden gehouden door allerlei duister bijgeloof, dat op zichzelf dood is en geen levensmacht heeft. Wat voor nut kunnen bepaalde tekens of relikwieën, bepaalde stenen, getallen en de nieuwe maan en sterrenbeelden voor iemand hebben? Die hebben niet alleen geen nut, maar schaden de ziel alleen maar en zodoende ook het lichaam! En zo kan ook het lopen met de voeten van Mijn lichaam noch deze plaats, die Ik nu ook betreedt, noch een huis voordeel brengen; maar het is van nut voor jullie allemaal dat Ik naar jullie toe ben gekomen en jullie Mijn wil te kennen heb gegeven, en jullie de wegen heb getoond die jullie moeten bewandelen om tot het eeuwige leven te komen. .
Hoofdstuk 215: De Heer en de bijgelovige waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] Hecht daar in het vervolg dan ook geen enkele waarde meer aan; maar wel aan alles wat Ik je door de mond van Roclus heb gezegd, en leef en handel ernaar, dan zul je weldra in jezelf een heel ander onsterfelijkheidsplantje vinden dan hetgeen die onbetrouwbare Arabieren beloofd hebben jou pas over zevenjaar te brengen -wat zij jou echter in nog geen duizend jaar zouden brengen, al zouden zij en jij ook zolang op deze aarde mogen of kunnen leven.
Hoofdstuk 215: De Heer en de bijgelovige waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[22] Toen de waard dat van Mij gehoord had, bedankte hij Mij voor deze les en beloofde Mij heel nadrukkelijk dat hij alles zou doen wat Ik hem aangeraden had; want hij was bij zichzelf niet weinig verbaasd, .omdat hij maar al te duidelijk in de gaten kreeg dat ook de geheimste dingen Mij niet onbekend zijn. Daarop vroeg hij Mij echter nogmaals of Ik zijn huis wilde betreden en wat brood en wijn bij hem zou willen nemen.
Hoofdstuk 215: De Heer en de bijgelovige waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[24] De waard bedankte Mij voor deze uitnodiging. Daarop trokken wij verder in deze plaats en de waard ging met de zijnen weer vrolijk gestemd zijn huis in en sprak met de zijnen over alles wat hij uit Mijn mond gehoord had.
Hoofdstuk 215: De Heer en de bijgelovige waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Wij kwamen echter al gauw bij een andere herberg, waar een groot aantal armen waren, die nu al een paar uur voor de herberg bivakkeerden omdat in de herberg voor hen geen plaats was gemaakt, hoewel deze herberg vooral voor de armen bedoeld was.
Hoofdstuk 216: De armenherberg van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Nu vroeg Ik aan Roclus: 'Waarom is alleen deze herberg voor de armen verplicht? Zouden ook de andere herbergen niet een deel van die verplichting op zich kunnen nemen?'
Hoofdstuk 216: De armenherberg van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Roclus zei: 'Heer en Meester, U hoef ik de reden van deze kwalijke toestand, die mij al lang tegenstaat niet uiteen te zetten, aangezien U zelfs de meest geheime dingen en omstandigheden maar al te goed kent; maar ik vraag U om advies, hoe dit met succes aangepakt kan worden!'
Hoofdstuk 216: De armenherberg van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Ik zei: 'O, maar dat kan toch heel gemakkelijk verholpen worden! Zeg jij nu, als overste van deze plaats, via één van je broeders tegen alle plaatselijke herbergiers: 'De Heer heeft bevolen dat iedere herberg te allen tijde plaats gereed moet houden voor minstens tien armen; de herberg die echter uit goede wil meer wil doen, zal ook op een beloning daarvoor kunnen rekenen!' En over een klein uur zul je geen arme meer aantreffen die in de open lucht bivakkeert!
Hoofdstuk 216: De armenherberg van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Waarom moet alleen deze waard een toelage van jullie krijgen voor het onderbrengen van de armen, terwijl hij er weliswaar tien herbergt en ook af en toe honderd, maar aan jullie in plaats van tien steeds twee keer zoveel opgeeft en zich daarvoor door jullie teveel laat betalen, en de werkelijk opgenomen armen dan ook nog zelfs gebrek en honger laat lijden?! Tegen dit kwaad moet dus grondig opgetreden worden!'
Hoofdstuk 216: De armenherberg van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Na deze woorden van Mij stuurde Roclus direct vier van zijn broeders naar alle herbergen van deze plaats, met uitzondering van die ene, waar wij woonden. En het duurde nog geen half uur, of daar kwamen dienaren die door alle herbergen gestuurd waren; zij zeiden tegen de armen waarvoor ze gekomen waren, en de armen stonden onmiddellijk op van de harde grond en lieten zich dankbaar door de dienaren naar de herbergen brengen.
Hoofdstuk 216: De armenherberg van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Maar wij gingen verder in deze plaats, en Ik zei tegen Roclus: 'Jij hebt deze kwestie weer goed opgelost en wij hebben een goed werk afgerond. Dat je Mij aan de schriftgeleerde waard niet bekend gemaakt hebt, was ook heel goed; want hij is nog niet rijp om Mijn persoonlijkheid, te kennen en te verdragen. Maar wanneer Ik morgen deze plaats verlaten heb en de waard bij jou zal komen om zijn onrechtmatig verkregen winst terug te betalen, kun je hem ook zeggen dat Ik in jouw gezelschap was en wat voor leer en macht Ik jullie gegeven heb, waar jullie hem van kunnen overtuigen, dan zal hij jullie daarna nog goede diensten bewijzen.'
Hoofdstuk 216: De armenherberg van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Met deze troostvolle verwachting stonden alle gasten snel op en kwamen naar buiten, waar wij de opschriften van de doodskisten lazen, en allen vroegen de overste met tranen in hun ogen om hen toch niet onverrichter zake hun verre reis terug naar huis te laten maken; want zij hadden immers niet geweten dat in deze aloude wonderplaats geen dode kinderen meer opgewekt werden.
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] De ondervraagden zeiden: 'Nee, machtige overste! Niet één keer hebben wij ook maar in de verste verte iets van iemand gehoord; want als wij daarover hadden horen praten, zouden wij zeker thuis gebleven zijn en zouden wij niet zulke grote onkosten gemaakt hebben! Wij zijn evenwel voor het merendeel pas enkele dagen geleden hier aangekomen en hebben in de herberg nog weinig verteerd; ook hebben wij een paar uur geleden de schatting weer teruggekregen, die ons onderweg hierheen afgenomen was, waar we heel blij mee zijn -maar als wij nu daarom onverrichter zake om moeten keren, zouden wij liever een tien keer zo hoge schatting betalen. 0 machtige overste! Verhoor onze beden voor deze ene keer! Wij willen graag wachten en ieder gewenst offer betalen, wanneer u maar zo genadig bent om ons te verhoren!'
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Roclus zei: 'Ja, mijn beste vrienden, jullie hebben daarginds enigszins onjuiste berichten gekregen, dat hier kinderen, die vaak al maandenlang volkomen dood hun kist liggen, weer tot leven gewekt kunnen worden! Dat is af en toe wel mogelijk bij mensen die net gestorven zijn, wanneer ze schijndood zijn; maar kinderen, zoals die in deze doodskisten, kan alleen een God weer tot leven brengen!'
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Maar ondanks onze aanzienlijke offers en ondanks de verzekering van de joodse priester, dat zijn enig ware God ons zeker zou helpen, bleven onze kinderen toch alsmaar dood; en nu denk ik dus dat er ook deze keer niet bijzonder veel bereikt zal kunnen worden met de God van de joden. Maar u zult dat hier misschien wel beter weten dan de eerder genoemde joodse priester, die, eerlijk gezegd, zelf geen al te groot vertrouwen in zijn God leek te hebben, omdat ik gezien heb dat hij de geboden die hij ons voorhield zelf het minste in acht nam. Wat zouden wij volgens uw mening moeten doen om door de enig ware God van de joden geholpen te worden?'
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570  ...