Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 557 van 1112

...  545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570  ...
[5] Maar hoewel het neerdalen van Mijn grote stad een onmetelijk grote genade voor al Mijn kinderen zal zijn, zal zij echter toch ook door haar sterke muren alle blinden dooddrukken en alle doven verpletteren; want ze zal zo groot zijn, dat ze het hele aardoppervlak beslaat! En wie haar niet ziet neerdalen en het ruisen in de zuivere luchtlagen der aarde niet zal bemerken, die zal op aarde geen plek meer vinden waar hij zich voor haar kan verbergen en haar gewicht ontwijken.
Hoofdstuk 12: De belofte van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] En zie nu verder wat daar gebeurd is! Adam liep op de dag des Heren over een stuk land. Er was hem al door de eeuwige Liefde Zelf in zijn hart en daarna ook meermalen door de engel bevolen om deze dag als rustdag te houden ter gedachtenis van de grote daden van de zich erbarmende Liefde en ter eerbiedige beschouwing van de onmetelijke heiligheid van God, de goede Vader. Hij wilde de mooie omgeving bekijken en de wereld beviel hem buitengewoon goed, zodat zijn gedachten geheel van God afdwaalden.
Hoofdstuk 13: De verdrijving uit het paradijs - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] En toen hij nu in deze geestestoestand langs de oever liep, bleef hij opeens met zijn linkervoet achter een plant haken, die eerst een eind over de grond lag en zich tenslotte om een grote boom slingerde. En hij viel hard op de grond en zijn lichaam was zeer pijnlijk en dat was voor hem een nieuwe ervaring; hij was kwaad op de plant en keek er boos naar en riep hem ter verantwoording en vroeg of hij zijn heer niet kende.
Hoofdstuk 13: De verdrijving uit het paradijs - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] En zie, Adam deed, verblind door zijn wereldse gedachten wat het kronkelende gewas hem aanraadde omdat hij de dag des Heren was vergeten en nam enige bessen, proefde ze en zij smaakten zeer zoet; en hij verheugde zich over deze nieuwe kennismaking en hij mokte over de engel, dat die hem deze zo bijzonder lekker smakende plant niet ook gewezen had.
Hoofdstuk 13: De verdrijving uit het paradijs - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] En Eva kwam hem, begeleid door Kaïn, als enige tegemoet. Zij hadden zich de hele dag zorgen gemaakt omdat zij niet wisten waar Adam naartoe gegaan was - want alle overigen wisten het wel en maakten zich op de dag des Heren geen zorgen over Adam, de vader van hun lichaam, omdat zij gezegende kinderen waren en ze op deze dag diep in gedachten waren over God en Zijn eeuwige liefde. Eva en Kaïn namen een groot deel van zijn last over. En hij vertelde hen over deze nieuwe kennismaking; en Eva was daarover in hoge mate verheugd en behandelde de bessen zoals Adam dat aangaf.
Hoofdstuk 13: De verdrijving uit het paradijs - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[21] Toen zei de engel op zachte toon tegen hem: "Ween niet Abel, jij van zegen vervulde zoon van de genade en doe wat ik je uit naam van de eeuwige Liefde, die door mijn mond spreekt, bevolen heb. En schrik niet over de donderende woorden die zich nu over deze slapende zondaars zullen uitstorten!"
Hoofdstuk 13: De verdrijving uit het paradijs - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[27] Toen wierp hij zich op zijn gelaat neer voor de engel des Heren en weende en smeekte luid om erbarmen; want het vlammende zwaard had hem de ogen geopend en hij zag in dit ijzingwekkende licht van de bestraffende gerechtigheid het gehele gewicht en de grootte van het onnoemelijke ongeluk, waarin hij zichzelf en al de zijnen door zijn lichtzinnigheid had gestort.
Hoofdstuk 13: De verdrijving uit het paradijs - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[31] En zie, toen verhief Adam zich weer en wilde vluchten op bevel van God, die door de engel sprak; maar zie, hij kon niet, want zijn voeten waren als verlamd. En hij begon te sidderen en te beven over zijn hele lichaam, want de grote vrees voor het gericht van God, waarmee de engel van de Heer hem had gedreigd, was een waarschuwing voor hem.
Hoofdstuk 13: De verdrijving uit het paradijs - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] En verander deze omgeving barmhartig en genadig naar Uw hoogste welgevallen, opdat die vruchtbaar zal worden en de zwakken voeding zullen vinden om hun leden te versterken en hun brandende dorst te lessen aan een bron met fris water, en opdat er ook dieren zullen komen die nuttig zijn en hen dienen en aan hun wil gehoorzamen.
Hoofdstuk 14: Adam komt tot inzicht en heeft berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] En uit de van zegen druipende wolken zei een zachte stem tegen de vrome Abel: "Abel, Mijn lieve, vrij geworden zoon, zwaai met je linkerhand het zwaard over de slapenden en wek hen tot berouwen tot verbetering van hun toekomstige levenswandel voor Mij, en wees voor hen een waar voorbeeld van Hem, die eens zal komen in de grote tijd der tijden en zeg hen dat tot dan toe niemand meer vrijgesteld wordt van de wet, en dat de geboden tot die tijd en ook nog verder al diegenen zullen gevangen houden die zich niet de wedergeboorte door de Zoon eigen maken, welke zal zijn de weg, het licht, de waarheid en het eeuwige leven, als enige overwinnaar van de dood.
Hoofdstuk 14: Adam komt tot inzicht en heeft berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] En zie, toen stroomden nieuwe levenskrachten in de slapenden en zij ontwaakten dadelijk, richtten zich op en keken ten hoogste verwonderd naar alle kanten om zich heen naar de grote, weldadige verandering van de woestijn en wilden wel juichen van vreugde; maar toen verhief Adam zich en ook Eva die naast hem lag, en hij zei tegen zijn kinderen:
Hoofdstuk 14: Adam komt tot inzicht en heeft berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] "Kinderen, juich en jubel niet al te vroeg, maar beween en berouw met mij en Eva allereerst onze grote schuld en bedenk wat we verloren hebben! Er is niets gelegen aan het aardse paradijs en al zijn goederen; want zoals ik en jullie het samen met mij zien, heeft de Heer ons in Zijn zeer grote, onbegrensde barmhartigheid zo veel teruggegeven, dat wij allen het verlies van de overvloedige goederen van het aardse paradijs zeer makkelijk zouden kunnen vergeten door deze nieuwe, onoverzienbare rijkdommen van Zijn grote Liefde. Maar kijk naar de dieren in de lucht zowel als op de grond, die zich hierheen haasten, kijk naar het gras, de planten, de struiken en al de kleine bomen en de grote bomen en de waaiende luchten en vraag deze allemaal en luister of je ergens een antwoord zult krijgen!
Hoofdstuk 14: Adam komt tot inzicht en heeft berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] O kinderen, neem alles goed ter harte wat ik je nu gezegd heb en probeer en overtuig jezelf of ik de waarheid tegen je heb gesproken; en kom dan en oordeel zelf hoe de zaken er voor staan, - of wij zullen wenen en treuren uit diep berouw, of dat wij ergens nog iets zouden kunnen vinden waarover onze harten zich zouden kunnen verheugen!
Hoofdstuk 14: Adam komt tot inzicht en heeft berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] En zie, toen viel Adam met al de zijnen op de aarde neer en deed wat hem duidelijk was gemaakt door het stille en geheime erbarmen van de eeuwige liefde in de Vader en door het geringe nog achtergebleven deel van de genade en weende en klaagde bitter tezamen met de zijnen, op Kaïn na. Die wierp zich weliswaar ook op de grond neer, net als de anderen, maar zijn ogen bleven droog en het ergerde hem dat hij niet net als de anderen ook kon huilen en hij stond op en liep weg. En toen hij zo voortliep en naar de groene grond staarde, zie, toen zag hij opeens een slang op de grond weg kruipen; hij bukte zich voorover en greep haar, scheurde haar in stukken en at haar vlees op en maakte dat, door woede en toorn verteerd, tot het zijne.
Hoofdstuk 14: Adam komt tot inzicht en heeft berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] En zie, toen werd Abel ontroerd en zwaaide met zijn rechterhand het zwaard van de gerechtigheid over het hoofd van Kaïn; en Kaïns ogen werden geopend en hij zag zijn grote ongelijk in; hij had God en zijn ouders beschuldigd en zag de hele schuld in zichzelf en zag de ondoorgrondelijke wegen van de eeuwige Liefde in haar geheime en onbegrensde wijsheid. Hij zag hoe hij welbeschouwd de verleidende slang zelf was, die door het onbegrensde erbarmen van de eeuwige Liefde door hem tot mens werd, opdat zij, weliswaar door een zwaardere beproeving in haar tijdelijke zegenloze zwakte, zich van deze zwakte bewust zou worden en zich in deze bewust geworden toestand van zwakte dan uiteindelijk, zelf bestemmend in alle vrijheid van haar wezen tot de Heer van alle macht en kracht zou hebben kunnen en moeten wenden, waarna haar dan ook, net als de reeds gezegenden, de zegen en daardoor de wederopname in de grote genade van de meest erbarmende Liefde in de grootste overvloed van macht en kracht ten deel zou zijn gevallen.
Hoofdstuk 15: Kaïns bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570  ...