Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 557 van 728

...  545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570  ...
[11] Al diegenen, die eerder tot Mij kwamen, hadden honger en dorst, want zij konden alleen maar door wonderlijke daden en verschijnselen tot Mij worden gebracht. Jullie hebben echter geen honger en niemand, behalve Bardo, heeft dorst. De reden daarvan is, dat jullie allen alleen het woord hebben gevolgd en dat is juist, want dat is volgens Mijn wil.
Hoofdstuk 118: Bardo's eigenzinnigheid; Niklas' terechtwijzing. De duizendkoppige menigte, in de geest verenigd, mag de genade van de Heer ervaren - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Ik zeg: 'Jouw grote deemoed en nuchterheid bevallen Mij buitengewoon. Desondanks moet je toch doen wat Ik je nu heb aanbevolen. Kijk, ook Mijn Petrus wilde eens niet toestaan dat Ik hem de voeten zou wassen. Toen hem echter door Mij de reden werd genoemd, wilde hij helemaal gewassen worden, wat echter ook weer teveel zou zijn geweest. En kijk, zo is dat nu ook hier met jou het geval. Daarom moet jij eerst door brood en wijn gesterkt en door het hemelse erekleed gelouterd worden, opdat dan deze visjes vanuit jouw sfeer gesterkt worden en tot waarlijk leven komen. Zou jij daar echter niet van te voren voor zijn toegerust, dan zou het ook met deze visjes van jou, beslist niet vooruit kunnen gaan. De reden hiervan zul je pas later volkomen inzien. Doe daarom wat Ik je heb aangeraden en daarna zal het werken aan deze vissen meteen goed op gang komen.'
Hoofdstuk 110: De Heer over zielen-visvangst. Brood, wijn en hemelse kleding - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Wie zichzelf niet verdoemt, die verdoemen ook wij niet. Wie zichzelf echter vanuit de slechte liefde van zijn hart verdoemt, zal ook verdoemd zijn! Kort en goed, iedereen zal krijgen wat hij zelf wil. Wanneer hij dat dan krijgt, is dat toch het hoogste en het meest volmaakte recht, dat iemand ten deel kan vallen. Wij van onze kant zullen nooit nalaten allen naar hun bevattingsvermogen de juiste weg te tonen en hen door een juist onderricht naar het goede te leiden. Willen zij deze weg bewandelen, dat zal het hun goed gaan. Willen zij dat beslist niet, dan wordt hun daarom door ons geen straf toebedeeld, maar enkel dat, wat ze zelf willen. Ze hebben daardoor oordeel en straf in overvloed. Willen zij zich echter mettertijd, door hun lijden genoodzaakt, weer op de goede weg begeven, dan zullen hun nimmer belemmeringen in de weg worden gelegd.
Hoofdstuk 111: Bruno heeft nog steeds honger en dorst. Wenken over de hemelse ordening - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Wanneer hij zijn onderricht heeft beëindigd, zegt één van hen, die nieuw-katholiek is: 'Vriend, je woorden waren goed gekozen, maar waartoe dienen al deze diepzinnige theosofische frasen? Kijk, Mozes vertelt in zijn Genesis: Toen God aan Zijn scheppingswerk begon, was het nacht in de hele oneindigheid. En God sprak: 'Het worde licht!' En het werd licht in de hele eindeloze ruimte! Toen het heelal op deze wijze verlicht was, begon pas de almachtige Gods-geest, die over alle wateren en hun inhoud zweefde, deze wateren en hun chaos te delen en te ordenen.' Dat was werkelijk een volkomen wijze manier van handelen, een God waardig. Jij slaat echter met ons juist de verkeerde weg in. Zo sprak je veel en weloverwogen over Christus en Zijn alleen in Hem wonende Godheid, over Zijn liefde, goedheid en ontferming en eveneens over Zijn nabijheid. Maar wat hebben we eraan? Hoe kunnen wij beoordelen, of Hij het werkelijk is, als we geen ogen hebben om Hem te zien?
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Zeg eens, wie kan er dan zijn eigen wil uitbannen en daarvoor in de plaats een vreemde wil in zijn ziel stoppen? Het is merkwaardig dat jij, als een ziende, niet inziet dat ik de wil van een vreemde onmogelijk anders dan alleen door mijn hoogst eigen wil tot de mijne kan maken. Zou ik echter helemaal geen eigen wil hebben, dan zou ik toch wel eens willen weten met welke wil ik datgene zou kunnen willen, wat een ander, wie dan ook, mij zou opleggen om te willen. Ik heb je altijd al voor een beetje dom gehouden, maar dat je zo ontzettend dom zou zijn, had ik nooit kunnen dromen! Nee, geen wil hebben en daarbij dan toch vastberaden willen wat een ander wil! Dat is nog erger dan iemand een landgoed schenken, terwijl men zelf niet eens de eigenaar van een slakkenhuisje is! Vertel me toch alsjeblieft, heb je deze wijsheid misschien opgedaan bij de H.Ignatius van Loyola, of heb je ooit je hersens bedorven met slecht gebakken schapenvlees?
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Bruno en Niklas, gaan jullie beiden naar Robert, die zal jullie nieuwe kleren geven. Ikzelf echter zal Bardo onder handen nemen en hem geven wat hij hebben wil... zoet of bitter!'
Hoofdstuk 118: Bardo's eigenzinnigheid; Niklas' terechtwijzing. De duizendkoppige menigte, in de geest verenigd, mag de genade van de Heer ervaren - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Beiden gaan meteen naar Robert toe, die hen buitengewoon vriendelijk ontvangt. Ik zeg echter tot Bardo, die Mij nog niet ziet: 'Stel je open, jij duisterling, geef antwoord en toon Mij de reden van je hoogmoed!'
Hoofdstuk 119: De genezing van Bardo's ziel. Niklas' rede over het leiding geven van de Heer. Hemelse verbroedering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Kijk, toen je vriend Niklas jullie allen wilde voorgaan in de bede, wilde je niet meedoen, maar je wilde helemaal voor jezelf vragen. En je vroeg ook, maar hoe en waarom? Voor jezelf wilde jij bepaald niet veel, maar in plaats daarvan vroeg jij echter om des te meer verdeemoediging voor allen die je hebben beledigd. Het allermeest voor Niklas, die jou tijdens het gesprek met Bruno de volksvertegenwoordiging uit handen heeft genomen en die het tenslotte zelfs heeft gewaagd om je enkele belangrijke waarheden in het gezicht te zeggen.
Hoofdstuk 119: De genezing van Bardo's ziel. Niklas' rede over het leiding geven van de Heer. Hemelse verbroedering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Maar nu in alle ernst! Zeg eens eerlijk, ben je werkelijk zo dom, of houd je ons alleen maar voor je eigen plezier voor de gek? Kijk, een mens zonder wil zou toch niets anders zijn dan een organisch-mechanisch uurwerk zonder veer of gewicht. Ik bedoel: een mens kan wel zijn wil een tijdlang ten dienste van een ander stellen en datgene willen en doen wat die ander wil, of het nu iets verstandigs of iets onverstandigs is. Zijn eigen wil echter geheel uitdrijven, zoals een zwangere vrouw haar vrucht, en zich vervolgens een andere wil bij wijze van spreken laten inplanten, dat gaat zelfs boven de horizon van de laatste vaste ster! Hak jij maar eens heel evangelisch en goedbedoeld je handen en tevens ook beide voeten af en laat er dan een paar vreemde aan vastmaken; dan zullen we wel eens zien welke bokkensprongen je daarmee zult maken! Dus nu verstandig vriend, verstandig! Heb je een kracht, handel dan tot ons welzijn, maar bespaar ons voorgoed je lege woorden, heer Brunissimus!'
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[17] De wil is de arm van de menselijke behoeften. Wie derhalve zijn wil veranderen wil, moet eerst zijn behoeften veranderen. Is de traagheid bij de mens een overgeërfde behoefte, dan maakt deze behoefte van de ziel het noodzakelijk niets te doen. Is de bevrediging van zijn vlees de behoefte voor de mens, dan moet de ziel al het mogelijke doen om ervoor te zorgen dat het vlees verzadigd wordt. De mens heeft echter ook een hoger vermogen tot inzicht, waardoor hij beseft hoe schadelijk de grove behoeften zijn. Daarmee kan hij zulke onzuivere behoeften bestrijden, ze tenslotte totaal uitbannen en in hun plaats betere, d.w.z. goddelijke, plaatsen. Dat betekent dan zijn materiële wil voor een werkelijk goddelijke verruilen. Dat is echter wat ik van jullie in naam van de Heer verlang.
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[19] De lomperd zegt: 'Zou je eerder zo verstandig met ons hebben gesproken, dan zou ik je ook anders tegemoet zijn getreden. Je hebt echter voordien alleen maar zeer geleerd en orthodox tegen ons geredeneerd, zodat we je zelfs met de beste wil van de wereld niet anders hadden kunnen begrijpen. Het voor jou onaangename gevolg daarvan was, dat ik je daarom namens mijn talrijke broeders enkele 'complimenten' heb moeten maken. Ik neem ze echter weer terug, omdat ik uit jouw laatste corrigerende woorden heb begrepen, dat je toch niet zo simpel bent als ik dacht. Na jouw laatste toelichting staan de effecten er heel wat beter voor en we zien nu allemaal de noodzakelijkheid in van wat je hebt verteld over het geduld en het vervangen van de menselijke wil. Ja, ja, op deze manier zou het ook kunnen, al is het ook met veel moeite, want een oud paard laat zich niet zo goed dresseren als een jong paard, maar dat doet niets ter zake wanneer juffrouw geduld maar op de juiste plek zit!'
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] De lomperd zegt verder: 'Dat wij mensen nu echter zo ongelooflijk dom zijn, vooral wat het christelijk geloof betreft, kan geen God ons kwalijk nemen! Want de hogere en de lagere geestelijkheid heeft met de lieve leer van Christus toch zo huisgehouden, dat het tenslotte zelfs de domste varkenshoeder moest opvallen hoe de dienaren van de heilige godsdienst, zelf in overvloed levend, de gedoopte aanhangers van de alleenzaligmakende rooms-katholieke kerk niets zozeer op het hart hebben gebonden als de lieve, hemelse armoede, liefde en geduld, en een onvoorwaardelijke gehoorzaamheid, in de eerste plaats ten opzichte van de kerk en haar zogenaamde goddelijke dienaren, en vervolgens ook ten opzichte van de staat, voorzover deze de belangen van de alleenzaligmakende kerk diende!
Hoofdstuk 113: Rede van de lomperd over de misvorming van de religie door de priesters - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Ik ben van mening dat ieder mens toch voor een zuiver goddelijke leer, evenals voor een opgaande zon, in hoge mate achting en ontzag zou moeten hebben, het allermeest de verkondiger van zo'n leer die enig is in zijn soort. Maar wat echter, als juist de papen de zuivere leer van Christus het allerminst respecteren en haar als puur mensenwerk voor hun heers- en zelfzuchtige doeleinden omvormen? Ja, als ze zo langzamerhand alleen nog maar in schril contrast staat met wat de oorspronkelijke leer voorschrijft, moet dan niet ieder dieper nadenkend mens voor zichzelf tot de volgende slotsom komen: een leer, die zelfs door de priesters niet daadwerkelijk wordt geacht, maar slechts door uiterlijke, nietszeggende ceremoniën wordt beoefend, kan niet goddelijk zijn! Indien voor zuiver goddelijke dingen zelfs het vee nog respect heeft, hoeveel te meer zou dan de met gezond verstand begiftigde mens dat moeten hebben.
Hoofdstuk 113: Rede van de lomperd over de misvorming van de religie door de priesters - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Vraag je echter af of het wel juist is, dat je diegene die jouw beste vriend is, een flinke verdeemoediging toewenst, omdat hij het als vriend gewaagd heeft je geheel terecht de waarheid te zeggen?! Moet je hem, die je als een echte vriend de waarheid zegt en je daardoor van de verderfelijke trede van hoogmoed en zelfzucht wil terugtrekken, niet veeleer het allerbeste toewensen?
Hoofdstuk 119: De genezing van Bardo's ziel. Niklas' rede over het leiding geven van de Heer. Hemelse verbroedering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Niklas komt hem echter, al omgekleed, tegemoet, omarmt hem en zegt: 'Vriend, op aarde hebben de blinden ook de daad nodig, want zij zien niet de kracht van de wil. Maar hier, waar men met geopende ogen de oprechtheid van de wil heel goed ziet, vraagt men niet naar de daad, maar alleen naar de wil. Is deze in orde, dan is ook alles in orde. Hier is slechts het willen aan ons; alle daden komen echter de Heer toe!
Hoofdstuk 119: De genezing van Bardo's ziel. Niklas' rede over het leiding geven van de Heer. Hemelse verbroedering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  545 - 546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570  ...