Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 558 van 1490

...  546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571  ...
[13] Roclus zei: 'ja, mijn beste vrienden, dan moetje wel eerst levend in je hart in deze God geloven, Zijn geboden onder alle omstandigheden houden, Hem vervolgens boven alles lief hebben en je medemensen als jezelf! Wie dat niet doet, wordt door God niet verhoord.
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Maar allerlei zieken, blinden, doven, stommen, lammen, kreupelen, jichtlijders, melaatsen, bezetenen, zieken die aan kwaadaardige koortsen lijden en krankzinnigen kunnen hier hun heil vinden. Als jullie ook deze voorwaarde willen vervullen, kunnen jullie de doodskisten openmaken en jullie nu al tot leven gewekte doden eruit halen en hun te eten geven, in het begin melk en daarna pas verse bouillon met wat brood, en tegen de avond ook wat wijn!
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[21] Op deze woorden sprongen allen op hun doodskisten af, openden die, en hun kinderen, van wie er enkelen al meer dan een jaar in de doodskisten opgesloten waren geweest, stonden daar fris en gezond uit op.
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[25] Toch is van mijn daden en die van de Essenen veel opgetekend, wat veelal in Egypte in de grote bibliotheken bewaard werd maar later, zoals bekend, door de blinde Mohammedanen vernietigd is. En zo kwam het dat de mensen in deze tijd bijna niets meer weten van de grote wonderen die in die tijd gebeurd zijn, waaraan echter ook de oude hoer van Babylon overduidelijk heeft bijgedragen. En hoe, dat zal in deze tijd iedere onderzoeker die nadenkt zonder meer bekend zijn!
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[24] Het antwoord luidt in het kort aldus: omdat Ik het Zelfzo verordend heb, opdat in de toekomst enkel en alleen de zuivere leer de mensen zou leiden en sturen en niet de macht van wonderdaden, die de vrije wil van de mens belemmert, zoals Ik al vaak heb laten zien. Hier in deze plaats, ten tijde van Mijn kortdurende aanwezigheid in Essea, die maar aan weinigen bekend was, baarden dergelijke grote wonderen niet zo'n groot opzien, omdat deze plaats al lange tijd wijd en zijd maar al te zeer bekend stond als een plaats van wonderen. Het mislukken van een wonderdaad zou ontegenzeglijk een groter opzien gebaard hebben dan het volkomen lukken ervan, wat ieder mens al net zo zeker verwachtte als de nacht op de dag en de dag op de voorbijgaande nacht volgt. Bovendien is aan allen die hier hulp vonden steeds heel ernstig bevolen om het wonder niet bekend te maken.
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[27] Wat hier terzijde gezegd is diene iedereen, die nog enige twijfel over Mij en Mijn werken in die tijd had, tot troost en geruststelling en zij voldoende bewijs voor de waarheid van wat er in deze nu al vele boekjes* (* Met 'boekjes' zijn de schriften van het originele manuscript van Lorber bedoeld.) is gezegd en getoond.
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Toen het beschreven wonderwerk volbracht was en de ouders zich met hun kinderen in de herberg bevonden, kwam de waard, evenals ook zijn personeel, aan wie dit wonder iets heel natuurlijks in deze plaats toescheen naar ons toe; hij vroeg Roclus, of en hoeveel hij hun voor de grote wonderdaad in rekening moest brengen voor het welzijn van de vele armen, die van dag tot dag in deze plaats in aantal toenamen, welk geld hij dan, zoals altijd, gewetensvol aan de beheerder van de armenverzorging zou afgeven.
Hoofdstuk 218: Hoe de helpers van de Essenen ingezet kunnen worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Roclus zei, zoals Ik hem in het geheim in zijn hart had gelegd: 'Mij is deze genade door God om niet verleend, en daarom verlang ik ook van niemand enig offer. Maar als iemand zelf uit vrije wil iets wil doen voor de armen, waaraan wij bij ons geen gebrek hebben, kun je dat aannemen en aan de instelling geven! Maar laat de ijzeren doodskisten onmiddellijk naar de burcht brengen, zodat die hier niet te lang voor iedereen zichtbaar blijven staan!'
Hoofdstuk 218: Hoe de helpers van de Essenen ingezet kunnen worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Daarop verlieten wij deze plaats direct, trokken ons terug in het plaatsje en begaven ons naar een andere poort, waarbuiten zich een reeds lang geleden door de Essenen opgerichte vrije herberg bevond. Het was, op de burcht na, wel het grootste gebouw ter plaatse, waar ook vele grote tuinen bij hoorden, die samen met het gebouw als één geheel door een hoge, sterke muur omringd waren, die om de honderd passen van een wachttoren was voorzien. In deze herberg, die vanuit Essea gezien tussen het oosten en het zuiden lag, bevonden zich behalve een groot aantal kreupelen ook nog een heleboel pleegkinderen, die volgens het vroegere, reeds bekende gebruik van de Essenen aan de ouders werden gegeven als hun opnieuw tot leven gewekte kinderen.
Hoofdstuk 218: Hoe de helpers van de Essenen ingezet kunnen worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Toen wij in deze herberg aankwamen, zei Roclus tegen Mij: o Heer en Meester! Kijk, dat is nu nog mijn grootste punt van zorg! Die vele kreupelen genezen en hen dan voor een of andere dienst te gebruiken, zou, vooral nu U aanwezig bent, gemakkelijk zijn; maar deze vele kreupelen waren in vroeger tijden in het bijzonder bij de grote ceremoniën ter opwekking van doden eensgezinde handlangers, en zij weten ook hoe de gestorven kinderen hier weer tot leven gewekt zijn! Als wij hen nu gezond maken en hun ergens anders in de wereld een betrekking geven, dan kan het gemakkelijk gebeuren dat de een of ander in een onbewaakt ogenblik onze oude burcht verraadt, en dan zouden wij wel eens in grote verlegenheid kunnen raken, waar noch wij noch iemand anders mee gediend zou zijn.
Hoofdstuk 218: Hoe de helpers van de Essenen ingezet kunnen worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Maar ik heb nu medelijden met deze mensen van beiderlei geslacht, die nu merendeels kreupel en ziekelijk zijn door de grote inspanningen die zij moesten leveren, en ik zou hen door Uw genade willen helpen. Maar als zij gezond zijn geworden, zullen zij zeker weer hun oude functie willen opnemen, die hun voorheen menig gewin opleverde, omdat zij als weder opgewekten door de vreemdelingen dikwijls rijkelijk bedacht werden. Maar deze functie bestaat nu niet meer, en wij zijn dus echt verlegen met hen. Alleen een advies van U zou ons daarin kunnen helpen.
Hoofdstuk 218: Hoe de helpers van de Essenen ingezet kunnen worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Met de pleegkinderen is gemakkelijker een goede regeling te treffen, omdat zij de reden niet kennen waarom zij daar zijn. Maar hun verzorgers en opvoeders kennen die wel; alleen, die horen bij ons en weten wel hoe de zaken er in deze plaats nu voor staan. Van hen hebben wij dus niets te vrezen; want zij zijn door Mij ook over U ingelicht en richten zich, alhoewel zij merendeels heidenen zijn, in alles naar U en Uw leer. Alleen de kreupelen en ziekelijken gaan ons, zoals gezegd, het meest ter harte!'
Hoofdstuk 218: Hoe de helpers van de Essenen ingezet kunnen worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Roclus zei: 'O Heer en Meester, eeuwige liefde, goedheid en erbarmen! Dat was stilletjes ook allang mijn plan; maar mijn broeders wilden juist in dit opzicht mijn mening niet delen. Maar nu zij het helder en duidelijk uit Uw mond hebben gehoord, zullen wij met Uw genade en hulp ook deze dingen gemakkelijk goed in orde krijgen, en er is mij nu een last van duizend pond van de schouders gevallen. Wilt U, o Heer, Zelf deze herberg en de inrichting ervan in ogenschouw nemen?'
Hoofdstuk 218: Hoe de helpers van de Essenen ingezet kunnen worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Ik zei: 'Vriend, voor Mijzelf is dat niet nodig, aangezien Ik alles daarbinnen van het grootste tot het kleinste heel precies ken; maar ter wille van jullie zelf en Mijn leerlingen wil Ik ook deze instelling van jullie wel binnengaan en door de belangrijkste gedeelten ervan heenlopen!'
Hoofdstuk 218: Hoe de helpers van de Essenen ingezet kunnen worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Het grootste geluk van de mensen bestaat er echter enkel en alleen uit dat zij reeds in hun vroege kinderjaren de ene en enig ware God kennen en Hem als de meest ware en beste Vader van alle mensen boven alles leren liefhebben. Maar de heidenen kennen deze Vader niet, omdat zij van ouders afstammen die Hem ook niet gekend hebben. En kijk, zulke kinderen, die uit jullie midden aan de duistere heidenen zijn meegegeven, zijn er in geestelijk opzicht slecht aan toe, omdat zij onder de heidenen hun ware Vader in de hemel, die een eeuwige geest is vol goedheid, liefde, wijsheid en eindeloze macht, niet kunnen leren kennen en boven alles liefhebben.
Hoofdstuk 219: Bij de pleegkinderen van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571  ...