Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 558 van 728

...  546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571  ...
[11] Vader Jezus zij echter dank, aanbidding en liefde voor het zó leiden van onze schreden, dat wij, in weerwil van ons geloof, aan het einde van een langdurige blindheid nu toch daar zijn gekomen, waar wij volgens Zijn ordening moesten komen.
Hoofdstuk 119: De genezing van Bardo's ziel. Niklas' rede over het leiding geven van de Heer. Hemelse verbroedering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Na deze woorden omarmen ze elkaar en daarna Bruno, dan Dismas en Max Olaf, die Dismas op het goede spoor had gebracht, vooral echter Robert, die krachtig had meegewerkt aan het uiteindelijk terugwinnen van Dismas.
Hoofdstuk 119: De genezing van Bardo's ziel. Niklas' rede over het leiding geven van de Heer. Hemelse verbroedering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] Ik zeg: 'Wanneer jullie met elkaar in het reine zijn, dan is ook voor Mij alles vereffend en jullie schuldenlijst is vernietigd. Ga echter nu met Robert en de andere vrienden mee naar de grote, gouden kast. Daar zullen jullie voor deze duizend armen voldoende kleren vinden. Neem deze en deel ze aan de armen uit, want zij zien er nog erg naakt uit. Kom dan terug, zodat Ik jullie kan zegenen en verder leiden in het rijk van het licht. Zo zij het!'
Hoofdstuk 119: De genezing van Bardo's ziel. Niklas' rede over het leiding geven van de Heer. Hemelse verbroedering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Alle tijdelijke gaven van de Godheid aan de mensen zijn zo gegeven, dat de onvolmaakte mens met zijn natuurlijke verstand, die de gaven helemaal niet weet te waarderen, daarop steeds iets aan te merken heeft. Voor de een is de zon in de zomer te heet; hij zou liever een eeuwige lente willen hebben. Een ander vindt de winter ontzettend vervelend; hij zou veel liever een eeuwige zomer willen hebben. Voor de een is het menselijk leven te kort, voor de ander vaak wanhopig saai, zodat hij het zelf gewelddadig bekort. Weer een ander zou graag willen, dat de hele aarde één vruchtbaar vasteland was, terwijl een Engelsman de zee nog uitgestrekter zou willen hebben dan ze al is. Zo willen sommigen alleen maar akkers, anderen alleen weiland, weer anderen alleen tuinen, nog anderen enkel steden en vestingen. En zo is het met honderden verschillende zaken. Ja, ik heb bijna nooit twee mensen gezien, die precies een en hetzelfde wilden.
Hoofdstuk 114: Bruno's door de Heer ingegeven antwoord. Bewijs van de Goddelijkheid van Jezus' leer. Haar onuitputtelijke rijkdom en veelzijdigheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Met de leer van God is het net zo gesteld als met de overige schepping. Zij is voor het oog van het wereldse verstand een zeer wanordelijke dwaasheid, en het zoekt daarin tevergeefs die vaste ordening, die het 'natuurlijke logica' noemt. Wonderdaden en morele leerstellingen, meestal in mystieke beelden, worden ogenschijnlijk ordeloos met elkaar vermengd. Hier leest men een wondersprookje, daar een vermaning. Op een andere bladzijde een op zichzelf voortreffelijke moraal, die echter voor het wereldse verstand met de andere gelijkenissen en gebeurtenissen nog minder samenhang heeft dan de meest ongeordende plantengroei in een boerenweiland. In de leer van God aan de mensen is dit toch allerminst in tegenspraak met de goddelijke ordening, maar bekrachtigt deze veeleer, want juist daardoor dwingt de Godheid de trage natuur van de mens tot aanhoudend nadenken en veelvoudig zoeken om behoorlijk wegwijs te worden in datgene, wat haar aanvankelijk in de buitenkant van de leer toch zo wanordelijk en zonder enige logica voorkomt.
Hoofdstuk 114: Bruno's door de Heer ingegeven antwoord. Bewijs van de Goddelijkheid van Jezus' leer. Haar onuitputtelijke rijkdom en veelzijdigheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] Dat echter geen enkele leer in de hele wereld zo'n veelvoud aan godsdiensten toelaat als juist de goddelijke leer van Jezus Christus, is het belangrijkste bewijs voor de goddelijkheid van deze leer en haar verheven verkondiger en stichter! Zou deze leer mensenwerk zijn, zoals bijvoorbeeld een uit hout nagemaakte boom, dan zou men van geen enkele tak van deze boom een nieuwe kunnen kweken. Omdat de leer uit de goddelijke mond van Christus echter niet een door mensenhanden kunstzinnig uitgesneden, maar een met alle levenskracht uit God Zelf geplante boom is, kan het dan ook gebeuren, dat zijn endoten (confessies) overal bloeien en bij de juiste verzorging ook volmaakt goede vruchten opleveren.
Hoofdstuk 114: Bruno's door de Heer ingegeven antwoord. Bewijs van de Goddelijkheid van Jezus' leer. Haar onuitputtelijke rijkdom en veelzijdigheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Wanneer Christus, die de schanddaden van de joodse priesters bij iedere gelegenheid toch uitdrukkelijk heeft afgekeurd, God is, en leeft zoals wij nu na de dood van ons lichaam, zeg ons dan eens: hoe kan Hij zulke gruwelen, nu al meer dan vijftien eeuwen lang, op hun beloop laten en rustig toezien, hoe deze zwarte dienaren Gods met Hem nog heel wat ergere schanddaden bedrijven dan die oudromeinse beulen, die Hem aan het kruis hebben geslagen? Meer dan viervijfde deel van de christenheid ziet de slechte handelwijze duidelijk in en zegt: 'Van alle christelijke sekten is Rome de oudste en zij moet dus ook het beste weten wat ze van Christus en Zijn leer moet denken! Door haar handelwijze, die recht tegen de leer van Christus indruist, toont ze echter dat ze zelf nog nooit in deze leer heeft geloofd en bijgevolg nog minder in Christus. Ze solt met Hem, ze verkoopt Hem; ja, ze zou Hem zelfs naar de hel vervloeken, wanneer Hij het zou wagen om zich ook maar enigszins met een andere sekte in te laten. Daardoor worden alle volgelingen van zijn leer in hun geloof geschokt en zijn op deze manier dan genoodzaakt zo'n leer vol verachting de rug toe te keren!
Hoofdstuk 115: Kritiek op Rome. Deze wordt door Bruno belicht. Over het nut van de nacht - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Deze nu al heel oude boom heeft in geestelijk opzicht bijna dezelfde degeneratie ondergaan als de oude kastanjeboom in Sicilië, dichtbij de Etna, wiens kern nu al bijna duizend jaar vermolmd, rot en dood is. Maar omdat uit deze boom, toen hij nog jong was, machtige wortels en wijd uitgestrekte takken zijn gegroeid, heeft hij in de loop der tijden tussen wortels en takken nieuwe stammen gevormd. Zo ontstond uit wat eens een gezonde boom was, een meerstammige boom, die alleen nog maar in de kroon, en allang niet meer in wortel en stam, tot één en dezelfde boom behoort. Deze boom draagt hier en daar nog wel schaarse vruchten, maar ze zijn smakeloos, hard en bijna niet te genieten. De reden daarvan zou wel kunnen zijn, dat deze boom zijn belangrijkste levenskern allang totaal verloren heeft. Wel hebben zich in de nieuwe loten uit de sterke zijwortels eigen kernen gevormd. Daarmee is echter de hoofdstam, van wiens gezondheid de smaak van de vrucht afhangt, weinig geholpen. Deze boom wordt nu meer als een historische curiositeit dan als een werkelijk bruikbare boom beschouwd en door het eenvoudige volk met allerlei sprookjes en fabels (die graag worden geweven rondom alles wat heel oud is) vereerd en door stekeblinde dwazen zelfs als een heiligdom aanbeden. Het beste aan deze boom is nog, dat hij bij een plotseling opkomend onweer de wandelaar een beetje bescherming biedt.
Hoofdstuk 115: Kritiek op Rome. Deze wordt door Bruno belicht. Over het nut van de nacht - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Wanneer jullie echter door veel ervaringen een overvloed aan liefde tot Mij zullen hebben bereikt, dan zal ook ieder van jullie in zichzelf een geheel bij de persoon passend woonhuis vinden, dat hij dan gelukzalig zal bewonen in alle eeuwigheid.
Hoofdstuk 120: Kleding in het hiernamaals. Zegen van de Heer. Blum en zijn vrienden wordt gevraagd om de eetzaal gereed te maken. Hun wonderlijke ervaringen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[20] Daarop zeggen alle anderen hetzelfde, maar niemand hoort ergens een geluid of een andere stem. Dat brengt onze tafelschikkers echter niet van de wijs. Ze wachten geruime tijd heel geduldig.
Hoofdstuk 120: Kleding in het hiernamaals. Zegen van de Heer. Blum en zijn vrienden wordt gevraagd om de eetzaal gereed te maken. Hun wonderlijke ervaringen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[21] Als echter ondanks dit wachten niemand tevoorschijn komt, zegt Robert: 'Dat is werkelijk vreemd! Zou de Heer ons willen beproeven of hebben wij ons ergens schuldig aan gemaakt? Of is deze lange geschiedenis sinds onze aankomst in deze wereld toch maar een droom? Werkelijk vreemd! Maar wat doen we nu? Komt dichterbij, beste vrienden, geef raad of doe een goed voorstel, want anders gaat deze zaak er wanhopig uitzien.
Hoofdstuk 120: Kleding in het hiernamaals. Zegen van de Heer. Blum en zijn vrienden wordt gevraagd om de eetzaal gereed te maken. Hun wonderlijke ervaringen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Overigens komt me de roomse kerk voor als een geloofsnacht, omdat ze bij haar zogenaamde godsdienstige plechtigheden steeds lichten aansteekt ten teken, dat het in haar ook op klaarlichte dag nog nacht is! De nacht heeft echter ook wel degelijk goede kanten, want ze geeft rust aan de vermoeiden. En waar hebben de geestelijk vermoeiden meer rust dan in de nachtkerk van Rome? Ze hoeven niet na te denken, niets te onderzoeken en niet voorwaarts te schrijden, maar alleen maar heel rustig te delen in de goede gaven van hun moeder (nacht) en kunnen daarbij rustig slapen. Worden zij dan echter wakker, gewekt door een of andere morele of politieke opdoffer, dan zoekt niemand zo naarstig naar licht als juist diegenen, die zich in de nacht bevinden!
Hoofdstuk 115: Kritiek op Rome. Deze wordt door Bruno belicht. Over het nut van de nacht - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] De spreker zegt: 'Vriend, we zien nu in dat de goddelijke leer van Christus wel een echte goddelijke leer kan zijn en ook zeker is, hoewel ze door Rome op de meest afschuwelijke manier is misbruikt. We zien echter nog niet in, hoe de Heer het dan kon toelaten dat deze kerk, die in de eerste tijden toch zuiver apostolisch was, de laatste eeuwen zo in diskrediet is gebracht, dat ze volgens de zuivere betekenis van het evangelie helemaal geen kerk meer is. Haar Latijnse gebrabbel, haar oorbiecht, haar misoffer en andere heilige nonsens, en vooral het tegen heel de natuur indruisende celibaat zijn toch verschijnselen, waar men zich in de huidige tijd zelfs al vrolijk over maakt, om maar niet te spreken over de andere, domme kerkelijke gebruiken. En zo'n enorm gekkenhuis wordt geduld door de Heer, wiens leer een centraal zonlicht zou moeten zijn voor de mensen op aarde! Kijk, dat is de omineuze kern van de zaak! Vriend, geef ons daarover nog een lichtstraaltje!'
Hoofdstuk 116: Misvorming van de zuivere leer van God tengevolge van de vrije wil van de mens. Het einde van de lankmoedigheid van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Toen de mensen achter al die bedriegerijen kwamen, wierp men zich op de mystiek, of eigenlijk de zwarte kunst, richtte bedevaartsoorden op met miraculeuze beelden, omhulde zich met het Latijn, produceerde wonderdoende relikwieën en bouwde grote tempels met veel wonderaltaren. Daarmee drijft men handel tot op dit uur. Omdat de mensen tegenwoordig echter helemaal op de hoogte zijn van de praktijken van de papen en zelfs geen respect meer hebben voor een geestelijke, zijn de kooplieden aan het eind van hun Latijn. Ze weten niet meer hoe ze het moeten aanpakken om voor hun sterk bedorven waar een winstgevende afzet te vinden.
Hoofdstuk 116: Misvorming van de zuivere leer van God tengevolge van de vrije wil van de mens. Het einde van de lankmoedigheid van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Bruno zegt: 'Beste vrienden, de reden waarom de Heer dit kan toelaten, moeten jullie zoeken in het heilige besef van de noodzakelijke vrijheid van de menselijke wil, zonder welke de mens geen mens zou zijn, maar enkel een dier of een automaat. Omdat hij echter, om mens te zijn, een volkomen vrije wil moet hebben, tengevolge waarvan hij kan doen wat hij maar wil, is het daardoor ook duidelijk, dat het hem ook met betrekking tot de goddelijke leer, ook al is deze nog zo zuiver, geoorloofd moet zijn deze wel of niet aan te nemen, of als echt of niet echt aan te merken. Daar de mens echter dit recht heeft, was het dan ook mogelijk dat zich mettertijd uit de zuivere leer van Christus een duister pausdom kon ontwikkelen.
Hoofdstuk 116: Misvorming van de zuivere leer van God tengevolge van de vrije wil van de mens. Het einde van de lankmoedigheid van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  546 - 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571  ...