Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 559 van 1110

...  547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572  ...
[11] Of wat zouden jullie ervan vinden, als er op een school voor kinderen een zeer wijze schriftgeleerde zou komen en voordrachten over de meest verhulde tekstgedeelten van de profeten zou gaan houden voor zijn jonge en zwakke toehoorders -wat natuurlijk geen van de toehoorders zou kunnen begrijpen? Zou die zeer wijze schriftgeleerde het zich uiteindelijk niet moeten laten welgevallen dat zijn toehoorders hem toeroepen: 'Hooggeleerde en wijze vriend, leer ons toch liever eerst lezen, desnoods schrijven en rekenen; en kijk dan pas of wij al dan niet iets van je hoge wijsheid kunnen begrijpen!'?
Hoofdstuk 153: De vraag over de opwekking van de gelovigen op de jongste dag - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] En kijk, zo'n terechtwijzing zou Ik Mijzelf van jullie moeten laten welgevallen, als Ik jullie Mijn evangelie in het zuiver hemelse licht zou voorhouden! Want als jullie de dingen van deze wereld al niet begrijpen, die toch zo duidelijk voor de hand liggen, hoe zouden jullie dan iets begrijpen, als Ik met jullie over dingen zou spreken die geheel en al van gene zijde en hemels zijn?'
Hoofdstuk 153: De vraag over de opwekking van de gelovigen op de jongste dag - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] (De Heer:) 'Waar jij, Simon Juda, Mij zojuist naar hebt gevraagd, hoort voor het allergrootste deel thuis aan gene zijde, en ondanks Mijn veelvuldige uitleg kun je het niet helemaal tot op de bodem begrijpen en beschuldig je Mij zodoende heimelijk van een bepaalde onrechtvaardigheid en tirannieke wreedheid. Dat is niet zo mooi van je, en des te minder omdat je nu wel weet wie Ik ben, en dat Ik alleen uit liefde voor jullie mensen en niet uit toorn en wraak een lichaam van jullie aardse vlees heb aangenomen om Mijzelf in al Mijn diepte en grootheid persoonlijk aan jullie te kunnen openbaren, zonder Mij van de mond van de een of andere profeet te hoeven bedienen om Mijn wil aan jullie mensen bekend te maken.
Hoofdstuk 154: De Heer motiveert Zijn genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] En zie: als het volk gewetensvol volgens die verschillende leren leeft en handelt, dan heeft het in Mijn ogen geen of weinig zonde! Het leeft weliswaar in de duisternis van allerlei dwalingen, maar wanneer hun zielen aan gene zijde komen en daar over alles Mijn licht ontvangen, zal het hun net zo vergaan als iemand hier, die 's nachts ergens naar toe moet gaan en onderweg op allerlei voorwerpen stuit, die hij nu eens voor mensen, voor dieren en dan weer voor iets anders houdt, maar niet voor wat ze eigenlijk waren en nog zijn.
Hoofdstuk 154: De Heer motiveert Zijn genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Ik geloof, Simon Juda, dat je hieraan wel tamelijk duidelijk zult kunnen zien hoe je datgene moet begrijpen waarover Ik met jullie al zo vaak heb gesproken.'
Hoofdstuk 154: De Heer motiveert Zijn genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Jullie zijn hier nu weliswaar begrensd zowel wat tijd als wat ruimte betreft, maar toch bevatten jullie eeuwige en oneindige dingen in je; dat begrijpen jullie weliswaar nu nog niet helemaal, maar eenmaal zullen jullie geheel en al begrijpen hoe zelfs het kleinste zandkorreltje iets dergelijks in zich draagt. Want laat iemand van jullie die kan rekenen, eens proberen een zandkorreltje in stukjes te delen, en laat hij het Mij zeggen als hij daarmee klaar is! Ik geloof dat dat werk voor iedere rekenkundige, ook voor de beste, nog te lang zou gaan duren, omdat hij er eeuwig niet mee klaar zou komen. Zoals echter zelfs in het kleinste ding de oneindigheid aanwezig is, zo is ook de eeuwigheid dat.
Hoofdstuk 155: Het begrip eeuwigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Als Ik dus over eeuwigheid en oneindigheid spreek, moeten jullie dat ook in de juiste betekenis verstaan -maar niet zoals jullie kortzichtige wereldse verstand jullie dat ingeeft.
Hoofdstuk 155: Het begrip eeuwigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Kijk, hiermee heb Ik jullie nu mannelijk en vaster voedsel gegeven, omdat Ik wel zie dat enkelen van jullie al min of meer het vermogen hebben om dat voedsel te verteren!
Hoofdstuk 155: Het begrip eeuwigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] En zo zullen jullie de bazuinen zijn die iedereen zal horen, ook degenen die in de graven zijn en die door de zee gevangen worden gehouden vanwege hun eindeloos vele dwaasheden en zonden, en ze zullen uit de graven komen, en ook degenen die door de zee gevangen zijn gehouden zullen vrij worden en met het kleed des levens bekleed worden.
Hoofdstuk 156: Over het Laatste Gericht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] En kijk, dat zal een laatste gericht op deze aarde zijn, waarvoor spoedig na jullie in het klein een eerste begin gemaakt zal worden! Maar jullie moeten natuurlijk ook niet denken dat zo'n vuur onmiddellijk in alle plaatsen en streken van de aarde tegelijk zal uitbreken, maar hier en daar, zo geleidelijk aan, opdat de mensen nog altijd de tijd en de ruimte zullen krijgen om hun leven te beteren.
Hoofdstuk 156: Over het Laatste Gericht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Nu komt echter in jullie in stilte weer de vraag op hoe het daarna met die losbandige zielen zal aflopen. Denk wat dat betreft alleen maar aan wat Ik jullie zojuist heb gezegd, namelijk dat er in Mijn Vaders huis vele woningen en opvoedingsinrichtingen zijn, dan zullen jullie je daardoor zonder moeite kunnen voorstellen wat er verder met zulke zielen zal gebeuren!
Hoofdstuk 156: Over het Laatste Gericht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Wat Ik jullie nu heb gezegd moeten jullie echter voor je houden; want de mensen, zoals ze nu zijn, kunnen die dingen niet vatten en begrijpen! Daarom hebben de Joden, toen ze in de tijd van de koningen steeds duisterder en halsstarriger werden, de laatste drie* (* Namelijk het 6e en 7e boek van Mozes en het profetische aanhangsel;/zie deel 6, hfdst. 216:6.) jullie reeds bekendgemaakte boeken niet meer kunnen begrijpen en ze als apocrief weggedaan.
Hoofdstuk 156: Over het Laatste Gericht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Zeggen de wijzere wetten van Rome al niet: 'Volenti non fit iniuria*!'? (* Latijn voor: Aan degene die het zelf wil geschiedt geen onrecht.) Of zou Ik Mij soms uit een soort liefde voor Mijn tegenstanders van Mijn eeuwige levens en waarheidslicht moeten ontdoen en het kleed van leugen en bedrog aan moeten trekken? Dat zal hopelijk toch niemand van jullie wensen? Maar zelfs voor dergelijke door zichzelf verworpen zielen heb Ik jullie twee troostende dingen gezegd; één keer in de gelijkenis van de verloren.zoon en later bij een soortgelijke omstreden kwestie als nu, toen Ik tegen Jullie heb gezegd dat er in het huis van Mijn Vader zeer veel woningen -maar om Mij nu duidelijker uit te drukken - zeer veel leerinstituten en opvoedingsinrichtingen zijn, waar zelfs de op deze wereld meest verworpen menselijke duivels bekeerd en verbeterd kunnen worden.
Hoofdstuk 154: De Heer motiveert Zijn genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] (De Heer:) 'Dat Ik met jullie echter nog nooit over een algemene dag van opstanding en gericht heb gesproken, zullen jullie je allemaal wel weten te herinneren - maar wel over een speciale jongste dag voor ieder mens, die aanbreekt op het moment dat zijn ziel haar lichamelijke, aardse beproevingsomhulsel verlaat. Die opwekking zal evenwel niet bij iedereen direct het verkrijgen van het eeuwige leven tot gevolg hebben of andersom de eeuwige dood -waarbij echter opgemerkt moet worden dat jullie het woord 'eeuwig' niet als een eindeloos voortdurende tijd dienen te beschouwen; evenzo heeft ook de oneindigheid van Mijn scheppingsruimte niet uitsluitend betrekking op die ruimte, die evenwel nergens een begin of een einde heeft evenals God Zelf, van wie die ruimte uitgaat, en die overal in alle richtingen vervuld is van de werken van Zijn liefde en wijsheid en van de macht van Zijn wil.
Hoofdstuk 155: Het begrip eeuwigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Die eeuwigheid is in de geestelijke wereld weliswaar te vergelijken met de tijdsduur in de materiële werelden; dus aan gene zijde in de geest is ze wat hier de tijd is. Daarmee is echter absoluut niet gezegd dat in de eeuwigheid geen verandering plaats zou vinden, maar alleen is ermee aangeduid dat de waarheid en het leven eeuwig en onveranderlijk hetzelfde is; het valse en onware blijft als tegenstelling tot het eeuwige waarheidslicht en leven derhalve ook eeuwig bestaan, zonder dat een wezen daardoor gedwongen zou zijn om ook eeuwig in die tegengestelde toestand te blijven. Want jullie weten dat God als de eeuwige liefde, wijsheid, macht en kracht ook eeuwig nooit werkeloos kan en zal zijn, maar dat Hij uit Zichzelf eeuwig door scheppingen tevoorschijn zal roepen, zodoende Zijn gedachten zal belichamen en die vanuit Zijn liefde en wijsheid naar een toekomstig zelfstandig bestaan zal leiden, waarvoor in de eeuwigheid tijd genoeg en in de eindeloze ruimte plaats genoeg is.
Hoofdstuk 155: Het begrip eeuwigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572  ...