Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 559 van 1490

...  547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572  ...
[10] Ik zei: 'De kreupelen en ziekelijken zijn puur heidenen en hangen nog hun oude goden aan. Maak hen tot belijders van de ene, ware God, en toon hun de kracht van Gods geest in de mens, wek het geloof en de liefde volgens Mijn leer in hen op en genees hen daarna, dan zullen jullie niets meer van hen te vrezen hebben; zij zullen jullie dan nog heel veel goede diensten bewijzen. En aangezien zij nu eenmaal reeds bij jullie horen, moeten zij ook bij jullie blijven! Jullie willen hier immers toch veel veranderen, zodat er van de oude, valse dingen niets meer aanwezig zal zijn; daarbij zullen jullie veel arbeiders nodig hebben en allen, die binnen deze muren leven, heel goed kunnen gebruiken. Bovendien hebben jullie een zodanige overvloed aan aardse goederen, dat jullie daarmee gemakkelijk tienduizend mensen gedurende duizend jaar kunnen onderhouden en voeden, en daarom kunnen jullie ook iedereen die hier binnen deze muren woont, wel voor een korte tijd goed onderhouden en voeden. -Ben jij het daar ook niet volkomen mee eens?'
Hoofdstuk 218: Hoe de helpers van de Essenen ingezet kunnen worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Pas na deze belofte van Roclus werden de kinderen helemaal rustig en geloofden dat het zo zou gebeuren.
Hoofdstuk 219: Bij de pleegkinderen van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] En Ik zei: 'Ja, deze vragers kan Ik niets weigeren en wil daarom nog een halfuur bij hen blijven.'
Hoofdstuk 219: Bij de pleegkinderen van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Wanneer een mens op deze aarde iets wil maken, moet hij daarvoor materie en allerlei gereedschap hebben; maar als de Vader in de hemel iets schept, heeft Hij geen reeds bestaande materie nodig, en ook geen gereedschap om met behulp daarvan iets van de ruwe materie te maken Zijn gereedschap is Zijn almachtige wil.
Hoofdstuk 219: Bij de pleegkinderen van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] Mensen die heel vroom zijn en de Vader boven alles liefhebben en volgens Zijn geboden leven, krijgen reeds in deze wereld de stem van de Vader te horen en ook Zijn aangezicht te zien. Mijn lieve kinderen, wees daarom maar heel vroom, dan zullen jullie ook op deze wereld al dat heel grote geluk smaken! ,
Hoofdstuk 219: Bij de pleegkinderen van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[23] Nu keken de kinderen Mij lang aan en zeiden na een poosje: ' Als de vader in de hemel er net zo uitziet als u, moet Hij heel goed zijn, en wij hebben Hem nu al boven alles lief! Als u als heel hoge heer op deze aarde net zo almachtig zou zijn als de Vader in de hemel, zou er dan misschien helemaal geen verschil zijn tussen u en Hem?'
Hoofdstuk 219: Bij de pleegkinderen van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[32] Maar bij deze gelegenheid verlieten wij de tuin en omdat het al tegen de avond begon te lopen, begaven wij ons, onopgemerkt door de kinderen, naar onze herberg.
Hoofdstuk 219: Bij de pleegkinderen van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Na de maaltijd stuurde Ik de Essenen allemaal weg met aanwijzingen voor wat zij nog deze nacht te doen hadden. Zij bedankten Mij en gingen aan hun werk.
Hoofdstuk 220: De Heer neemt afscheid van de Essenen (16.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Toen de Essenen, behalve Roclus, ons volgens Mijn wil verlaten hadden, spraken wij met elkaar nog over heel veel dingen tot bijna tegen middernacht, en Roclus schreef intussen in zijn notitieboek heel in het kort alles op wat er allemaal op deze voor Essea zeker meest gedenkwaardige dag van 's morgens tot 's avonds gebeurd was. Maar tegen middernacht stond ook hij op van tafel, bedankte Mij van ganser harte voor alles en vroeg Mij of Ik hem wilde toestaan Mij morgen vóór Mijn vertrek nog een keer te bezoeken en Mij een groot gedeelte van de weg te begeleiden.
Hoofdstuk 220: De Heer neemt afscheid van de Essenen (16.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] En nu weetje alles wat jullie voorlopig nodig hebben. Maar als jullie bij verschillende gelegenheden in Mijn naam zullen onderwijzen en werken, maak je dan geen zorgen over hoe en wat jullie moeten spreken en hoe jullie een werk moeten beginnen en beëindigen; want Ikzelf zal jullie steeds alles in het hart en in de mond leggen, jullie verstand goed verlichten en jullie moed en wil sterken! Met deze verzekering kun je nu ook vol troost de noodzakelijke lichamelijke rust nemen, zodat je morgen onverdroten kunt werken.'
Hoofdstuk 220: De Heer neemt afscheid van de Essenen (16.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Na deze woorden van Mij groette Roclus Mij en Mijn leerlingen nogmaals heel hartelijk en ging, met tranen van liefde in zijn ogen, de herberg uit naar de burcht, en wij gingen toen ook slapen.
Hoofdstuk 220: De Heer neemt afscheid van de Essenen (16.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Spoedig na ons vertrek zullen er echter armen uit de streek rond Jericho in deze herberg komen en hier hulp zoeken; bedien hen, in plaats van ons, dan zul je daardoor een Mij welgevallig werk doen!'
Hoofdstuk 220: De Heer neemt afscheid van de Essenen (16.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Daarop gingen wij snel naar buiten en trokken weg van deze plaats.
Hoofdstuk 220: De Heer neemt afscheid van de Essenen (16.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei tegen de Joodse Grieken: 'Geef hun van jullie overvloed;. want zij zijn net zo arm in de wereld als Ikzelf, die nog geen steen als Mijn eigendom bezit, die Ik als zodanig onder Mijn hoofd zou kunnen leggen!Vossen hebben hun holen en de vogels hun nesten; maar deze armen bezitten niets behalve zichzelf en hun schamele kledij. Schenk hun dus iets!'
Hoofdstuk 1: De Heer ontmoet een groep arme bedevaartgangers (ca. 17.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Na deze woorden van Mij legden alle Joodse Grieken en ook de paar leerlingen van Johannes een flink bedrag aan geld bij elkaar en gaven dat met vreugde aan de armen; deze bedankten Mij en de gevers met opgeheven handen en vroegen ons om vergeving voor het feit dat zij ons onderweg hadden opgehouden, maar aangezien wij Joden waren vroegen ze ons ook angstig en bezorgd of ze Essea wel vóór zonsopgang zouden bereiken.
Hoofdstuk 1: De Heer ontmoet een groep arme bedevaartgangers (ca. 17.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572  ...