10915 resultaten - Pagina 559 van 728
... 547 - 548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 ...
[3] In de tijden der apostelen waren er immers al mensen, die zaken wilden doen met de wonderleer van Christus; ja, Christus Zelf had er een bij zich die Hem verried! Waarom zouden zich in latere tijden dan geen massa's handelaren hebben kunnen aandienen, die de leer van Christus misbruikten als een geduldige koe, die zonder veel voer een enorme hoeveelheid melk geeft. Daar geldzuchtige mensen dit echter maar al te goed hebben ingezien, maakten ze van de goddelijke leer een verkoopartikel, dreven daar in alle landen van de wereld handel mee en deden zo goede zaken. Dat was al het eerste kwaad! Toen echter de kooplieden (roomse geestelijken van diverse pluimage) zagen, dat hun artikel in zijn zuiver geestelijke vorm niet meer zo gretig gekocht werd, vooral niet bij de pronk- en ceremonie-minnende Aziaten, pasten ze al gauw hun koopwaar zo aan, dat deze weer bij de morgenlandbewoners in de smaak zou vallen. En kijk, de nieuwe handel begon weer goed te lopen.Hoofdstuk 116: Misvorming van de zuivere leer van God tengevolge van de vrije wil van de mens. Het einde van de lankmoedigheid van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Daarom: meer liefde! Veel meer liefde dan verstand moeten we de Heer ten offer brengen, dan zal Hij niet wegblijven! Maar wanneer we de opdrachten van de Heer ten uitvoer brengen en ons daarbij als goddelijke zaakgelastigden verbeelden, dat we wat meer zijn dan menige andere door God begenadigde stumper, dan kan het inderdaad niet uitblijven dat wij dingen beleven, die ons heel eigenaardig moeten toeschijnen. Ik denk echter dat wij zelf eigenlijk nog eigenaardiger zijn dan deze belevenissen. Heb ik gelijk of niet?'
Hoofdstuk 121: Meningen en raadgevingen van de vrienden. Dismas brengt de harten tot rust. Roberts dank. Over de zegen van de naastenliefde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] Wij allen wonen nu in jou, zoals jij in ons allen. Wie van ons kan zeggen: 'Broeder, ik heb te weinig!'? Ieder heeft het zijne en hoe meer hij heeft en geeft, des te meer ontvangt hij terug. De harten zijn hier als zeeën; de ene stroomt steeds in de andere en toch heeft er geen te weinig water. Zodoende hoef je mij je huis niet te schenken, want ik gebruik het alsof het mijn eigen was. In ruil daarvoor staat echter ook het mijne jou volkomen ter beschikking.
Hoofdstuk 121: Meningen en raadgevingen van de vrienden. Dismas brengt de harten tot rust. Roberts dank. Over de zegen van de naastenliefde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Dismas zegt: 'Voorlopig helemaal niets, want zij zien noch ons noch de deur en kunnen dus ook niet hier binnendringen. Overigens lijkt het, alsof zij pas van de aarde in deze wereld zijn aangekomen, waarschijnlijk van de slagvelden in Hongarije en Italië, want ik hoor heel duidelijk Hongaarse vloeken en ook Italiaanse scheldwoorden. We moeten hen eerst wat tot bedaren laten komen, waardoor zij wat zachtmoediger worden. Dan pas zullen we ons laten zien, want nu zij nog wraakzuchtig zijn valt er niets met hen te beginnen. Laten we hen echter eerst eens een poosje aanhoren, zodat we de gesteldheid van hun hart leren kennen.
Hoofdstuk 122: Het binnendringen van een opgewonden menigte gesneuvelden. De toespraak van de aanvoerder. Zijn oproep tot gebed - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Ik weet maar één enkel redmiddel en dat heet: de heilige mis, die God alleen welgevallig is. Ik heb hier weliswaar geen gelegenheid en geen benodigdheden om er een te lezen, maar wanneer ik van deze medemensen een klein stipendium zou krijgen, dan zou ik er toch wel een uit het hoofd willen lezen, waardoor wij allen wel gered zouden worden. Want alleen de mis kan ons helpen; alle andere gebeden dienen tot niets.'
Hoofdstuk 123: Een monnik wil voor geld de mis lezen. De generaal gaat tekeer tegen Rome. Robert zou graag helpen. De Heer komt - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Uit deze handelsperiode dateert hoofdzakelijk het brutale snoeien van de zuivere leer van Christus, de uitvinding van het vagevuur, de aflaten, de broederschappen en dergelijke zaken meer. Ook de kruistochten, die de listige roomse kooplieden heel veel opleverden, behoren tot deze tweede periode. In latere tijden, toen de mensen wat meer gingen inzien tot wiens nut de roomse aflaten zo sterk werden aangeprezen en met zoveel energie werden geëxploiteerd, heeft men dit al te schrijnende bedrog een beetje moeten inperken. Men is er ook achter gekomen, dat de roomse kooplieden met de Saracenen in nauwe zakenrelatie stonden en deze getrouw meedeelden wanneer ze weer door een kruistocht zouden worden bezocht, waardoor het voor de goed ingelichte Saracenen steeds gemakkelijk moest zijn om de blinde kruisvaarders zo doeltreffend mogelijk te ontvangen.
Hoofdstuk 116: Misvorming van de zuivere leer van God tengevolge van de vrije wil van de mens. Het einde van de lankmoedigheid van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Maar vrienden, deze keer zal het niet meer lukken! De bijbels en andere verhelderende geschriften zijn te veel onder het volk verspreid. Ook hebben deze kooplieden te openlijk laten zien, dat ze voor geld overal voor te krijgen zijn. En zo heeft zelfs Maria, die lange tijd hun voornaamste steunpilaar was, samen met haar houten Christus er de brui aan gegeven, wat voor deze kooplieden een bijzonder slecht voorteken is. Bijna zou ik er mijn hele zaligheid om willen verwedden, dat zij er spoedig voor de volkeren niet anders bij zal staan dan als een meisje, dat zich steeds zedelijk en vroom heeft voorgedaan, om dan uiteindelijk als een veile deerne te worden betrapt. Kortom, de kooplieden zullen hun handel sterk moeten verminderen, wat echter ook weer een argument tegen hen zal zijn.
Hoofdstuk 116: Misvorming van de zuivere leer van God tengevolge van de vrije wil van de mens. Het einde van de lankmoedigheid van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] De eerst genoemde zegt: 'Je hebt weliswaar gelijk, maar weet je, volgens Zijn eigen woorden zullen hoeren, echtbrekers, dieven, moordenaars, bedriegers, meinedigen, vrekken en hardvochtigen het rijk Gods niet binnengaan. Er staat geschreven: 'Wie gelooft en gedoopt wordt, zal zalig worden!' Wij zijn wel gedoopt, maar geloofd hebben we nergens in, behalve dan in datgene wat binnen handbereik lag. We kunnen dus bij Christus met niets aankomen, wat voor ons ook maar de schijn van iets goeds zou hebben. Hij is wel oneindig goed, maar Hij is ook evenzeer oneindig heilig en dus evenzeer rechtvaardig! Hoe wij het echter met Zijn rechtvaardigheid moeten klaarspelen, is een andere vraag!'
Hoofdstuk 117: De twijfelaars geloven nu, maar sommigen zijn bang om naar de Heer te gaan. Tweespraak tussen een kerksgezinde en een vrijdenker. Humor in het geestenrijk - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Bruno zegt: 'Wees verstandiger, dan zal niemand je uitlachen! Maar wanneer je hier met louter jezuïeten bezwaren aankomt en daardoor mijn werk aan jullie vertraagt, heeft vriend Niklas gelijk, als hij je een beetje op stang jaagt. Wie is er dan goed en rechtvaardig voor God en wie heeft verdiensten voor Hem, de Almachtige? Heeft Hij dan niet Zelf gezegd: 'Als jullie alles gedaan hebben, dan moeten jullie nog zeggen, dat jullie luie en nutteloze knechten waren!' Wanneer Hij echter zo heeft gesproken, waarom oordelen wij dan nog over de vraag of wij wel of geen verdiensten voor Hem hebben? Wanneer Hij echter genadig en barmhartig tegenover ons wil zijn, waarom zouden we ons dan daartegen verzetten? Kijk, dat is ijdel! Wij allen zijn slecht en God alleen is goed! Wanneer Hij ons nu echter vanuit Zijn eeuwige goedheid iets wil geven, dan is het aan ons om te doen zoals eens de zondaar Zacheüs, toen de Heer hem uit de boom liet komen, in zijn huis intrek nam en daarna met hem de maaltijd gebruikte. Laten wij nu ook doen wat eens Zacheüs heeft gedaan!'
Hoofdstuk 117: De twijfelaars geloven nu, maar sommigen zijn bang om naar de Heer te gaan. Tweespraak tussen een kerksgezinde en een vrijdenker. Humor in het geestenrijk - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] De eerste spreker Bardo zegt: 'Nu dan, in Gods naam, ik wil dan wel toegeven, als het zo is; maar dat Niklas beslist geen fijngevoelige geest is, moet hij toch zelf ook inzien. Omdat echter Niklas, als nieuw-katholiek, helemaal niet meer geloofde in de Heer Jezus, hoeft hij nu niet zoveel verbeelding te hebben. Want zij hebben van de aarde een hemel willen maken en hebben ons katholieken voor domme schapen uitgemaakt. Maar nu, als geest, zit die goede Niklas met veel van zijn geloofsgenoten samen met ons, traditionele katholieken, in hetzelfde schuitje, en daarom hoeft Niklas nu juist tegenover iemand van ons niet zo grof te zijn.'
Hoofdstuk 118: Bardo's eigenzinnigheid; Niklas' terechtwijzing. De duizendkoppige menigte, in de geest verenigd, mag de genade van de Heer ervaren - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] De Pool bidt nu terstond geheel volgens de wens van de generaal voor en allen bidden hem woord voor woord na. Alleen de monnik die de mis wilde lezen en een paar van zijn soortgenoten doen er niet aan mee en ergeren zich er aan, dat de generaal geen gebruik wilde maken van de Latijnse eredienst. De omstanders echter bemerken, dat deze geestelijken schandelijke gebaren maken en dat de monnik, die de mis wilde lezen, bij de bede: 'Uw rijk kome...' zei: 'de hel kome over jullie'. Daarom grijpen zij deze heilige godsdienaren, slepen hen voor de generaal en vertellen hem alles.
Hoofdstuk 123: Een monnik wil voor geld de mis lezen. De generaal gaat tekeer tegen Rome. Robert zou graag helpen. De Heer komt - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Wie een mens wil leren kennen, moet diens handelwijze gadeslaan, want daaraan is ieder mens het gemakkelijkst te herkennen. Wanneer het echter al bedenkelijk is om met vee- en mensenslagers een vriendschapsverbond te sluiten, hoeveel erger is het dan, dat met de over het algemeen meest harteloze godslagers te doen?
Hoofdstuk 123: Een monnik wil voor geld de mis lezen. De generaal gaat tekeer tegen Rome. Robert zou graag helpen. De Heer komt - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] De geschiedenis aller tijden en in het bijzonder die van Spanje laat maar al te duidelijk zien, hoe duivels wreed de godsdienaren met hun afgedwaalde schaapjes zijn omgegaan. Laat daarom deze zwarten van lichaam, ziel en geest gaan waarheen ze willen en vervloeken zoveel ze maar willen. Wij allen willen ons echter van nu af aan gedragen als echte broeders en elkaar, zo goed als we kunnen, met raad en daad ter zijde staan.
Hoofdstuk 123: Een monnik wil voor geld de mis lezen. De generaal gaat tekeer tegen Rome. Robert zou graag helpen. De Heer komt - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Het hele gezelschap breekt in gejubel uit, nadat het de zo krachtdadige toespraak van de generaal aan het adres van het groepje papen had aangehoord. Deze trekken daarbij echter uiterst grimmige gezichten. De eerdergenoemde monnik, die niet meer in staat is zijn machteloze woede te verbijten, begint de hel aan te roepen, dat zij zich moge openen en zulke gruwelijke boosdoeners ijlings verslinden. Het gezelschap laat zich dat echter niet te lang welgevallen, pakt de godsdienaar bij de kraag en gooit hem het huis uit waar hij ter plekke een hele tijd afgemat blijft liggen.
Hoofdstuk 123: Een monnik wil voor geld de mis lezen. De generaal gaat tekeer tegen Rome. Robert zou graag helpen. De Heer komt - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Niklas zegt: 'Wat dan? Als het jou dan zo ergert, dat ik je min of meer de waarheid heb gezegd, doe dan met mij hetzelfde, dan zijn we quitte! Kijk, zie je dan nog niet in, dat er ons allen veel meer gelegen moet zijn aan Christus de Heer dan aan onze wederzijds gekrenkte eer? Wat is dan eer zonder God?! Daarom, vriend Bardo, nu geen aardse domheden meer, maar laten we ons volgens de raad van Bruno bij elkaar aansluiten en de Heer Jezus vragen om licht, genade en erbarmen! Ik wil wel voorgaan in de bede, dan spreken jullie haar luid en uit de grond van je hart na; natuurlijk als jullie willen!' Bardo zegt: 'Eh... waarom zou ik uitgerekend jou moeten napraten? Ik zal toch zelf ook wel in staat zijn om een bede te formuleren!' Niklas zegt: 'Je doet maar! Ik heb er niets op tegen! Want een ieder zal wel het beste weten, waar bij hem de schoen wringt! Ik zal echter nu mijn bede toch maar hard opzeggen; het staat iedereen vrij zich daar wel of niet bij aan te sluiten!'
Hoofdstuk 118: Bardo's eigenzinnigheid; Niklas' terechtwijzing. De duizendkoppige menigte, in de geest verenigd, mag de genade van de Heer ervaren - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)