Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 560 van 1112

...  548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573  ...
[10] En de naam 'Kaïn' zal van je weggenomen worden en een andere naam zal je gegeven worden en die luidt 'Atheope', dat wil zeggen 'de willoze naar de wil Gods'. Als zodanig moet je met je familie een zeer grote stevige mand vlechten van riet en biezen, zeven manshoogten lang, drie manshoogten breed en één manshoogte hoog, en deze moet je dan met hars en allerlei pek dichtmaken. En als je dit dan vlijtig gedaan hebt, moet je deze bij het grote water plaatsen en veertig dagen lang vruchten verzamelen; en als je dat gedaan zult hebben, leg dan de vruchten in de mand en ga tenslotte met z'n allen aan boord!
Hoofdstuk 24: De uittocht van Kaïn naar de zee - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Zie, Ik wil je een tijdslimiet stellen van tweeduizend jaar en gedurende die tijd zal niemand ooit getroffen worden door Mijn gerechtigheid; en uit deze gerechtigheid zal Ik een groot vat maken en het boven de sterren plaatsen - en uit Mijn liefde zal Ik een tweede vat maken en dat onder de aarde plaatsen. En zo kunnen jullie doen, wat je wilt: indien jullie kwaad doen, dan zullen je daden het vat van de gerechtigheid vullen en als het vol zal zijn, zal het op alle plaatsen barsten en het gehele gewicht zal over alle boosdoeners uitgestort worden en zij zullen allen gedood worden; maar indien het vat van de liefde, dat onder de aarde is, leeg zal blijven, zal het de doden opnemen voor een lange, zuiverende kwelling. En diegenen die zich laten reinigen zullen naar de sterren verplaatst worden voor een lange strijd; degenen echter die zich in hun innerlijke boosheid zullen verharden, zullen te zijner tijd onder de bodem van dit vat geworpen worden en er zal een eeuwig gehuil en een eeuwig tandengeknars zijn tengevolge van Gods toorn.
Hoofdstuk 21: Het verdrag van de Heer met Kaïn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Zie, hun God is ook de onze; maar zij hebben aan Hem een goede Vader - wij echter een Rechter! De Vader kent hun liefde en Zijn oog en oor is met hen. Maar zo is het niet bij ons. Wij zijn aan onszelf overgelaten en kunnen handelen, zoals we maar willen; maar indien wij willen overleven, hebben wij wetten en orde nodig. Want anders kan nu de ene de andere naar willekeur in haat en nijd doodslaan en zo zal het vat van de gerechtigheid zich voortijdig vullen en wij zullen dan allemaal te gronde gaan aan de op ons neerkomende grote last van onze gruweldaden. Laten wij ons daarom hecht aaneen sluiten en samen grote en kleine stenen bijeenbrengen en een hoge en stevige woning voor hem maken. En voor ieder van ons bouwen wij een kleine woning in een wijde kring om de zijne, zodat hij allen kan overzien en hun doen en laten kan gadeslaan. Als vorst in jullie midden zal hij echter vrijgesteld zijn van iedere arbeid en zal eten van wat jullie handen opbrengen.
Hoofdstuk 22: Hanoch, Kaïns zoon, als wetgever - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] En zie, toen trokken zij allen weg en gingen aldus aan het werk om een stad te bouwen, en daaraan werkten zij zestig jaar. Omdat de bouwsels dikwijls instortten, hadden zij veel tijd nodig om de woning van de nieuwe vorst te bouwen en konden deze pas afmaken, toen Ik Hanoch in een droom getoond had hoe ze te werk moesten gaan. Want Ik had medelijden met de arme kinderen, die bij deze bouw aan vele en zware mishandelingen bloot stonden van de zijde van de tot dan toe weliswaar zeer ordelijke en rechtvaardige Kaïn, die zich streng aan de wet hield. Door grote schrik te verwekken en onder grote vrees en angst voor de straffen zonder genade of erbarming, leidde hij de zijnen als een tiran. In hem was geen liefde, maar rechtvaardigheid ten aanzien van gehoorzaamheid aan alle wetten. Daarbij dacht hij er echter niet aan, dat gehoorzaamheid die een gevolg is van grote vrees eigenlijk allerminst gehoorzaamheid is, maar pure eigenliefde. Want wie zichzelf liefheeft, houdt zich aan de wet uit pure vrees voor de altijd er op volgende zekere bestraffing als hij die wet overtreedt, omdat hij bijzonder veel medelijden met zichzelf heeft als hij de pijn van de straf in zijn hulpeloze zwakte ondergaat. Maar indien hij ook maar de geringste gelegenheid vindt om in zijn hart onopgemerkt te zijn, zal hij de wet en de wetgever vervloeken en de wet weldra met voeten treden.
Hoofdstuk 22: Hanoch, Kaïns zoon, als wetgever - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] En als dan zo iemand op de een of andere manier zich een grotere macht kan vergaren, dan stelt hij zich tweemaal zo gruwelijk boven de wetten, of die nu goed of slecht zijn en hij zal ze vernietigen en ongedaan maken tezamen met de liefdeloze wetgever. (N.B. Dat zouden ook alle leiders en wetgevers in deze tijd goed moeten bedenken; want ook hen wacht een dergelijk lot als zij menen dat vrees het enige middel is om de orde te handhaven met het daaraan verbonden voordeel van de stomme gehoorzaamheid van de slaven. Anders zullen zij allen spoedig op ruwe wijze ondervinden, welke vruchten de wetten die hun oorsprong niet in zuivere, onbaatzuchtige liefde vinden, hen vroeg of laat zullen brengen, hetzij hier, maar zeker altijd in het hiernamaals.)
Hoofdstuk 22: Hanoch, Kaïns zoon, als wetgever - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] En zie, toen verhief Hanoch zich met grimmige ernst en zei: "Hoeveel keer per dag willen jullie dan eten?! Denk je nu dat ik die vruchten voor jullie laat verzamelen, opdat je dan onbekommerd gevoerd kunt worden?! Waarvan zal ik dan leven en mijn bedienden, wier zaak het niet is te werken zoals jullie, maar hun heer op handen te dragen?! Verdwijn daarom uit mijn ogen en laat geen van jullie allen het ooit meer wagen de drempel van mijn hoge huis te overschrijden! Van nu af aan zal ik dagelijks voor mijn huis de vruchten door mijn dienaren in ontvangst laten nemen; jullie echter kunnen mondjesmaat eten van de vruchten die vanzelf van de struiken en bomen zijn gevallen, - dat geldt voor de verzamelaars en ook voor hen die bouwen. En dit is een nieuw gebod voor jullie, waaraan je je heilig hebt te houden; wee de overtreders!"
Hoofdstuk 23: De bevelen van Hanoch, de tiran - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] En dan zal de Heer vanuit het grote water een grote vloed op laten komen; die zal de mand met jullie erin opheffen en zal je wegdragen naar een ver land midden in dat grote water en daar zul je volkomen veilig zijn voor alle vervolgingen van Hanoch.
Hoofdstuk 24: De uittocht van Kaïn naar de zee - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] En in dit grote water zullen in de nabijheid wijd en zijd verspreid kleine stukken land liggen en als er teveel van jullie op één stuk land komen, zoek dan het naastbij gelegene op en zo voort, en bevolk volgens de wil van de Heer langzamerhand alle kleine stukjes land in de grote wateren.
Hoofdstuk 24: De uittocht van Kaïn naar de zee - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] En als jullie de Heer niet zullen vergeten, dan zal Hij je eens een groot vasteland geven om te bewonen, daar zullen jullie blijven tot aan het einde van de wereld, nadat het eerst van tevoren gereinigd zal worden door de er spoedig op neerstortende watervloeden. Deze zullen de nakomelingen van Hanoch verstikken en doden en ook zeer veel kinderen van God, die zich door de schone dochters van Hanoch zullen laten vangen.
Hoofdstuk 24: De uittocht van Kaïn naar de zee - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] En zie, zo leeft deze Atheope nog, natuurlijk en geestelijk, tot op dit moment als een niet aflatende waarnemer van jullie doen en laten, verborgen op een klein eilandje, dat geen sterveling ooit zal vinden in het midden van het grote water!
Hoofdstuk 25: De ontwikkeling van Kaïns geslacht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] En zie, toen deze dienaren nu zagen dat zij ongestraft konden doen wat zij wilden, begonnen zij te regeren en gaven wetten aan de onderdanen; ten eerste moesten zij de vorst door allerlei offers een goddelijke verering betonen en ten tweede moest de mooiste dochter van de een of andere onderdaan aan de vorst worden gegeven; en de onderdaan die de gelukkige gever zou zijn, werd ontheven van alle leveringsverplichtingen en hij zou zijn huis in eigendom bezitten, hij zou toegang hebben tot het huis van de vorst en zou zich met diens dienaren kunnen onderhouden en hij zou ieder jaar eenmaal zijn vorst mogen aanschouwen en hem bedanken voor zo'n grote en vererende genade.
Hoofdstuk 26: Hanochs goddeloze regering - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Maar wat gebeurde er nu door dit wederzijdse bedrog? Niets meer of minder dan het allerergste wat je je maar in je diepste gedachten kunt voorstellen, namelijk: de dienaren trokken uiteindelijk de hele regering naar zich toe onder het sluwe voorwendsel, dat zij, die zeer goed van de tongriem waren gesneden, aan de vorst duidelijk maakten dat hij nu niet meer een vorst, maar een god van het volk was en dat het een vernedering zou zijn tegenover zijn oneindige hoogheid en onuitsprekelijke verhevenheid, die nu goddelijk was, om de aardwormen wetten te geven. De dienaren wilden uit onmetelijke hoogachting voor zijn boven alles verheven heiligheid deze vernederende zaak op zich nemen; en zodoende zou hij niets anders hoeven te doen dan alleen maar door middel van een wenk zijn welgevallen of zijn misachten te uiten en de schatten, die zij in grote hoeveelheden voor hem zouden verzamelen, goedgunstig en genadig aan te nemen.
Hoofdstuk 26: Hanochs goddeloze regering - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Overigens mocht hij zich slechts eenmaal in het jaar aan het volk vertonen, waarbij dan iedereen voor hem zou neervallen en hem liggend in het stof aanbidden; en indien hij dan een van die bestofte wormen een bijzondere genade wilde bewijzen, dan mocht dat gebeuren door een ferme trap met zijn heilige voet op de kop van die worm.
Hoofdstuk 26: Hanochs goddeloze regering - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] En zie, nu hadden de dienaren bereikt waarnaar zij al lang gestreefd hadden, namelijk de wetgeving, bestraffing en hiermee de hele regering en zo kwamen er in plaats van één, tien vorsten, die ook niet het geringste onderscheid maakten tussen mensen, hun broeders en de andere dieren en hen alleen maar onderverdeelden in dieren met verstand en dieren zonder verstand. En alleen als een willekeurig met rede begaafd dier het een of andere sluwe, boze plan in hun voordeel tot een goed einde had gebracht, werd hem het recht gegeven zich ook een mens te mogen noemen.
Hoofdstuk 26: Hanochs goddeloze regering - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] En zie, zo ging men meer dan dertig jaar door op deze wijze te leven. Toen echter, omdat de mensen zich op deze ontuchtige manier vermeerderd hadden tot vele honderdduizenden en zich wijd en zijd over het land verspreid hadden en daardoor niet meer overzien konden worden, werden met de argeloze toestemming van Hanoch, hun nu geheel krachteloze en dadeloze god die nooit ingreep, nog eens tien steden gebouwd en deze werden vernoemd naar de namen van de tien vorsten, en deze heetten:
Hoofdstuk 26: Hanochs goddeloze regering - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573  ...