Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 560 van 1037

...  548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573  ...
[2] Maar toen de talrijke kinderen de bereden tijger in het oog kregen, werden zij gegrepen door een grote vrees; want zij kenden de wrede volharding van dit dier en hadden die ondervonden bij een gelegenheid, toen enige jongelieden zich opmaakten om een reis naar Hanoch, waarover zij hadden horen spreken, te ondernemen.
Hoofdstuk 67: Het bezoek van de vaderen aan de kinderen van de middag - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] En onmiddellijk liep Henoch naar de schuwe kinderen en sprak hen met de volgende woorden aan: "Luister allemaal, kinderen van Adam, kinderen vol wijsheid! Wat is het dat je doet terugdeinzen bij de aanblik van een machtig, maar toch zeer gehoorzaam dier?
Hoofdstuk 67: Het bezoek van de vaderen aan de kinderen van de middag - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] De kinderen antwoordden: "Luister, Henoch, eerste zoon van Jared, het is zoals jij zegt: vijf jongelingen waren heimelijk en tegen onze wil ongehoorzaam, - want hun oog had een begerige blik op Hanoch geworpen; maar hun voeten werden onmiddellijk door een dergelijk dier naar het gebied van de grondslagen der wijsheid terugverwezen.
Hoofdstuk 67: Het bezoek van de vaderen aan de kinderen van de middag - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Ga nu echter onverschrokken naar aartsvader Adam toe, opdat die jullie zal geven waaraan je nu boven alles behoefte hebt; vat dus moed in naam van de Heer en volg mij zonder angst! Amen."
Hoofdstuk 67: Het bezoek van de vaderen aan de kinderen van de middag - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] En terstond begaf de ene groep na de andere zich naar Adam en zij vielen voor hem neer en Adam zegende hen.
Hoofdstuk 67: Het bezoek van de vaderen aan de kinderen van de middag - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Toen dat naar oud gebruik was gebeurd, brachten zij onmiddellijk brood, melk en honing en gaven dat aan Adam en al zijn zonen. En die namen alles aan en loofden Mij voor dergelijke gaven aan de kinderen. Vervolgens lieten zij hen dertig schreden terugtreden, opdat Henoch nu weer over het grondgebied van de middag enige woorden uit de diepte van het leven in God zou spreken.
Hoofdstuk 67: Het bezoek van de vaderen aan de kinderen van de middag - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Gaat dan niet de kracht van de Heer zondermeer boven alles uit?! Zijn wij echter in de liefde van de Heer, dan zullen wij ook in de macht en de sterkte van de Heer zijn! En zo zal de zwakste in de Heer in alles sterker zijn dan degene die vanuit zichzelf de krachtigste is, en alle elementen zullen zich dan ook naar zijn wil schikken!
Hoofdstuk 68: Adams woorden tot de zijnen en de kinderen van de middag - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] En nu, kinderen, luister! Tenslotte nog een woord tot jullie gericht. Laat alle kinderen naderbij treden en eerst een woord van mij aanhoren, dan een woord van Seth en tenslotte een woord van Henoch, opdat de wijze vermaning van het dier volledig tot zijn recht komt; daarna zullen Enos en Kenan jullie de dag van morgen afkondigen en zodra vandaag de zon naar de avond neigt, zullen zij van al het werk uitrusten.
Hoofdstuk 68: Adams woorden tot de zijnen en de kinderen van de middag - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Toen allen een ordelijke, naar leeftijd ingedeelde plaats hadden ingenomen, ging Adam voor hen staan en begon de navolgende gedenkwaardige woorden tot hen te richten:
Hoofdstuk 68: Adams woorden tot de zijnen en de kinderen van de middag - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Vandaar dat het Gods liefde ook niet onverschillig laat of wij zus of zo handelen. Als wij weliswaar de Liefde op zich beschouwen, dan is het daar zo mee gesteld, dat zij blind is voor alle handelingen van haar kinderen, net als een tedere moeder dat is ten opzichte van haar zuigeling; maar God zou zonder liefde geen God zijn en de Liefde zou zonder God geen Liefde zijn. En zo zijn God en Zijn liefde één wezen en is God machtig in Zijn liefde en de Liefde heilig door God. En deze aldus enige God is alles tezamen genomen onze meest liefdevolle, heilige Vader, zoals wij Zijn kinderen zijn, volkomen naar Zijn evenbeeld, omdat ook wij een hart en daarin een geest van de liefde hebben, evenals in ons gehele wezen een levende ziel met een volledig verstand woont en ook het verstand op zich gelijk is aan het wezen van God en de liefde van de geest in het hart met haar vrije wil gelijk is aan de liefde in God. En wanneer uit de ziel en uit de geest door de vrije wil het wezen één geheel wordt, dan gelijken ook wij in alles volkomen op God en zijn bijgevolg eerst dan Zijn kinderen.
Hoofdstuk 69: Seths troostende woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Dus, lieve kinderen, zie: omdat jullie vanuit je lichtzinnige verstand ontrouw geworden zijn aan je innerlijke liefde uit God in je, werden jullie ongehoorzaam in je ziel als je heiligdom, en dus ook aan de liefde in God. Je liefde heeft zich toen teruggetrokken; jullie leefden alleen in je ziel, strevend naar uiterlijke expansie (indien het mogelijk zou zijn tot in het oneindige). Oordeel nu zelf en zeg me wat vaster is: een zich naar alle kanten uitbreidende nevel, zelfs wanneer zijn vluchtige grootte hele werelddelen omhult, of een klein, rond, op een dauwdruppel lijkend doorzichtig steentje! Zie, daarin ligt de reden van je angst en de grond van je blindheid!
Hoofdstuk 69: Seths troostende woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] "O vaderen en jullie kinderen van de middag! Luister allen naar wat de Heer, onze God en heilige Vader, zegt!"
Hoofdstuk 70: Henoch predikt over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Aangezien ons echter het zien door innerlijk voelen net zo goed is gegeven als onze ogen en onze voeten en wij door middel van dit zien de liefde in ons waarnemen, hebben wij immers ook evenals de voeten van ons lichaam de vrije wil, waardoor wij dit doel van alle leven krachtdadig nastreven en ons gehele wezen naar de liefde toe kunnen brengen om dat wezen dan geheel door haar te laten omvatten, opdat dat door en door levend wordt.
Hoofdstuk 70: Henoch predikt over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[23] Jullie vaderen hebben weliswaar veel gesproken over gehoorzaamheid en hebben daardoor de harten van deze kinderen zeer goed losgewoeld; ik zeg echter, wie liefheeft, kan het goed zonder de gehoorzaamheid stellen. Is de gehoorzaamheid dan niet de geestelijke weg naar de liefde, die het doel van al het leven is?! Maar heeft iemand op deze weg het doel bereikt, zeg me, waarom zou hij daarna die weg nog bewandelen?!
Hoofdstuk 70: Henoch predikt over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Onmiddellijk stond Henoch op en zei: "Luister Sethlahem, waartoe die roem?! Heb je dan de wijsheid ontvangen om met haar naar buiten te treden om datgene te roemen wat niet het roemen waard is, en weet je niet Hem te roemen aan wie alleen toch alle roem toekomt?! Of meen je dat het leven zich ook laat leren, zoals een dergelijke wijsheid die je met een koud hart hebt geleerd, opdat je een meester in de wijsheid zou worden?!
Hoofdstuk 71: Sethlahems verlangen naar de ware wijsheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  548 - 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573  ...