Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1796 resultaten - Pagina 57 van 120

...  45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70  ...
[6] Wat voor een soort van heilig geloof moet dat van Abgarus dus wel geweest zijn, waar de Heer hem op grond daarvan zo'n heerlijk vooruitzicht, zo'n verrukkelijke garantie heeft kunnen geven ? Het kan beslist niet iets zijn geweest van lichtvaardige goedgelovigheid, want Abgarus is over de joodse Heiland en over Diens wonderen, vaardigheden en intenties, daarvoor veel te goed geïnformeerd geweest namelijk door zijn gezanten. Maar ook was het beslist niet zo maar een rationeel geloven zonder meer, een op redelijkheidsbasis voor waar aannemen, neen: deze vorst had zich door zijn innerlijke goddelijke inspiratie laten voorlichten 'dat deze goede en machtige heiland een god of zoon van een god móest zijn,' en door zijn gelovig erkennen van Hem gevoelde hij in zijn hart een allerhevigst verlangen naar Hem. Dus niet alleen maar geloof vanuit het verstand, maar tevens uit het hart had hij getoond! Alleen onder verwijzing daarnaar was het dat Jezus kon antwoorden: 'Zalig zijt gij Abgarus, omdat Ge geloof toont!'
Hoofdstuk 15: Gelovig commentaar - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[15] De meest eminente getuige voor de echtheid van deze briefwisseling is echter Eusebius van Caesarea, die in het jaar 339 overleed, na tijdens zijn leven op de drempel te hebben gestaan tussen twee perioden van de wereldgeschiedenis. Hij kan namelijk door zijn opvoeding, zijn interessen en zijn 'de opbrengst van het verleden samenvattende' werken nog worden gerekend te behoren tot de tijd vóór 'Nicea', terwijl hij later, als bisschop en kerkhistoricus in het centrum staat van het (toen)-nieuwe tijdperk van Constantijn. In Palestina in het jaar 263 geboren, ontving hij zijn geleerde opvoeding van Pamphilius aan de te Caesarea door Origenes gevestigde school met haar beroemde bibliotheek. Als bisschop van Caesarea (sedert 313) kreeg hij grote invloed op keizer Constantijn, niet in het minst door zijn grote geleerdheid. Deze Eusebius zal voor altijd geboekstaafd blijven als de grote geschiedschrijver van de christelijke oudheid.
Hoofdstuk 0: Woord vooraf - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[11] Wie hier niet ten minste voor de helft in de geest wordt wedergeboren, komt aan gene zijde min of meer in de hierbo­ven beschreven toestand, waarin hij zichzelf evenmin kan hel­pen als een embryo in het moederlichaam, wiens activiteit en bewegingen afhangen van de noodzakelijke uiterlijke toestand van de moeder. Maar toch bestaat er een heel specifieke gesteldheid bij zulke zielen, die enigszins verschilt van de toe­stand van het embryo in het moederlichaam. En dat verschil is -om voor het verstand van de mensen begrijpelijk te spre­ken -dat het embryo, dat een zich nieuw ontwikkelend schep­sel is, in het moederlichaam volslagen lijdzaam is, terwijl een duistere ziel geheel vanuit zichzelf actief en passief tegelijk is en, omdat ze niet wil, niet inactief kan worden omdat zij daar­door niet-lijdzaam zou worden. Maar hoe komt dat?
Hoofdstuk 13: Over het weerzien in het grote hiernamaals - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[90] De boodschapper zegt: 'Kijk naar het grote huis waar we nu voor staan en zie hoe talloze broeders en zusters ons vanuit de stralende vensters en galerijen aan de buitenkant begroeten ­dit is het echte, eeuwige Emmaüs!
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[69] De arme zegt: 'O, verheven boodschapper van God, vergeef mij, daarheen kan ik je niet volgen, want zo'n genade ben ik niet waard! Breng mij naar een rustig plekje waar mensen even gering als ik en zonder enige verdienste kunnen wonen en hopen de Heer Jezus eens vanuit de verte te mogen zien; dan zal ik daar even zalig zijn als de meest volmaakte engel! Ik zou het immers niet kunnen verdragen dat de Heer Jezus te dicht bij mij zou komen; want mijn te grote en machtige liefde voor Hem zou mij helemaal verteren! Doe dus voor mij, wat ik je in alle ootmoed heb gevraagd'.
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[61] De arme man zegt: 'Nee, en nog eens nee! Ik moet jullie, mijn beste vrienden, openlijk bekennen dat het mij blij zou maken om als een grote zondaar bevonden te worden! Want de zonde verheft niet, maar maakt deemoedig, en dat is goed en rechtvaardig. Ik heb dat op aarde dikwijls gevoeld als ik mij -weliswaar een korte tijd -soms van geen ronde bewust was, wat bij mij vooral na een biecht het geval was. In zo'n toestand was ik heel hoogmoedig vanuit een vermeende, puur zedelij­ke onberispelijkheid, en dan zei ik ook heimelijk in mijzelf als ik een liederlijk mens tegenkwam: goddank dat ik niet zo ben als deze kerel, die God en ieder menselijk recht veronacht­zaamt!
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[40] (De schipper zegt:) 'Vraag het aan je hart, aan je liefde! Wat zegt die? Heeft zij je vanuit haar leven duidelijk geantwoord, dan heb je reeds zelf je lot bepaald; want ieder wordt door zijn eigen liefde geoordeeld!'
Hoofdstuk 10: De overgang van een bisschop - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[38] Zie, dat is een verwerpelijke bewering van jou! Jij bent iemand die al heel lang de hel niet wil loslaten; maar wanneer heb je van de kant van de Heer zo’n oordeel over jou verno­men? Overdenk deze woorden van Mij goed en handel er naar, dan zal Ik dit scheepje zo sturen dat het jou vanuit je hel naar het rijk des levens zal voeren. Zo zij het!'
Hoofdstuk 10: De overgang van een bisschop - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[12] Hij (de engel) zal bij deze mens ook niets zeggen, maar hem alleen met zijn fakkel vanuit de natuurlijke wereld naar de geestelijke wereld overbranden; dat is wat er gewoonlijk met deze mensen gebeurt en ook moet gebeuren, omdat zij ronder die laatste genadige ingreep hun hele bestaan zouden verlie­zen.
Hoofdstuk 5: De vroege dood van een bon-vivant - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[6] Als jij je echter wilt overtuigen van Ie ware wijsheid in hem, die voortkomt uit zijn liefde tot Mij, dan sta Ik je toe hem een willekeurige vraag te stellen, zodat hij je dan vanuit zijn eigen hart pan antwoorden.
Hoofdstuk 3: Lamech en Ghemela door de Heer tezamen gebracht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Ben jij daartoe in staat? Want zie, ik wil niets anders dan alleen mijn Jehova liefhebben - en vanuit Hem pas al het andere, voorzover dat Zijn liefde en erbarming in zich draagt en mij kan dienen als wegwijzer naar Hem! -Wil je mij nu antwoorden op deze vraag van mijn hart?'
Hoofdstuk 3: Lamech en Ghemela door de Heer tezamen gebracht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Hoe kan het bij Mijn liefde voor jou en bij jouw liefde voor Mij, zelfs ook maar in het midden van de nacht bij je opkomen dat Ik jou een straf zou willen of kunnen opleggen omdat Ik voor jou vanuit de hemel een allerzuiverst loon bestemde?!
Hoofdstuk 3: Lamech en Ghemela door de Heer tezamen gebracht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] 'O Abba Abedam! U ziet en zag al van eeuwigheid her in mijn hart, dat het zich reeds van kindsbeen met niets anders dan alleen met U bezighield en dat het graag over niets anders dan slechts over U en Uw eindeloze wonderen onvermoeid praatte; voor de vaderen vaak tot vervelens toe. Ja, in mijn bijzonder grote vreugde zong en sprong ik zelfs vaak vanuit alle kracht van mijn stem en lichaam, als ik de naam Jehova maar hoorde noemen.
Hoofdstuk 4: De dank die de Heer het meest behaagt: de liefde zonder woorden in de diepste deemoed van het hart. Lamech en Ghemela, het meest zuivere echtpaar uit de oertijd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Vanuit Ghemela zal de zuivere lijn beginnen en wanneer de aarde geheel en al met het levende water gedoopt zal worden, zal zij ook spoedig daarna door Lamechs vuur vanuit de hemelen gelouterd worden, waardoor zij geheel van haar vloek gereinigd wordt en weer zal worden tot een Mij welgevallige ster aan de hemel, die haar licht met brede stralen zal uitzenden door alle eeuwige ruimten van de oneindigheid!
Hoofdstuk 5: De inzegening van het jonge paar door de oervaderen. Het sluiten van nog vier huwelijken door de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Het goede in jou blijft goed, voor zover het vanuit Hem goed is; op zichzelf en enkel van jou uit is het echter geen haar beter dan het totaal verkeerde dat ik vroeger in mij had.
Hoofdstuk 10: Kisehels woorden over Jehova als mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70  ...