Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2682 resultaten - Pagina 57 van 179

...  45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70  ...
[8] Want wij bevinden ons door onze liefde tot God ook volledig in Zijn wijsheid en macht, die wij kunnen dragen en volledig beseffen, en dus is Gods liefde ook onze liefde, Zijn wijsheid onze wijsheid, Zijn wil onze wil en Zijn macht ook onze macht. Maar toch zijn er in God nog ondoorgrondelijke diepten die geen enkele geschapen geest ooit doorgronden zal; en als hij dat zou kunnen, zou hij niet zalig zijn, omdat hij dan van God geen toenemende zaligheid meer te verwachten zou hebben. - Begrijpen jullie Romeinen dat wel?'
Hoofdstuk 68: Het wezen van de engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] De zuivere geest op zich als stof en element is een vuur en een licht, of in zich de liefde en de wijsheid zelf Daaronder moeten jullie je echter geen stoffelijk vuur en geen zinnelijke liefde voorstellen, en dus ook geen licht zoals bijvoorbeeld dat van de aardse zon of een brandende lamp hoewel tussen beide een overeenstemming bestaat - want het vuur van de geest is puur leven en het licht daarvan zijn wijsheid.'
Hoofdstuk 71: Het wezen van de geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Wat de geest in zichzelf is, heb ik je inmiddels al meerdere malen uitgelegd. Maar dat kun je nu nog niet tot in de diepste betekenis begrijpen, omdat je eigen geest jezelf nog niet heeft doordrongen, maar je kunt er toch al in zoverre in je ziel een voorstelling van maken, dat het oerbeginsel van de geest een levend en zich van zichzelf overduidelijk bewust vuur en licht is, en derhalve de hoogste liefde en de hoogste wijsheid zelf. Meer kan ook de Heer Zelf je daarover niet zeggen!'
Hoofdstuk 75: De geest, de meest innerlijke kracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] God is in Zichzelf een geest van de hoogste wijsheid en Hij heeft het allerdiepste en helderste verstand en is de eeuwige waarheid zelf Wie dus doeltreffend tot God wil bidden, moet in geest en waarheid bidden. In geest en waarheid bidt echter alleen maar degene die zich in het stille liefdeskamertje van zijn hart begeeft en daarin God aanbidt en aanroept. En God, die alle harten en nieren doorziet, zal ook zeker in jullie harten zien en stellig onderkennen hoe en om wat jullie bidden en vragen, en Hij zal jullie geven waarom je zo waarachtig in geest en in waarheid gebeden hebt.
Hoofdstuk 85: Het ware vasten en bidden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] Als je Gods werken beziet en daarin steeds meer Zijn liefde en wijsheid ontdekt en herkent, daardoor in de liefde tot Hem groeit en in jezelf wijzer en wijzer wordt, dan bid je ook waarachtig en breng je God de ware lof; al het andere wat je tot nog toe onder bidden verstond, is volkomen leeg, nietig en zonder waarde voor God.
Hoofdstuk 85: Het ware vasten en bidden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Dus achter de substantie van de ether is het voor jouw zintuigen niet zichtbare geestelijke vuur een eeuwig heersende kracht, die van God uitgaand, eeuwig de oneindige ruimte vult en aan één stuk door werkt en schept. God Zelf echter is de eeuwige Oergeest en de eeuwige Oermens in Zijn centrum en vult de eeuwig uit Hem voortkomende oneindigheid met Zijn verheven gedachten en ideeën, die van Zijn liefde vervuld tot een aan Hem gelijk levensvuur worden, en door Zijn wijsheid tot geordende vormen en door Zijn wil tot van elkaar afgescheiden en op zichzelf bestaande wezens worden, waarin het vermogen gelegd wordt zichzelf als zodanig eeuwig voort te planten, verder te ontwikkelen en zich mettertijd op de ladder van Gods eeuwige orde te verenigen en op te klimmen tot een evenbeeld van God.'
Hoofdstuk 72: Het wezen van de ether - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Ik overzie uit mijn spelonk de hele aarde, haar gesteldheid, haar schepselen en mensen en wereldsteden vol hoogmoed en ik kan alles weten wat overal gebeurt en plaatsvindt. Bovendien kan ik in andere werelden, die jullie sterren noemen, kijken en mij verlustigen aan de enige, eeuwige goddelijke liefde, wijsheid en macht. En zo zien jullie, dat is mijn twééde gezelschap .
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Morgen zul je in Emmaüs de nog ware mensen uit Opper-Egypte leren kennen, en dan zul je verbaasd staan over de ongebonden macht van hun wil. Er zijn er maar zeven die al volmaakt zijn: de vrouwen en kinderen en de nog minder volmaakten zijn thuis gelaten met maar één volmaakte man, omdat de vrouwen, kinderen en de minder volmaakten het zonder hem moeilijk zouden hebben. Maar hun meester, die nog uit de school van de oeroude Egyptische innerlijke wijsheid is, zal met zijn zes voornaamste leerlingen naar Emmaüs komen, en dan zul je eens zien hoe snel hij de Heer en ook ons allen zal herkennen. - Maar nu gaan wij weer naar de Heer!'
Hoofdstuk 91: Voorziening in levensbehoeften door overgave aan de wil van de Heer. De materiële en de geestelijke zondvloed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Zie, niemand kent de nood en de ellende van de mensen beter dan Ik, en niemand is barmhartiger en liefdevoller dan Ik; maar alle mensen zouden enkel met Mijn liefde en ontferming weinig geholpen zijn, als Mijn hoogste wijsheid daarmee niet samenging.
Hoofdstuk 92: Over het goed doen. Leiding van mensen door de goddelijke voorzienigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Ik ben met mijn wetenschap en kunst al ver de wereld ingetrokken, en was zelfs in het grote rijk voorbij de grote wereldmuur, maar ik heb nergens mensen aangetroffen bij wie een zekere duidelijke wereldse wijsheid algemeen verbreid was. Gewoonlijk is die slechts een bezit van de priesterstand; maar het volk leeft rustig en tevreden tengevolge van het blinde geloof, dat door de priesters wordt overgeleverd. En dat is werkelijk het beste middel om een volk binnen een zekere orde te houden en ervoor te zorgen dat het de grond vlijtig bewerkt.
Hoofdstuk 97: De verdedigingstoespraak van de hoofdmagiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Dat hij leeft en ook zeker zal sterven, weet de mens; maar als een mens gezond en goed verzorgd is, leeft hij graag en is hij van nature een vijand van het sterven en de dood, en heeft er daarom altijd een grote angst voor. Deze voortdurende angst zou de mens al gauw dermate overmannen, dat hij voor elk werk en ook voor een geestelijke vorming volkomen ongeschikt zou worden, en hij zou ook de grootste vijand van het leven worden, -zoals er bij ons ook zo'n volk is, dat zijn leven vervloekt en geen kinderen verwekt om geen ongelukkige wezens op deze wereld te zetten. Dat volk vermeerdert zich alleen door nieuwkomers van buitenaf, met uitzondering van vrouwen, die daarom bij dit volk niet aangetroffen worden. Maar dan verschijnt de zichzelf boven alles verloochenende priesterstand, leert de mensen bepaalde onzichtbare machtige goden en hun krachten kennen en doet zich bij het volk voor als een zendeling en dienaar van de goden, die zelf macht heeft en voor de ogen van het volk wonderen verricht en voor hun oren wijsheid verkondigt.
Hoofdstuk 97: De verdedigingstoespraak van de hoofdmagiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] En kijk, dat is de vrucht van de nooit hoog genoeg gerespecteerde priesterstand, die zelf weliswaar altijd in het droevige besef leeft dat de dood van het lichaam zowel bij de mens als bij het dier en de plant het einde is. Om te zorgen dat de priester bij het volk het geloof steeds in stand houdt, mag het volk niet in het minst ingewijd worden in de innerlijke geheimen van de priester, maar moet het altijd een hoger wezen zien in de priester , wiens wijsheid en macht pas na de dood beseft zal worden door de vrome mensenziel; want als dat tijdens het lichamelijke leven zou gebeuren, zou dat haar dood zijn. Dat geloven de mensen ook, zij houden de wijsheid en de macht van de priester voor heilig en leiden daarbij een rustig, ordelijk en zo mogelijk gelukkig leven. Dat is dan ook de reden waarom de niet priesterlijke wonderdoeners altijd intensief vervolgd worden en harde en zware straffen krijgen, omdat ze gezien worden als door een slecht wezen gezonden verleiders van het gelukkige volk. Want het is beslist beter dat er één terwille van het volk lijdt, dan dat het hele volk uiteindelijk moet lijden terwille van één kwaadwillig mens.
Hoofdstuk 97: De verdedigingstoespraak van de hoofdmagiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Rafaël zei: 'Ik ben niet boos op jullie, want ik weet wel hoe jullie zijn; maar dit zeg ik je, en onthoudt dat goed, dat God op Zichzelf de eeuwige waarheid en wijsheid Zelf is en Zich daarom nooit door een of andere manier van bedriegerij laat vinden en begrijpen; want God is heilig. Bedrog is echter -in wat voor vorm dan ook en om welke beweegreden het ook gepleegd wordt - op zichzelf onheilig, daarom verdoemenswaardig en een heilige God geheel onwaardig.
Hoofdstuk 99: Het roepen van de Indiërs naar God wordt niet verhoord - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] De hoofdmagiër zei: 'We weten wel dat zij een diepere wijsheid en kennis bezitten; maar wie kan er bij hen komen? Ze bewonen streken die alleen voor adelaars toegankelijk zijn, maar verder voor geen sterveling. Wij weten alleen maar dat zij zich ergens in de dalen van het hooggebergte ophouden; maar waar, dat is een andere vraag.
Hoofdstuk 99: Het roepen van de Indiërs naar God wordt niet verhoord - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Als er een God is vol wijsheid en goedheid, die dat van ons, onmachtige wormen van deze aarde zou verlangen, dan zou het voor de mensen oneindig veel beter zijn dat ze nooit geschapen waren. Als iemand mij de weg naar een onbekende plaats vraagt, dan is het mijn heilige plicht hem welwillend de weg te wijzen, - en ik heb nog nooit iemand geweigerd om, als het maar even kon, de weg te wijzen.
Hoofdstuk 99: Het roepen van de Indiërs naar God wordt niet verhoord - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70  ...