Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 57 van 215

...  45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70  ...
[6] Maar alleen God is Heer over alles, en Hij weet het best wat, hoe en waarom Hij het een en ander toelaat en verordent en daarnaast het ware licht over de mensen uitgiet en het in alle ernst bij 'Zijn kinderen in stand houdt, opdat niemand kan zeggen: ' Als er een alwijze God zou zijn die alles wat de eindeloze ruimte vult, heeft geschapen, dan moest Hij toch wel zoveel inzicht, vereend met liefde hebben, dat Hij Zich aan Zijn verstandige en denkende schepselen, wat mensen toch zijn, tenminste in zoverre zou openbaren en laten zien, dat zij daaruit zouden kunnen concluderen dat Hij de ware grond van alle dingen is en wat de mensen van Hem te verwachten hebben, en hoe zij moeten leven om die verwachting te realiseren! ,
Hoofdstuk 149: Een voorspelling van de Heer over onze hedendaagse tijd. De noodzaak van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Want het is voldoende dat de met alle verstand en inzicht begaafde en van zichzelf maar al te duidelijk bewuste mens alle ten hemel schreiende moeilijkheden van het door hem buiten zijn schuld gekregen leven moet dragen, laat staan dat hij zich voor niets en niemendal door een nergens bestaande god bepaalde harde en tegen iedere natuur ingaande wetten moet laten voorschrijven. Want een god, die zich alleen maar bij monde van een gekke en arbeidsschuwe dwaas aan ons mensen kan en wil openbaren, is ofwel niets anders dan een hersenschim van die genoemde dwaas, of hij bestaat alleen maar uit de een of andere ruwe, domme, blinde kracht met zo 'n gering zelfbewustzijn en verstand, dat deze, wil zij niet uitgelachen worden, zich alleen maar heel stilletjes heimelijk aan een domme, niets wetende en niets begrijpende, lichtgelovige dwaas durft kenbaar te maken.'
Hoofdstuk 149: Een voorspelling van de Heer over onze hedendaagse tijd. De noodzaak van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] De mensen zullen ook gewaarschuwd worden door zieners en bijzondere tekenen aan de hemel, waaraan zich echter alleen Mijn geringe aantal volgelingen zal storen, terwijl de wereldse mensen dat allemaal slechts voor zeldzame, natuurlijke fenomenen zullen houden en dat aan iedereen die nog in Mij gelooft, zullen willen wijsmaken.
Hoofdstuk 150: Echte en valse profeten en openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Wat er op deze aarde in en volgens Mijn orde bevrijd kan worden, dat benijden jullie ook, en wat jullie zo zullen bevrijden, zal ook meteen bij MIJ in de hemel bevrijd zijn; wat echter niet te bevrijden is, laat dat gebonden blijven, of wanneer iemand jullie bevrijding niet de moeite waard vindt, laat hem dan zijn boeien en bind hem, zodat hij jullie niet lastig kan vallen, -en waarlijk ik zeg jullie, ook voor Mij in de hemel zal hij gebonden zijn en heel lang een slaaf van zijn duistere wereldse wil blijven! -Kijk, zo staat het er mee!'
Hoofdstuk 151: De kenmerken van de antichrist - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] DE JOODSE GRIEK zei: 'Heer, ik geef me gewonnen! U alleen bezit de hoogste wijsheid en weet alles van de hele schepping, en U alleen heeft daarom ook in alle dingen volledig gelijk. Wij kunnen U slechts vragen stellen en alles wat U ons zegt, gelovig aanvaarden. Alles is zoals U, o Heer , het ons genadig uitlegt. Dat is echter tevens het grootste en overtuigendste bewijs voor het feit dat juist U in Uw geest alles wat er ook maar in de hele oneindigheid is, van eeuwigheid zo geordend en geschapen heeft.
Hoofdstuk 154: Over de noodzaak van de vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[20] LAZARUS zei: 'ja, Heer, dat weten wij nu heel precies, dat wil zeggen, wat betreft de kant die naar ons toegekeerd is! Maar de achterkant schijnt meer overeen te komen met onze aarde. Wij zagen daar gewassen en wateren, en wij zagen daar ook wolken aan de hemel. Wat is daar dan?'
Hoofdstuk 157: Het zien van de maan door het geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Lazarus was er erg blij mee en vroeg Mij hoe een goed onderkomen voor deze dieren er uit moest zien. En in een oogwenk, slechts door de macht van Mijn wil, en op de meest geschikte plaats, maakte Ik er een voor hem, wat Lazarus erg verbaasde; maar de leerlingen legden het hem uit en beschreven hoe Ik voor mensen complete woonhuizen geschapen had.
Hoofdstuk 160: De zeven waakhonden van Lazarus. De sterrenwerelden als scholen voor geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Ik zeg jullie: Niet zij zullen het rijk van God binnengaan die tegen Mij zullen zeggen: 'Heer, Heer!' maar alleen zij die de erkende wil van Mijn Vader in de hemel zullen doen! Het is niet genoeg dat iemand gelooft dat Ik Christus, de Gezalfde van God ben, maar hij moet ook doen wat Ik geleerd heb, anders heeft zijn geloof geen zin; want zonder de werken is het grootste geloof dood en geeft aan geen enkele ziel het eeuwige leven. -Besef dat allen goed en handel daarnaar, dan zullen jullie leven!'
Hoofdstuk 163: Het lot van zelfmoordenaars. De leer verkondigen zonder het goede voorbeeld te geven is nutteloos. Geloof zonder werken is dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] IK zei: 'Je zegt dat omdat je dat nu zo ziet, maar binnen een paarjaar zul ook jij heel anders praten! Kijk eens naar de bonte afwisseling van de bloemen op de velden, al die verschillende soorten gewassen, bomen en hun vruchten, dan nog al die verschillende dieren in het water, op de grond en in de lucht, alsook alle verschillende mineralen en niet te vergeten alle verschillende soorten sterren aan de hemel! Kun jij Mij zeggen waarom er zoveel verschillende soorten en onderlinge verschillen zijn? Zegt je eenvoudige verstand niet veeleer: eigenlijk kan God Zelf daar niet zo'n wijze reden voor gehad hebben, maar Hij heeft dat enkel uit een soort goddelijke gril gedaan, omdat Hij er Zelf een bepaald genoegen in vond Zijn aarde zo bont mogelijk uit te dossen en haar dan net zo bont door elkaar te bevolken. Want waarom ziet een vijgeboom er heel anders uit dan een appel of perenboom? Waarom hebben beide vruchten niet één en dezelfde vorm en niet één en dezelfde smaak?
Hoofdstuk 152: De grote afwisseling onder de schepselen en hun doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Kijk, als God niet het geweldige plan had gehad om op deze aarde de door Hem geschapen mensen tot Zijn kinderen op te leiden, zou Hij ook voor hen de aarde slechts met het strikt noodzakelijke en maar een paar soorten vruchten en enkele tamme huisdieren hebben kunnen bevolken, zoals Hij dat ook op talloos vele andere hemellichamen gedaan heeft, omdat daar de menselijke schepselen niet dezelfde hoge bestemming hebben! Met het doel om op deze aarde de mens een uitermate goede gelegenheid te geven zich in het beschouwen en denken te oefenen en daardoor zijn volledig vrije wil te leren kennen, heeft God deze aarde als levensschool zoveel afwisseling gegeven, dat de mens vanaf zijn wieg tot aan zijn graf genoeg te denken heeft en daarbij allerlei beschouwingen en vergelijkingen kan maken om het een, dat hem aantrekkelijk en goed lijkt, te kiezen en het andere, dat hem tegenstaat, te verwerpen.
Hoofdstuk 152: De grote afwisseling onder de schepselen en hun doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Zou de oneindigheid van de ruimte nog wel een oneindigheid zijn als deze een of andere beperking had, of zou God wel volkomen almachtig zijn als het Hem onmogelijk zou zijn ook maar het kleinste ding te scheppen? Of is God minder God omdat Hij naast heilzame kruiden ook schadelijke, giftige planten geschapen heeft, en omdat Hij het vele onkruid net als de tarwe van zaad voorzag, zodat het evenals de edele planten voort kan woekeren?
Hoofdstuk 165: Invloeden van geesten en de vrije wil van de mens van de zielen van dieren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Maar IK zei tegen hem: 'Vriend, het doetje nu veel genoegen dat ook Ik zo flink eet en drink, maar geloof Me: Hoe goed het Mij hier ook smaakt wat er op tafel staat, toch heeft Mij het ochtendmaal van vandaag in de tempel nog beter gesmaakt, -want vandaag heb Ik veel geoogst voor Mijn rijk in de hemel. Maar morgen zal de volgende oogst voor Mijn rijk wel aanmerkelijk slechter uitvallen. Wat vandaag van Mij werd, zal van Mij blijven; maar morgen zal er niet veel nieuws bijkomen. Het zwarte gebroed daar beneden zal Mij verzoeken, - maar daarvoor aan de schandpaal gezet worden voor het volk! - Maar laten we nu eten en drinken en dan weer naar buiten gaan! Vandaag zullen jullie nog veel zien.'
Hoofdstuk 172: De Heer en de Zijnen in de herberg van Lazarus op de Olijfberg (Ev.Joh. 8,1) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Maar voordat het gericht over al deze goddelozen zal komen, zullen eerst nog vele, grote tekenen aan de hemel en op aarde gebeuren. Dan zal het gericht en het eind van deze stad echter nog niet komen; want er zal gewacht worden of er zich iemand zal verbeteren of bekeren. En slaat men geen acht op de tekenen, dan zal er een grote beproeving toegelaten worden, opdat de mensen zich tot God zullen bekeren. Als echter ook dat geen uitwerking zal hebben, zal Ik nog profeten sturen, die met hun luide stemmen, die klinken als oorlogsbazuinen, in alle vier de windstreken zullen proberen om degenen die echt geestelijk dood zijn, te wekken. Zij, die zich laten wekken tot het licht des levens, zullen ook tot het eeuwige leven opstaan; maar degenen, die op die bazuin roep van Mijn boden alleen zullen ontwaken in hun toorn en woede tegen Mij en Mijn woord, zullen opstaan -maar niet tot het leven, maar tot de dood door het gericht, -en naar die plaats verworpen worden, waar de eeuwige duisternis heerst in het gericht, waar veel gehuil zal zijn en tandengeknars.
Hoofdstuk 173: De beschouwingen van de Heer bij de aanblik van Jeruzalem. Het gericht over Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Dan zullen er ook grote tekenen op aarde, op zee en aan de hemel plaatsvinden, en Ik zal knechten opwekken die vanuit Mijn woord het komende gericht op velerlei wijze zullen voorspellen. Maar de hoogmoed van de mensen zal er niet naar luisteren, en zo hij er al naar luistert, zal hij hun woorden toch niet geloven, maar hen uitlachen alsof het dwazen zijn. Maar juist dat zal met de grootste zekerheid aangeven dat het grote gericht, dat alle boosdoeners door het vuur zal verteren, onherroepelijk in aantocht is.
Hoofdstuk 174: De voorspelling van het grote gericht van de huidige tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Als het gericht nadert, zal ook het teken van de Mensenzoon aan de hemel te zien zijn, hetgeen betekent dat de hemel in de mens Mij als de enige Heer van hemel en aarde zal erkennen, en de ziel van de mens zal Mij zal prijzen en de hoogste lof geven.
Hoofdstuk 174: De voorspelling van het grote gericht van de huidige tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70  ...