Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 57 van 373

...  45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70  ...
[5] JARAH zegt: "O, nu helemaal, en zo helder en zuiver als de zon op het heldere, wolkeloze middaguur! Jouw woorden gaven mijn hart een geweldige troost.en ik zal ze ook volledig in praktijk brengen opdat zij in mij de heuglijkste en zaligste levenswaarheid worden. Mij les te geven en de les toe te laten passen, kan voor jou toch nauwelijks de zwaarste levensopgave zijn! Maar zullen ook alle andere mensen dat doen, wat je mij zo getrouwen waarachtig hebt aangeraden?"
Hoofdstuk 24: De verzorging van het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Dat bracht onze Zinka tot rust, maar hij lette nu overal op en hield zijn ogen en oren op Cyrenius, Cornelius en de engel gericht omdat hij dacht dat zij Mij het eerst zouden kunnen verraden. Daarin vergiste hij zich evenwel, want Ik had hun meteen in hun hart gelegd wat zij moesten zeggen en waarheen zij de aandacht van Zinka moesten afleiden. Ook werd nu de zitting opgeheven en werden de tafels weer afgeruimd. Wij gingen naar de oever en hadden het daar over heel onbelangrijke zaken. Natuurlijk verloren Zinka en zijn metgezellen ons niet zo gemakkelijk uit het oog.
Hoofdstuk 25: Zinka vraagt verder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Maar, liefste dochters, kom nu bij mij en laat je aan mijn hart drukken, want ik ben nu toch een van de gelukkigste vaders op de gehele aarde! Hoe gelukkig zal je moeder wel zijn jullie weer terug te hebben, want zij was ontroostbaar over jullie! Als zij jullie ook nog zou kunnen zien, zou haar geluk nog groter zijn, maar zij is bij al haar liefelijkheid toch blind. Als blinde werd zij mijn vrouw, kreeg een tijdlang wel weer het licht in haar ogen terug, maar werd later toch weer blind! Maar zij heeft zo'n ontwikkeld gevoel, dat ik erom kan wedden dat zij jullie meteen zal herkennen! O, wat ben ik nu eindeloos gelukkig! Kom hier, arme kinderen, ik zal jullie zoveel ik kan weer gelukkig maken!
Hoofdstuk 28: Cyrenius herkent zijn dochters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Als ZINKA deze woorden hoort, zegt hij: "Ja, waarlijk, zo kan slechts een hart spreken dat God de Heer boven alles liefheeft! Wat de Heer wil dat wil ook ik heel zeker, want Hij die de beiden heeft opgewekt, is de Heer Zelf daarvan ben ik nu volledig overtuigd. En al zouden miljarden daar tegenin gaan: dan zal Zinkas geloof nooit wankelen! Hem alleen zij van nu af aan al mijn liefde en al mijn ware aanbidding! Hem zij alle eer van eeuwigheid tot eeuwigheid!"
Hoofdstuk 29: De bescheiden Zinka. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] IK zeg: "Sta.op, Mijn broeder! Je zonden zijn reeds lang door Mij ongedaan gemaakt, want je hart kende Ik allang en Ik liet het tenslotte ook nog tot Mij komen. Je was weliswaar uitgezonden om Mij gevangen te nemen en Ik liet Mij door jou gevangennemen, -maar alleen voor je hart en tot je heil! Sta nu op en wees in Mijn naam vol goede moed en word voor Mij een goed bruikbaar werktuig!"
Hoofdstuk 29: De bescheiden Zinka. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Maar RAPHAËL klopte hem op de schouder en zei: "Vriend! Houd jij je maar aan de waarheid in je hart, want je bent nog lang geen Zinka! Jij bent weliswaar goed en eerlijk, maar zeggen moetje alleen maar dat, watje in je hart voelt! - Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 30: Praten en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] RISA zegt: "Ja, hemelse vriend, ik begrijp watje mij hebt gezegd en ik zal als ik ooit spreek, zeggen wat ik in mijn hart voel en er zal geen onwaarheid over mijn lippen komen! Ik ben weliswaar nog jong en heb minder ervaring dan zoveel anderen. Vooral met het vrouwelijk geslacht heb ik vrijwel geen ervaring en ik was nog nooit verliefd op een meisje. Maar het trekt mij in mijn hart erg aan en ik voel dat ik uitermate gelukkig zal zijn als de hemels mooie Ida mijn vrouw zou worden. Ik voel echterook, dat ik bij dit geluk een ontzettend domme indruk zal maken. Om die reden zou ik zelf het liever zonder dit geluk willen stellen!
Hoofdstuk 30: Praten en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Zie eens hoeveel de Heer met Cyrenius opheeft. Dat is echter beslist niet vanwege het goede spreken, maar vanwege het goede en veelvuldige, onbaatzuchtige doen! Wie echter veel goeds en edels doet, kan als dat ergens nodig is, ook wel goed en juist spreken; want een open en edel hart is nooit zonder licht uit de hemelen. Wie dat echter heeft vanwege zijn vele goede en edele daden, zal ook altijd weten waar, wanneer en hoeveel hij moet spreken. - Beste Risa, is het je nu ook voldoende duidelijk wat ik tegen je heb gezegd?"
Hoofdstuk 30: Praten en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Risa grift dat diep in zijn hart en gaat naar zijn metgezellen, die hem met zijn geluk feliciteren. Hij spreekt hen echter toe en deelt hun woord voor woord mee wat hij van Raphaël heeft gehoord.
Hoofdstuk 31: Zelfbeschouwingen van Hebram en Risa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Maar, - wat ons toentertijd niet meer vergund was, dat heeft U, o Heer, wonderbaarlijk tot nu voor ons bewaard! Nu pas is ons ook een licht opgegaan over de door U zo geheimzinnig gesproken woorden op de avond waarop jullie in die stikdonkere nacht ons huis verlieten! Nu weten wij wie de Heer van de dag, van de nacht en van het onweer was en is! Maar nu brengen wij U nog eenmaal met hart en mond onze dank voor al de onnoemelijke genadegaven en weldaden die U, o liefste Heer Jezus, ons zonder enige verdienste onzerzijds heeft bewezen!"
Hoofdstuk 32: Een gebeurtenis uit Jezus' jongelingsjaren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] RISA zegt: "Ja, dat begrijp ik ook en daarom zeg ik alleen maar: "Des Heren wil geschiede altijd, want wie Gods wil doet, kan onmogelijk ooit falen. God de Heer moet toch wel het best weten waar wij mensen het meest baat bij hebben. Daarom zal ik dan ook van nu af aan alles steeds met de grootste dank in mijn hart aannemen en dat doen wat de Heer zal voorschrijven! Wat de mens gemakkelijk kan doen, omdat zijn hart hem daartoe aanzet, dat moet hij altijd doen en niet naast zich neerleggen. Er is genoeg strijd bij andere zaken, waarbij de zwakke wil van de mens moeilijk overwint. Als hij nu bij gemakkelijke en prettige zaken ook weinig wil toont, zal hij in de ware deugd zeker weinig vooruitgang boeken! -Heb ik juist geredeneerd of niet?"
Hoofdstuk 30: Praten en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] RAPHAËL zegt: "Ongetwijfeld, maar laat je ook nog gezegd zijn dat het beter is veel en goed te doen, dan veel en goed te spreken! Als de mensen je veel goede dingen zien doen, zullen velen het je ook nadoen. Maar als zij je veel en goed horen spreken, zullen zij je dat ook na willen doen. Omdat echter velen de ware wijsheid niet hebben om werkelijk goed te kunnen spreken, zullen zij zeker onzin uitkramen en daardoor veel zwakke harten schaden en ook zichzelf, omdat zij daardoor hoogmoedig en ingebeeld worden. Door onnodige lust tot spreken worden mettertijd allerlei valse leren verspreid en wordt de arme mensheid verblind en in diepe duisternis gedompeld, zodat het later moeilijk is hen weer te verlichten. Maar door veel goeds te doen, krijgt de mensheid edele en open harten. Een edel en open hart is zonder meer de beste kweekplaats voor de ware wijsheid en zal ook daar goed en juist weten te spreken waar dat nodig zal zijn.
Hoofdstuk 30: Praten en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Maar IDA zei daarop: "Toch wel, lieve zuster! Op de laatste avond, toen de bouw gereed was en onze pleegvader de oude Jozef het werk betaalde maar op zijn koopmansmanier daarbij ettelijke groschen aftrok, ging deze heilige naar de koopman toe en zei: 'Doe dat niet, want dat zal u geen zegen brengen! U bent weliswaar heiden, maar u gelooft aan de God der Joden. En weet, deze machtige God woont in Mijn hart en als Ik het Hem vraag, geeft Hij Mij dat wat Ik heb gevraagd! Hij woont ook in het hart van allen die rechtvaardig voor Hem zijn, en verhoort gaarne hun vragen. Als u hardvochtig zou zijn tegen Jozef, die zwaar werk bij u moest verrichten, dan zou Ik Mijn God en Vader vragen om het u te vergelden en u zou daarvoor weldra heel slecht beloond worden! Bedenk dat het niet goed is diegenen te beledigen waar God één mee is!' Maar mijn pleegvader had daar geen oren naar en hield vast aan zijn korting. De oude timmerman zei echter: 'Luister, ik ben eerlijk en zeg het u eerlijk: Die paar groschen maakten juist mijn hele winst uit bij dit zware werk en daarmee zou ik mijn huishuur hebben kunnen betalen! Maar omdat u, een rijk mens, daar zoveel waarde aan hecht, mag u ze houden, u behoudt ze echter onrechtmatig en dat is nooit goed!'
Hoofdstuk 32: Een gebeurtenis uit Jezus' jongelingsjaren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] IK zeg: "O, zo helemaal zonder verdienste zijn jullie volstrekt niet. Denk maar eens aan wat je voor de oude Jozef hebt gedaan! Hoe zeer kwamen jullie honderd groschen hem te pas, toen hij die de volgende morgen in zijn gereedschapsmand vond! Hij dacht eerst dat jullie pleegvader dat heimelijk had gedaan, maar hij werd door Mij al gauw uit de droom geholpen. Hij prees jullie goede hart zeer en Ik beloofde hem dat Ik jullie Zelf die goedheid veelvoudig zou vergelden. Daarom deed het Mij erg veel genoegen jullie nu het leven en je ware ouders terug te geven. Ga nu vooral naar hem toe en maak hem blij, want zijn vreugde is ook Mijn vreugde!"
Hoofdstuk 32: Een gebeurtenis uit Jezus' jongelingsjaren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] In je hart zegje nu natuurlijk wel: 'Hoe zou dat zonder U, o Heer, mogelijk zijn geweest! Waar zouden we het vandaan hebben moeten halen en van wie zouden we het hebben moeten Ieren?' Dat is ongetwijfeld waar. Deze kennis vereist natuurlijk wel een dieper onderzoek van de totale menselijke natuur dan dat men alleen maar uit jarenlange ervaring weet welk kruidenaftreksel de klachten van een overladen maag het snelst opheft. Maar de onsterfelijke mensenziel is het ook waard dat men zich wat meer bekommert om haar veelzijdige geaardheid dan om de toestand van een uit vraatzucht overladen maag!
Hoofdstuk 36: Zielsziekten en hun behandeling. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70  ...