10915 resultaten - Pagina 561 van 728
... 549 - 550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 ...
[10] Robert zegt: 'Je staat hier op hemelse bodem. En dit huis, dat hier onbeschrijflijk groot, prachtig en majestueus voor je staat, is voor eeuwig mijn hemelse woonhuis. Ik ben echter de nu zalige geest van de jou op aarde welbekende, ongelukkige Robert Blum, en deze wondermooie vrouw aan mijn zijde is mijn door God de Heer voor eeuwig met mij verbonden vrouw. Nu je dit weet, zeg jij nu, wat jij boven alles wenst.'Hoofdstuk 126: De monnik hoort de heilige leer van Christus. De eens geestelijk blinde herkent de Heer en diens genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Dismas zegt: 'Beste broeders, hebben jullie nooit gehoord, dat de ene dienst de andere waard is? Zo is het ook hier! Jullie oprechte vriendschap heeft mij indertijd gezuiverd en opgetild uit de diepte van mijn verdorvenheid, want ik was toen, wat mijn innerlijk betreft, een burger van de hel. Jullie waren echter in staat vat te krijgen op mijn innerlijk, en daardoor werd ik gered. Maar nu zijn jullie alleen maar een beetje in verlegenheid geraakt door de taak om ons eigen innerlijk te ordenen, die de Heer ons in deze tweede zaal heeft opgedragen. Toen heb ik vanuit mijn innerlijk enkele woorden gesproken en deze hebben, de Heer alleen zij alle lof, de gewenste uitwerking niet gemist.
Hoofdstuk 121: Meningen en raadgevingen van de vrienden. Dismas brengt de harten tot rust. Roberts dank. Over de zegen van de naastenliefde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] Zoals echter op aarde echte godskinderen hun hart volledig aan hun broeders zouden willen geven, zo zou ook jij, liefste broeder, mij nu je eigen hart als eigendom willen geven. Dat is weliswaar buitengewoon edel, maar hier in de geestenwereld volkomen onmogelijk; ook zou het onnodig en doelloos zijn, want waar de ware broederliefde wetten stelt aan het mijn en dijn, kunnen er nooit grensconflicten optreden. Geen wet waarborgt iemands bezit zo goed als de heilige wet van de naastenliefde, op grond waarvan iedereen het zijne blijmoedig aan allen ter beschikking stelt. Wat de een doet en in praktijk brengt, dat doen en beoefenen dan ook alle anderen. Daarom is het hier absoluut onmogelijk, dat iemand iets te kort zou kunnen komen.
Hoofdstuk 121: Meningen en raadgevingen van de vrienden. Dismas brengt de harten tot rust. Roberts dank. Over de zegen van de naastenliefde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Een leider van de nieuw aangekomenen: 'Dierbare wapenbroeders! Op het zogenaamde 'veld van eer' voor het vaderland zijn we zo ellendig omgekomen als het vee op de slachtbank! Wat hebben we daar nu mee bereikt? Naar het hogere streefden wij en diep beneden zijn we terecht gekomen! We streden als helden met doodsverachting, geloofden niet in een hiernamaals en lachten om het zogenaamde evangelie. Nu zijn we echter werkelijk in de hel, wat beslist geen droom is. We voelden dat een of andere duivel ons, uit dankbaarheid voor onze heldendaden, dit hellepaleis liet vinden en ons hier binnendreef. Nu zitten we hier opeengepakt als haringen in een ton: rondom duisternis als in een graf en nergens een of andere uitweg. De eigenlijke heer van dit huis is niet te vinden; waarschijnlijk is er ook geen. Dat is nu ons loon voor al onze aardse moeite en inspanning!
Hoofdstuk 122: Het binnendringen van een opgewonden menigte gesneuvelden. De toespraak van de aanvoerder. Zijn oproep tot gebed - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] De generaal, vertoornd over deze godsdienaren, zegt tegen diegenen die deze lieden bij hem hebben gebracht: 'Wees maar kalm! Jullie weten toch, dat dit papengespuis, op een enkele uitzondering na, op aarde allesbehalve datgene was, wat het zou moeten zijn. Daarom hoeft het jullie ook hier niet te verbazen, dat de allerminste varkenshoeder een heel wat beter christen is dan zo'n paap. Wie heeft Christus gekruisigd? De papen! Om dit werk echter niet te verleren, hebben zij de mis uitgevonden, die niets anders is dan een ceremoniële herhaling van de toenmalige werkelijke kruisiging van Christus. Wat men daarvan verwachten kan, ligt duidelijk voor de hand. Indien iemand een ander oordeelt, moet hij ofwel machtiger zijn dan degene die hij oordeelt, of hij matigt zich het ambt van rechter aan en doet alsof hij de gebieder is over degene die hij op zijn minst in gedachte oordeelt. De paap echter oordeelt Christus de Heer dagelijks en maakt Hem ook weer levend, om Hem vervolgens weer te doden, omdat hij iemand die voortdurend leeft niet kan gebruiken. Is hij dan als Gods rechter niet méér dan God Zelf? Wie kan loochenen, dat het in de alleenzaligmakende rooms-katholieke kerk niet zo is? Indien dit zwarte papendom zich het doodvonnis over God Zelf aanmatigt, kan het ons dan nog verbazen, dat het ook ons naar de hel verdoemt?
Hoofdstuk 123: Een monnik wil voor geld de mis lezen. De generaal gaat tekeer tegen Rome. Robert zou graag helpen. De Heer komt - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Robert spreekt met tranen in de ogen de volgende woorden tot Mij: 'O Heer, lieve heilige Vader! Waar was U toch al die tijd, dat we U ondanks al ons zoeken niet konden vinden? Ach, wat treurig, eenzaam en verlaten was het hier, toen we U in huis nergens meer konden vinden! Wat ging het ordenen van de tafels ons slecht af! Om kort te gaan, het was zonder U niet meer om uit te houden. Nu U echter tot ons in Uw eigendom bent gekomen, is alles weer onuitsprekelijk goed! Ik zou nu van vreugde gewoon uitbundig kunnen worden, maar niet mijn voeten, maar mijn gelukzalige hart springt op van de hoogste vreugde en zaligheid. Wat is het toch een eeuwige waarheid, die U hebt verkondigd: 'Zonder Mij kunnen jullie niets doen!' Ik voeg er nog iets aan toe en zeg het luid: zonder U, 0 lieve, heilige Vader is er nergens iets! Dan is alles eenzaam, verlaten en treurig, om wanhopig van te worden. Van nu af aan zult U ons toch niet meer zo alleen laten?'
Hoofdstuk 124: Roberts vreugde. De zorg van de Heer voor de monnik. Robert als heer des huizes krijgt Helena als helpster. Hemelse huwelijksvoltrekking - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[18] Dat daardoor echter de werkelijke Christus, die zulke onzin duldde, bij mij en nog vele anderen in diskrediet geraakte, zult U, o Heer, zeker nog duidelijker inzien dan ik. Nu geloof ik weer in U als enige Godheid, omdat U nu precies zo aanwezig bent als U eens op aarde gewandeld hebt, maar in een hostie-Christus uit zetmeel zal ik nooit geloven!
Hoofdstuk 126: De monnik hoort de heilige leer van Christus. De eens geestelijk blinde herkent de Heer en diens genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Heb daarom van nu af aan maar geen scrupules meer. Wanneer je hongerig en dorstig bent, zult je toch iets te eten en te drinken willen hebben. Wil je echter toch niets eten of drinken, dat moet je je wel de pijn laten welgevallen die honger en dorst als noodzakelijk gevolg met zich meebrengen. Of zou je een scherpe gesel ter hand nemen en jezelf daarmee tuchtigen? Dat zul je toch zeker wel achterwege laten!
Hoofdstuk 127: De dankbare Thomas prijst God. Onderricht van de Heer over de eenvoud van de liefde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Wat je echter jezelf niet zou willen aandoen, zul je ook je broeders niet aandoen, want de liefde van je hart zou zeker nooit toelaten dat je broeders pijn doet, omdat het hier in het geestenrijk zo gesteld is dat iedere daad, verricht aan een tweede, ook met hetzelfde gevoel terugwerkt op de dader.
Hoofdstuk 127: De dankbare Thomas prijst God. Onderricht van de Heer over de eenvoud van de liefde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Ik zeg: 'Het is goed, Mijn beste Thomas! Maak daarover nu niet zoveel ophef! Is het dan voor Mij zo iets groots, wanneer Ik zo'n huis laat ontstaan naargelang de goedheid van het hart van degene, aan wie het nu helemaal in eigendom is gegeven? Kijk, dit alles komt overeen met het hart van onze op aarde steeds ongelukkige Robert en is nog lang niet het meest majestueuze van dit gehele huis. Je zult nog heel andere dingen te zien krijgen; daarbij kun je dan je fantasie geheel de vrije loop laten. Nu gaan wij echter allemaal aan tafel!'
Hoofdstuk 128: Thomas' bede voor de nog in de voorzaal verblijvende schare van zijn voormalige vijanden. Hij wordt met een eregewaad en een wijsheidshoed gekleed. Zijn eerste opdracht - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Ik zeg: 'Ik heb jullie deze keer toch niet verlaten? Ik leidde jouw gasten alleen maar als mijn kinderen wat rond in de grote tuin van dit huis en toonde hun de veelsoortige, geheel nieuwe perken, waaraan allen een heel groot welgevallen hadden. Jij had ondertussen mooi de tijd om de grote eetzaal in gereedheid te brengen, wat tot Mijn genoegen ook is gebeurd. Dat jij Mij voor enkele ogenblikken niet kon waarnemen met je ogen, heeft niets te betekenen, omdat Ik met dezelfde liefde bij jullie was. Ikzelf heb broeder Dismas woorden in de mond gelegd, die hij voor jullie tot diepste lering heeft uitgesproken. Nu ben Ik echter weer zichtbaar bij jullie en wil dit huis weer binnengaan om aldaar de vele zieken tot het ware leven te genezen.
Hoofdstuk 124: Roberts vreugde. De zorg van de Heer voor de monnik. Robert als heer des huizes krijgt Helena als helpster. Hemelse huwelijksvoltrekking - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Daar hebben we in deze monnik hier voor ons al zo'n patiënt, die nog helemaal doof, blind, stom en lam tegelijk is. Deze moet het eerst worden geholpen, daarna zal hij ons helpen bij het bewerken van de anderen. De generaal heeft hem te krachtig aangepakt en hem beschuldigd van bepaalde misdaden, die deze arme man in zijn hele leven immers nooit heeft begaan. Dat was niet juist van de anders toch naar waarheid en licht snakkende generaal. Deze man was alleen maar als zijns gelijken en daarom moet hij geholpen worden, want in hart en nieren overtuigd rooms-katholiek zijn, wil zeggen: geestelijk doof, blind, stom en lam zijn; een toestand, waarin niemand als toerekeningsvatbaar kan worden beschouwd. Voor zijn priesterlijke hoogmoed daarentegen was deze kuur toch weer goed, want hij ziet nu tenminste in dat hij verkeerd heeft gehandeld, omdat hij alle anderen iets wilde doen geloven, waaraan hijzelf nog nooit geloofd heeft. De hel gebruikte hij enkel als afschrikwekkend middel en de hemel als lokaas, maar hijzelf geloofde noch aan het een noch aan het ander. De hele religie was voor hem een oud mythologisch middel om de volkeren van de aarde in gehoorzaamheid aan de wereldse wetten gebonden te houden. De godsdienstige handelingen verrichtte hij steeds alleen maar als noodzakelijke misleiding van het geestelijk blinde volk; hij hechtte er zelf echter geen waarde aan en zei, net als een zekere paus, vaak bij zichzelf en ook niet zelden in aanwezigheid van zijn meest vertrouwde collega's: 'De oude mythe van Christus is zo slecht nog niet! Men kan er van maken wat men wil, bovendien brengt ze haar dienaren zeer veel geld en aanzien op. Dat is dan ook het beste aan haar, anders zou toch zeker de oude Griekse veel beter en verhevener zijn geweest!'
Hoofdstuk 124: Roberts vreugde. De zorg van de Heer voor de monnik. Robert als heer des huizes krijgt Helena als helpster. Hemelse huwelijksvoltrekking - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Als de monnik deze woorden uit het gefluister heeft opgevangen, is hij niet weinig verbaasd en zegt bij zichzelf: 'Merkwaardig, een hele nieuwe leer over God! Dus, geen drie afzonderlijke personen. Op aarde zou dat de grootste ketterij zijn; een hemelsbreed verschil met de rooms-katholieke leer. Ik vind haar evenwel heel natuurlijk en veel oprechter dan de rooms-katholieke. Wat mij echter ten zeerste verbaast, is dat deze geest, die vanuit de lucht zo wijs tot mij heeft gesproken, met geen woord gewag maakt van de gelukzalige maagd Maria en van de andere lieve heiligen, die men zou moeten aanroepen vanwege hun machtige voorspraak. Dat is helemaal niet katholiek, maar dat doet er niet toe! De onbekende, die mij hoogstwaarschijnlijk het heerlijke, goede brood en de beste wijn deed toekomen, heeft mij nu ook deze leer gegeven. Was het eerste buitengewoon goed, deze leer is het ook. Hoe het ook zij, ik zal deze leer toch aannemen.
Hoofdstuk 126: De monnik hoort de heilige leer van Christus. De eens geestelijk blinde herkent de Heer en diens genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] De monnik zegt, terwijl hij zijn hoofd wat heen en weer schudt: 'Jij, Robert Blum? De grote ketter Robert Blum... en in de hemel?.. Aha, dat is toch niet helemaal in de haak! En dat zouden jouw grond en jouw huis zijn? Zijn er in de hemel dan ook stukken grond en huizen? De hemel bestaat toch enkel uit lichte wolken, waarop de hemelbewoners net als de engelen rondzweven, Gods aangezicht aanschouwen en aan één stuk door roepen: 'Heilig, heilig, heilig is de Heer Zebaoth! Hemel en aarde zijn vol van Zijn heerlijkheid. Ere zij God, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen!' Van dit alles valt hier echter geen spoor te ontdekken. Hoe kan dit dan de hemel zijn? Misschien alleen maar zo'n nieuw-katholieke hemel, die Gods genade jullie toestaat tot aan de jongste dag, om jullie tijdelijk te belonen voor al het goede, dat jullie op aarde hebben gedaan. Daarna zal deze hemel vergaan en veranderd worden in de hel. Dit huis zal waarschijnlijk op los zand en niet op een rots gebouwd zijn. Zo zal het maar al te vlug als nutteloos puin instorten.
Hoofdstuk 126: De monnik hoort de heilige leer van Christus. De eens geestelijk blinde herkent de Heer en diens genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] De generaal zegt: 'Twee van zulke getuigen zijn voldoende, en daarom geloof ik jullie op je woord! Laat mij nu echter ook enkele woorden tot deze al tamelijk gewekte schare richten.'
Hoofdstuk 129: 129 Thomas en Dismas bij de generaal en zijn drieduizend zielen tellend gezelschap. Uitleg over Jezus en de weg tot het heil. Rede van de generaal. De Heer bij de deur van de zaal des levens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)