Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 562 van 728

...  550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575  ...
[13] Thomas zegt: 'Er staat geschreven: 'Wie gelooft in de Zoon van God, zal zalig worden.' Jullie geloven nu en zullen dus louter door Zijn genade zalig worden. Eén ding echter ontbreekt jullie nog, zoals ik uit jouw woorden, die nog wat te nuchter zijn, opmaak. Dit ontbrekende is de liefde tot Jezus de Heer! Open voor Hem jullie harten en laat deze in alle liefde voor Hem ontbranden. Hijzelf zal jullie dan werkelijk tegemoetkomen, zal jullie opnemen en verder leiden, want aan Zijn goedheid, liefde en erbarmen komt eeuwig geen einde!'
Hoofdstuk 129: 129 Thomas en Dismas bij de generaal en zijn drieduizend zielen tellend gezelschap. Uitleg over Jezus en de weg tot het heil. Rede van de generaal. De Heer bij de deur van de zaal des levens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] De generaal roep Ik echter bij Mij. Hij verontschuldigt zich weliswaar en zegt dat hij vanwege zijn onwaardigheid niet dichter bij Mij kan komen, maar Ik wijs hem op Zacheüs uit het evangelie, die een grote zondaar was, maar wiens huis Ik toch binnenging om met hem de maaltijd te gebruiken.
Hoofdstuk 130: De menigte voor de Heer. Generaal Theowalds levensweg naar God. Wat tijdens het aardse leven een mysterie was, wordt opgehelderd in het hiernamaals. Jezus' woorden over licht en leven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Om deze reden zei Mijn bode Thomas jou ook, dat jouw wil je enige rechter en gever is van alles wat je wilt, hetzij goed of slecht. Jij verlangde echter naar het goede en verlangde Mijzelf, en zie, zo staat nu werkelijk en levend voor je wat je in je hart wilde. Van nu af aan zal Mijn bijzondere wil je worden meegedeeld. Wil je deze tot je eigen wil maken, dan zul je een waarlijk zalig leven leiden. Ga heen en verkondig dit nu ook aan jouw schare!'
Hoofdstuk 130: De menigte voor de Heer. Generaal Theowalds levensweg naar God. Wat tijdens het aardse leven een mysterie was, wordt opgehelderd in het hiernamaals. Jezus' woorden over licht en leven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] De monnik Thomas zegt: 'O Heer, U vraagt mij, alsof ik U iets zou kunnen zeggen wat U nog niet wist. Kijkt U maar eens in mijn hart en U zult daarin nog die oertekst vinden, die Uw almachtige rechterhand heeft opgetekend. Uit deze tekst spreekt een oneindige grootsheid en verhevenheid, zodat mijn hart U alleen daardoor kon aanvoelen. Het was daarom nooit in staat zich U anders voor te stellen. Iedere bekrompen, heers- en hebzuchtige voorstelling van U kon daardoor in mijn hart nooit postvatten. Om deze reden kon ik ook nooit het geloof in de Godheid van Jezus, de Gezalfde, echt helemaal aanvaarden, hoewel ik strikt genomen nooit aan die mogelijkheid heb getwijfeld. Toch zou de Godheid van Christus duidelijker zichtbaar naar voren hebben moeten treden, ongeveer zoals bij de apostelen, dan zou ik wel tot een vast geloof genoodzaakt zijn geweest. Dat was echter ongetwijfeld om wijze redenen nooit het geval. Christus of Zijn Geest liet altijd toe, dat de roomse curie van Hem mocht maken wat ze maar wilde.
Hoofdstuk 126: De monnik hoort de heilige leer van Christus. De eens geestelijk blinde herkent de Heer en diens genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[17] Welke meer gewekte geest zou, als hij op de hoogte was van de rooms-katholieke theologie, ook maar in de verste verte op het idee kunnen komen zo'n leer voor zuiver goddelijk te houden? Ikzelf heb uit ouwels duizenden echte Christussen gemaakt en heb deze daarna grotendeels zelf opgegeten. Wat moet een eerlijk mens echter denken van een leer, waarom iedere Chinees zou schaterlachen? Hoe vaak heb ik na een mis gedacht, als ik een blik wierp op de zon, of 's avonds keek naar de myriaden sterren: 'Dus Hij, die je vandaag door de zogenaamde consecratie uit een ronde ouwel van zetmeel tot allerhoogste God maakte en daarna levend hebt opgegeten, zou dit allemaal hebben gemaakt?' O Heer, dat was voor het geloof van een sterveling toch een beetje te veel gevraagd! Wie dat kan geloven, is werkelijk niet te benijden, want hij kan niet het kleinste sprankje geest bezitten. Ik verrichtte wel volgens voorschrift de zogenaamde eredienst voor de ogen van de blinde wereld, maar ikzelf kon er nauwelijks in geloven, omdat de oertekst in mijn hart en in de hele schepping mij altijd wat anders leerde.
Hoofdstuk 126: De monnik hoort de heilige leer van Christus. De eens geestelijk blinde herkent de Heer en diens genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Ik zeg: 'Mijn dierbare Thomas, je bent nog erg dom! Ik droeg Judas niet op met Mij het brood in de schotel dopen, want Ik wist dat het hem tot oordeel zou strekken, omdat hij onwaardig was met Mij het brood des levens te eten. Jou echter nodig Ikzelf uit, omdat Ik in jou niets onwaardigs ontdek, en daarom kun je zonder bezwaar doen wat Ik nu van je verlang. Bovendien houdt hier iedere gerechtelijke toerekening op, omdat iedere daad hier zonder meer zijn gevolgen heeft in overeenstemming met de geest waarin hij werd begaan. Omdat iedere geest naargelang zijn daden hier volkomen eigen rechter is, heb je ook van geen enkele kant een vreemde invloed meer te duchten. Wat jij wilt, zul je ook doen, en dat handelen zal jou oordelen overeenkomstig jouw wil, die de eigenlijke drijfveer is van iedere handeling.
Hoofdstuk 127: De dankbare Thomas prijst God. Onderricht van de Heer over de eenvoud van de liefde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Kijk, zij die Mijn macht bezingen en de oneindig grote God prijzen, zijn verre van Mij en beschouwen Mij ongeveer op dezelfde manier als jij op aarde de sterrenhemel vaak heel verheven hebt bezongen, maar daarbij niet wist, wat de door jou bezongen sterren eigenlijk waren en wat in hen was. Zij echter, die tot Mij zeggen: '0 lieve Vader! O, mijn goddelijke Broeder!' zijn bij Mij en zelfs in Mij. Zij prijzen Mij zoals kinderen hun enige echte Vader en beschouwen Mijn grootheid niet meer met heilige schroom vanuit de verte, waarbij een grote kloof hen steeds van Mij gescheiden houdt. Zij echter zijn zelfs op de sterren bij hun Vader in het volle genot van die heilige werkelijkheid, die door jubelende engelen nauwelijks wordt vermoed.
Hoofdstuk 127: De dankbare Thomas prijst God. Onderricht van de Heer over de eenvoud van de liefde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Begrijp je nu dit belangrijke verschil? En omdat je het begrijpt, ben je ook al veel gelukkiger dan voorheen. Dat is goed en juist en Mij het meest welgevallig, omdat dit in Mijn ordening ligt. Je zult heel spoedig aan Mijn zijde ontzaglijk grote werken vol wonderen te zien krijgen. Wanneer je dan steeds zou vragen: 'Wie voelt er diep genoeg wat God is?' zouden Mijn lieve kinderen je uitlachen en zeggen: 'Maar onnozele broeder Thomas, wat praat je toch een onzin! Wie kan ooit diep genoeg en ten volle voelen en ervaren wat God in wezen is? Hoe kan het eindige ooit het oneindige bevatten? God is ons aller Vader! Wij hebben Hem boven alles lief; Hij leidt ons en wij zien Hem en zien hoe lief en oneindig goed Hij is. Dat gaat toch veel verder! God als Vader boven alles liefhebben is immers oneindig meer waard dan Hem willen doorgronden! Wat is eigenlijk menswaardiger: in gedachten verdiept zijn en, als een arme broeder voorbij gaat, deze door louter grootse gedachten helemaal niet opmerken, of die gedachten aan God, de Heilige Vader, overlaten en met een lieve vriendelijke blik de arme broeder behulpzaam tegemoet gaan? Laten wij daarom het grote aan de groten overlaten. Wij blijven echter in de liefde mooi klein bij elkaar en zullen gelukkiger zijn dan de groten die hun geluk zoeken in het grote!
Hoofdstuk 127: De dankbare Thomas prijst God. Onderricht van de Heer over de eenvoud van de liefde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Na deze woorden treed Ik weer uit de deuropening en geef Robert opdracht om met hulp van de voormalige danseressen een toereikende hoeveelheid brood en wijn te overhandigen aan de beide leraren Thomas en Dismas, die deze versterkingen vervolgens onder de nieuwe gasten moeten verdelen. Robert doet dat meteen en wanneer alle gasten buiten op deze manier worden versterkt, hoort men daarop louter gejubel en nog eens gejubel en lofprijzingen van alle kanten. De beide leraren treden echter op een wenk van Mij eveneens de tweede zaal binnen, waar ook wij de bereide maaltijd met elkaar nuttigen.
Hoofdstuk 131: De grote maaltijd. De generaal en zijn vriend Kernbeiss. Thomas dankt hen voor de eerdere kuur. Blik op de aardse hel - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Johan Kernbeiss zegt: 'Jij bent dus niet voor een of andere geestelijke vooruitgang?' De generaal zegt: 'O vriend, je vergist je als je denkt, dat ik tegen een geestelijke vooruitgang zou zijn, omdat ik mij niet met zinloze onderzoekingen van wonderbaarlijke verschijnselen wil inlaten. 0, ik bemin niets zozeer als geestelijke volmaaktheid. Wacht nog even tot onze twee leraren weer naar ons toe komen, die zullen je daarover zeker meer kunnen vertellen dan ik Als ik jou echter meer zou willen zeggen dan ik weet, zou ik of een ijdele dwaas, of een leugenachtige grootspreker zijn.
Hoofdstuk 131: De grote maaltijd. De generaal en zijn vriend Kernbeiss. Thomas dankt hen voor de eerdere kuur. Blik op de aardse hel - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Als hij daar nu zo in nieuwe kleren staat, zeg Ik tegen hem: 'Wel broeder, je bent nu volmaakt en verzadigd van Mijn genade, liefde en wijsheid. De maaltijd hier is bereid en het ontbreekt ook niet aan gasten die voor deelname waardig zijn gemaakt. Zoals je echter daarnet zelf hebt aangegeven, bevinden zich buiten in de voorzaal ongeveer drieduizend nog heel arme geesten onder leiding van een generaal die jij goed kent. Deze man heeft een goed en verstandig hart en zijn woord heeft grote invloed op zijn aanhang. Ga jij nu met broeder Dismas, die de generaal op aarde heel goed heeft gekend, naar de voorzaal en probeer die rechtschapen man, met behoud van de vrijheid van zijn hart, voor Mij te winnen, en via hem ook het hele grote gezelschap. Heb je je eerste missie in dit rijk van het ware leven goed volbracht, dan zul je na de maaltijd voor grote taken gesteld worden. Want Ik zeg je: in Mijn rijk zijn er vele en door jou nog nooit vermoede grote taken van allerlei soort. Ga daarom nu vlug; aan Dismas zul je een buitengewoon wijze helper hebben.' Thomas zegt: 'O goede, heilige Vader, hoe goed zorgt U toch voor het verloren schaapje, voor de verloren stuiver en voor de verloren zoon! U zij eeuwig alle eer en roem, liefde en aanbidding!'
Hoofdstuk 128: Thomas' bede voor de nog in de voorzaal verblijvende schare van zijn voormalige vijanden. Hij wordt met een eregewaad en een wijsheidshoed gekleed. Zijn eerste opdracht - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Zo komen zulke mensen in de wereld dan moeilijk of vaak ook helemaal niet tot datgene waartoe ze geroepen zijn, maar juist tot datgene waartoe ze niet hadden moeten komen: tot eigenliefde, zelfzucht, heerszucht, hebzucht, gierigheid, nijd, vraatzucht, zwelgpartijen, wellust, ontucht en hoererij! Deze zaken verteren het leven echter in plaats van het te verrijken. Daardoor komt het dan ook, dat het velen na het afleggen van hun aardse lichaam vergaat, zoals het jou en jouw schare verging. Zij moeten dan in deze wereld geheel ontdaan worden van al datgene wat hun ruwe zinnen te veel heeft beziggehouden en moeten heel ongelukkig worden, opdat hun leven in zulk een geestelijke eenzaamheid en woestenij tot zichzelf kan komen. Heeft het zichzelf hervonden, zoals dat van jullie nu, dan komt ook de hulp die nodig is, maar wel zo dat ze niet opgedrongen, maar zuiver door de behoeftige mens zelf verlangd wordt.
Hoofdstuk 130: De menigte voor de Heer. Generaal Theowalds levensweg naar God. Wat tijdens het aardse leven een mysterie was, wordt opgehelderd in het hiernamaals. Jezus' woorden over licht en leven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Ik zeg: 'Mijn lieve kinderen, Ik moet jullie openlijk bekennen dat jullie, ofschoon jullie bijna allemaal kinderen van de wereld zijn, toch in veel dingen verstandiger zijn dan de kinderen van het licht. Jullie hebben je daardoor heel wat bespaard, wat jullie anders nog hadden moeten doormaken. Omdat jullie echter zo verstandig van hart zijn en zoveel liefde voor en vertrouwen in Mij in je gemoed laten ontkiemen, zal jullie dan ook veel worden kwijtgescholden. Wees maar blij dat jullie op aarde geen dictators waren, want deze zullen Mij van een heel andere kant te zien krijgen! Verhef je nu allen en luister naar wat Ik jullie ga zeggen:
Hoofdstuk 130: De menigte voor de Heer. Generaal Theowalds levensweg naar God. Wat tijdens het aardse leven een mysterie was, wordt opgehelderd in het hiernamaals. Jezus' woorden over licht en leven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Hier echter, waar wij van alle materie verlost zijn en ons denkvermogen beter in staat is ongestoord zijn werk te doen, moeten alle verschijnselen in deze wereld ons des te meer oprecht verbazen, naarmate wij beter in staat zijn het waarlijk wonderbaarlijke snel op te merken. Dat wij ons echter het hoofd moeten breken om de mogelijkheid van zulke dingen te begrijpen, zou pure dwaasheid zijn. Is het voor ons verdere heil nodig, dan zullen onze twee leraren het ons wel uitleggen. Is een dergelijke uitleg echter niet absoluut noodzakelijk, dan is het voldoende dat we weten, dat voor een almachtige God alle dingen mogelijk zijn. Want kijk, voor mij is alles een ondoorgrondelijk wonder!
Hoofdstuk 131: De grote maaltijd. De generaal en zijn vriend Kernbeiss. Thomas dankt hen voor de eerdere kuur. Blik op de aardse hel - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] De monnik Thomas antwoordt echter dat hij zijn thans bereikte geestelijke voleinding in de nabijheid van de Heer hoofdzakelijk te danken heeft aan de krachtige terechtwijzing van de generaal en daarnaast ook aan de hele menigte, die hem de goede dienst bewees hem vanwege zijn grote domheid naar buiten te gooien. Daarop zegt Kernbeiss: 'Beste vriend, praat daar maar niet meer over, want ik was ook een van degenen die je naar buiten hebben geduwd; wat nu eenmaal gebeurd is, kan men helaas niet meer ongedaan maken. Mij heeft het al honderd keer berouwd, maar een mens raakt soms zo verhit, dat hij zichzelf niet meer kent. Jammer genoeg kan dit ook de beste mensen overkomen. Ik denk echter dat als de mensengeesten hun wederzijdse misstappen naar beste vermogen weer goedmaken, elkaar om vergeving vragen en ter verzoening elkaar vriendschappelijk de hand reiken, dat ook onze lieve hemelse Vader daarop geen al te boos gezicht zal zetten!'
Hoofdstuk 131: De grote maaltijd. De generaal en zijn vriend Kernbeiss. Thomas dankt hen voor de eerdere kuur. Blik op de aardse hel - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  550 - 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575  ...