10915 resultaten - Pagina 563 van 728
... 551 - 552 - 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 ...
[6] Alle anderen roepen: 'Nee, nee, dat geloven we nooit!Je hebt goed gesproken! Zo is het! Een hel bestaat, en wel op aarde, maar een goede en rechtvaardige God bestaat nooit en te nimmer! Want zou er een bestaan, dan zou Hij de vervloekte aarde allang tot alle duivels hebben veroordeeld. Omdat er echter geen God bestaat, is en blijft de aarde een troon van de hel. Zo is het, ja, zo is het!'Hoofdstuk 132: Een schare terechtgestelden komt aan. De leider vertelt hungeschiedenis. Filosofie van de liefde- en goddeloosheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] De meedogenloze zegt: 'Heer graaf, in deze nevelwereld bestaan onze wapenen alleen uit de tong en zo nu en dan ook uit handen en voeten. Wat de tong betreft, zult u mij niet zo gemakkelijk kunnen evenaren; evenmin met de handen, want in Engeland heb ik leren boksen. Bij het gebruik van de voeten echter zoudt u mij duidelijk de baas kunnen zijn, want ik heb nooit het hazenpad gekozen.'
Hoofdstuk 133: De graaf en de meedogenloze. Beider levensgeschiedenis. Hun eensgezinde, sombere Godsloochening. De trotse koningstroonpretendent en zijn beklagenswaardige einde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] De graaf wendt zich nu af en zegt tegen een ander: 'Vriend, wat zeg jij nu van de enorme brutaliteit van deze doodgewone huzaar? Zeg mij eens, of jij deze kerel van uit zijn bestaan op aarde soms wat beter kent? Ik weet alleen, dat ik hem enkele keren heb gezien onder de gewone soldaten. Waar hij echter vandaan komt en wat hij vroeger was, is mij totaal onbekend.'
Hoofdstuk 133: De graaf en de meedogenloze. Beider levensgeschiedenis. Hun eensgezinde, sombere Godsloochening. De trotse koningstroonpretendent en zijn beklagenswaardige einde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Thomas zegt: 'Vanzelfsprekend; wanneer de mensen zich tegenover elkaar gedragen zoals het behoort, dan doen zij dat ook tegenover God, want God de Heer wil immers van de mensen niets anders dan dat niemand zich hoger acht dan een ander en niemand rechter speelt over een ander. Wij beiden hebben toch nooit iets tegen elkaar gehad en hebben elkaar daarom ook niets te vergeven. Dat jij hier echter in deze geestenwereld een beetje meehielp om mij eruit te gooien, heeft met onze aardse vriendschap toch niets te maken. Dat geldt des te minder, omdat je mij daardoor een uitstekende dienst hebt bewezen. Zonder deze gebeurtenis zou ik misschien tot op heden nog in mijn monnikendomheid zijn blijven steken, terwijl ik nu de tegenover jullie begane domheden door de genade van de Heer weer ruimschoots kan goedmaken.
Hoofdstuk 131: De grote maaltijd. De generaal en zijn vriend Kernbeiss. Thomas dankt hen voor de eerdere kuur. Blik op de aardse hel - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Door de genade van de Heer ontving ik het vermogen om te zien, wat er nu op aarde en met name in ons aardse vaderland gebeurt. Ook jullie zullen spoedig bericht ontvangen via enkele nieuwelingen, die hier zullen aankomen. Ik zeg jullie: de groten, die echter heel klein waren, hebben zich behoorlijk met het bloed van hun broeders vetgemest en zijn weer dik en sterk geworden. In plaats van de Heer te danken voor de overwinning op hun vermeende armzalige vijanden, weten zij nu van verwaandheid, hoogmoed en wraakzucht niet wat ze moeten doen. De satan legt de hele hel op het toneel van de wereldpolitiek aan hun voeten. En zij grijpen die hel aan en handelen volgens haar principes.
Hoofdstuk 131: De grote maaltijd. De generaal en zijn vriend Kernbeiss. Thomas dankt hen voor de eerdere kuur. Blik op de aardse hel - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Een ander uit dit pas aangekomen gezelschap zegt: 'Heer graaf, u hebt gelijk. Ik ben het met u eens, behalve met uw uitspraak dat er geen God zou bestaan! Dat echter deze God, als scheppend principe zich even weinig om het stof der aarde bekommert als wij ons ooit druk maakten over een zweetdruppeltje, kunnen we met zekerheid aannemen. Een oorlog tussen mensen op aarde is in de ogen van de ware Godheid nog minder dan een infusiediertjesoorlog in een dauwdruppel voor de keizer van China! Daarom hebben ze gelijk gehad, dat ze ons hebben vermoord, want ze wisten hoe men de satansgrond moet bewerken om zich daarop gelukzaligheid te verschaffen!
Hoofdstuk 132: Een schare terechtgestelden komt aan. De leider vertelt hungeschiedenis. Filosofie van de liefde- en goddeloosheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Hoe zou het staan met de naam van onze nobele Blum, als dat rund van een vorst Windischgrätz niet door middel van kruit en lood de weg naar onsterfelijkheid voor hem zou hebben gebaand? Allang zou men nauwelijks meer iets van hem afweten. Zo blijft zijn naam echter voor alle tijden als een ware erenaam bewaard en precies zo en nog beter zal het gaan met onze namen! Heb ik gelijk of niet?'
Hoofdstuk 134: Troost betekent voor de terechtgestelden in de eerste plaats wraakzucht. Uitwerking van de vreemde stemmen. Nood leert bidden. De heilsstem - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[18] De graaf zegt: 'Heel goed, beste vriend! Weet u echter ook heel zeker, dat ons daar hulp werd aangeboden? Zouden zich niet nog andere groepen in onze nabijheid kunnen ophouden, die zich in een soortgelijke miserabele positie bevinden? Allah is groot en de leer van Mohammed, zijn profeet, is veelomvattend! Dus kunnen ook wij zeggen: 'God, als Hij al bestaat, is groot en Jezus, Zijn profeet, was nog grootser in zijn leer dan de Saraceense Mohammed. God weet waar diegenen zijn, voor wie deze aansporing bestemd is!'
Hoofdstuk 134: Troost betekent voor de terechtgestelden in de eerste plaats wraakzucht. Uitwerking van de vreemde stemmen. Nood leert bidden. De heilsstem - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] De graaf zegt: 'Wat de anderen zullen doen, zal ik in godsnaam ook maar doen. Maar vraag het ook aan de anderen. Ik heb er alleen aan toe te voegen, dat wij ons gezond verstand niet te licht moeten inruilen voor de zogenaamde christelijke deemoed. Wanneer er onder de heerschappij van Jezus ook graven en vorsten zijn, dan is het: 'Heil Christus!' Is dat echter niet het geval, dan is het: 'Adieu Christus!' Want het zou toch ook wat zijn, als wij hier in deze wereld aan een of andere hemelse verwaande kwast eer zouden moeten bewijzen, of zelfs zijn laarzen zouden moeten poetsen!'
Hoofdstuk 135: Geheimzinnige wenken aan de ongelukkigen. Waanideeën van de graaf gehekeld door de meedogenloze. Hongaarse politiek van die tijd - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Na deze woorden van de graaf klinken opnieuw woorden: 'Hier zijn noch graven, noch vorsten! Slechts één is de Heer, alle anderen zijn echter broeders en zusters!'
Hoofdstuk 135: Geheimzinnige wenken aan de ongelukkigen. Waanideeën van de graaf gehekeld door de meedogenloze. Hongaarse politiek van die tijd - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] De graaf zegt boos: 'Houd uw mond, anders vergrijp ik me nog aan u! Als u mij iets te zeggen hebt, spreek dan zoals het behoort. Laat echter achterwege mij te foppen, anders zult u ondervinden dat een graaf Bathianyi nog niet heeft opgehouden graaf te zijn. Begrijpt u dat, domme opschepper?'
Hoofdstuk 135: Geheimzinnige wenken aan de ongelukkigen. Waanideeën van de graaf gehekeld door de meedogenloze. Hongaarse politiek van die tijd - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] De aangesprokene zegt: 'Bij mijn weten was hij eens een monnik van de franciscaner orde en had hij de wat twijfelachtige reputatie van een zogenaamde helderziende. Hij zei meerdere malen stuitende dingen over zijn eigen orde en nam volstrekt geen terechtwijzing aan. Wilden zij hem daarvoor achter slot en grendel zetten, dan gaf hij, ontembaar sterke kerel als hij was, het hele convent een aframmeling. Toen hij echter mettertijd genoeg kreeg van dergelijke plagerijen, pakte hij op een dag al zijn orde-prullaria bij elkaar, verborg ze ergens, verliet daarop zijn convent met wat meegenomen geld van het klooster en liet zich bij het eerste beste Honved- bataljon aanwerven. Hij vocht overal als een leeuw, als gevolg waarvan hij als commandant dan ook met ons in het stof moest bijten. Dat is alles wat ik van hem weet.'
Hoofdstuk 133: De graaf en de meedogenloze. Beider levensgeschiedenis. Hun eensgezinde, sombere Godsloochening. De trotse koningstroonpretendent en zijn beklagenswaardige einde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] De graaf zegt: 'Ja, kijk, nu heb ik echt spijt, dat ik die man iets te hard heb aangepakt. Als hij vroeger als monnik zoveel wijzer was dan zijn orde-collega's, wier verstand zo bekrompen was dat hij hen heeft afgeranseld, behoort hij klaarblijkelijk tot de betere mensen. Ah, met hem moet ik direct weer vriendschap sluiten!' De graaf wendt zich daarop weer tot de meedogenloze en zegt: 'Geachte vriend, u moet mij maar niet kwalijk nemen, dat ik daarnet wat al te onhoffelijk tegen u ben geweest, maar ik wist immers niet wie u eigenlijk was. Omdat ik nu echter van deze vriend heb vernomen wie u op aarde was, ziet alles er nu inderdaad totaal anders uit. U bent dus de reus Goliath, die zijn orde uit innerlijke overtuiging de rug toekeerde en daarop met sterke hand het zwaard heeft opgenomen om het vaderland zo mogelijk te redden?'
Hoofdstuk 133: De graaf en de meedogenloze. Beider levensgeschiedenis. Hun eensgezinde, sombere Godsloochening. De trotse koningstroonpretendent en zijn beklagenswaardige einde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[17] Denk je eens in, een graaf van heel Hongarije! Deze wordt door een paar keizerlijke soldatenrechtertjes tot de dood aan de galg verdoemd en meteen zonder omhaal naar de plaats van executie gesleept. Daar doet hij in uiterste wanhoop een poging tot zelfmoord, die hem echter mislukt. Het toekijkende volk begint door medelijden overmand hard te vloeken en eist uitstel van executie. Dan geven de uitvoerders toe vanwege de nekwond, en de graaf wordt teruggebracht naar het ziekenhuis. De graaf had er het volste vertrouwen in nu amnestie te krijgen van de keizer. Dan komt er 's avonds een auditeur, die de graaf uit een bewusteloze slaaptoestand wekt en hem een tweede doodvonnis voorleest dat onmiddellijk zou moeten worden voltrokken. Als door de bliksem getroffen stort de graaf ineen, zodat men hem moet verkwikken. Als hij weer bij kennis komt, wordt hij meteen door de beulsknechten gegrepen en andermaal naar de plaats van de terechtstelling gebracht, waar hij door verscheidene jagers als een hond wordt neergeschoten en dan als een oude knol wordt begraven. En deze graaf ben ik, hetgeen u zonder meer bekend zal zijn. Ziet u, dat noemt men rechtvaardigheid!
Hoofdstuk 133: De graaf en de meedogenloze. Beider levensgeschiedenis. Hun eensgezinde, sombere Godsloochening. De trotse koningstroonpretendent en zijn beklagenswaardige einde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] De graaf zegt: 'Wat troost, wie zou ons kunnen troosten? Een terechte vergelding voor diegenen, die ons zonder aanwijsbare reden hebben laten vermoorden, dat zou de enige troost zijn voor mij en voor jullie allemaal! Elke andere troost is me een gruwel! Denkt u dat een God mij met honderd hemelen schadeloos zou kunnen stellen voor datgene wat ik heb verloren, namelijk mijn vrouw, mijn eer en mijn grote vermogen? Ik weet ook wel dat ik mettertijd alles had moeten achterlaten, maar mijn naam zou glansrijk als de zon nog lange tijd hebben voortbestaan. Nu echter zal mijn naam op aarde verbleken en wereldrechters zullen hem in latere tijden vol leedvermaak onder de galgenbrokken opgetekend vinden. Dus vergelding, onverbiddelijke wraak! Daarom weg met alles wat ook maar enigszins zweemt naar een Godheid of naar een andere engelachtige vorm van bemiddeling! Allereerst moet onze eer op aarde volkomen worden hersteld en onze moordenaars moeten op een helse manier worden geoordeeld! Dan pas willen we over een of andere verzoening voor het tribunaal van alle duivels gaan praten!
Hoofdstuk 134: Troost betekent voor de terechtgestelden in de eerste plaats wraakzucht. Uitwerking van de vreemde stemmen. Nood leert bidden. De heilsstem - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)