Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 565 van 1166

...  553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578  ...
[12] En nu, Mijn vrienden, zullen we het over iets anders hebben, en wel over jullie armoedige toestand, die Ik maar al te goed ken!
Hoofdstuk 125: De Heer getuigt over Zichzelf - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Maar vul nu jullie lege vaten en leren zakken met schoon water! Dat zal overeenkomstig Mijn wil wijn worden, en dan zullen jullie daaraan onmiddellijk zien dat Ik vanwege jullie geloof en jullie echte liefde voor Mij met Mijn genade, liefde en zegen bij jullie ben en ook zal blijven.Want Ik heb bij jullie een geloof aangetroffen zoals nergens onder de joden, waar Ik al eerder gewag van maakte, nog voordat jullie wisten met wie jullie in Mij te maken hebben. En ga nu doen wat Ik jullie heb gezegd!'
Hoofdstuk 125: De Heer getuigt over Zichzelf - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Ik deed dan ook meteen een vis op een bord van aardewerk, dat voor Mij stond, deelde hem in stukken en at hem op. Mijn oude leerlingen deden hetzelfde.
Hoofdstuk 126: De vismaaltijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Ik ben nu een ware Bruidegom, en zij zijn Mijn bruiden en Mijn bruiloftsgasten. Zolang Ik bij hen ben, hebben ze nog nooit gevast en honger of dorst geleden; maar als Ik, de Bruidegom, van hen weggenomen wordt, zullen ze ook heel vaak moeten vasten en honger en dorst lijden. En als ze dan naar jullie toekomen, zal jullie vis hun heel goed smaken.'
Hoofdstuk 126: De vismaaltijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Toen de leerlingen van Johannes en ook de Jeruzalemmers dat van Mij hadden gehoord, namen ze toch de vis en ontdekten dat die heel goed smaakte; ze hadden de vis al gauw helemaal opgegeten en dankten Mij voor Mijn woorden; ze zeiden ook, dat er ondanks het overvloedige licht dat ze van Mij hadden ontvangen, nog het een en ander aan oude farizeese resten in hen zat, die ze nog niet helemaal kwijt konden raken.
Hoofdstuk 127: De geestelijke alomtegenwoordigheid van de Heer en de leiding van Zijn genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Ik zei: 'Jullie zullen al dat oude slijk in jezelf wel kwijtraken, als Ik weldra niet meer lichamelijk in jullie midden zal zijn. Jullie zijn te zeer gewend geraakt aan Mijn persoon en kennen Mij, en Ik ben voor jullie geen buitengewone verschijning meer; maar wanneer Ik niet meer in deze zichtbare en tastbare persoonlijkheid van Mij onder jullie zal zijn, zullen jullie heel verdrietig worden en dan pas volkomener beginnen in te zien wie Ik was, ben en eeuwig zal zijn.
Hoofdstuk 127: De geestelijke alomtegenwoordigheid van de Heer en de leiding van Zijn genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Ik zal in Mijn persoon ook wel bij jullie zijn, maar alleen geestelijk -en niet zichtbaar voor jullie lichamelijke ogen, maar alleen voor jullie hart door de echte, ware liefde voor Mij .'
Hoofdstuk 127: De geestelijke alomtegenwoordigheid van de Heer en de leiding van Zijn genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Deze woorden van Mij stemden Mijn leerlingen diepzinnig en nadenkend; maar geen van hen durfde Mij verder nog iets te vragen.
Hoofdstuk 127: De geestelijke alomtegenwoordigheid van de Heer en de leiding van Zijn genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Maar het gaat hier om nog iets anders, en dat is, dat ook alle andere mensen op die manier in deze leer onderwezen moeten worden, om naar de geest daarvan te kunnen denken, willen, handelen en leven; want als een mens niets van een leer weet, kan hij die ook niet tot richtsnoer voor zijn denken, willen, handelen en leven maken.
Hoofdstuk 128: Over het verbreiden van de leer van de Heer en over het zegenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Met Mijn almacht werken zou echter betekenen al die mensen zo goed als geheel vernietigen en dieren van hen maken. Want dieren hebben voor hun gerichte natuurlijke leven geen onderricht nodig, maar ze handelen allemaal volgens hun aandrift, die al naargelang de soort door Mijn wijsheid en macht in hen gewekt en in stand wordt gehouden, en daarom zijn ze niet in staat tot een ware, uit henzelf voortkomende vervolmaking van hun leven; alleen bepaalde huisdieren kunnen door het verstand en de vaste wil van de mens zover boven hun natuurlijke staat uit opgevoed worden, dat zij hem de bekende, zeer grove en meest ondergeschikte diensten kunnen bewijzen.
Hoofdstuk 128: Over het verbreiden van de leer van de Heer en over het zegenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[17] Als mensen uit Bethsaïda en ook van andere plaatsen naar jullie toekomen en vragen, wanneer en op welke manier jullie landje zo bloeiend is geworden, doe dan hetzelfde als wat Ik jullie aanraadde met de vreemdelingen te doen: zegen in Mijn naam degenen die zonder moeite volledig geloven, dan zullen zij die zegen zeker gewaarworden!
Hoofdstuk 128: Over het verbreiden van de leer van de Heer en over het zegenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[19] Als jullie dat over de bekeerden hebben uitgesproken, zullen zij zich Mijn zegen weldra bewust worden en ook zeker jullie ware vrienden worden . -maar doe dit bij degenen die slechts half en half zijn gaan geloven, pas wanneer ze mettertijd helemaal zijn gaan geloven; want een half geloof is niet geschikt om Mijn zegen te ontvangen!
Hoofdstuk 128: Over het verbreiden van de leer van de Heer en over het zegenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Ik wil jullie dan ook in die natuurlijke dingen een waar licht geven. Maar zonder aanschouwelijke hulpmiddelen gaat dat natuurlijk niet goed, en daarom zal Ik nu vanuit Mijn alvermogende macht zulke hulpmiddelen voor jullie scheppen en jullie dan de gestalte van de aarde en haar beweging de maan de zon, de dwaalsterren* (* Andere benaming voor de planeten.) alsook de vaste sterren en ook de andere verschijnselen aan de hemel, in de lucht, in het water en op en in de aarde tonen. Let nu dus allemaal goed op wat jullie gaan zien en hoe al die dingen jullie uitgelegd worden!'
Hoofdstuk 129: Ter bestrijding van het bijgeloof verklaart de Heer de kosmos - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Deze uitleg duurde wel tot enkele uren na middernacht, en omdat Ik ervoor zorgde dat hun geest zoveel als nodig was in hun ziel overging, begrepen allen datgene wat uitgelegd werd goed, en ze konden zich niet genoeg verbazen over de eindeloze grootheid van Mijn wijsheid en macht.
Hoofdstuk 129: Ter bestrijding van het bijgeloof verklaart de Heer de kosmos - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Op deze woorden van Mij zeiden allen: 'Wij kunnen een kwestie nog zo goed en naar onze mening volkomen juist uiteenzetten -maar alleen U, o Heer en Meester, hebt tenslotte toch als enige helemaal in alles gelijk! Wij zien nu volkomen in dat het verbreiden van deze natuurlijke leer heel twijfelachtig zal zijn omdat die te diep ingrijpt in de aardse voordelen van de priesters, en wij zullen ons ook niet buitengewoon haasten om die aan de eerste de beste op te dringen; maar toch vragen wij U om ons voor dat doel van de nodige hulpmiddelen te voorzien, opdat wij bij een goede gelegenheid ook op dit gebied Uw naam hoog kunnen verheerlijken.'
Hoofdstuk 131: De noodzaak om voorzichtig te zijn bij het onderrichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578  ...