10915 resultaten - Pagina 565 van 728
... 553 - 554 - 555 - 556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 ...
[13] De graaf zegt: 'Alles goed en wel, maar op de allerhoogste wijsheid kan men nimmer iets afdingen. Wat zij eenmaal uitspreekt, is uitgesproken voor de eeuwigheid! Dat toont ook Jezus duidelijk aan, waar Hij zegt: 'Hemel en aarde zullen vergaan, maar Mijn woorden in alle eeuwigheid nooit!' Wanneer wij dus als we ons in ons hart tot Hem wenden, zouden horen: 'Weg met jullie, boosdoeners!', wat dan, vrienden? Zolang wij niets van Hem verlangen, hoeft Hij ons denk ik ook niets te geven, noch iets goeds, noch iets slechts. Verlangen wij echter eenmaal iets, dan hebben wij voor Hem meteen de poort geopend, zodat Hij met ons kan doen wat Hij in Zijn onveranderlijke wijsheid wil.Hoofdstuk 136: Gesprekken over Jezus. De religieuze ervaringen van de franciscaan. De graaf als bijbelkenner. Het eindvoorstel van de franciscaan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Er schiet mij juist weer een tekst ter verduidelijking van mijn mening te binnen, waarin tien maagden voorkomen, waarvan de helft wijs en de helft dwaas was. Allen verwachtten hun bruidegom. De wijze helft voorzag haar lampen van olie, de dwaze helft echter niet. Toen in de nacht het bericht kwam dat de bruidegom zou komen, waarschijnlijk al binnen een uur, vroegen de dwazen aan de wijzen om wat olie in hun lege lampen te doen, maar de onvermurwbare wijzen weigerden dit; waarschijnlijk uit pure christelijke naastenliefde? De dwazen zagen zich daardoor genoodzaakt om naar een koopman te gaan en daar voor geld hun lampen met olie te laten vullen. Zij keren daarop vol goede moed naar het huis, waar de bruidegom verwacht wordt, terug, maar de huisdeur was al afgesloten. De bruidegom was namelijk al spoedig gekomen en zelfs eerder dan zij terug kwamen met hun gevulde olielampen. Toen de armen geheel argeloos op de deur klopten en vroegen om te worden binnen gelaten, donderde de stem van de bruidegom hun ruw tegemoet: 'Weg met jullie! Ik heb jullie nog nooit erkend, ik ken jullie niet!'
Hoofdstuk 136: Gesprekken over Jezus. De religieuze ervaringen van de franciscaan. De graaf als bijbelkenner. Het eindvoorstel van de franciscaan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] De franciscaan zegt: 'Heer graaf, u benadert deze kwestie wat al te behoedzaam. Ik zeg u, men moet de woorden van God niet zo letterlijk nemen, daar de hele Schrift toch enkel een zinnebeeldige voorstelling is van de hogere moraal, zoals een volmaakt mens die zou moeten hebben. Onder de lampolie wordt hoofdzakelijk de ware liefde tot God verstaan en onder het licht van de lamp de uit de liefde voortvloeiende wijsheid. De dwaze maagden hadden echter geen liefde en wilden ook de anderen hun liefde ontnemen, maar deze waren verstandiger en lieten zich niet misleiden. Zij gelastten de liefdelozen om de wereld in te gaan opdat zij daar de liefdesolie zouden kunnen halen. De liefdelozen gingen en vulden hun lampen, of beter gezegd hun harten, vol wereldse liefdesolie. Toen zij met de wereldse liefde in het huis van de bruidegom wilden terugkeren (waarin wij ons hier, zoals ik mij niet zonder reden voorstel, reeds geruime tijd bevinden), of beter gezegd: toen zij zonder ware liefde bij God aankwamen en toegang tot het hemelrijk verlangden, kon de Godheid toch nauwelijks iets anders tot hen zeggen dan: 'Ik ken jullie niet met die liefde van jullie, die Ik nooit als de Mijne heb voorbestemd! Ga dus daarheen, waar je liefde van afkomstig is!' Ziet u, heer graaf, zo begrijp ik deze en nog veel andere teksten, en zo is het ook bedoeld. Daarom meen ik dan ook, dat u de Godheid van al te veel hardheid beschuldigt. Laten wij ons nu eens allen daaroverheen zetten en de geboden hulp aangrijpen! Werkelijk, het kan ons niet zo slecht vergaan, dat zegt mijn hart me!'
Hoofdstuk 136: Gesprekken over Jezus. De religieuze ervaringen van de franciscaan. De graaf als bijbelkenner. Het eindvoorstel van de franciscaan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Wat echter het 'waar' betreft, is het antwoord wat moeilijker, alhoewel tenslotte alles op hetzelfde neerkomt. Doorgaans woont Hij in het eeuwige Oosten, en vanuit een aards, natuurlijk standpunt bezien in de buurt van het sterrenbeeld 'Leeuw' en wel in de overeenkomstige geestelijke centraalzon, die de natuurlijke centraalzon genaamd Regulus, omvat, en bovendien de gehele oneindigheid. Hebben jullie Mij goed begrepen?'
Hoofdstuk 140: Verdere vragen aan de vreemdeling over Jezus. Raadselachtig antwoord - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[18] Een ander zegt: 'Tot nu toe heeft het er met de verlossing bar slecht uitgezien. Anderzijds moet ik echter bekennen, dat we eigenlijk nog nooit iets gedaan hebben, waardoor wij hadden kunnen delen in de verlossing. Als de galg uiteindelijk niet een flinke portie van onze doodzonden heeft uitgewist, dan ziet het er, als men hier werkelijk volgens de tien geboden te werk gaat, met onze verlossing verdraaid slecht uit. Van een of andere christelijke deugd was namelijk bij ons allen nauwelijks sprake. Ik zou er daarom sterk vóór zijn om de aangeboden hulp meteen te aanvaarden, anders zou het ons nog heel slecht kunnen vergaan! Wij hebben helemaal niets, waarop wij ons kunnen beroepen; hoogstens op onze grenzeloze domheid en in het beste geval op de genade en erbarming van Jezus Christus!'
Hoofdstuk 136: Gesprekken over Jezus. De religieuze ervaringen van de franciscaan. De graaf als bijbelkenner. Het eindvoorstel van de franciscaan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Weet u dan niet, dat er in de Heilige Schrift staat, dat alles wat voor het oog van de wereld groot wil zijn, voor God een gruwel is? Wij wilden echter groot en machtig zijn en nu zitten we mooi in de puree! Als we die domheden nog wat verder op de spits drijven, kan het ons gebeuren dat we een echt hels stukje gebraad met zwavelsalade als eeuwige lekkernij krijgen opgedist! Dan blijft ons verder werkelijk niets meer te wensen over; zo'n klein voorproefje hebben we inmiddels al. Laten wij maar volharden in onze halsstarrigheid, dan zal het nog wel beter worden! Een oud spreekwoord zegt: 'Wat de hel wil, zal haar niet bespaard blijven!' Ik ben nu uitgesproken.'
Hoofdstuk 137: De trots van de graaf komt nog eens boven. Aardse politiek vanuit het perspectief van het hiernamaals. De generaal en Robert over de twist van deze geesten. Het grote geduld van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] De franciscaan zegt: 'Beste heer graaf, u wilt mij plagen als een kwajongen, maar dat doet me niets, want ik weet waarom ik zo heb gesproken. U hebt echter van al mijn woorden helemaal niets begrepen, daarom is het u ook te vergeven dat u zo praat. Prees ik dan de handelwijze van de Oostenrijkse regering? Mijnheer, ik ken de gebreken van Oostenrijk even goed als wie dan ook. De Oostenrijkse keizer is als een soort Vesuvius voor alle gewesten van Oostenrijk, dat weet de Heer Jezus. Wij wilden echter met alle geweld een evenbeeld daarvan worden en dat was nu juist verkeerd. Daarom hebben wij, vanuit Gods standpunt bekeken, het ongelijk aan onze kant!
Hoofdstuk 137: De trots van de graaf komt nog eens boven. Aardse politiek vanuit het perspectief van het hiernamaals. De generaal en Robert over de twist van deze geesten. Het grote geduld van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] De franciscaan zegt: 'Hij, die meer geeft dan hij heeft, is een schelm en een grote schoft. Mijn mening was tenminste eerlijk, al was ik soms wat grof. Daar het hier voor ons allemaal even duister is, is het ook niet te verwonderen, dat onze controversen niet al te helder aan het licht konden komen! In wezen had ik echter toch gelijk, toen ik trachtte u ertoe te bewegen de hulp, die ons door de Heer Jezus werd aangeboden, aan te nemen. Mijnheer de graaf was echter vastbesloten om deze hulp niet aan te nemen, hoogstens onder allerlei belachelijke en ergerlijke voorwaarden. Nu hebt u het met eigen oren gehoord en daarom denk ik, dat u van nu af aan geen bezwaren meer zult maken.
Hoofdstuk 138: De graaf en de franciscaan over de pas vernomen stemmen. De graaf heeft nog steeds bedenkingen. Een man uit het volk roept Jezus aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Dat ik Christus, de eeuwige Zoon van de Allerhoogste, niet zo ken als Zijn engelen Hem kennen, zal toch gemakkelijk te begrijpen zijn. Toch wist ik wel, dat de goede Heer Jezus helemaal niet zo tiranniek en onverbiddelijk is als de heilige Ignatius van Loyola het heeft voorgesteld. Ik heb namelijk steeds het vers voor ogen gehad, waarin Jezus eens sprak: 'Komt allen tot Mij, die uitgeput zijn en onder lasten gebukt gaan; Ik zal jullie allen verkwikken!' Helaas hebben de roomse priesters dit op de lofwaardige biechtstoel betrokken, waar alleen de Heer Jezus diegenen die uitgeput zijn en onder lasten gebukt gaan, zou aannemen en verkwikken. Deze verkwikking door de biechtstoel heeft echter reeds menige zwakke tot wanhoop gebracht en velen hun bezit, rust en leven ontnomen; toestanden die werkelijk weinig verkwikkends te zien geven! Ik dacht eigenlijk bij mezelf, dat een buitengewoon goed mens zeker anders zou willen omgaan met de uitgeputte en belaste mensen dan de heilige roomse, alleenzaligmakende kerk, die na het verdoemen van de arme ketters naar de eeuwige hellepijnen zich het middagmaal volkomen onbezorgd laat smaken alsof er in het geheel niets gebeurd zou zijn, en daarbij nog het lefheeft zichzelf een uiterst liefdevolle moeder te noemen!
Hoofdstuk 138: De graaf en de franciscaan over de pas vernomen stemmen. De graaf heeft nog steeds bedenkingen. Een man uit het volk roept Jezus aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Beste vriend, hoe zou u een rangorde, die de Godheid toch Zelf heeft ingesteld, in één keer willen opheffen! Heeft de Godheid het niet zo beschikt, dat mijn stam in het grafelijke patriarchaat moest worden opgenomen? Als God echter eenmaal iets heeft bepaald, mogen mensen dat dan naar eigen goeddunken weer opheffen? Ik ben graaf van Godswege en daarom kan mij dit eervolle voorrecht niet worden ontzegd door een jaloerse franciscaan!'
Hoofdstuk 141: De franciscaan over de liefde. Hij bekritiseert de graaf. Diens aristocratisch antwoord. De bemiddeling van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Jullie kennen toch het gebed van de Heer? Kijk, daarin wordt onder andere gezegd: 'Vergeef ons onze zonden, zoals ook wij onze broeders vergeven die zich aan ons bezondigd hebben!' Wanneer jullie echter allerlei moeilijke verzoeningsvoorwaarden stellen, die door de tegenpartij vaak nauwelijks op te brengen zijn, waarop baseren jullie dan die bewuste bede tot God?
Hoofdstuk 142: Preek van de vreemdeling tegen de neiging tot oordelen. Tegenwerping van de franciscaan. De vreemdeling over de ordening van het hart - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] De vreemdeling zegt: 'Vriend, zij die jou veroordeeld hebben, behoren evengoed aan de Heer toe als jij. Nemen we echter eens aan, dat jij door onvoorzichtigheid met je handen je voeten een verwonding hebt toegebracht, zodat je je handen van pijn verwenst. Dan komt er iemand naar je toe, die zegt: 'Vriend, dat hebben je eigen handen gedaan. Neem daarom wraak en laat ze afhakken, want ze zijn niet meer waard om deel uit te maken van je lichaam.' Zeg eens, zou jij op dit voorstel ingaan en het uitvoeren?'
Hoofdstuk 142: Preek van de vreemdeling tegen de neiging tot oordelen. Tegenwerping van de franciscaan. De vreemdeling over de ordening van het hart - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[19] Verlegen zegt de franciscaan: 'Ja, dan natuurlijk niet meer! Dan zeg ik zonder meer ook in godsnaam: 'wat God de Heer goed vindt, zal voortaan voor mij ook goed zijn! Ik hoop echter, dat de lieve Godheid mij mijn door treurige omstandigheden veroorzaakte gezindheid niet als fout zal aanrekenen.'
Hoofdstuk 142: Preek van de vreemdeling tegen de neiging tot oordelen. Tegenwerping van de franciscaan. De vreemdeling over de ordening van het hart - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[17] Waren wij maar liever de Oostenrijkse regering trouwen onderdanig gebleven, en hadden wij ons menige vorm van dwang, die bedoeld was voor het algemeen welzijn, laten welgevallen, dan zouden wij er nu beter voorstaan. Daar wij echter de, zeker door Gods toedoen aangestelde, regering niet langer gehoorzaamd hebben en zelf regenten wilden worden, hebben wij het loon daarvoor nu dan ook ontvangen. Het is genoeg, dat we op aarde meesterstukken van menselijke domheid aan het licht hebben gebracht. Moeten wij soms ook hier daar nog gebruik van maken? Ik ben liever voor eeuwig een heel gewone inwoner van de een of andere zwart-gele hemel, dan in de hel een radicale koning.
Hoofdstuk 138: De graaf en de franciscaan over de pas vernomen stemmen. De graaf heeft nog steeds bedenkingen. Een man uit het volk roept Jezus aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] De graaf zegt: 'Maar beste vriend, hebt u dan zoëven niet gehoord, dat de Heer voor ons allen genadig en barmhartig wil zijn? Waarom zou Hij ons dan willen oordelen, of waartoe zou de Almachtige en Alwetende eerst een confrontatie willen met Zijn schepselen, om hen door hun eigen bekentenis ertoe te brengen in te zien, dat zij terecht worden verdoemd? 0, het is verdraaid zwak van een rooms-katholieke ordepriester om de Godheid menselijke zwakheden toe te dichten. God is goed en genadig, voor wie Hij goed en genadig wil zijn, maar voor hen die Hij wil laten vallen, helpt niets meer, het allerminst de voorspraak van een Hongaarse graaf. Ik geloof echter, dat de lieve God niet zal kijken naar de rommel die wij elkaar voor de deur hebben geveegd. Begrijpt u dat, beste pater-meedogenloos?'
Hoofdstuk 139: Het begint bij de graaf te dagen. Een hooggebergte en een paleis worden zichtbaar. Liefdevolle lessen over de ordening in het hiernamaals - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)