Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 568 van 1110

...  556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581  ...
[9] Wij hoeven ons bij dit werk niet aan de mensen te vertonen, aangezien wij van de Heer de macht en de kracht bezitten om de mens op zo'n manier van nut te zijn, dat de vrije wil van de mens daarbij geen dwang of schade ondervindt. Nu hebben jullie echter de Heer herkend en in jullie harten opgenomen, en dan oefent ons zichtbare verschijnen geen dwang meer uit op jullie hele gemoed en kunnen jullie met ons praten zoals jullie met elkaar doen.'
Hoofdstuk 198: Het verschijnen van de engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Want wat jullie hemel noemen, is als zodanig geen hemel, maar door en door wereld, en is door Mij geschapen voor de periode waarin de mensen hun vrijheidsproef moeten doorstaan; maar wanneer jullie je eigen wereld tegelijk met je vlees afgelegd zullen hebben, zal deze uiterlijke, nu zichtbare wereld er zo goed als niet meer voor jullie zijn. Dan zullen jullie bewoners van een heel andere wereld worden, die niet Ik voor jullie vanuit Mij of vanuit jullie zelf heb geschapen, maar die voor jullie vanuit jullie zelf geschapen zal zijn, en wel voor iedereen al naargelang het soort liefde dat hij voor Mij en zijn naaste heeft -zoals jij, Mijn beste vriend en opperstadsrechter, gisteravond hier hebt gehoord uit de mond van je reeds tien jaar geleden gestorven vader, die Ik aan je heb laten verschijnen.'
Hoofdstuk 197: Over het opstijgen en neerdalen van engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] De opperstadsrechter zei: 'O beste vrienden uit de hemelen Gods, dat is het niet, maar juist het tegendeel, zodat ik moet bekennen dat ik nog nooit van zulke prachtige menselijke gestalten zelfs maar gedroomd heb! De Heer, die bij ons verblijft, is kennelijk ook jullie Heer, anders zouden jullie niet zo plotseling aan Zijn wil hebben gehoorzaamd; want ik zou met mijn wil jullie wel mijn leven lang hebben kunnen roepen, en dan zou er hoogstwaarschijnlijk niet een van jullie aan mij verschenen zijn. Maar daarom is en blijft de Heer de Heer en is daardoor alles in alles, en hemel en aarde zijn onderworpen aan Zijn wil; alleen de grote blindheid van de mensen kan en wil niet erkennen wat voor grote genade de Heer hun in deze tijd heeft bewezen.'
Hoofdstuk 198: Het verschijnen van de engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Daarop zei Ik tegen de vele andere engelen: 'Gaan jullie weer daarheen, waar Mijn wil en Mijn wijsheid werk voor jullie heeft aangewezen!'
Hoofdstuk 198: Het verschijnen van de engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Rafaël zei: 'Mijn beste vriend en broeder, dat was een nog wel erg menselijke vraag uit jouw mond! Wij engelen des hemels, zijn evenmin als jullie mensen op aarde geen van allen in staat uit onszelf iets tot stand te brengen; maar ik heb je al gezegd dat wij in zekere zin de vingers aan Zijn hand en de uitvoerders van Zijn wil zijn. Daardoor zijn wij, als door niets beperkte, vrije wezens, zelf een uitvloeisel van de goddelijke kracht en kunnen dan ook alles tot stand brengen wat die kracht in ons openbaart en in ons wil; en wat wij dan tot stand brengen, is dan niet ons werk, maar alleen dat van de Heer.
Hoofdstuk 199: Over het werken van de engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] Als iemand in jouw gezagsgebied iemand anders heeft beroofd en vermoord en daarna gepakt en voorjou gebracht wordt, zul je hem berechten en ook laten doden. Daarmee heb je juist gehandeld, omdat je volgens de wil van de keizer hebt gehandeld, en daarbij ben je evenals de keizer zelf ex lege*; (* Latijn voor: buiten, boven de wet.) de rover en moordenaar heeft echter volgens zijn eigen wil gehandeld en is daardoor ten onder gegaan.
Hoofdstuk 199: Over het werken van de engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Vraag nu aan hemzelf maar in redelijkheid -om voor jullie aller ogen een teken te doen, om jullie allemaal een besefte geven van waar Mijn macht en Mijn wil door hem toe in staat is, dan zal hij niet aarzelen jou en jullie allemaal daarmee van dienst te zijn!'
Hoofdstuk 200: Een bewijs van de macht van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Daarop zei de opperstadsrechter: 'O Heer en Meester, ik vind mijzelf te midden van jullie nu opeens zo dom en onnozel, dat ik nu werkelijk niet weet wat voor redelijk teken ik van hem moet vragen! Het zou daarom beter zijn als U, o Heer en Meester, zo genadig wilde zijn hem Zelf te zeggen wat hij moet doen om ons onze voorstellingen over zijn macht te verhelderen!'
Hoofdstuk 200: Een bewijs van de macht van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Daarop zei Rafaël: 'Beste vriend en broeder, dat is bij de burgers van deze wereld wel gebruikelijk, omdat jullie wil en de kracht om die ten uitvoer te brengen nog met veel zwakheden behept is; maar voor ons, burgers van de hemel van de Heer, is dat niet meer het geval, maar wat wij wensen en willen is er al op hetzelfde ogenblik en zo volmaakt als maar mogelijk is. Sta nu op en bekijk deze streek een beetje, dan zul je volkomen overtuigd raken van de waarheid van wat ik je nu heb gezegd!'
Hoofdstuk 200: Een bewijs van de macht van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Ik zei: 'Dat zal natuurlijk wel zo zijn; maar Ik zal er ook voor zorgen dat het jullie niet zal ontbreken aan de juiste antwoorden, en de hele bevolking van deze uitgestrekte streek zal blij en dankbaar naar huis gaan en vergaren wat er op ieders stuk grond is gegroeid. Maar je kunt het met de hulp van je vele ondergeschikten wel tot een wet voor jezelf maken dat je het volk ernstig op het hart drukt hier geen ruchtbaarheid aan te geven, omdat het zich daardoor uit veel verder gelegen streken vele hebzuchtige en afgunstige lieden op zijn hals zou halen en uiteindelijk naar de wapenen zou moeten grijpen om de afgunstige vijanden weg te houden van de gezegende grenzen van deze landstreek.
Hoofdstuk 201: De veranderde omgeving bij de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Maar later kunnen jullie het wel op verstandige wijze vermelden bij die mensen, die Mijn leer al volkomen aangenomen hebben en daardoor Mijn rijk zijn binnengegaan. Die zullen jullie geloven, maar ook zeggen: 'Ja, wat zou er voor de Almachtige onmogelijk kunnen zijn? Als wij Hem hebben, hebben wij door Hem alles!'
Hoofdstuk 201: De veranderde omgeving bij de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Blijf dus in eerste instantie alleen bij de leer, en naderhand kunnen jullie pas overgaan tot Mijn tekenen, die evenwel in de loop van de tijd toch weinig geloof zullen vinden, hoe waar ze ook zijn; want het verstand van de mensen zal pas ophouden die dingen te bekritiseren, als het ingewijd kan worden in de fundamentele oorzaak van het ontstaan ervan, en die inwijding zal bij zeer velen niet hier op aarde, maar pas aan gene zijde plaats kunnen vinden.
Hoofdstuk 201: De veranderde omgeving bij de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Volg deze raad van Mij op, dan zullen jullie daardoor zonder problemen vorderingen maken; in het andere geval zouden jullie wel eens met veel stenen des aanstoots te maken kunnen krijgen! Goed is dus goed, maar beter is ook eeuwig beter, en het beste is datgene wat Ik jullie zeg.'
Hoofdstuk 201: De veranderde omgeving bij de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Je hebt mij wel gezegd dat jullie, volmaakte engelengeesten, ook de eigenschap bezitten om je in één ogenblik van de ene plaats naar de andere en vandaar weer terug te bewegen. Dat geloof ik nu ook; maar je bent hier niet één moment afwezig geweest, en daarom ben ik van mening dat jij een andere dienstbare engelengeest die zich in jouw nabijheid bevindt naar Rome hebt gestuurd, en dat die jou ook snel genoeg deze koker kon brengen.'
Hoofdstuk 202: Rafaëls bewijs van zijn snelheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] En ook jullie, Mijn leerlingen en jullie Joden, moeten er onder de Joden daar in het Beloofde Land geen ophef over maken; want velen zouden jullie niet geloven, maar jullie alleen maar uitlachen en vervolgen. En veel andere, zwakke Joden zouden jullie wel geloven, en door jullie ook in Mij geloven; maar dat geloof zou voor hen geen stevige basis hebben, omdat ze het ten eerste door hun eigen toevoegingen maar al te gauw groter zouden maken zoals ze met al hun bijgeloofdoen, en ten tweede zou zo'n manier van verder verbreiden te zeer naar het oude bijgeloof rieken en zodoende slechts een zeer twijfelachtig geloof bewerkstelligen; want als men later in deze streek zou komen om zich van het wonder te overtuigen, zou men zeggen dat ook echte vlijt en ijver van de mensen dit tot stand had kunnen brengen.
Hoofdstuk 201: De veranderde omgeving bij de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  556 - 557 - 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581  ...