17481 resultaten - Pagina 570 van 1166
... 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 ...
[10] En kijk, onder zulke omstandigheden hebben die bedriegers hun doel al bereikt; door hun nietsdoen en hun bedrieglijke kunsten worden ze aldoor machtiger, ze verdraaien Mijn openbaringen in hun voordeel, worden heersers over hun verblinde medemensen en geven hun wetten, volgens welke hun medemensen uiteindelijk alleen voor hen moeten werken en desnoods ook nog al hun bezit, bloed en leven voor hun tirannen moeten inzetten en opofferen.Hoofdstuk 147: Over het toelaten van wantoestanden en verval onder de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] (De Heer:) 'Lees Samuël en het boek van de richters maar, dan zul je zien hoezeer Ik het volk der Joden overduidelijk en indringend voor een koning heb gewaarschuwd! Maar wat hebben al Mijn vele waarschuwingen uiteindelijk opgeleverd? Ik zeg je: helemaal niets! Het volk wilde nu eenmaal een koning, en dus kreeg het die ook, als terechte straf voor zijn onverbeterlijke eigenzinnigheid.
Hoofdstuk 148: De oorzaken van de ziekte van de zoon van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Zou je Mij dan het verwijt kunnen maken dat Ik het volk niet wilde helpen en liever wilde dat het ten val kwam? Je zult nu wel inzien dat dat bij Mij nooit het geval was en ook nooit kon zijn. Want aan degenen die het zelf willen geschiedt geen onrecht, en als iemand geen acht slaat op Mijn vele vermaningen en alleen de lusten van de wereld en zijn vlees najaagt, kan Ik er echt niets aan doen als hij zichzelf en ook zijn medemensen, als ze zijn voorbeeld volgen, in het verderf stort.
Hoofdstuk 148: De oorzaken van de ziekte van de zoon van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Is het dan Mijn schuld dat die Joodse priesters onverbeterlijk zijn? Jij vindt natuurlijk dat Ik hen in één ogenblik allemaal te gronde zou kunnen richten en vernietigen. Dat zou Ik wel kunnen; maar ook de afvalligen zijn Mijn kinderen, en Mijn liefde heeft geduld met hen en wacht voortdurend af of uiteindelijk niet toch de een of ander weer naar Mij terugkeert.
Hoofdstuk 148: De oorzaken van de ziekte van de zoon van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Maar wiens schuld was het eigenlijk dat deze zoon van Mij, die steeds vanaf zijn vroegste jeugd mijn allerbeste en vroomste zoon was, blind en verlamd is geraakt?'
Hoofdstuk 148: De oorzaken van de ziekte van de zoon van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Er is weliswaar nog een geheime, innerlijke, geestelijk reden, die jij nu nog niet kunt begrijpen, maar die jou pas in het andere leven duidelijk zal worden. Maar aangaande jouzelf en je zoon mag je nu uit Mijn mond horen, dat zowel jij als je zoon wat jullie zielen betreft niet van deze aarde, maar van boven stammen, dat wil zeggen van een andere aarde in de eindeloos wijde ruimte van de hemel. Want alles wat zich aan de wijde en diepe hemel als vaste sterren voordoet, is het ene hemellichaam na het andere, en geen daarvan is zonder met rede begaafde menselijke wezens die op jullie lijken; maar alleen deze aarde draagt Mijn kinderen.
Hoofdstuk 148: De oorzaken van de ziekte van de zoon van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] De waard dacht nu direct aan wat Ik hem in Mijn lange betoog had gezegd, en wat zijn oude fout was; hij stond direct van tafel op en liet de twee vreemdelingen binnen.
Hoofdstuk 149: De twee vreemdelingen uit Nineve - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Kijk, Mijn beste waard, zo gaat het nu niet alleen in het land waar onze twee vreemdelingen in hun grote nood vandaan zijn gekomen, maar op de hele aarde, en er zal nog een zeer lange tijd voor nodig zijn voordat de volkeren tot het inzicht zullen komen dat ze sinds de tijd van Mozes en de na hem volgende richters menselijke lastdieren van de groten en machtigen zijn geweest, zijn en nog lang zullen zijn.'
Hoofdstuk 150: De religieuze situatie in het land van de twee vreemdelingen (11.4.1864, vanaf vers 6) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] (De Heer:) 'Nu denk je natuurlijk -zoals enkelen in Mijn aanwezigheid reeds hebben gedacht - dat Ik toch de macht heb om voor eens en altijd een einde te maken aan dat soort wereldse praktijken! Daar heb je natuurlijk wel gelijk in; maar dan zou ten eerste de mens, die zonder onderscheid naar geboorte of stand geroepen is een kind van God te worden, zijn vrije wil geheel en al afgenomen moeten worden, en in plaats van zijn vrije inzicht en verstand zou de mensenziel net als de ziel van dieren van een instinct voorzien moeten worden, waarna ieder mens alleen nog maar datgene zou kunnen doen waar zijn instinct hem toe aan zou drijven. En ten tweede zou Ik ook de hele aarde volslagen anders moeten maken en er enkel het voer voor dergelijke instinctmatige mensen moeten laten groeien, net als voor de andere dieren. Bovendien zou Ik ten derde daarvoor nog heel veel planten en diersoorten volkomen moeten laten uitsterven; want die zijn er alleen maar omdat zich daaruit noodzakelijkerwijs de volledig vrije menselijke ziel moet ontwikkelen in een schier eindeloze reeks van ontwikkelingsniveaus.
Hoofdstuk 151: Over de gerichten van God en de gevolgen daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] En nu kun je, Mijn beste waard en vriend, voor jezelf en je hele huis tevreden zijn met wat Ik je nu over de huidige staat van de mensen heb gezegd.
Hoofdstuk 151: Over de gerichten van God en de gevolgen daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Bij een goede gelegenheid kun je dat ook aan je trouwe vrienden meedelen en hen aanmanen tot geduld en volharden in Mijn naam; en je kunt hen ook verzekeren van Mijn liefde en genade, en dat het er weldra lichter en beter uit zal zien, zowel onder vele Joden alsook onder de heidenen.'
Hoofdstuk 151: Over de gerichten van God en de gevolgen daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Wat zal Uw huidige neerdaling de mensen in het algemeen baten? Weinigen zullen wel met angst en beven in Uw naam geloven en in het verborgene ook naar Uw leer handelen en leven -maar wee hen in deze wereld als ze als zodanig door de anderen herkend worden! Dan zal er aan de vervolging waarschijnlijk geen einde komen totdat het kleine aantal van degenen die U echt belijden van deze aardbodem zal zijn weggevaagd!
Hoofdstuk 152: Wat voor invloed het verbreiden van het evangelie heeft Over de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Maar zorg ervoor dat jullie het na Mij niet onderling oneens worden, omdat Ik ook jullie je vrije wil en je vrije inzicht moet laten! Als jullie het oneens worden, en de een dit en de ander dat als beter zijnde aanprijst, dan zullen jullie zelf de eerste steen leggen voor het valse profetendom en veelvuldige splijtingen veroorzaken in de leer die Ik jullie heb verkondigd.'
Hoofdstuk 152: Wat voor invloed het verbreiden van het evangelie heeft Over de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Nu zeiden de leerlingen weer: 'Heer, dat zal wat ons betreft nooit gebeuren, aangezien wij getuige zijn van Uw leer en Uw daden!'
Hoofdstuk 152: Wat voor invloed het verbreiden van het evangelie heeft Over de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Het geraamte zal dan nog wel overblijven, maar slechts weinigen, die wijs zijn door Mijn geest, zullen onderkennen hoe het vlees, waarmee de botten vroeger bedekt waren, er naar waarheid uit heeft gezien. De meesten zullen echter nog zolang aan het geraamte blijven knagen, tot ze daarbij verhongeren.
Hoofdstuk 152: Wat voor invloed het verbreiden van het evangelie heeft Over de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)