10915 resultaten - Pagina 570 van 728
... 558 - 559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 ...
[7] De knechten van de Heer op aarde kennen ons, zien ons en spreken met ons wanneer ze maar willen. Zij houden oog en oor van hun hart open omdat ze niet verblind zijn door de last van de rijke jongeling uit het evangelie. Maar jullie, als de Heer je roept, komen de tranen in de ogen, waarmee jullie de doodse aarde toch zo graag aanschouwen. O, de Heer wil ons duizenden van zulke werelden schenken, als we ze maar wilden aannemen. Wie zal er echter naar een geschilderd stuk goud grijpen als hij een duizendmaal grotere, stevige klomp goud voor eeuwig als eigendom heeft?Hoofdstuk 143: Vermanende oproep aan de kinderen van de aarde. Verschillen tussen aards en hemels leven. Gelijkenis van de afgevallen boomvruchten en van de pottenbakker. De eeuwige dood. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] O, bedenk toch wat het verschil is tussen ons volmaakte, eeuwige leven in voortdurend gezelschap van de almachtige Vader en Schepper van alle hemelen en werelden, en jullie vergankelijke leven dat van de ochtend tot de avond duurt. Hoe kunnen jullie hangen aan een leven dat eerder de naam dood dan leven verdient? Het aardse leven is immers reeds vanaf de wieg alleen maar een voortdurend sterven. Dit waarachtige, hemelse leven is echter een steeds intenser wordend leven in God, de heilige Vader. En dit ware leven is jullie toch zo nabij. Jullie kunnen het op ieder moment voor eeuwig grijpen, maar jullie zijn blind en jullie liefde voor het aardse verblindt het zicht van je harten! Daarom geloven jullie dat het rijk van het eeuwige leven ver van jullie verwijderd is, terwijl het toch als het ware vlak voor je neus ligt. Ook wij zijn jullie w nabij en toch denken jullie dat we ver weg zijn. 0, wat zijn jullie toch blind!
Hoofdstuk 143: Vermanende oproep aan de kinderen van de aarde. Verschillen tussen aards en hemels leven. Gelijkenis van de afgevallen boomvruchten en van de pottenbakker. De eeuwige dood. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Jawel, ontbeerlijk voor jullie aardwormen, jullie lijken allemaal op de rijke jongeling uit het evangelie. Ook hij vroeg de Heer of hij deel mocht hebben aan het Godsrijk. Toen de Heer echter tegen hem zei: 'Doe afstand van je aardse goederen, geef ze aan de arme kinderen van de wereld en volg Mij!', brak zijn hart en hij keerde terstond naar zijn bekoorlijke aardse goederen terug. Hij liet God gaan en bekommerde zich enkel om zijn aardse goederen. Daarna werd hij harder dan voorheen, hetgeen de Heer duidelijk te kennen gaf door op te merken, hoe moeilijk het is voor iemand die verknocht is aan aarde goederen, om het rijk Gods binnen te gaan.
Hoofdstuk 143: Vermanende oproep aan de kinderen van de aarde. Verschillen tussen aards en hemels leven. Gelijkenis van de afgevallen boomvruchten en van de pottenbakker. De eeuwige dood. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Doen zij dat, dan hebben ze het aan zichzelf te wijten als er slechte tijden voor hen aanbreken. De Heer laat zulke tijden weliswaar nooit over de mensen komen als een oordeel van Zijn wil; Hij verhindert het echter ook niet, maar laat de mensen die vruchten oogsten, die ze hebben gezaaid.
Hoofdstuk 139: Roberts persoonlijke verhouding tot de Habsburgse keizers. Geërfde of gekozen troonopvolging. Staatspolitieke wenken van Petrus. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Zou er nu echter niet heel snel een einde komen aan de erfelijke dynastieën en hun rijken? Iets daarvan heeft de Heer Zelf onlangs in Zijn heilige woorden laten doorschemeren. Hoe denk jij hierover?'
Hoofdstuk 139: Roberts persoonlijke verhouding tot de Habsburgse keizers. Geërfde of gekozen troonopvolging. Staatspolitieke wenken van Petrus. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Petrus zegt: 'De reden daarvan is heel eenvoudig: kijk, jij was van meet af aan steeds een vijand van de dynastie van de Habsburgers. Alle misstanden in Europa schreef je alleen haar toe. Met zo'n wrok zou je echter nooit een bewoner van dit rijk der zuiverste liefde kunnen worden. Daarom bood de Heer je de gelegenheid je met jouw 'tegenvoeters' te verzoenen, hun waarde te erkennen en hen als echte broeders in je hart op te nemen. Daarom kwamen zij dan ook in jouw huis.'
Hoofdstuk 139: Roberts persoonlijke verhouding tot de Habsburgse keizers. Geërfde of gekozen troonopvolging. Staatspolitieke wenken van Petrus. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Zonder deze onvoorwaardelijke hoogste vrijheid zou Ik, en zouden allen die met Mij volledig één zijn geworden, je reinste illusie zijn, en de volkomen gelukzaligheid van Mijn kinderen een leugen. Daarom kun je je hier helemaal gedragen al was je volkomen de heer des huizes. En anderen kunnen dat eveneens doen, want hier in Mijn huis bestaat geen rangorde. Hier is iedereen helemaal broeder en zuster en alleen Ik ben jullie aller Heer en Vader. Naar geest en innerlijke waarheid ben Ik echter ook jullie broeder. Nu weet je alles; handel daarom en vraag niet weer!'
Hoofdstuk 138: Heerlijkheid van Gods kinderen. De eetzaal van de Heer. De grote oertuin van de schepping. De activiteit van de volmaakte geesten in het groeiende besef van de liefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] De dragers van de waardigheidstekenen komen naar Mij toe en zeggen: 'Vader, wat moeten we nu doen? Hij neemt deze onderscheidingen niet aan!' Ik zeg: 'Wil hij blijven zoals Ik, geef het dan maar op, want hier bestaat eeuwig geen dwang, maar volledige onvoorwaardelijke vrijheid. Deze broeder is echter geen alledaagse geest. Zoals hij zijn er maar weinig, daarom moeten we van hem ook iets goed vinden. Leg deze waardigheidstekenen in zijn kamer; als het nodig zal zijn, zal hij ze wel gebruiken. Breng nu echter voor de drie aardse vorsten hun eigen kronen, scepters, zwaarden en purper! Het zij zo!'
Hoofdstuk 136: Intrede in het binnenste. Robert als nieuwe aartsengel en hemelvorst. Zijn deemoed en wijsheid. Roberts waardigheidstekenen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Ik wil je echter nog een ander voorbeeld geven. Stel je een sterke reus voor. Plaats hem in een lege ruimte waarin zich geen voorwerp bevindt waarop de reus zijn kracht zou kunnen beproeven. Plaats als tegenkracht een vlieg zó voor hem, dat hij haar met zijn handen niet kan bereiken. In dit geval zal de vlieg daar met gelijke kracht als de reus staan en zal ze de reus kunnen uitdagen voor een duel, als ze een steunpunt heeft. Heeft de reus echter ook zo'n steunpunt, dan zullen miljoenen vliegen hem niets kunnen doen. Zo moet elke kracht eerst een tegenkracht vinden, anders kan ze zich niet uiten en zichtbaar worden. Een kracht moet zich aan een andere meten, anders is het alsof ze er helemaal niet was.
Hoofdstuk 142: Orgelconcert met lichtbeelden. Geheimen over het wezen van klank en beeld. Grondwet van alle openbaring van krachten: kracht en tegenkracht. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Enkele voorbeelden zullen jullie deze belangrijke zaak nader belichten. Bekijk eens het uitstralende licht van een zon. Stel je de zon eens voor zoals ze in haar zijn en bestaan is. Maar zou er in de hele oneindigheid geen met de zon verwant oog zijn, dat zich als secundaire kracht tegenover de zon zou stellen en het licht zou opvangen, waardoor de zon haar eigen beeld vormt in het oog en daardoor in een secundaire kracht overgaat: zou de zon dan niet zo goed als helemaal niet aanwezig zijn? Is er echter een oog gevormd, waarin de zon zichzelf als het ware terugvindt, dan treedt de zon als primitieve kracht ten opzichte van het oog in een zichtbaar bestaan. Sluit het oog zich, dan is het oog voor de zon alsof het helemaal niet bestond en ook de zon zelf heeft voor het oog haar zichtbare bestaan verloren.
Hoofdstuk 142: Orgelconcert met lichtbeelden. Geheimen over het wezen van klank en beeld. Grondwet van alle openbaring van krachten: kracht en tegenkracht. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Ik zeg: 'Dat ligt als eeuwige ordening in elke eerste, eenvoudigste oerkracht. Iedere kracht is onoplosbaar naar de aard van haar oerbestaan. Daarom is het duidelijk dat zij in zichzelf en vanuit zichzelf moet voortbestaan. De kracht is bijgevolg steeds aanwezig, of zij zich uit of niet. Zolang een kracht zich echter niet kan uiten, bestaat ze in zichzelf slechts als een stomme kracht en is in haar toestand naar buiten toe, alsof ze helemaal niet bestond. Moet die kracht echter naar buiten toe actief optreden, dan moet er een weerstand tegenover haar gesteld worden. Deze weerstand kan niets anders zijn dan een tegenkracht, waardoor de eerste in haar rustige voortgaan wordt gestoord. Waar zo'n storend conflict plaatsvindt, wordt zowel de ene als de andere kracht zichtbaar. De eerste gaat daarbij onvermijdelijk in een tweede over en omgekeerd de tweede in de eerste. Pas op deze manier worden de beide krachten voor elkaar waarneembaar en dus naar de aard van hun werkzaamheid ook zichtbaar.
Hoofdstuk 142: Orgelconcert met lichtbeelden. Geheimen over het wezen van klank en beeld. Grondwet van alle openbaring van krachten: kracht en tegenkracht. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Na een poosje weerklinken de machtige akkoorden van een orgel. En terwijl de akkoorden zich melodieus met elkaar vermengen, worden in de vrije ruimte de prachtigste beelden zichtbaar, ongeveer op de manier waarop men op aarde beelden tot stand brengt met een camera obscura. Het verschil is dat deze slechts afbeeldingen van reeds bestaande voorwerpen kan doorgeven terwijl hier steeds nieuwe beelden worden geschapen, omdat in de klanken steeds nieuwe combinaties naar voren komen. Natuurlijk roepen reeds eerder voorgekomen klankcombinaties ook steeds weer dezelfde beelden op. Deze klankbeelden zijn hier echter buitengewoon scherp en wisselen elkaar steeds in de meest levendige kleuren en aangrijpend mooie beelden af. Daardoor worden niet alleen het oor en het gemoed op een hartverheffende manier in vervoering gebracht, maar ook het oog en het met het oog samenhangende verstand van de ziel, dat als het ware het oog van de ziel is.
Hoofdstuk 142: Orgelconcert met lichtbeelden. Geheimen over het wezen van klank en beeld. Grondwet van alle openbaring van krachten: kracht en tegenkracht. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] In de hoofdstad echter zijn de huizen zo ingericht dat iedere bewoner door twaalf in het vertrek aangebrachte deuren naar alle hemellichamen van de gehele oneindigheid kan gaan en weer terugkomen wanneer de bewoner maar wil. Maar zulke deuren die naar de hemellichamen voeren zijn in elk huis slechts aangebracht in de vertrekken van de begane grond; nooit in hogere verdiepingen. Daarom heeft dan ook ieder vertrek van een hogere verdieping een overeenkomstig vertrek op de begane grond. Het wonderbaarlijke van zo'n inrichting zul je echter pas later beter leren kennen, naargelang jouw innerlijk zich meer en meer zal ontplooien.
Hoofdstuk 141: Groot hemelmaal en hemelconcert in het Vaderhuis. David als dirigent en componist. Hemelse verblijfplaats van andere musici. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Robert en zijn helper Peter zijn sprakeloos van louter verbazing. Daar beiden afkomstig zijn van Uranus (wat Peter echter om goede redenen nog niet weet) houden zij natuurlijk veel van bouwwerken; vooral van zulke reusachtig grote. Zijn deze bovendien nog met overeenkomstige pracht en majesteit versierd, dan is dat voor hen iets heel buitengewoons. Beiden houden hun ogen op de hoge galerijen en de kunstige zuilen gericht en merken nauwelijks iets van het heerlijke, liefdevolle, grote hemel gezelschap dat in Robert een nieuwe aartsengel en het hoofd van een nieuwe grote vereniging begroet.
Hoofdstuk 136: Intrede in het binnenste. Robert als nieuwe aartsengel en hemelvorst. Zijn deemoed en wijsheid. Roberts waardigheidstekenen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Nu staan we echter reeds bij de poort; laten we daarom bij de klanken van een harp binnengaan.'
Hoofdstuk 134: Rudolf vergelijkt hemelse en aardse omstandigheden. De hemelse stad en haar betekenis als voedingsbron voor de hele oneindigheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)