Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 58 van 278

...  46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71  ...
[7] Jullie erkennen een God en geloven in de onsterfelijkheid van de ziel en kunnen toch onbezwaard mee aanzien hoe geestelijk misvormde en ver afgedwaalde mensen door nog grotere woestelingen op onbeschrijflijk pijnlijke wijze de gehele dag tot stervens toe gepijnigd worden! Geloof mij, deze zeven zouden zonder de Romeinse strengheid nooit zo erg geworden zijn als zij kennelijk, om de rillingen van te krijgen, waren! Maar wie heeft hen zover gebracht? Zij, die er nu de hele dag door veel plezier in scheppen om hen te martelen!
Hoofdstuk 131: Kritiek op de Romeinse straffen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] De rabbi antwoordde: 'Vriend, ik geef me gewonnen en ik zal nu geloven wat jij gelooft! Je bent een wijze arts met veel ervaring, die zeker niet zo maar zonder enige reden iets gelooft. Hoewel ik het waarom niet zie, wil ik toch geloven, omdat jij het gelooft enjij beslist weet waarom! Ik geloof hier omdat ik het zie en houd mij aan wat je mij gezegd hebt. Jij hebt deze belangrijke weddenschap gewonnen en ik ben je gevangene!'
Hoofdstuk 136: De geest van Lazarus getuigt over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Maar mijn vader zei tegen hem: 'Dat heb je wel verdiend! Waarom bleef je dan niet in het geloof dat je mij zo plechtig hebt beloofd? Met God en zijn geesten kun je beslist geen grapjes maken! Begrijp je dat? Of je gelooft, ook al is dat op gezag van degenen die zonder meer alle ervaring bezitten, -of je blijft zoals je was!
Hoofdstuk 137: De rabbi houdt zich niet aan zijn woord. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Nu gaan wij naar de sterfkamer van de oude Lazarus! Daar zag je geen onduidelijke nevelvorm boven het lijk zweven, maar al meer een volle menselijke vorm. De reden daarvoor ligt in de grote liefde tot werken, wat duidt op een volmaakt, innerlijk, geestelijk leven dat geheel zonder vrees is voor de komende grote werkzaamheid in het eindeloze rijk der hemelen. De angsttrillingen van de ziel doen zich daar niet gelden en daarom is de menselijke vorm van de ziel al meteen bij het uittreden uit het lichaam volmaakt en volkomen in rust zichtbaar, natuurlijk voor diegene, die het zeldzame vermogen heeft om dat te zien.
Hoofdstuk 139: Verklaring van de verschijnselen bij Lazarus' dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Wie herinnert zich niet de tijden van vóór de Romeinen?! De wetten waren weliswaar nooit om mee te spotten, - maar ze waren tenminste verstandig, en men hoorde nooit iets over erge gruweldaden. Maar nu hebben de wijze heidenen, deze hoogdravende wereldverbeteraars en veroveraars van stad en land, ons gezegend met de strengste staatkundige en krijgshaftige wetten, en ondanks de tienvoudig versterkte Romeinse bewaking worden op de straten van ons beloofde land gruwelen begaan die een fatsoenlijk mens niet aan kan horen zonder daarbij in zwijm te vallen! Gaan jullie daarom maar alleen en aanschouw dat zevenvoudige voorbeeld van ware Romeinse wreedheid, dat binnenkort een zevenvoudige wreedheid van de andere kant tengevolge zal hebben !
Hoofdstuk 131: Kritiek op de Romeinse straffen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] De MEESTEN zeggen: "Ja, Heer, wij begrepen deze les in ieder geval redelijk; maar als wij er ons op zouden beroemen er nu alles van af te weten dan zouden wij onwaarheid spreken. Uit de vorming van de ezelin daarstraks hebben wij wel waargenomen en gezien hoe uit de geestelijke oersubstanties een ding of een wezen ontstaat. Wij zagen immers gewoonweg het gras groeien en hoe zich een ezelin in zekere zin vanzelf uit de vuurtongen geschapen heeft. Ja, wij weten door Uw goedheid en genade zelfs, wat, wie en waarvandaan deze vuurtongen zijn en hoe zij zich samen kunnen voegen tot een duidelijk herkenbare idee en vorm. Wij beseffen heel goed dat deze talloze oergedachten van U waar de gehele oneindigheid vol van is, hoewel zij er uiterlijk hetzelfde uitzien, op zichzelf toch zeer verschillend zijn, lichter en zwaarder al naargelang hun doel hoger, ernstiger en degelijker is, en dat aan elkaar verwante oergedachten zich ook het eerst samenvoegen en een bepaald orgaan beginnen te vormen.
Hoofdstuk 133: De vorming van de zielen van de roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Mijn vader zei glimlachend: 'Ga je gang maar! Mijn hele uitgestrekte bezitting die je wel zult kennen, is van jou als de dode zich ook maar enkele ogenblikken beweegt tengevolge van de druppels die jij hem geeft, want jouw geheimmiddel ken ik. Ik bezit het ook, en het heeft mij bij schijndoden al heel goede diensten bewezen; maar bij schijndoden bevindt de ziel zich nog lang in het lichaam. Daarom kan dit geheimmiddel bij alle gestorvenen die nog geen hippocratische symptomen vertonen heel nuttig gebruikt worden; maar als het gezicht van een overledene eenmaal overduidelijk de hippocratische tekenen vertoont, dan is de ziel vertrokken en dan kun je in de dode tienduizend van zulke flesjes leeggieten zonder dat het lichaam zich zal gaan bewegen, maar het zal volkomen dood en ongevoelig blijven liggen als een steen of een verdroogd stuk hout. Maar begin nu je proef met je echte Perzische varenolie en zoals ik hier in het bijzijn van getuigen gezegd heb: "mijn bezitting is vanaf dat ogenblik geheel van jou, waarop deze dode, die nu al zo zachtjes aan een geur van ontbinding begint te verspreiden, ook maar één reactie op jouw druppels laat zien!'
Hoofdstuk 135: De rabbi probeert de oude Lazarus weer tot leven te brengen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Omdat hij echter onder alle slaven van zijn heer de trouwste was en alle strengheid van zijn heer steeds met veel geduld en berusting verdroeg, riep zijn heer hem na tien jaar bij zich en zei tegen hem: 'Ondanks al mijn strengheid tegenover jou is mij gebleken dat je mij zeer trouw bent geweest en jezelf moeite noch werk bespaard hebt om mijn belangen te behartigen. Als ik veel van je verlangde, deed je altijd nog meer en vaak in mijn voordeel. Ik ben wel een streng heer -iedereen getuigt dat van mij -maar daarom nog niet blind en zonder inzicht en kennis, en omdat ik dat niet ben, geef ik je de volle vrijheid! Je kunt nu rustig naar huis naar je eigen land gaan. Bovendien schenk ik je als blijk van erkenning voor je trouwe diensten nog honderd kamelen, tien van mijn mooiste slavinnen en negentig knechten; en opdat je overal iets kunt kopen en zult kunnen voorzien in je verdere leven en handel en wandel, zal mijn schatmeester je duizend buidels goud en tweeduizend buidels zilver uitbetalen! Kijk, zo beloont de strenge heer een trouwe slaaf, en een trouwe knecht krijgt het dubbele, maar die heb ik jammer genoeg nog nooit gehad! Vertrek nu met een gerust hart met alles wat ik, je strenge meester, je heb geschonken!'
Hoofdstuk 138: Het levensverhaal van de oude Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Lazarus besteeg zijn kameel en de tocht begon. Na tien heel aangename reisdagen kwam hij weer in Bethlehem aan, nam zijn intrek in een herberg en won inlichtingen in over zijn vroegere bezit. Dat was echter volgens de Romeinse wetten als Romeins staatsbezit verkocht en reeds drie jaar geleden in het rechtmatig bezit van de koper overgegaan omdat de oorspronkelijke bezitter ondanks alle door speciale herauten gedane afkondigingen niets van zich liet horen. Want de koper was gedurende zeven jaar in zekere zin slechts pachter; kwam de eerder verdwenen bezitter in het zevende jaar terug, dan had hij nog recht om bezwaar in te dienen, -alleen moest hij de koper het hoogste bod inclusief rente vergoeden, omdat deze koper gezien moest worden als een bedrijfsleider zonder opdracht en voor zijn moeite wettig betaald moest worden. Maar als de volle zeven jaar voorbij waren, kwam de koper in het daarna onaantastbare, volle bezit van zo'n door koop verworven goed. En dat was ook daar in Bethlehem het geval met het bezit van Lazarus. De koper was nu volle bezitter, beschermd door de wetten van Rome, en onze Lazarus moest onverrichter zake verder trekken.
Hoofdstuk 138: Het levensverhaal van de oude Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Het zal desondanks toch wel zo zijn als U, o Heer, het eerder heeft gezegd; maar het blijft wel vreemd dat wanneer in oude tijden Gods toorn werd aangekondigd, ook de grimmigste straf volgde als de mensheid zich niet verbeterde en echt boete deed, en dat zowel in het groot als in het klein, en in het algemeen als in het bijzonder, zonder enige consideratie! Wel, het zou werkelijk de moeite waard zijn als bij deze gelegenheid wat nader belicht zou worden hoe zich dit alles in overeenstemming laat brengen met de zuiverste liefde, zonder enige toorn of wraak!"
Hoofdstuk 141: Gods 'toorn'. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] In het warme voorjaar, de zomer en de herfst kon hij het wel zonder kleding uithouden, maar in de winter begon hij de koude erg te voelen en in zijn gevoel, dat God steeds meer door geestelijke en natuurlijke ingeving deed ontwaken, vroeg hij zich af: 'Waar ben ik? Wat is er met mij gebeurd? Eerst had ik het zo prettig en nu heb ik het koud, en de koude winden doen mijn huid pijn!' Hij voelde zich genoodzaakt op zoek te gaan naar een tegen de wind beschutte woning, en zijn lichaam te bedekken met allerlei bladeren van de bomen. Door deze gedwongen bezigheid werd het denken actiever en ook weldra ordelijker.
Hoofdstuk 142: Gods 'toorn' bij Adam en Eva. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Ja, Gods wijsheid kan zich wel verzetten, wanneer mensen die reeds ontwikkeld en minstens voor de helft zijn gerijpt, moedwillig en ook kwaadwillig tegen de orde van God opstaan; maar daarvoor is er dan weer de liefde van God, die in haar grote geduld altijd deugdelijke middelen tegenover de verkeerde neigingen van de mensen weet te stellen en hen weer op de juiste weg brengt, waardoor tenslotte Mijn einddoel met de mensheid toch altijd moet worden bereikt zonder dat de mens als een machine daartoe gedwongen wordt door de een of andere almachtige wraak van God.
Hoofdstuk 143: De zondvloed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Dat deze stoet, volgens jouw terminologie, van het oosten naar het westen ging, duidt op een belangrijk aards sterfgeval, overeenkomstig het feit dat alles op aarde in het oosten, waar de zon opkomt, met zonsopgang ontwaakt en bij zonsondergang weer in slaap ondergaat. Maar tegelijk stemt de aardse avond in omgekeerde zin overeen met de puur geestelijke morgen en de aardse morgen met de geestelijke avond, want op de aardse morgen beginnen de meeste mensen zich zo veel mogelijk bezig te houden met de wereldse zorgen en die zijn vaak genoeg een echte en zwarte geestelijke avond zonder schemering, dus reeds letterlijk een geestelijke nacht. Alleen 's avonds, moe van de wereldse zorgen, gaan dan velen er toe over om na te denken over het verdwijnen van het tijdelijke, en zich tot God te wenden, en dat komt dan op z'n minst overeen met een geestelijke ochtendschemering.
Hoofdstuk 139: Verklaring van de verschijnselen bij Lazarus' dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Hoe kan nu één vonkje zonlicht alle duisternis verjagen en waarom is het zonder die vonk eigenlijk donker? De lucht bestaat immers in de allerdonkerste nacht uit dezelfde geesten als op klaarlichte dag!
Hoofdstuk 146: Het wonderbare heelkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Mensen die op zichzelf goed zijn, zullen ook een goede invloed hebben op meer of minder goede mensen, en de minder goede zullen aan hen heel heilzame kruiden hebben. Maar als deze mensen, die alleen maar op zichzelf van nature goed zijn, temidden van door en door slechte, kwade en losbandige mensen terechtkomen, die bewust kwaad willen doen, worden zij al gauw zonder veel moeite ook verdorven, omdat hun innerlijke kracht om hun leven te ordenen daar geen tegenwicht aan kan geven; maar als een mens innerlijk volmaakt is, lijkt hij op het kleine geneeskrachtige kruidje in de grote gifketel en het vonkje zonnelicht in de oneindige, nachtelijke ruimte.
Hoofdstuk 146: Het wonderbare heelkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71  ...