Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 571 van 1166

...  559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584  ...
[1] Daarop zei Simon Juda, die ook Petrus werd genoemd: 'Heer! U hebt ons herhaalde malen gezegd dat alleen iemand die werkelijk in U gelooft en volgens Uw leer leeft en handelt het eeuwige leven zal ontvangen, en dat U hem op de jongste dag zult opwekken! Kijk, Heer, dat zijn twee beloften uit Uw mond, die mij ondanks Uw veelvuldige verklaringen nog niet helemaal duidelijk zijn.
Hoofdstuk 153: De vraag over de opwekking van de gelovigen op de jongste dag - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Want bij die mensen kan er vanzelfsprekend geen opwekking door U op een jongste dag plaatsvinden, aangezien zij -buiten hun schuld - onmogelijk in U kunnen geloven en volgens Uw leer kunnen leven; en zo bezien is een jongste dag, waarop U alle levenden en doden wilt opwekken, altijd iets hards en raadselachtigs in Uw leer, ondanks de vele toelichtingen die U daar gedeeltelijk al over hebt gegeven. Want de ene keer lijkt het dat het een algemene dag is die ooit eens zal komen, en de andere keer een speciale dag voor ieder mens die naar de grote wereld aan gene zijde overgaat.
Hoofdstuk 153: De vraag over de opwekking van de gelovigen op de jongste dag - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Daarop zei Ik: 'Luister, Mijn Simon Juda! Ik geloof dat jij op dit punt, waar je voortdurend over twijfelt, nooit duidelijkheid zult krijgen, ook al zou je in het volledige bezit van Mijn geest zijn! Ik heb jullie toch al enkele keren gezegd dat Ik jullie nog heel veel te zeggen heb - maar dat jullie het nu nog niet kunnen verdragen, dat wil zeggen met jullie verstand begrijpen en verstaan; daarom zal Ik jullie Mijn geest zenden en die over jullie uitstorten, en die zal jullie pas in alle waarheid en wijsheid binnenleiden!
Hoofdstuk 153: De vraag over de opwekking van de gelovigen op de jongste dag - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Ik, zei: 'Dat zijn jullie wel, maar toch zal er van nu af gerekend geen jaar voorbijgaan en zullen jullie je aan Mij ergeren, Mij verloochenen en verraden! Waarlijk Ik zeg jullie nog meer: als Ik als jullie Herder binnenkort gedood wordt, zullen jullie als Mijn schapen verstrooid raken. Ik zal jullie na Mijn opstanding wel weer bij elkaar brengen en jullie, voorzien van alles, de wereld insturen om alle mensen Mijn evangelie over de komst van het rijk Gods op deze aarde te verkondigen, en jullie zullen vele aanhangers krijgen maar uit deze aanhangers zullen weldra volgelingen opstaan, die in jullie voetstappen treden en eveneens in Mijn naam zullen onderrichten.
Hoofdstuk 152: Wat voor invloed het verbreiden van het evangelie heeft Over de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Als jullie er na Mij op uit zullen gaan om Mijn evangelie onder de mensen te verbreiden, dan zullen jullie hetzelfde doen als wat Ik nu met jullie doe en met andere mensen, die wij ontmoeten.
Hoofdstuk 153: De vraag over de opwekking van de gelovigen op de jongste dag - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Of wat zouden jullie ervan vinden, als er op een school voor kinderen een zeer wijze schriftgeleerde zou komen en voordrachten over de meest verhulde tekstgedeelten van de profeten zou gaan houden voor zijn jonge en zwakke toehoorders -wat natuurlijk geen van de toehoorders zou kunnen begrijpen? Zou die zeer wijze schriftgeleerde het zich uiteindelijk niet moeten laten welgevallen dat zijn toehoorders hem toeroepen: 'Hooggeleerde en wijze vriend, leer ons toch liever eerst lezen, desnoods schrijven en rekenen; en kijk dan pas of wij al dan niet iets van je hoge wijsheid kunnen begrijpen!'?
Hoofdstuk 153: De vraag over de opwekking van de gelovigen op de jongste dag - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] En kijk, zo'n terechtwijzing zou Ik Mijzelf van jullie moeten laten welgevallen, als Ik jullie Mijn evangelie in het zuiver hemelse licht zou voorhouden! Want als jullie de dingen van deze wereld al niet begrijpen, die toch zo duidelijk voor de hand liggen, hoe zouden jullie dan iets begrijpen, als Ik met jullie over dingen zou spreken die geheel en al van gene zijde en hemels zijn?'
Hoofdstuk 153: De vraag over de opwekking van de gelovigen op de jongste dag - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] (De Heer:) 'Waar jij, Simon Juda, Mij zojuist naar hebt gevraagd, hoort voor het allergrootste deel thuis aan gene zijde, en ondanks Mijn veelvuldige uitleg kun je het niet helemaal tot op de bodem begrijpen en beschuldig je Mij zodoende heimelijk van een bepaalde onrechtvaardigheid en tirannieke wreedheid. Dat is niet zo mooi van je, en des te minder omdat je nu wel weet wie Ik ben, en dat Ik alleen uit liefde voor jullie mensen en niet uit toorn en wraak een lichaam van jullie aardse vlees heb aangenomen om Mijzelf in al Mijn diepte en grootheid persoonlijk aan jullie te kunnen openbaren, zonder Mij van de mond van de een of andere profeet te hoeven bedienen om Mijn wil aan jullie mensen bekend te maken.
Hoofdstuk 154: De Heer motiveert Zijn genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Er bestaat geen volk op de hele aarde dat, aangezien het van Adam afstamt, niet uit de oertijd nog een restant van de aan de stamvaders geopenbaarde leer over de ene en ware God bezit. Dat de priesters en wereldse heersers later louter uit eigenbelang deze ene en ware God zeer verhuld en verborgen hebben en in Zijn plaats allerlei afgoden hebben gezet, waar het volk in geloofde en waaraan het ook offerde, is bekend.
Hoofdstuk 154: De Heer motiveert Zijn genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] En zie: als het volk gewetensvol volgens die verschillende leren leeft en handelt, dan heeft het in Mijn ogen geen of weinig zonde! Het leeft weliswaar in de duisternis van allerlei dwalingen, maar wanneer hun zielen aan gene zijde komen en daar over alles Mijn licht ontvangen, zal het hun net zo vergaan als iemand hier, die 's nachts ergens naar toe moet gaan en onderweg op allerlei voorwerpen stuit, die hij nu eens voor mensen, voor dieren en dan weer voor iets anders houdt, maar niet voor wat ze eigenlijk waren en nog zijn.
Hoofdstuk 154: De Heer motiveert Zijn genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Daaraan zul je nu gemakkelijk zien dat dergelijke zielen in de grote wereld aan gene zijde in Mijn licht des levens veel eerder en gemakkelijker hun weg vinden dan die zielen, die naar waarheid van Mij gehoord hebben en gemakkelijk kunnen zien en begrijpen dat Ik het licht, het leven en de waarheid ben - maar wier wereldse instelling en kwade wil hun dat niet toe staat.
Hoofdstuk 154: De Heer motiveert Zijn genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Ik zal hen zeker niet persoonlijk richten; maar de eeuwige waarheid, die ook in hen is en waar ze buitengewoon vijandig tegenover staan, zal hen richten en voor Mijn aangezicht op de vlucht drijven. Kan Mij daarvoor enige schuld toegekend worden?
Hoofdstuk 154: De Heer motiveert Zijn genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Ik zei: 'Dat is voorlopig ook helemaal niet nodig, maar Mijn geest zal dat wel doen bij velen die Ik daartoe zal roepen. Voor de kinderen van deze tijd is het voldoende dat de mensen in Mij geloven, dat Ik wat dit lichaam van Mij betreft uitgegaan ben van God de Vader en dat ieder mens door dat geloof zal overgaan tot de ware kennis van God, tot de ware liefde voor Hem en voor zijn naaste en daardoor ook tot het eeuwige leven.
Hoofdstuk 156: Over het Laatste Gericht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Want wie door de bazuin gewekt wordt, wordt niet ten dode opgewekt, maar ten leven; wie echter het geschal van de bazuin niet wil horen zal ook niet opgewekt worden, maar in de nacht van zijn graf en in gevangenschap van de zee blijven tot de tijd dat deze hele aarde door het vuur wordt opgelost. Want evenals ten tijde van Noach zullen ze huwen en ten huwelijk wor den gegeven en zich niet bekommeren om de stem van Mijn gewekten. De eerstgenoemden zal Ik dan echter in één ogenblik van de aarde wegrukken en de laatstgenoemden met al hun lievelingen prijsgeven aan het allesvernietigende vuur, aan het ontstaan waarvan de dan levende onboetvaardige mensen zelf het allermeest zullen bijdragen.
Hoofdstuk 156: Over het Laatste Gericht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Zeggen de wijzere wetten van Rome al niet: 'Volenti non fit iniuria*!'? (* Latijn voor: Aan degene die het zelf wil geschiedt geen onrecht.) Of zou Ik Mij soms uit een soort liefde voor Mijn tegenstanders van Mijn eeuwige levens en waarheidslicht moeten ontdoen en het kleed van leugen en bedrog aan moeten trekken? Dat zal hopelijk toch niemand van jullie wensen? Maar zelfs voor dergelijke door zichzelf verworpen zielen heb Ik jullie twee troostende dingen gezegd; één keer in de gelijkenis van de verloren.zoon en later bij een soortgelijke omstreden kwestie als nu, toen Ik tegen Jullie heb gezegd dat er in het huis van Mijn Vader zeer veel woningen -maar om Mij nu duidelijker uit te drukken - zeer veel leerinstituten en opvoedingsinrichtingen zijn, waar zelfs de op deze wereld meest verworpen menselijke duivels bekeerd en verbeterd kunnen worden.
Hoofdstuk 154: De Heer motiveert Zijn genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  559 - 560 - 561 - 562 - 563 - 564 - 565 - 566 - 567 - 568 - 569 - 570 - 571 - 572 - 573 - 574 - 575 - 576 - 577 - 578 - 579 - 580 - 581 - 582 - 583 - 584  ...